Maatschappij & Gezondheid 2024-2025 Past Paper PDF

Summary

This document is a 2024-2025 past paper on Maatschappij & Gezondheid, covering topics such as preventative health, sociology, health promotion, and the organization of the healthcare system, and discussing the role of nurses in health promotion and patient education.

Full Transcript

Maatschappij & gezondheid Academiejaar 24-25 Preventie & gezondheidsbevordering............................................................................................6 Hoofdstuk 1: inleiding...............................................................................................

Maatschappij & gezondheid Academiejaar 24-25 Preventie & gezondheidsbevordering............................................................................................6 Hoofdstuk 1: inleiding................................................................................................................... 6 hoofdstuk 2: gezondheidsbevordering: inleiding.......................................................................... 6 hoofdstuk 3 patiëntenvoorlichting.................................................................................................8 hoofdstuk 4:patiëntenvoorlichting: rol van de verpleegkundige (niet in les)............................... 11 hoofdstuk 5: gezondheidsbevordering op collectief niveau (niet in les?)................................... 12 Sociologie....................................................................................................................................... 13 1. Inleiding.................................................................................................................................. 13 2. sociologie en verpleegkunde..................................................................................................15 3. wat ‘doet’ de sociologie.......................................................................................................... 15 de typologie van sociaal handelen (weber)................................................................................ 17 agency versus structure (twee manieren om sociologie te bestuderen).................................... 17 sociale structuur......................................................................................................................... 20 cultuur als sleutelbegrip in de sociologie....................................................................................21 socialisatie:hoe verloopt het proces van leren........................................................................... 24 groepen...................................................................................................................................... 27 groeperingen.............................................................................................................................. 27 kansarmoede..............................................................................................................................28 Organisatie van de gezondheidszorg.......................................................................................... 31 2.mondiale gezondheidsuitdagingen..........................................................................................31 3. economie en gezondheidseconomie......................................................................................32 De coronacrisis: de belangrijkste lessen de gezondheidszorg...................................................34 4. structuur van de gezondheidszorg......................................................................................... 35 het belgische gezondheidsbeleid............................................................................................... 37 5. het belgische gezondheidszorgsysteem................................................................................ 41 6. belangrijke tendensen in de gezondheidszorg...................................................................... 44 7. impact van artificiele intelligentie op gezondheidszorg.......................................................... 45 Preventie & gezondheidsbevordering..........................................................................................47 1. ziekte en sterfte in de geschiedenis....................................................................................... 47 2. Indicatoren van de volksgezondheid...................................................................................... 47 3. Perspectieven op gezondheid................................................................................................ 47 4. Gezondheid, een gedeelde verantwoordelijkheid.................................................................. 47 5. Preventie en gezondheidsbevordering...................................................................................47 6. Kwaliteitsvolle gezondheidsbevordering................................................................................ 47 7. De preventieve gezondheidszorg in vlaanderen.................................................................... 47 wat is maatschappij en gezondheid........................................................................................... 47 belangrijke ziekten en doodsoorzaken....................................................................................... 47 indicatoren van de volksgezondheid.......................................................................................... 51 perspectieven op gezondheid(szorg) en het ontstaan van gezondheidsbevordering................ 57 prventie: een containerbegrip.....................................................................................................62 preventieve gezondheidszorg in vlaanderen..............................................................................64 gezondheidsdoelstellingen......................................................................................................... 66 1 Preventie & gezondheidsbevordering David de Wandel Hoofdstuk 1: inleiding -​ Rol van vpk als gezondheidspromotor -​ Horizontale link/afstemming -​ Gezondheidspsychologie -​ Verticale afstemming -​ Csl-project (MT2) -​ Werkcolleges gedrag & gezondheid (MT3) -​ Inhoudelijk -​ Theoretische basisbegrippen -​ Vertaalslag (praktijkvoorbeelden hoofdstuk 2: gezondheidsbevordering: inleiding gezondheidsbevordering -> combinatie van voorlichting en omgevingsveranderingen die gezond gedrag en gezonde leefcondities stimuleren -​ doel = gezondheidsbevordering -​ middel = planmatige GVO maar…ook voorzieningen en regelgeving zijn en middel om gezondheid te bevorderen -> gezondheidsbevordering omvat dus ook fysieke,sociaal-culturele, politieke, economische condities die het gezonde gedrag (of rechtstreeks de gezondheid) kunnen beïnvloeden dimensies van gezondheidsbevordering vijf dimensies volgens dunn (1973): -​ doel=bereiken van welzijn op hoog niveau -​ interventies die op alle 5 niveaus gericht zijn leiden tot de meest kostenefficiënte en effectieve bevordering 1.​ individueel -> belang van zelfzorg en bepalen eigen gezondheidstoestand 2.​ gezin -> opvattingen inzake gezondheid en gezond gedrag 3.​ gemeenschap -> gezondheidsinformatie wordt snel verspreid + relevante culturele normen veranderen 4.​ omgeving -> bepalend voor de mate waarin de mogelijkheden bereikt zullen worden -​ ruim begrip (fysiek, interpersoonlijk & economisch) -​ uit zich in de harmonie/balans tss mensen & omgeving 5.​ maatschappij -> afhankelijk van wetgeving en beleidinzake gezondheid en welzijn 2 -​ maatschappij die streeft naar welzijn= levensstandaard waarmee voldaan aan basisbehoeften -​ kader voor het welzijn van het individu, gezin, gemeenschap en de sociale en fysieke omgeving herkenbaar om complexe gezondheidsproblemen aan te pakken is het nodig samenhangend beleid te maken gericht op zowel leefstijlfactoren van mensen als op hun sociale en fysieke omgeving, participatie en toegang tot voorzieningen gezondheidsbevordering drie ‘functies’ van gezondheidsbevordering 1.​ (planmatige)GVO== participatieverwervend 2.​ voorzieningen= faciliterend 3.​ regelgeving, controle en sancties= afdwingend ->opm: deze drie functies dienen tegelijkertijd en in combinatie met elkaar te wordengeïmplementeerd planmatige GVO:participatieverwervende functie ->consumenten worden beschouwd als volwaardige en kritische gesprekspartners ->ruimte laten voor alternatieven, keuzemogelijkheden en actieve deelname ->intentionele voorlichting = semi- vrijwillig -​ gedragsverandering gebeurt op sturende manier -​ professional doet een opzettelijke poging om de gedragsdeterminanten te beïnvloeden -​ ultieme doel= gedragsverandering en behoud, meetstal met behulp van educatieve interventies voorzieningen: faciliterende functies met voorzieningen wordt getracht gezond gedrag gemakkelijker te maken -​ waterzuivering en riolering -​ beschikbaarheid en gezonde keuzes op school -​ regionale borstkankerscreening -​ consultatiebureaus K&G regelgeving, controle en sancties: afdwingende functie -​ uitgangspunt= mensen zullen het gezonde/gewenste gedrag niet uit zichzelf vertonen, -​ regelgeving, controle en sancties dus bedoeld om gezond gedrag af te dwingen -​ dragen van autogordel -​ rook verbod 3 hoofdstuk 3 patiëntenvoorlichting begripsomschrijving -​ nadruk op gedragsverandering -​ gebaseerd op de klassieke methodieken van GVO en theoretische kaders -​ als onderdeel van secundaire en tertiaire preventie -​ patiëntenvoorlichting maakt deel uit van de zorg -​ bewust, doelgericht en systematisch -​ formeel of informeel -​ dynamisch proces van patiëntenopvoeding -​ Is de boodschap duidelijk voor de patiënt? vormen van patiëntenvoorlichting vier functies (dekkers, 1981) 1.​ informatie (feitelijke info) 2.​ begeleiding (emotionele ondersteuning) 3.​ instructie (richtlijnen en/of voorschriften) 4.​ educatie (info over achtergrond/gevolgen van de ziekte, doel=stimuleren zelfzorg) =patiënten voorlichting ga je vaker doen dan je denkt ->je doet 1 van deze dingen zodat een patiënt gezond is belang van patiëntenvoorlichting -​ voor de patiënt (preventie of genezing) -​ voor de relatie patiënt/hupverlener (basis van therapietrouw, patiënt=gelijkwaardiger) -​ door als je patiëntenvoorlichting geeft krijg je een band en word je een team -​ angstreductie (meer kennis) -​ door meer kennis kunnen we meer angst hebben maar krijgen dat opgelost -​ voor de hulpverlener (optimale medewerking, goede relatie) -​ voor de overheid (zorg op maat, kostenbesparing) -​ zorgt dat mensen meer recht hebben om vrij te spreken -​ voor de samenleving (economisch, juridisch & betere gezondheidszorg) -​ bespreek iets met een patiënt, patiëntempowerment kwaliteit voorlichting, onderdeel van internationale accreditering of erkenning -​ patiëntenvoorlichting is een essentieel onderdeel van kwaliteitsvolle zorg -​ joint commision (US/INT) en niaz (NL/B) 4 effectieve patiëntenvoorlichting tussen verpleegkundigen en patiënten doeltreffende voorlichting= patiëntgerichte voorlichting vijf voorwaarden van effectieve patiëntenvoorlichting -​ tailoring (op maat aangeboden kennis, aanpassen van u patiënten voorlichting, nodenen wensen van patiënt) -​ individualisering (persoonlijke begeleiding) -​ feedback en beloning (doelen behaald) -​ niet een fysieke beloning -​ hen laten voelen dat ze gewaardeerd worden -​ facilitatie (het helpen ‘in staat stellen om..’) ->onderscheid tussen communicatieproces en voorlichtingsproces we zetten alles in brochures -> is vaak teveel info dan dat nodig is -​ wij functioneren best in goed en positief klimaat -​ onthouden vaker de positieve dingen voorlichtingsproces -​ “het voorlichtingsproces is de bewuste en doelgerichte communicatie tussen patiënt en healt counseler met als doel de patiënt te motiveren het gezondheidsadvies correct op te volgen en vol te houden” = blijft niet vrijblijvend bij de info en zit een aspect in dat de patiënt aan gedragsverandering doet = blijven volhouden -​ sterke gelijkenissen met model van gedragsverandering -​ concretisering communicatieproces -​ bron (effectieve communicatie) -​ voorlichtingsbericht (zelfde betekenis voor patiënt en vpk) -​ educatieve strategie (mondeling PLUS folder) -​ ontvanger (individu of homogene groep) “mensen herinneren zich 10% van wat ze lezen , 20% van wat ze horen , 35% van wat ze zien, 55% wat ze zien en horen, 80% van wat ze herhalen, 90% is een juiste herinnering belang van mate van participatie =hoe meer naar boven hoe meer je onthoud -​ participatie is belangrijk= wat je met de info doen -​ demonstraties= vaardigheden patiëntenvoorlichting in de praktijk ->types informatie ->praktische tips bij het opstellen van een voorlichtingsbrochure ->voorbeeldmateriaal =best info geven op een plaats waar persoon zich goed op hun gemak voelen 5 types informatie -​ algemene informatie -​ bv ziekenhuisbrochure (bestemd voor heterogeen publiek) -​ specifieke informatie -​ gericht naar bepaalde patiëntengroepen -​ zie voorbeelden psycho-educatie en educatie chronisch hartfalen -​ informatie met betrekking tot onderzoeken, behandelingen, ingrepen -​ brochure wordt idealiter meegegeven op het moment dat de afspraak voor de operatiewordt gemaakt, in combinatie met mondelinge toelichting op maat van de patiënt. bij opname kan de VPK hierop dan terugkeren -​ belang van een veilige setting, rustige/heldere manier van overbrengen informatie ter voorbereiding van een procedure moet minmaal 3 elementen bevatten 1.​ procedure-informatie → verloop inclusief ruimere kadering van de procedure 2.​ gewaarwordingsinformatie → juiste info over wat de patiënt te wachten staat -​ belangrijk, objectief mogelijk, gewaarwordingen die een persoon kan meemaken 3.​ instructies voor gedragingen met betrekking tot eigen inbreng → welke bijdragede patiënt zelf kan leveren > verhoogt het gevoel van controle over de situatie => mondelinge en schriftelijke informatie ->de manier waarop patiënten voorlichting wordt gedaan moet telkens op dezelfde kwaliteitsvolle manier worden gedaan VOORBEELDBROCHURES handleiding en good practices -​ voorbeelden van patiëntenvoorlichting -​ patiënteninformatie brochures -​ kwaliteitsbewaking: draaiboek/procedure voorbeelden van patiëntenvoorlichtingsmateriaal -​ mixed methods maar niets vervangt de geïndividualiseerde (of tailored) voorlichting (face to face) -​ voorlichtingsbrochure -> oke mits monderlinge aanvulling (terugkoppeling+ kans tot vragen stellen) voorbeeldmateriaal -​ patiënten info Maria middelares over lage rughernia -​ informatiefolders uz gent over wratten, ct afdeling 6 hoofdstuk 4:patiëntenvoorlichting: rol van de verpleegkundige (niet in les) patiëntenvoorlichting vanuit verpleegkundig perspectief -​ patiëntenvoorlichting moet ruime plaats krijgen in de (kwaliteitsvolle) zorgverlening (ifv bekommernis voor het welzijn van de patiënt) -​ nood aan voldoende kennis inzake patiëntenvoorlichting maak ook communicatievaardigheden en begeleiding -​ plaats in het verpleegkundige dossier -​ in de verpleegplanning (wie? Wanneer? Hoe?)=protocol van patiëntenvoorlichting -​ in de registratie van de uitvoering= opvolging (effectief plaatsgevonden?) -​ belangrijk bij patiëntenvoorlichting is weten over wat je praat -​ ervaring en basis is belangrijk -​ doe je goed aan patiënten voorlichting gaat persoon zich beter voelen elk contact telt er zijn miljoenen interacties doel= de miljoenen dagelijkse interacties tussen zorgverstrekkers en patiënten gebruiken ifv preventie en gezondheidspromotie -​ verpleegkundigen bekleden de ideale positie -​ hebben een hechte band met de patiënt -​ kennen de patiënten en hun context MECC richt zich op ‘the big five killers’ -​ kanker, hartziekten, beroerte, luchtwegaandoeningen, leverziekten korte interventies tijdens zorgmomenten -​ eerste niveau/aanzet tot gedragsveranderingen doel= bewustmaking, aanmoediging, ondersteuning en doorverwijzing ifv gezonde levenstijl -​ niet hetzelfde als ‘dingen opleggen’ -​ niet te vergelijken met het geven van basisinformatie =opleiden en motiveren het is gebleken uit onderzoek dat door als vpk goed info te geven en mee te geven dat patiënt een goede boodschap of iets aan zen levensstijl gaat doen om de big five te verbeteren en te voorkomen -​ goed bedoelde adviezen meegeven -​ 1 positieve waardevolle boodschap geven per gesprek =making every contact count praktische tips bij mondelinge informatie geef aandacht aan gevoelens -​ is de patiënt rustig en ontvankelijk voor informatie -​ leef je in > wat betekent de ingreep/onderzoek voor de patiënt 7 -​ geef de patiënt eerst de kans om emoties en gedachten te uiten praat negatieve gedachten gedachten of gevoelens niet onmiddellijk weg -​ accepteer negatieve gevoelens > aanvaard de subjectieve beleving van de patiënt, ook al is deze niet in verhouding overige adviezen aandachtspunten met behoud tot de opbouw van het voorlichtingsbericht 1.​ stem het bericht af op de behoeften van de patiënt 2.​ versterkk begrijpelijke en volledige informatie 3.​ houd rekening met de privacygevoeligheid van het voorlichtingsbericht 4.​ houd de voorlichtingsboodschap beperkt van omvang en laagcomplex 5.​ indien de hoeveelheid (voorlichting) informatie te groot is, hak de boodschap ik stukken en start het eerste gesprek met een hoeveelheid informatie die voor de patiënt te bevatten is 6.​ biedt de patiënt steeds ruimte om vragen te stellen 7.​ informatie die aansluit bij bestaande opvattingen van de patiënt wordt het snelst opgepikt 8.​ besteed aandacht aan preventieve aspecten 9.​ houd rekening met sterke emotionele reactie, waaronder onbedoelde reacties. wanneer de boodschap in beperkte mate angst of ongerustheid oproept, zal een patiënt eerder tot actie overgaan hoofdstuk 5: gezondheidsbevordering op collectief niveau (niet in les?) praktijkvoorbeelden campagnes cursus -​ veilig vrijen -​ overdreven snelheid -​ stoppen met roken -​ alcoholgebruik -​ discriminatie 8 Sociologie Steffi de Bock 1.​Inleiding waarom voor verpleegkunde gekozen -​ contact met anderen staat centraal in het verpleegkundig beroep. dit vereist ook inzicht in menselijk gedrag, inzicht in de manier waarop menselijke contacten verlopen -​ je kunt mensen pas goed helpen wanneer je begrijpt waarom mensen doen wat zij doen. daarom deze lessen sociologie want deze menselijke betrekkingen en het gedrag dat daaruit voortvloeit is het onderwerp van de sociologie -​ sociologie tracht antwoord te bieden op de vraag ‘hoe slagen mensen erin om samen te leven’ -​ sociologie < sociaal Kernvragen -​ Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat ze deel uitmaken van allerlei samenlevingsverbanden/groeperingen? -​ Hoe zit de samenleving in elkaar onderwerp van de sociologie = menselijke contacten en het gedrag dat daaruit voortvloeit = gaat ons inzicht geven -> sociologie= kritische wetenschap -​ de wetenschap van de maatschappij -​ de wetenschap van het menselijk samenleven -​ de wetenschap van het sociale Sociologie biedt antwoord op vragen zoals -​ hoe slagen mensen erin samen te leven -​ waarom doen mensen wat zij doen -​ waarom gedragen mensen zich zoals ze zich gedragen als leden van de samenleving -​ welke maatschappelijke factoren beïnvloeden het denken en het gedrag van de mensen 9 sociologie versus psychologie psychologie Sociologie (empirische wetenschap Onderzoek naar gedrag en de gevoelens bij Onderzoek naar het gedrag van individuen en dat gedrag vanuit het individuele gezichtspunt groepen vanuit het maatschappelijk gezichtspunt Gedrag verklaren vanuit de persoon zelf: Gedrag verklaren vanuit de aanleg, Persoonlijkheid, karakter, … samenlevingsverbanden die mensen met Elkaar vormen Ene psycholoog houdt zich bezig met vragen Een socioloog houdt zich bezig met vragen zoals: zoals: - Hoe komt het dat mensen dingen leren - waarom gaan jongeren uit hogere - Wat is de invloed van motivatie op ons sociale klassen studeren dan uit lagere gedrag sociale klassen - Hoe komt het dat levensverwachtingen in lagere sociale klassen lager is -​ een socioloog kijkt telkens naar de groepen van waaruit mensen deel uitmaken, de structuur van die groepen en de waarden en normen die deze groepen hoog in het vaandel draagt sociologie leidt tot -​ verklaringen -​ regelmatigheden -​ waarschijnlijkheden -​ patronen “de waarde van sociologie ligt niet in het aanbieden van succesvolle ‘beheersingstechnieken’ die door professionals kunnen worden gebruikt, maar wel in het helpen verhelderen, het aanbrengen van nuance, het zien van complexiteit van concrete situaties” sociologie is een empirische wetenschap -​ objectief vaststellen hoe de maatschappelijke werkelijkheid de elkaar zit -​ in kaart brengen hoe men de werkelijkheid subjectief ervaart -​ kennis komt voor uit een systematisch waarnemen de sociologische perspectief onze samenleving kan het leven van mensen die tot zeer uiteenlopende groepen behoren op verschillende manier beïnvloeden -> de samenleving gaat onze ervaringen en beslissingen beïnvloeden 10 => gaat kijken hoe persoon zich gaat gedragen en hoe gaan we het begrijpen -> bekijken in een bredere context bv. Hoeveel kinderen een vrouw wilt lijkt eigen keuze maar is toch grotendeels door maatschappij bepaald mondiale perspectief het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze samenleving daarin in inneemt Bv. Westerse landen t.o.v. andere landen, gezondheidszorg in België vs Afrika, positie vrouw in rijke en arme landen 2.​sociologie en verpleegkunde goede zorg start bij kennis van menselijk gedrag en alle factoren die dat gedrag beïnvloeden sociologie biedt inzicht in: -​ je eigen gedrag en dat van anderen (patiënten, collega’s, artsen, …) -​ maatschappelijke factoren met behoud tot zorg, ziekte en gezondheid -​ de positie van verpleegkundigen in allerlei groeperingen hoe de patiënt zich gedraagt, zijn ziekteverloop en zijn manier van hulpvragen = -​ maatschappelijk bepaald -​ verschilt van cultuur tot cultuur -​ verandert doorheen de tijd Kernvragen -​ geef een voorbeeld van hulpvragen/verloop van ziekte die maatschappelijk bepaald zijn, afhangen van de cultuur en doorheen de tijd veranderd zijn ontwikkelen van sociaal bewustzijn of sociologische verbeeldingskracht => een manier van denken en voelen die aangeeft dat de mens zich bewust is van zijn eigen situatie en van de historische, culturele en sociale bepaaldheid hiervan -​ zonder sociaal bewustzijn is geen goede zorgverlening mogelijk -​ ”sociologische verbeelding is het vermogen te zien dat het persoonlijke levenslot van individuen te begrijpen en te verklaren valt vanuit de ontwikkelingen van de maatschappij waarvan zij deel uitmaken” (Mills) 3.​wat ‘doet’ de sociologie drie functies -​ de maatschappij beter begrijpen -​ inzicht krijgen in het samenleven -​ de (sociale bepaaldheid van de) mens beter begrijpen 11 waarom gedragen mensen zich zoals ze zich gedragen? zijn er bepaalde maatschappelijke factoren die het gedrag van mensen beïnvloeden, zoals cultuurverschillen, sociale ongelijkheid, machtsverschillen, … “de belangrijkste taak van de sociologie is om ongefundeerde geloven over de werking van de samenleving te doorprikken en te vervangen doorwetenschappelijke inzichten” (Comte) micro-meso-macro drie niveaus van analyse -​ microniveau:directe, face-to-face interacties bv. gezin/vriendengroep -​ mesoniveau:grotere organisatorische verbanden bv.school -​ macroniveau: de samenleving/maatschappij twee manieren om sociologie te bestuderen -​sociale constructie: agency-benadering/ van micro naar macro analyse van het sociaal handelen en van daaruit leidt men sociale systemen af -​ sociale bepaaldheid: structure-benadering/ van macro naar micro analyse van de gemeenschap om van daaruit het sociaal handelen te verklaren =>gekend als het micro-macro debat of het agency-structure probleem in sociologie sociale constructie -​ actor of agency -benadering= focus op interactie tussen actoren -​ sociale actor= actief denkende entiteit die zijn gedrag kan afstellen op de anderen -​ de agency-benadering analyseert hoe actoren in en door interactie met elkaar ‘het sociale’ construeren Max Weber: “hoe kan je vanuit het handelen van sociale actoren grotere samenlevingsverbanden verklaren” Emile Durkheim: “hoe kan je het individueel gedrag verklaren vanuit sociale feiten” -​ interactie tussen de sociale actoren= sociaal handelen of ‘het zinvol betrokken zijn op anderen’ (Weber, 1964) -​ in interactie gaan vanuit een betekenisvolle relatie -​ voorbeeld sociaal handelen: je verontschuldigen als als je tegen iemand op straat aanloopt -​ je houdt rekening met de anderen, je gedrag wordt beïnvloed door de afspraak dat je je verontschuldigt wanneer je tegen iemand aanbotst, je gedrag wordt beïnvloed door de reactie van de andere op jouw gedrag 12 de typologie van sociaal handelen (weber) 1.​ affectief sociaal handelen 2.​ traditioneel sociaal handelen 3.​ waarderationeel sociaal handelen 4.​ doeltrationeel sociaalhandelen =>ideaaltypen – in de dagelijkse werkelijkheid bestaan er veel mengvormen affectief sociaal handelen handelen op basis van gevoelens en emoties Bv. Een verpleegkundige die bij een palliatieve zorgvrager spontaan een luisterend oor biedt en een veilige ruimte creëert waarin de zorgvrager zijn gevoelens kan uiten traditioneel sociaal handelen handelen op basis van gewoonte of traditie Bv. Een vpk die routinematig taken gaat uitvoeren en procedures gaat volgen zonder afwijkingen, zorg bieden zonder ruimte voor individuele aanpassingen (handelingen uitvoeren omdat collega’s dat ook op die manier doen) waarderationeel sociaal handelen handelen dat vertrekt vanuit de overtuiging dat handelen goed, sociaal waardevol is Bv. Een vpk die geconfronteerd wordt met een zorgvrager die gewassen wilt worden door een vrouwelijke zorgverlener, de vpk handelt waarde rationeel wanneer zijn de autonomie en de rechten van de zorgvrager respecteert en hierbij in gesprek gaat met de zorgvrager om deze te begrijpen. doelrationeel sociaal handelen handelen met het ook op het bereiken van een concreet vooropgesteld doel Bv. Een reanimatie van een zorgvrager, handelen dat van cruciaal belang is voor de gezondheid en het wellzijn van de zorgvrager =>het sleutelwoord van sociologie= interactie =het wederzijds beïnvloeden. Actoren worden gemaakt door sociale beïnvloeding. actoren creëren ook zelf sociale realiteiten agency versus structure (twee manieren om sociologie te bestuderen) eerste manier (agency) -​ sociale contructie van werkelijkheid/sociaal contructivisme 13 -​ micro -> macro -​ analyse van het sociaal handelen -> van daaruit ontstaan sociale systemen -​ regels/normen vormen een cultuur -​ WEBER tweede manier (structure) -​ sociale bepaaldheid van de mens -​ macro->micro -​ analyse van de sociale structuur/ het syteem/ de gemeenschap en cultuur -​ van daaruit sociaal handelen verklaren -​ cultuur bepalen onze regels en normen -​ DURKHEIM thomas- theorema “if men define situations as real, they are real in their consequenses” sociale actoren interpreteren elke situatie -​ subjectieve definitie van de situatie -​ dit gaat het gedrag bepalen = als mensen een situatie als werkelijk definiëren, zal de situatie werkelijke gevolgen hebben Vb. de ene verpleegkundige ziet een relatie met de arts als ‘een meerdere’ en de andere verpleegkundige ziet de arts als een collega-professional met wie op basis van gelijkwaardigheid kan worden samengewerkt -> dit kan leiden tot verschillende interactiepatronen -> vervolgens kunnen die impact hebben op de kwaliteit van de zorg gevolgen van het thomas-theorema Sociale actoren interpreteren elke situatie en geven deze situatie een subjectieve definitie. de interpretaties zijn bepalend voor het verdere verloop. Er kunnen stereotypen, vooroordelen en discriminatie ontstaan, selffulfilling en selfdestroying prophecy en de looking glass self zijn ook effecten. -> mensen creëren hun eigen realiteit Het sociale is nooit te herleiden tot de optelsom van actoren, het sociale ontstaat immers uit de interactie van actoren en is meer dan de optelsom van de delen. Dit gegeven wordt duidelijk door het ontstaan van het mattheuseffect (pervers effect). perverse effecten -> vaak voorkomende vorm van onrechtvaardigheid. Het zijn effecten van sociaal handelen die door actoren zowel onbedoeld als ongewenst zijn maar ze zijn ontstaan door het samenspel van interacties -> ongelijkheid van de gezondheidstoestand lijkt meer bepaald te worden door culturele factoren (bv. Levensstijl & door omgevingsfactoren dan door de wettelijke toegankelijkheid van het systeem van de gezondheidszorg) Voorbeelden: 14 -​ mensen uit hogere klasse gaan vaker naar de tandarts, mensen uit lagere klasse gaan enkel als ze pijn ervaren -​ mensen met een laag inkomen komen vaker terecht in het ziekenhuis -> ernstigere ziektes -> hogere morbiditeitscijfers ongelijkheid van de gezondheidstoestand lijkt meer bepaald te worden door culturele factoren bv. levensstijl en door omgevingsfactoren dan door de wettelijke toegankelijkheid van het systeem van gezondheidszorg stereotypen,vooroordelen en discriminatie -> gebruik maken van bestaande definities, categorieën en daarop gebaseerde interpretaties bij ontmoetingen met medemensen kan aanleiding geven tot stereotypen,vooroordelen en discriminatie Bv, de onbetrouwbare psychiatrische zorgvrager, verpleegkunde is een vrouwenberoep Vooroordelen Positief -> oudere verpleegkundigen hebben veel kennis/ervaringen kunnen die delen met studenten en nieuwe collega’s Negatief -> oudere vpk zijn trager, minder bereid om te veranderen en kosten meer discriminatie -​ ageïsme: het discrimineren van mensen op basis van hun ouderdom -​ etnocentrisme: beoordeling van andere culturen met je eigen cultuur als norm, waarbij soms de eigen cultuur als superieur wordt opgevat Positief -> voorkeur geven aan een bepaald geslacht bij een vacature om zo evenveel van elk geslacht te hebben op de werkvloer Negatief -> omwille van een hoofddoek niet mogen deelnemen aan een selectieprocedure selffulfilling en selfestroying prophecy (Merton) -​ selffulfilling/zelfbevestigend: een zichzelf waarmakende voorspelling bv zenuwachtige student -​ selfdestroying/zelfvernietigend: een zichzelf vernietigende voorspelling bv publicatie van toekomstvolle beroepen -> studenten schrijven zich massaal in -> binnen 4 jaar overaanbod en voorspelling is tenietgedaan verwerkingsvragen: zelfvernietigend of zelfbesvestigend -​ een student die een uit een beroeps of technische richting komt maakt geen kans op het halen van een bachelor diploma -​ een arts brengt de boodschap dat de genetisch onderzoek heeft uitgewezen dat je een enorm grote kans hebt op het ontstaan van borstkanker. je laat een dubbele mastectomie uitvoeren om op die manier geen kans te krijgen opborstkanker 15 the looking glass self, ons zelfbeeld als sociale contructie ons zelfbeeld ontstaat in interactie met anderen. de reacties van anderen en onze voorstellen van hoe we denken dat we bij hen overkomen, vormt ons zelfbeeld. mensen vragen zich voortdurend af hoe ze er in de ogen van iemand anders uitzien en hoe ze beoordeeld zullen worden, een persoon zal zich dan ook vaak gedragen naar het beeld van wat hij denkt dat andere mensen van hem verwachten Experiment van Guthrie -​ Doel: Guthrie wilde onderzoeken hoe sociale percepties en gedragingen kunnen worden veranderd door de manier waarop individuen binnen een groep worden behandeld.​ -​ Methode: In het experiment werd een verlegen en onhandig meisje behandeld alsof ze populair en sociaal vaardig was. Dit hield in dat ze dezelfde positieve aandacht en kansen kreeg als de meer sociale meisjes in de groep.​ -​ Resultaten: Na verloop van tijd begon het meisje zich zelfverzekerder en socialer te gedragen. Bovendien veranderde de perceptie van de andere groepsleden ten opzichte van haar. Ze begonnen haar te zien als een volwaardig en gewaardeerd lid van de groep. betekenis voor de sociologie: Dit experiment toont aan hoe belangrijk sociale interacties en percepties zijn in de vorming van individueel gedrag. Het benadrukt de kracht van positieve bekrachtiging en de invloed van groepsdynamiek op persoonlijke ontwikkeling. methoden die voortvloeien uit de visie om naar sociale interactie op microniveau te kijken => etnomethodologie en dramaturgische analyse daarom bekijken we dieper de structure benadering -​ E. durkheim -​ vertrekken vanuit het sociale systeem om van daaruit het sociaal handelen te verklaren -​ van macro naar micro -​ twee belangrijke systeemdelen die we samen gaan bekijken -> sociaal structuur en cultuur sociale structuur sociale structuren oefenen een permanente invloed uit op het sociaal handelen van de actoren. sociale structuren bepalen het handelen sociale structuur = de relatie of verhouding tussen die verschillende posities bv. Het gezin, ziekenhuis posities = de plaats die individuen innemen in verhouding tot anderen bv. Ouders en kinderen -ander bv. -> arm versus rijk in de gezondheidszorg 16 uitwerking voorbeeld sociale structuur: het gezin en het ziekenhuis -​ de sociale structuur kan variëren afhankelijk van culturele en sociale normen -​ de sociale structuur heeft een specifieke organisatiestructuur en rollen Bv. Gezin -> ouders hebben doorgaans de verantwoordelijkheden voor de zorg en opvoeding, kinderen zijn afhankelijk van hun ouders voor begeleiding en ondersteuning Bv. Ziekenhuis -> niveau van hiërarchie -> leidinggevenden en medewerkers hebben beide specifieke rollen en verantwoordelijkheden sociale ongelijkheid ->wanneer mensen ongelijke posities ten opzichte van elkaar innemen bv. levensverwachting en de verwachting om gezond te leven (mortaliteit en morbiditeit) hangt af van onder andere het opleidingsniveau BELANG SAMENWERKEN MET VERSCHILLENDE SECTOREN OM ONGELIJKHEID AAN TE PAKKEN/INTERSECTORELE SAMENWERKING (leerpad podcast Sarah Willems UGent – PU) -> komt later aan bod in deze lessen bij groepen verwerkingsvraag deelname kleuteronderwijs ->denk na over het mogelijke verloop van een schoolcarrière van kinderen uit gezinnen met laagopgeleide ouders / werkloze vader / thuis geen nederlands spreken ->wat als jij als sociaal verpleegkundige betekenen verwerkingsvraag toegang tot gezondheidszorg ->denk na over mogelijke verschillen bij armen versus rijken ->wat kan jij betekenen als vpk, hoe omgaan met ongelijke =>het is onze taak, ons doel om iedereen zo best mogelijke zorg te geven en te blijven streven naar toegankelijke en rechtvaardige gezondheidszorg voor iedereen cultuur als sleutelbegrip in de sociologie cultuur =kennis, producten, verwachtingen, doeleinden, waarden en normen die het gedrag van individuen gaan leiden en die een samenleving met elkaar deelt cultuur bestaat uit elementen die mensen met elkaar willen delen en doorgeven aan de volgende generatie (socialisatie) -​ door middel van leer en gewenningsprocessen -​ tijds en plaatsgebonden 17 -​ over generaties heen overgeleverd richtlijnen worden uitgetekend voor het handelen waardoor mensen die behoren tot een verschillende cultuurgemeenschap zich anders zullen gedragen, de manier waarop we met elkaar communiceren (verbaal en nonverbaal) is cultuurgebonden en bepaalt ons sociaal handelen -​ bevallen -​ trouwen -​ gebruik anticonceptie -​ begravenissen ( bv. Verdriet uiten op een heel andere manier, hier zwart, in sommige culturen wit) materiële en immateriële cultuur materieel: -​ Atomium -​ trouwring als symbool huwelijk immaterieel: -​ vrijheid van meningsuiting -​ trouwring monogamie -​ sinterklaasfeest waarden overtuigingen normen -​ waarden = idealen, impliciete of expliciete opvattingen over wat wenselijk en dus nastrevenswaardig is. waarden kunnen zich vertalen in verschillend gedrag (bv. Gelijkheid, eerlijkheid, vrijheid, trouw) => geen concrete acties, wel wat mensen belangrijk vinden) -​ overtuigingen = specifieke uitspraken die mensen als waar aannemen (bv. Zorgdragen voor milieu) -​ normen = regels die gebaseerd zijn op waarden (bv. Niet liegen, eerst andere mensen laten uitstappen voor je instapt) Wat als waarden botsen -​ Je ontdekt dat je collega & vriendin iets gestolen heeft & zij minimaliseert het -> eerlijkheid en vriendschap botsen -​ Je woont in de ardennen want je houdt van de natuur maar je moet wel elke dag met je auto naar het UZA -> vrijheid/ambitie en milieuvriendelijkheid UI-model van hofstede cultuur en onze culturele identiteit kan geconceptualiseerd worden als een ui-diagram van symbolen, helden, rituelen en waarden. cultuur is complex en bestaat uit verschillende lagen. Hoe dieper we doordringen tot de onderste lagen, hoe groter ons inzicht zal worden in de cultuur 18 ->de buitenste laag bestaat uit de direct waarneembare cultuur, zoals materiële uitingen sociale controle er is binnen een groep of samenleving een overeenstemming over normen, sociale controle zorgt ervoor dat mensen zich gedragen zoals dat van hen verwacht wordt -​ op gedrag komen reacties die goed of afkeurend zijn ->vorm van sociale controle twee soorten van sociale controle 1.​ externe sociale controle ->de invloed die anderen op jouw gedrag hebben 2.​ interne sociale controle -> de invloed van eigen gevoelens en waarden op jouw gedrag soorten cultuur -culturele diversiteit -​ dominante cultuur: hierbij gaat het om de elementen in een cultuur die op het gebied van taal, politiek, recht en economie het meest gemeengoed zijn (bv nederlandse taal en democratie) -​ subculturen: kleine culturen die passen in de dominante cultuur. iedereen zit in verschillende subculturen tegelijkertijd: die van een gezin, school, geloof of sportvrienden -​ tussencultuur: wanneer er bijvoorbeeld sprake is van immigratie dan worden niet meteen alle elementen van de dominante cultuur overgenomen, in enkele generaties wordt de oude cultuur steeds meer verdrongen door de nieuwe dominante cultuur -​ tegencultuur: een groep mensen die zich afzet tegen belangrijke waarden van de dominante cultuur (mensen die bijvoorbeeld de democratie niet accepteren, zoals terroristische groepen) van cultuur naar socialisatie nature -nurture debat-aangeleerd of aangeboren -> de vraag of eigenschappen van mensen meer bepaald worden door natuur en cultuur aangeboren eigenschappen (nature): -​ ieder kind dat wordt geboren heeft unieke eigenschappen aangeleerde eigenschappen (nurture): -​ aangeleerde kenmerken of gedrag, dit heeft te maken met de omgeving waarin iemand opgroeit en leeft (opvoeding en omgevingsfactoren) -​ de cultuur is van invloed op wat iemand aanleert en afleert aangeboren (nature) en aangeleerd (nurture) -> beiden hebben een invloed op hoe mensen zich gedragen grootschalig tweelingonderzoek toont aan dat genen en omgeving ieder voor de helft bepalen wie u bent -​ de gemiddelde bijdragen van de genen is 49%,51% is het gevolg van omgevingsfactoren of toeval -​ vorm van gezicht, type huid, bouw van het skelet-> genetische speelt belangrijke rol -​ waarden en normen, hoeveel kinderen we krijgen, samenstelling van het bloed =minst erfelijk -​ geen enkel menselijk kenmerk is alleen maar aangeboren of alleen maar aangeleerd 19 socialisatie:hoe verloopt het proces van leren socialisatie is het proces van ccultuuroverdracht en cultuurverwerking, het start vanaf de geboorte maar voltrekt zich het hele leven -​ micro/meso/macro niveau binnen gezin/organisatie/maatschappij -​ informatie en aanwijzingen: -​ mensen vertellen hoe je je gedragen moet -​ imitatie: -​ het gedrag nadoen -​ ervaringen: -​ als iets gebeurt in je leven, dan beïnvloedt dat je gedrag( bv iemand kennen met kanker of niet, verkeersongeval familie) -​ experimenten: -​ door genzen op te zoeken(trial & error), volgende keer pak je het anders aan (bv hoeveel kan ik drinken voor ik er niet goed van ben) socialisatie: drie soorten -​ primaire socialisatie -​ secundaire socialisatie -​ tertiaire socialisatie primaire socialisatie ouders leren hun kinderen hoe ze zich moeten gedragen in de samenleving, ze leren fundamentele sociale en communicatieve vaardigheden en respect aan. Ze ‘moeten’ zorgen voor acceptabel gedrag in een cultuur ->verpleegkundige worden secundaire socialisatie een ervaren verpleegkundige op een oncologische afdeling geeft ervaring door als mentor aan nieuwe verpleegkundige tertiaire socialisatie ->een ervaren verpleegkundige verdiept zich in specifieke specialisaties op een oncologische afdeling en op die manier wordt ze een verpleegkundig specialist (verdiepende specialisatie en groei) socialisatieproces verpleegkundige 1. opleiding en opleidingsprogramma’s starten met formele opleiding om kennis te verwerven over anatomie, fysiologie, farmacologie,… 2. stages om ervaringen op te doen in de patiëntenzorg en de kennis/vaardigheden uit de lessen toe te passen 3. interacties 20 -​ met mentoren, lectoren en supervisoren -​ deze gesprekken spelen een belangrijke rol in het socialisatieproces -​ op die manier leren ze de professionele normen, ethiek en cultuur van het beroep kennen -​ (persoonlijke) begeleiding is een zeer belangrijke component in een opleiding verpleegkunde 4. ontwikkelen van beroepsehtiek Tijdens het socialisatieproces leren studenten de ethische principes en normen die centraal staan in verpleegkunde. Ze gaan leren over patiëntgerichte zorg, vertrouwelijkheid, autonomie, … Ze gaan leren om deze zaken toe te passen in de praktijk 5. voortdurende professionele ontwikkeling wanneer jullie een diploma behalen is het mogelijk om toe te treden tot professionele beroepsverenigingen. deze ondersteunen het voortdurende professionele ontwikkeling. Het socialisatieproces stopt niet na het behalen van het diploma socialisatieproces zorgvrager (en resocialisatie) 1. gezondheidseducatie informatie over hun gezondheid, ziekte en behandeling. als verpleegkundige speel je hier een cruciale rol in (hoe ga jij als vpk hier mee om) (proportioneel universalisme) 2. interacties met zorgverleners zorgvragers leren de rollen van de verschillende zorgverleners kennen ->verpleegkundige, arst, kine… op die manier leren ze hun takenpakket kennen en de manier om te communiceren met hen. Het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden om effectief met zorgverleners te kunnen praten over hun symptomen, zorgen en behoeften 3. zorgverleners hebben rechten en verantwoordelijkheden belang van informatieoverdracht -> rechten, ombudsdienst, bezoekuren, afspraken voedsel op de kamer, voldoende advies rond behandelplan!) 4. zelfzorg belang om zorgvragers aan te moedigen om deel te nemen aan hun eigen zorgproces. ze leren vaardigheden voor zelfzorg en leren symptomen herkennen (medicatiebeheer, SC inspuiting, stomazorg) ->een goede geletterdheid en begrip van de gezondheidszorg cultuur dragen bij aan de samenwerking tussen zorgvragers en zorgverleners. tegelijk zorgt het voor betere uitkomsten in de gezondheidszorg resocialisatie bv. gevangenen (hebben andere waarden en normen) bv. gezin met kind na oncologischebehandelingen ->belang rol sociaal, psychiatrisch, penitentiair, pediatrisch vpk & samenwerking team 21 socialisatie: beïnvloedende factoren -​ gender -​ het gezin -​ de school -​ de peergroep (sociale groepen waarvan de leden dezelfde kenmerken hebben (bv leeftijd, interesses)) -​ massamedia massamedia sociale media: wat is een belangrijk verschil met andere socialisatiebronnen =>filterbubbel -​ als je bepaalde foto’s, bepaalde media of bepaalde artikels leuk vindt, krijg je alleen maar meer van hetzelfde. we bevestigen dus onbewust voortdurend ons eigen grote gelijk.doordat algoritmen bepalen wat je ziet en niet ziet, wordt je eigen wereldbeeld steeds versterkt levensfasen -​ kinderjaren -​ adolescentie -​ volwassenheid -​ ouderdom -​ sterfte volwassenheid wanneer begint die? =is verschillend is belgië dan bv in andere landen freud/kholberg/gilligan we staan stil bij het werk van 4 onderzoekers die een blijvende theoretische bijdrage hebben geleverd aan ons inzicht in de menselijke ontwikkeling en de rol van de socialisatie freud de grondlegger van de theorie van psychoanalyse -​ volgens freud speelt de ouder-kinderrelatie een zeer belangrijke rol in de vroege socialisatie. -​ liefde, autoriteit en discipline hebben een grote invloed op de persoonlijkheid en het gedrag van het individu groepen -​ Het sociaal gedrag dat mensen stellen, speelt zich bijna altijd af binnen groeperingen, deze bestaan uit mensen die bepaalde sociale posities innemen, sociale rollen leren en sociale controle uitoefenen ten opzichte van elkaar 22 -​ Zowel jij als toekomstig verpleegkundige als de zorgvragers waarmee je in contact zal komen, maken deel uit van verschillende groeperingen (studentengroep, vriendengroep, werkteam, gezin) -​ Inzicht in verschillende groeperingen waarvan mensen deel uitmaken, kan een belangrijk hulpmiddel zijn in het uitvoeren van zorgen groeperingen -​ groep= team verpleegkundige -​ collectiviteit= jeugdbewegingen, politieke partijen -​ sociale categorieën= vrouwen , laag inkomen -​ organisaties= woonzorgcenrtrum, bedrijven -​ netwerken=je eigen netwerk, jij staat centraal, de mensen rond jou waar je regelmatig contact mee hebt (mama, trainer, vrienden, docenten) -​ onderzoek toont aan dat netwerken een belangrijke invloed uitoefenen op de gezondheid van mensen (bv omgeven door rokers/depressieve gedachtes) -​ belangrijk om als zorgverlener het netwerk in kaart te brengen en te betrekken in handelsplannen -​ samenwerkingsverbanden= een thuisverpleegkundige en huisarts (verband tss 2 of meerdere organisaties die wederzijdse verplichtingen aangaan) -​ belang: -​ gemeenschappelijke visie delen -​ duidelijk doelen formeren waar beide partijen achterstaan -​ er is sprake van independentie -​ wederzijds vertrouwen -​ partners zijn niet uit op eigen succes maar hebben ook oog voor elkaar en zorg -​ regelmatig samen evalueren -​ zijn verplichtingen en doelstellingen aan verbonden worden want ze moeten tot een conclussie komen -​ gemeenschappelijke visie delen belangrijk -​ vertrouwen hebben in elkaar kruispuntdenken kort gezegd is kruispuntdenken een analytisch kader om te begrijpen hoe de verschillende sociale identiteiten (zoals gender, sociale klasse en etniciteit) die eigen zijn aan elk persoon met elkaar verbonden en onafscheidelijk zijn, je kan deze individuele identiteiten dus niet afzonderlijk bekijken, je moet ze in hun onderlinge samenhang bekijken -​ de kruising van de verschillende sociale identiteiten van een persoon leidt tot verschillende en unieke ervaringen van discriminatie en privilege -​ benadrukt dat het begrijpen van deze complexe relaties van cruciaal belang is om sociale ongelijkheden en onrechtvaardigheden effectiefaan te pakken -​ houdt altijd een machtsanalyse in 23 -​ streeft ernaar om zorg op maat te leveren die rekening houdt met de veelzijdigheid van patiënten. het bevordert inclusie, diversiteit en het verminderen van gezondheidsongelijken -​ mensen in hokjes duwen doet iedereen maar mag normaal niet Voorbeelden: -​ Integreren van verschillende disciplines, benaderingen en perspectieven om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Interprofessionele aanpak bij de behandeling van chronische pijnpatiënten (artsen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, psychologen, … werken samen om niet alleen de medische aspecten te behandelen maar ook de psychosociale en emotionele behoeften van de zorgvragers) -​ WZC die een zorgprogramma uitwerken dat zich specifiek richt op mensen die tot de LGBTQ+ gemeenschap behoren om in te zetten op hun zorgbehoeften, hierbij houden ze rekening met hun geriatrisch profiel en hun identiteit -​ Kruispuntdenken streeft ernaar om zorg op maat te leveren die rekening houdt met de veelzijdigheid van patiënten. Het bevordert inclusie, diversiteit en het verminderen van gezondheidsongelijkheid. “Het is heel moeilijk om expert te zijn in alle mogelijke aspecten van de identiteit van iemand: in alle andere culturen, in genderverschillen enz. In een zeer diverse samenleving is dit onmogelijk. Automatisch ga je anderen in hokjes stoppen. Maar het goede nieuws is dat je jezelf daarin kunt remmen. Je kan jezelf aanleren de neiging te onderdrukken om het plaatje voor iemand anders in te vullen.Hoe maken onze posities op de sociale assen van afkomst, gender en klasse (en... en…) ons meer of minder kwetsbaar voor vormen van discriminatie en uitsluiting? Kruispuntdenken houdt altijd een machtsanalyse in.” kansarmoede kansarmoede is een complex kluwen van gelijktijdige en duurzame sociale uitsluiting en achterstelling op verschillende levensdomeinen, die maatschappelijk als belangrijk en waardevol worden beschouwd, wordt verklaard vanuit verschillende modellen: zowel individuele, institutionele als maatschappelijke gronden levensdomeinen weerspiegeld in de kansarmoedecriteria De als waardevol beschouwde levensdomeinen zijn onder meer: onderwijs, werk,wonen, inkomen, gezondheid, gezin ->een gezin wordt als kansarm beschouwd als het gelijktijdig op drie van de kansarmoedecriteria negatief scoort: maandinkomen, opleiding, arbeidssituatie van de ouders, laag stimulatieniveau van de ontwikkeling van de kinderen in het gezin, huisvesting of gezondheid duurzame toestand en effect het gaat vaak om duurzame toestand, die weinig onmiddelijke perspectieven op positieve veranderingen biedt het duurzaam leven in gelijktijdige uitsluiting heeft impact op alle gezinsleden en kan de ontwikkeling van de kinderen in het gezin ernstig hypothekeren 24 -​ kansarmoede is ruim begrip, het omvat veel meer dan ‘ontbreken van financiële middelen’ -​ er ontstaat een ‘missing link’ tussen armen en niet-armen. wederzijdse onbekendheid, vooroordelen, miscommunicatie,…kunnen daarvan het vervolgzijn -​ armoede creëert een niet zichtbare binnenkant die verborgen blijft voor wie niet weet wat het is om in armoede te leven. -​ organisaties zoals bv wijgezondheidcriteria werken met gezindsondersteuners om drempels te verlagen -​ valkuil voor hulpverleners die onvoldoende kennis hebben rond werken met kansarme mensen ->focus op 1 aspect en niet op het volledige plaatje ->als mensen afspraken afzeggen bekijk het eens want vaak is het niet dat ze willen komen maar geen bus kunnen betalen belang inschatten kansarmoede om in een gezin ondersteuning op maat te kunnen bieden moet leefsituaties van een gezin getoetst worden aan: -​ de financiële draagkracht -​ het opleidingsniveau -​ de tewerkstelling als weerspiegeling van de maatschappelijke positie -​ de plaats en het stimulatieniveau van de ontwikkeling van de kinderen binnen het gezin met het oog op hun toekomstkansen -​ de huisvesting -​ de gezondheid van de verschillende gezindsleden ->wat zorgt ervoor dat de persoon in armoede leeft -​ wat loopt er moeilijk en waar kan ik mee helpen wat zien we in de praktijk bij kansarmen -​ uitsluiting -​ onmacht, gebrek aan kennis en vaardigheden -​ negatief zelfbeeld -​ gevoelens van schuld en schaamte -​ moedeloosheid -​ dreiging plaatsing kinderen kringloop van armoede- spinnenwebmodel ->weten nooit direct wat hetgene is dat de armoede gestart heeft -je kan er heel snel uitgeraken tools om aan de slag te gaan -​ verbindend werken-authenticiteit/eerlijkheid is hierbij belangrijk -​ empowerment – mensen in hun eigen kracht zetten -​ niet alles zelf doen en laat de mensen iets doen of het heeft geen nut en als je weggaat vallen ze terug in hetzelfde schuitje -​ actief luisteren- neem ‘armen’ au sérieux 25 -​ veroordeel niet, heb respect en begrip -​ ga samen op weg, ga uit van gedeelde verantwoordelijkheid (kracht- en oplossingsgericht werken) -​ handel vanuit gelijkwaardigheid- werk aan een vertrouwensrelatie -​ relaties zijn belangrijk- netwerk in kaart brengen -​ aandacht hebben voor het positieve en benoemen wat goed loopt -​ vertrouwen krijgen vraagt tijd -​ bewaak je eigen grenzen- geef aan wat mensen van jou mogen verwachten medicalisering -​ zwangerschap -inductie bevalling- medische redenen versus agenda ouders arts -​ huibaby’s- onvoldoende kennis kan zorgen voor onnodige toediening medicatie/opstarten dieetvoeding en/of wijzigingen kunstvoedingen -​ klachten PPD- voldoende kennis en preventie nodig bij zorgverleners om onderscheid te kunnen maken tussen ‘normale’ symptomen na de bevalling en signalen die doorverwijzing vragen en gespecialiseerde opvolging ->ga steeds op zoek bij betrouwbare bronnen -​ besnijdenis bij vrouwen (VGV) De medicalisering van VGV is een onderwerp waar wereldwijd over gediscussieerd wordt. Het toelaten in de ziekenhuizen wordt daarbij gezien als een strategie waarbij de schade zo veel mogelijk beperkt kan worden. Toch dient ook vastgesteld te worden dat de medicalisering al langer een feit is in bepaalde landen; in Indonesië worden besnijdenissen vaak uitgevoerd door geschoolde vroedvrouwen en werd het opgenomen in een handboek voor vroedvrouwen. In Egypte wordt ongeveer 80 % van de besnijdenissen uitgevoerd door artsen. Hoewel men te werk gaat in een steriele omgeving en met verdoving, zal er geen impact verzekerd kunnen worden wat betreft de fysieke gevolgen op lange(re) termijn en op de psycho-seksuele gevolgen. Daarbij komend zijn het juist de gezondheidsfactoren en de gezondheidswerkers die een belangrijke rol spelen op vlak van preventie. Door het in ziekenhuizen te faciliteren en te institutionaliseren, is het dan nog maar de vraag of dit een invloed zal hebben op het aanpakken van de achterliggende, meer structurele oorzaken van VGV. Tot op heden is het dus verboden in België om VGV toe te passen, te faciliteren en/of aan te moedigen. 26 Organisatie van de gezondheidszorg M. Dhaeze 2.mondiale gezondheidsuitdagingen -​ 13 dringende gezondheidsuitdagingen (klimaatcrisis, gelijke kansen, toegang tot behandeling,…) -​ de world health organization (who) van de verenigde naties -​ dringende, mondiale uitdagingen op het vlak van gezondheidszorg -​ met de gehele wereld -​ Minister van welzijn, volksgezondheid & gezin -> Hilde Crevits -​ Minister van sociale zaken en volksgezondheid -> Frank Vandenbroucke 1. klimaatcrisis -​ alleen al de luchtverontreiniging doodt jaarlijks naar schatting 7miljoen mensen -​ 25% door chronische aandoeningen -​ klimaatverandering verergert ook de ondervoeding en bevordert de verspreiding van infectieziekten 2. gezondheidszorg in conflict – en crisigebieden -​ de meeste ziekte uitbraken kwamen voor in landen met langdurige conflicten -​ who werkt samen om gezondheidssystemen te versterken 3. gelijke kansen in de gezondheidszorg -​ er zijn bijzonder grote verschillen in de kwaliteit van de gezondheid van de bevolking tussen de verschillende sociaaleconomische groepen -​ mensen met een lagere inkomst hebben minder levensverwachting dan mensen met een grote inkomst -​ who werkt eraan om ongelijken zo weinig mogelijk te hebben 4. toegang tot behandelingen -​ volgens de who heeft ongeveer een derde van de mensen in de wereld geen toegang tot essentiële zaken op het vlak van diagnostische instrumenten, geneesmiddelen -​ who meer aandacht tegen bestrijding van medische middelen die ontbetrouwbaar zijn 5. preventie van infectieziekten -​ seksueel overdraagbare aandoeningen kosten jaarlijks 4miljoen mensenlevens -​ het snelle verspreiden van infectie ziektes komen vaak door ontoereikende financiële middelen 27 6. paraatheid voor epidemieën -​ een pandemie van virussen in de lucht is onvermijdelijk volgens who 7. onveilige producten -​ voedselonzekerheid en honger zij nog steeds een groot probleem -​ onveilige en ongezonde middelen zijn vaak het goedkoopst 8. gebrek aan gezondheidswerkers -​ een merkbaar tekort aan gezondheidswerkers -​ heeft een negatieve invloed op de duurzaamheid van de gezondheidszorglestels -​ er zijn 18 miljoen extra gezondheidswerkers nodig -​ waarvan 9miljoen verpleegkundige 9. veiligheid van jongeren -​ 1miljoen jongeren tussen 10 en 19 jaar sterven jaarlijks door het gevaar in de wereld 10. gebrek aan vertrouwen in de gezondheidzorg -​ een afnemend vertrouwen in overheidsinstellingen speelt volgend de WHO een steeds grotere rol bij de beslissingen die de patiënten nemen 11. toepassing van technologische vooruitgang -​ doorbraken in de technologie hebben een ware revolutie gebracht op het vlak van diagnose, preventie en behandeling 12. gevaar voor antimicrobiële resistentie -​ kan tientallen jaren van medische vooruitgang ongedaan maken -​ beperktere toegang tot goedkope geneesmiddelen en slechte infectiebestrijding 13. sanitaire voorzieningen in de gezondheidszorg -​ miljarden mensen leven nog steeds zonder adequate sanitaire voorzieningen of drinkbaar water 3. economie en gezondheidseconomie gezondheidszorg de definitie van gezondheid door WHO= ‘gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken =er wordt beter gesproken over gezondheidssysteem in dit kader is het belangrijk te verwijzen naar de verklaring van alma ata 28 -​ die werd aangenomen op de internationale conferentie over eerstelijngezondheidszorg (PHC) -​ dringende actie door alle regeringen nodig -​ het is een doel van healt for all -​ gezondheid voor iedereen de meeste landen op onze planeet zijn te arm of slecht georganiseerd om te voorzien in adequate gezondheidszorg economie =is een sociale wetenschap de economie bestudeert het gedrag van mensen in groepsverband. Daarnaast heeft ze ook betrekking op het menselijk handelen in situaties van schaarste er bestaat dan ook een spanning tussen de behoeften enerzijds en de middelen anderzijds, economische overwegingen worden in het gezondheidsbeleid van de overheid steeds belangrijker het bruto nationaal producet (BNP) is het totale inkomen van de mensen die in een land wonen, ongeacht of ze in dat land of het buitenland werken. het bnp per hoofd van de bevolking is een veelgebruikte maatstaf voor de grootte van een economie vanaf 2008 moeten ze in de gezondheidszorg ernstig besparen gezondheidseconomie = de wetenschap die onderzoekt op welke wijze de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk kunnen toegewezen worden teneinde de vooropgestelde gezondheidsobjectieve te kunnen bereiken factoren van de groei van uitgaven 1.​ de veroudering van de bevolking die voor een deel te wijten is aan deverhoogde levensverwachtingen, veroorzaakt door de ontwikkeling van medische kennis 2.​ de toename van het medische aanbod, zowel in termen vangezondheidsverstrekkers als in termen van capaciteit van de zorginstelling 3.​ de ontwikkeling van medische voorzieningen voor aandoeningen envoor verschillende sociale problemen 4.​ het opduiken van nieuwe aandoeningen 5.​ de ontwikkeling van de medische kennis die toelaat om steeds verder te gaan in de mogelijkheden om bepaalde ziekten te verzorgen de ontwikkeling van de kennis zou de helft van de groei van de uitgave kunnen verklaren ->explosie van de kosten in de gezondheidszorg veroorzaakt wordt door de vergrijzing van de bevolking weesgeneesmiddel (orphan drug) → medicijn voor een aandoening die zeldzaam is (-5/10 000) Dit verband verwijzen we ook naar het effect die black swan events kunnen tweegbrengen: 1.​ het is een uitschieter (nog nooit of amper gebeurd) 2.​ het verrast mensen 29 3.​ het heeft een extreme impact 4.​ achteraf gezien is het verklaarbaar ->we maken een aanzienlijke impact op vrijwel alle sectoren en markten bv de werking van penicilline + de x stralen De impact van de opwarming van de aarde -​ de klimaatverandering is zowel direct (hittegolven) als indirect (gedwongen migratie) -​ vanaf 2030 +- 250 000 extra sterfgevallen -​ gezondheidskosten die voortvloeien uit klimaatsverandering rond 2 tot 4 dollar De gezondheidskosten die rechtstreeks voorvloeien uit de klimaatsverandering, hittegolven hebben een zeer slechte invloed (zowel financieel als op aantal sterfgevallen) extreme klimatologische gebeurtenissen zoals overstromingen, stormen, branden en droogtes zullen in frequentie toenemen indirecte gevolgen: -​ de watertekort & lagere landbouwopbrengsten -> uitdroging & ondervoeding -​ de toename van via vectoren overgedragen ziekten → lyme, knokkelkoorts, dengue of malaria -​ → gedwongen migratie infectie ziekten: -​ de ziekte van lyme, dengue of knokkelkoorts, bilharzia of schistosomiasis, malaria ->de risico’s in verband met de verslechterende waterkwaliteit en voedselvergiftiging ->toename van de concentraties troposferische ozon in de zomer ->allergische stoornissen nemen toe De coronacrisis: de belangrijkste lessen de gezondheidszorg 1.​ beloon het zorgpersoneel crisis staat voor gevaar en kansen=>er is een gebrek aan personeel =>onderfinanciering & hoge werkdruk onze ziekenhuizen geven 9 patiënten per verpleegkundige maar mag volgens federaal kenniscentrum van gezondheidszorg (KCE) om veiligheidsredenen maar 8 patiënten zijn -> minder personeel -> grotere overlijdingskansen, hier gaan ze de regels versoepelen dit kan helpen 2.​ focus op WZC -​ onderfinanciering van de sector -​ er is een extra twee miljard euro nodig -​ en een echte samenwerking met andere sectoren 3.​ overconsumptie -​ de gezondheidszorg is zeer prestatiegedreven -​ internationale studies -> tot 15% van het budget verloren gaat aan verspilling 30 4.​ digitalisering -​ medische apps zijn echt meerwaarde -​ ook voor preventie 5.​ complexiteit van het zorgsysteem -​ patiënt staat er meer centraal voor -​ negen ministers zetelen in de interministriële conferentie volksgezondheid, enorm complex zorgsysteem -> nadelen 4. structuur van de gezondheidszorg het europees gezondheidsbeleid er is een absolute noodzaak van een coherent europees bereid België → europa EU → opleiding verpleegkunde EUROPESE UNIE EN GEZONDHEIDSZORG: -​ door middel van volksgezondheidsbeleid ondersteunt de europese unie lidstaten bij het verbeteren van gezondheid van EU-burgers -​ de lidstaten bepalen zelf hoe ze de gezondheidszorg organiseren in hun land -​ betere informatie-uitwisseling tussen lidstaten en het financieren van onderzoeken -​ coördinerend en ondersteunen optreden bij crisis -​ de organisatie van alle opleiden verpleegkundige regelen -​ een langere opleidingsduur -​ opleidingen hervormen de sociale zekerheid als bouwteen voor het gezondheidsbeleid in belgië de sociale zekerheid is het geheel van voorzieningen om de financiële autonomie, ze garandeert de sociale bescherming van onze burgers wanneer zij met sociale risico’s worden geconfronteerd of het zelf niet kunnen sociale zekerheid is een systeem om inkomen en/of verzorging te garanderen, de administratieve organisatie van de sociale zekerheid in belgië is relatief complex statuten in sociale zekerheid in belgie: 1.​ een werknemer (verbonden met werknemer door arbeidsovereenkomst) 2.​ een zelfstandige (boeroep uitoefent zonder aangeworven te zijn) 3.​ een ambtenaar (werkt in statuut openbare dienst) 3 functies die sociale zekerheid vervult: 1.​ arbeidsinkomsten worden bij verlies (werkloosheid) vervang inkomsten 2.​ sociale lasten (kinderen opvoeden, ziekte) is er een aanvulling op het inkomen 3.​ bestandsuitkeringen voor wie onvrijwillig niet over beroeps uitkering beschikt (leefloon) de sociale zekerheid bestaat uit verschillende taken 1.​ pensioenen -​ inkomstverzekering 2.​ werkloosheid 31 -​ een vervanginkomsten 3.​ arbeidsongevallenverzekering -​ arbeidsongevallen en ongevallen op de weg van en naar het werk 4.​ beroepsziektenverzekering -​ een lijst met erkende beroepsziekten 5.​ gezinsbijslag -​ groeipakket (kinderbijslag) -​ kraamgeld (startbedrag) -​ basisbedrag -​ schoolbonus (hangt af van leeftijd, groeit per 4 jaar) -​ sociale toeslag 6.​ geneeskundigeverzorging -​ de derdebetalersregeling 7.​ uitkering bij ziekte 8.​ jaarlijkse vakantie sociale bijstand -​ maakt deel uit van de sociale bescherming van de Belgische bevolking -​ minimuminkomen garanderen -​ voorafgaan bestaansmiddelenonderzoek -​ kan een uitkering, leefloon of inklomstengarantie zijn ->een uitkering van een vooziening die uit een dienst of een product kan bestaan ->hangen voorwaarden aan vast, aanvragen bij OCMW het belang van sociale zekerheid ->solidariteit tussen -​ werkende en werklozen -​ jongeren en ouderen -​ gezonden en zieken -​ personen met een inkomen en personen zonder inkomen -​ gezinnen met kinderen en gezinnen zonder kinderen ->de solidariteit is gewaarborgd doordat -​ werkende mensen bijdragen moet betalen in verhouding tot hun loon -​ de financiering grotendeels gebeurt door de gemeenschap, dat zijn dus alle burgers samen -​ de vakbonden, de verzekeringen en ziekenfondsen en de wergever organisaties mee beslissen over diverse aspecten van het systeem ->concreet zorgt de sociale zekerheid voor drie zaken 1.​ bij loonverlies ontvang je een vervanginkomen 2.​ als je bepaalde sociale lasten, zoals het opvoeden van kinderen moet dragen, ontvang je een aanvulling op het inkomen 3.​ als je onvrijwillig niet over een beroepsinkomen beschikt, dan ontvang je bijstandsuitkering organisatie (niet gezien dit jaar) ->voor het werknemersletsels 32 het grootste van de drie is de RSD (rijkdienst voor socialezekerheid) -​ RVA:rijkdienst voor arbeidsvoorziening -​ FPD:federale pensioendienst -​ RIZIV:rijkinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering -​ REDRIS:federaal agentschap voor beroepsrisico’s -​ RJV:rijkdienst voor jaarlijkse vakantie ->zelfstandigen hebben andere takken van verzekering het belgische gezondheidsbeleid ->belgië is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en gewesten federaal niveau -​ het algemene belang (financiën, justitie, sociale zekerheid,…) -​ drie gewesten en drie gemeenschappen -​ federale overheid behoudt aanzienlijk gemeenschappelijk erfgoed federale overheidsdienst (FOD) → advies inzake gezondheidszorgbeleid en toezicht uitoefenen op de uitvoering -​ FOD is onderverdeeld in drie directoraten-generaal of DG’s en een vierde dienst: -​ DG gezondheidszorg -​ DG dier, plant en voeding -​ DG leefmilieu -​ directe medische expertise ( & financiering van de gezondheidszorg) de Fod omvat twee federale wetenschappelijke instellingen en één wetenschappelijkadviesorgaan: -​ centrum voor onderzoek in de diergeneeskunde en de agrochemie (CODA) -​ wetenschappelijk instituur volksgezondheid (WIV) -​ hoge gezondheidsraad (HGR) het gemeenschapsniveau 1980: bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheid (onderwijs, gezondheid,…) er is een zesde staatshervorming te realiseren -> meer bevoegdheden van het federaal naar het gemeenschaps- en gewestniveau, belangrijke gevolgen voor organisatie gezondheidszorg -​ bouw en werking van alle oudereninstellingen -​ vlaams agentschap voor personen met een handicap (VAPH) -​ net zoals op europees en nationaal niveau is er op gemeenschapsniveau een wergevende (parlement) en een uitvoerende mach (regering) vlaamse gezondheidsdoelstellingen → specifiek, meetbaar en algemeen aanvaarde doelstellingen preventie met oog op het behalen van gezondheidswinst op bevolkingsniveau gezondheidsdoelstellingen → de vlaming leeft gezonder in 2025 extra aandacht voor kwetsbare groepen, focus → gezin, vrije tijd, onderwijs, werk 33 subdoelstellingen: -​ gezond in eigen handen -​ gezin bron van gezondheid -​ vrije tijd, gezonde tijd -​ gezondheid in onderwijs -​ werken, ook aan gezondheid -​ meer gezondheid in de zorg -​ gezonde buurten -​ goed bestuur, de weg naar gezondheid Focus bij kinderen -> gezonde leefstijl Focus in onderwijs -> preventief gezondheidsbeleid preventiebeleid vlaanderen: actueel beeld het federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) =werken aan een beter preventiebeleid, absolute noodzaak ook de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) -​ waarschuwde al in 2014 voor een slechte preventie in ons land de vermijdbare kostprijs voor samenleving en economie is gigantisch 4 grote chronische aandoeningen zijn -​ hart en vaatziekten -​ kanker -​ chronisch longlijden -​ diabetes de behandeling van de vier grote chronische aandoeningen kost 24 miljard euro, dat is een derde van de gezondheidsuitgaven -​ met meer aandacht voor preventie kunnen al die kosten met 20% beperkt worden -​ het is aan het beleid om gericht te investeren in preventie er zijn verschillende oorzaken voor ondermaatse preventie in ons land: we investeren te weinig, de bevoegdheidsverdeling is complex en we hebben geen zakelijk model dat preventie aanmoedigt belgië spendeert amper 1,6% van het gezondheidsbudget aan preventie, WHO- doelstelling van 5% ouderenvoorzieningen -​ woonzorgcentra -​ rust-verzorgingstehuizen -​ serviceflatsgebouwen -​ dagverzorgingscentra -​ centra voor kortverblijf -​ centra voor herstel verblijf 34 het beleid eerstelijnsgezondheid organisatorische taken: -​ de zorg afstemmen op de noden van patiënt -​ de werkingen van de verschillende zorgaanbieders onderling afstemmen -​ transmurale afspraken (dokter, kinesist en vpk staan op 1 lijn) -​ navormingen organiseren -​ informatie verlenen het beleid betreffende ziekenhuizen en geestelijke gezondheidszorg =PVT’s algemene ziekenhuizen (13.608 chronische bedden) -​ 24/24 medisch en gespecialiseerde hulp -​ minstens 150 bedden -​ aanwezigheid van heelkundige en inwendige afdeling -​ radiologie, revalidatie, basisactiviteiten, klinische biologie psychiatrische ziekenhuizen (3.995 bedden) -​ behandeling en follow up aan zorgvragers met ernstige psychische problemen -​ voltijdse opname, poliklinische raadpleging, dagbehandeling of initiatieven voor beschut wonen categorale of gespecialiseerde ziekenhuizen -​ kleine ziekenhuizen -​ gericht op revalidatie of zorg voor geriatrische zorgvragers universitaire ziekenhuizen (34.962 acute bedden) -​ naast zorg zoals algemene ziekenhuizen, bieden zij gespecialiseerde behandelingen -​ opleiding -​ wetenschappelijk onderzoek -​ bij te dragen aan de ontwikkeling van de nieuwe technologieën het ziekenhuislandschap van de toekomst word gekenmerkt door een versnipperd landschap waarin instellingen fungeren als losstaande organisaties ->hertekening van het zorglandschap is noodzakelijk een ziekenhuis zal fungeren als een schakel in een groter netwerk. het doel van deze netwerken betreft een systeem op te zetten waarin de patiënt en zijn zorgnoden centraal staan. -​ er is een afname van opgenomen patiënten en een toename van ambulante patiënten -​ er is een voortdurende verschuiving -​ er word heel veel verschoven buiten het ziekenhuis -​ ook de verblijfsduur is gedaald -​ de ziekenhuizen zullen kleiner en meer gespecialiseerd zijn -​ overal zullen er minder ziekenhuisbedden nodig zijn -​ complexe patholoigiën zullen behandeld worden in referentiecentra die voornamelijk gekenmerkt worden door hoge specialisatie en een hoog gebruik van technologie 35 -​ primaire zorgcentra in de toekomst beter bemand -> aandoeningen zullen kunnen worden gediagnosticeerd en beheerd zonder ziekenhuisopname -​ ziekenhuisopnames zullen enkel worden gedaan voor mensen met een ernstige acute ziekte -​ enkel basiszorg zal aanegboden worden in ziekenhuis nabij bevolking het provinciaal niveau de provinvies voeren geen persoonsgebonden taken meer uit in kader van cultuur, jeugd,sport en welzijn, de vlaamse gemeenschap of de gemeenten zijn hier verantwoordelijk voor, de gouverneur is ook verantwoordelijk voor de veiligheid binnen de provincie in geval van zware rampen het gemeenschappelijk niveau - de burgemeester is bevoegd om orde, rust, veiligheid en hygiëne in de gemeente te brengen -​ bevoegdheden inzake milieuhygiëne, besmettelijke ziekten, hygiëne scholen & woningen -​ maatschappelijke dienstverlening vooral de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s) internationale vergelijking van gezondheidszorg (hervorming) een samenspel van diverse factoren -​ demografische ontwikkelingen -​ technologische ontwikkelingen -​ afnemende bereidheid voor collectieve financiering van stijgende kosten Gezondheidszorgsystemen -​ beveridge-type gezondheiszorgsystemen -​ oprichter sir William Beveridge -​ financiering gebeurt via de algemene middelen -​ de infrastructuur is eigendom van de overheid -​ het beheer en beleid van de zorg gebeurt door de overheid -​ bismarck-type gezondheidszorgsysteem -​ oprichter Kanselier Otto von Bismarck -​ de financiering gebeurt via sociale verzekering -​ het systeem wordt bestuurd door private organisaties -​ out-of-pocket-model -​ uit eigen zak betalen -​ groot verschil rijken vs armen -​ india, afrika (minder ontwikkelde landen) 5. het belgische gezondheidszorgsysteem belgië valt deels onder het bismarck-type en het beveridge-type, de inkomsten voor dit systeem komen voort uit sociale bijdragen die gebaseerd zijn op lonen die betaald worden door werkgevers het rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) = ziekteverzekering nodig, toenemende financiële tussenkomst van staat, de hoofdreden voor het beperken van de 36 financiering van de gezondheidszorg door middel van sociale bijdragen is te vermijden omdat deze te zwaar wegen op de loonkosten =hierdoor komt de internationale concurrentiepositie van onze bedrijven in gevaar de traditioneel erkende sterktes van het belgische gezondheidssysteem vier sterkte punten: -​ de dekkingsgraad van de bevolking door de verplichte ziekteverzekering -​ de vrije keuze van de patiënt -​ de toegang tot het gezondheidssysteem -​ de basiskwaliteit van het onderwijs de dekkingsgraad van de bevolking door de verplichte ziekteverzekering het aandeel van de bevolking dat in aanmerking komt voor een geheel van gezondheidsgoederen en diensten op grond van de overheidsprogramma’s en de privé -​ 99% vd bevolking gedekt door openbare verplichte ziekteverzekering -​ privé verzekeringen (40%) -​ één van de belangrijkste verworvenheden maar niet volledig gratis voor patiënt de vrije keuze van de patiënt -​ de patiënten kunnen zelf kiezen op welke zorgverlener/ziekenhuis zij beroep doen -​ als een patiënt willen veranderen van verzekering -​ concurrentie tussen zorginstellingen wakkeren -​ belgen kunnen zich aansluiten bij een mutualiteit naar keuze -​ artsen kunnen vrij een therapie kiezen de toegang tot het gezondheidssysteem belgie staat op de vijfde plaats belgië staat op de eerste plaats voor wat betreft volgende criteria -​ toegang tot de familiearts op de dag zelf -​ directe toegang tot een specialist -​ belangrijke niet-acute ingrepen binnen de 90 dagen -​ kankertherapie binnen de 21 dagen -​ NMR binnen de 7 dagen ->de wachtlijsten in belgië is zeer hoog ivm het verenigd koninkrijk ->de onmiddelijke toegang tot het gezondheidssysteem is in die zin goed de basiskwaliteit van het onderwijs -​ opleiding hier is zeer hoog niveau -​ hogescholen bewijst de aantrekkingskracht van ons land -​ aangeboden verpleegkundige de meest intensieve opleiding in europa -​ het aantal verpleegkundige in vergeleken andere landen een hoge score 37 de financiering van het belgisch gezondheidszorgsysteem -​ inbreng sociale bijdragen, overheidssubsidiëring, de financiële bijdrage van de patiënten, de indirecte belastingen en de aanvullende private verzekeringen -​ zorgverlening in ons land is niet gratis -​ deze eigen bijdrage van de patiënt wordt gedefinieerd als remgeld -​ er bestaat ook een alternatieve financiering -​ inperking van de staatstoelagen en daling van de werkgeversbijdrage -​ bestaat uit een percentage van de btw-ontvangsten -​ andere fiscale inkomsten ->ook kunnen mensen een aanvullende private verzekering afsluiten de rol van de overheid in het belgisch gezondheidssysteem het paternalistisch motief -​ dit motief wordt meestal aangeduid als merit-good motief of bemoeigoedmotief -​ overheid wil consumptie van bepaalde goederen/diensten stimuleren omdat burgers dit onvoldoende onderkennen -​ gezonde consument kan zijn toekomstige ziekterisico’s te laag inschatten of denken dat hij/zij het nooit zal treffen -​ leidt tot bijziendheid -> kan leiden tot verkeerde afweging tussen directe baten & toekomstige kosten het externe-effecten motief -​ gebruikt niet alleen voordeel oplevert aan de gebruiker maar ook aan derden -​ preventie van besmettelijke ziekten, verslaafdenzorg, psychiatrische zorg, … -​ altruïstische voorkeuren -​ risicosolidariteit -​ overgrote meerderheid was het oneens met de stelling dat ouderen aan ziektekosten meer zouden moeten betalen dan jongeren -​ ook niet akkoord dat mensen met slechte gezondheid meer moeten betalen dan mensen met goede gezondheid -​ inkomenssolidariteit -​ ongeveer 75% vd bevolking was van mening dat mensen met een hoog inkomen meer moeten betalen dan mensen met een lager inkomen -​ free-rider gedrag (liftersgedrag) het kostenmotief -​ zeer hoge kosten indien mensen zich allemaal zouden verzekeren op vrijwillige en individuele basis knelpunten van het belgisch gezondheidszorgsysteem belgië heeft een goed, solidair gezondheidszorgsysteem Betaalbaarheid -​ gezondheidszorg moet betaalbaar zijn voor iedereen 38 -​ prioritair hieraan is een goed draaiende economie -> meer financiële opbrengsten door hogere ontvangsten vd sociale bijdragen en belastingen & minder uitgaven voor werkloosheid -​ een van de prioritaire doelstellingen van onze overheid is om deze kosten te verlagen -​ financiële opbrengsten, op het vlak van het aanbod stellen we vast dat steeds meer financiële drempels ontstaan -​ slechts één op de drie zich bewust is van de reële kostprijs van de gezondheidszorg -​ 19% van de gezondheidskosten betaald worden door de patiënt zelf, 9,5 miljard euro per jaar in eigen zak -​ de ambulante zorgpolis staat in de top drie van de meest gevraagde loonvoordelen economie vs gezondheidszorg -​ een goed draaiende economie is van levensbelang om een modern gezondheidszorgsysteem te blijven financieren -​ een goed draaiende economie zorgt voor meer financiële opbrengsten door hogere ontvangsten van sociale bijdragen en belastingen en minder uitgaven voor werkloosheid Gezondheidskloof tweesporen een tweesporen-gezondheidszorg -​ 1 voor mensen die het kunnen betalen 1 voor niet kunnen betalen -​ de gezondheidskloof verminderen en de best mogelijke gezondheidszorg voorzien voor iedereen is een gevecht, elke dag opnieuw knelpunten van de verplichte ziekenhuisverzekering -​ iedereen zal een klein stukje van de kosten dragen -​ de consulent kiest voor zekerheid -​ het gedrag van de zorgvrager verandert, maar ook het gedrag van de aanbieders zal veranderen -​ de eerste wordt moral hazard en de tweede hidden actions moral hazard volgende gedragingen: -​ een vergrote kans op consumptie -​ de kosten zijn hoger -> beide gedragingen worden veroorzaakt doordat de verzekering de kosten vergoed -> je zal meer risicogedrag vertonen als de financiële gevolgen toch niet zelf moet betalen hidden actions -​ de ziektekostenverzekering beïnvloed ook het gedrag van de zorgverstrekker -​ het eerste is het eigen belang -​ een tweede motivatie is het belang van de zorgvragers ->consument moet volle prijs betalen ->daardoor stijgen de premies 39 het achilles-fenomeen -​ er wordt meer gezondheidszorg geconsumeerd dan eigenlijk strikt nodig is -​ alleen kwetsbaar in zijn hiel -​ ons systeem is degelijk maar tegelijkertijd ook bijzonder kwetsbaar ingevolgde inefficiënt gebruik van financiële middelen -​ welvaartsverlies = verspilling van financiële middelen toekomstige uitdagingen voor het belgisch gezondheidszorgsysteem -​ er vormt een probleem van de kostenbeheersing -​ fundamentele vragen over de verdere organisatie van het huidige system -​ in dit kader wil ook het belang van cobra effect duiden wanneer politici beleidsbeslissingen nemen -​ hogere financiële tussenkomst van de burger leidt tot een daling vd koopkracht -​ toename van loonlasten/belastingen door bedrijven brengt de internationale concurrentiepositie in gevaar het cobra effect -​ zorgen maken over de stoffen dus doden ze -​ de belonen van doden deed mensen cobra’s fokken -​ toen cobra fokkers hun nu waardeloze slangen vrijlieten, nam de wilde cobra populatie toe -​ het probleem was nu nog veel groter dan in het begin ->de toename van gezondheidsuitgaven in ons land zijn dus op zich niet negatief, want ze kan een positieve opbrengst opleveren ->ernstig negatieve effecten ->verdere stijgingen kunnen tot gevolg hebben dat de federale overheid meer financiële inbreng kan vragen 6. belangrijke tendensen in de gezondheidszorg de vergrijzing -​ vroeger waren er meer kinderen geboren per gezin -​ er komen meer opa’s en oma’s -​ niet fatale ouderdoms ziekte ontwikkelen waardoor bijkomende behandeling noodzakelijk is -​ de gevolgen van dit syndroom hebben dan ook een negatieve en nefaste impact op de uitgaven van de gezondheidszorg van acute naar chronische zorg -​ de verschuiving van acute naar chronische zorg is momenteel een van de grootste uitdagingen in de gezondheidszorg -​ wereldgezondheidsorganisatie (W.G.O) stelt dat steeds meer zorgvragers leiden aan een of meerdere chronische aandoeningen -​ in de literatuur wordt er hierbij vaak verwezen naar het Sisyphus-syndroom van de moderne gezondheidszorg 40 -​ figuur uit de griekse mythologie -​ hij was de stichter en koning van Korinthe -​ begin te goden uit te dagen -​ kon ontsnappen en had dan grotere straf -​ moest een rotsblok tegen een berg duwen technologische vernieuwing tergelijkertijd met de demografische verschuiving is er ook een enorme groei in de technologische mogelijkheden functiedifferentiatie - functiedifferentiatie in de verpleegkunde klinkt als een nieuwe trent maar dit is het niet - taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden onderscheiden en er verschillende functies van maken multiculturaliteit in de gezondheidszorg verschillende migratiestromen maakten van belgië de afgelopen decennia een multiculturele samenleving evidence based practice =om ervoor te zorgen dat de meest aangewezen zorg tot bij de patiënt graakt -​ betekent dat je bij de zorg rekening houdt met wetenschappelijk bewijs, met je ervaring als zorgverstrekker en met de waarden en voorkeur van de patiënt 7. impact van artificiele intelligentie op gezondheidszorg definiering -​ voor veel mensen en organisaties is artificiële intelligentie (AI) een nog onbekend of niet concreet toekomst begrip -​ AI is de verzamelnaam voor de technologieën die software, machines en apparaten toelaten om hun omgeving te analyseren en vervolgens zelfstandig problemen om te lossen/acties te ondernemen =is een doorbraak binnen de zorgsector, vertonen gedrag die bij mensen als intelligent zou beschouwd worden een algoritme is eigenlijk een wiskundige formule. in programmeertaal is het een instructie, een stukje code, om een probleem op te lossen IMPACT De komende decennia zullen ontwikkelingen in artificiële intelligentie de ganse zakenwereld en de maatschappij beïnvloeden. De mogelijkheden van artificiële intelligentie nemen met grote snelheid toe, zodat de zorgsector zonder twijfel dé sector is waar de grootste en meest lucratieve stappen mogelijk zijn. 41 De zorg zal hierdoor niet alleen verbeteren maar ook goedkoper worden. TURING TEST Tijdens deze test stelt een persoon een lijst vragen aan zowel een computer als een medemens, achter een bepaalde tijd moet deze beslissen welke van de 2 de menselijke participant is en welke de computer toepassingen in de zorgsector -​ mensen zijn steeds meer in staat om zelf een deel van de zorgvraag op te lossen -​ medische wearables zijn de nieuwe standaard voor onafgebroken real-time patiënten monitoring gedurende het zorgtraject -> draadloos & gemakkelijk de vitale functies van pt in de gaten houden tijdens verblijf, transport en na ontslag AI en slaapproblemen -​ beperkt aantal bedden -​ de Belun Ring -> brengt oa stressniveau en verschillende fases van slaap in kaart ten einde de zorg betaalbaar te houden ligt de focus ook meer en meer op het terugdringen van dure ziekenhuiszorg -​ de thuismontoring leent zich ook voor toepassing bij zwangere vrouwen -​ slimme pleisters brengt hartslag baby en baarmoederactiviteit in kaart -​ complicaties en vroeggeboortes vermijden -​ de geneeskunde blijft zich verder ontwikkelen waardoor een betere zorg mogelijk is -​ ontwikkelen van app die met behulp van spraakherkenning gezondheidsklachten van mensen aannemen -​ Zembro intelligente armband → in nood gemakkelijk hulp inroepen, ook een dwaalalarm -​ klinische proeven zijn belangrijk in de medische wereld -​ vroege detectie is belangrijk -​ ook wereldwijd is er een groot tekort aan verpleegkundige en verzorgend personeel -​ medische fouten zijn nog zeker en vast niet de wereld uit maar wel al minder -​ er is een yottabyte aan medische gegevens beschikbaar (veel gegevens) -​ gezondheidszorg is niet immuun aan fraude 42 Preventie & gezondheidsbevordering M. De Winter 1.​ziekte en sterfte in de geschiedenis TERMEN -​ Endemie → ziekte is niet volledig weg, sluimerend, op de achtergrond -​ Epidemie → uitbraak van de ziekte, snelle verspreiding, loco-regionaal & nationaal -​ Pandemie → grootschalige versie van epidemie, internationaal of zelfs intercontinentaal -​ NCD: non-communicable disease → niet overdraagbare aandoening, vaak langdurig en kent verschillende oorzaken -​ overdraagbare aandoening → wel overdraagbaal van mens tot mens -​ chronische aandoening → ziektes die langzaam voortschrijden en langdurig aanhouden, genezen zelden spontaan -​ welvaartsziekte → ziekte tgv ongezond leefstijlgedrag -​ multi-morbiditeit → meerdere chronische ziekten tegelijk -​ oversterfte → het waargenomen aantal overledenen is groter dan het verwachte aantal overledenen in dezelfde periode, vaak bijzondere stijging door gebeurtenis -​ hotspots → plaats van uitbraak (bevolkingsdichtheid en mobiliteit) en wijze van overdracht (mens, insecten & water/voedsel -​ gezonde levensverwachting → gemiddeld aantal levensjaren dat mensen nog kunnen verwachten, in goede gezondheid -​ quality adjusted life years -> een indicator waar kwaliteit en kwantiteit van leven worden gecombineerd -​ bruto sterftecijfer → aantal geregistreerde sterfgevallen in een land, in een bepaald jaar gedeeld door de populatiegrootte -​ voor leeftijd gecorrigeerd sterftecijfer → gemiddeld sterftecijfer, gewogen volegns de leeftijdstructuur in de bevolking -​ vroegtijdige sterfte → sterven voor de verwachtte leeftijd -​ verloren potentiële levensjaren (VPLJ) → aantal verloren levensjaren als gevolg van vroegtijdig overlijden -​ DALY = YLL + YLD = years of life lost + years lived with disability = som vh aantal jaren verloren door vroegtijdige sterfte + het aantal jaren verloren door leven met een ziekte/beperking 1.1 het ontstaan van geneeskunde Als we willen weten hoe gezond een samenleving is, is het logisch dat we in eerste instantie gaan kijken naar de meest voorkomende ziekten in de samenleving, dit verschilt van samenleving tot samenleving. Ziekten zijn ook niet constant, grote evolutie in ziekte- en sterftepatroon over de jaren heen. Jagers verzamelaars → heel gericht op de natuur verklaringen voor bep. aandoeningen/ziektes werden bij natuurfenomenen of goden gezocht 43 sommige culturen → geest vanuit buitenwereld drongen het lichaam binnen en veroorzaakten zo ziektes. Griekse oudheid → ziektes niet langer door kwade geesten of goden, verleggen focus naar eigen lichaam geneeskunde splitste van filosofie & religie en werd een eigen zelfstandige discipline HIPPOCRATES (460-377 vC) → vader vd geneeskunde, epidemioloog -​ stellen van diagnose obv symptomen -​ eerste beschrijving van hart- en longziekten -​ onderscheid tussen acuut-chronisch en endemisch-epidemisch -​ het voorschrijven van therapie (bv wilgenblast als pijnstiller) Leer der Humores → ziekten en/of iemands temperament zijn te verklaren door een onevenwicht in de 4 lichaamssappen, samen met omgeving, voeding en levensstijl -​ bloed (sanguis) → energie -​ slijm (phlegma) → geduld -​ gele gal (cholé) → ambitieus, snel geïrriteerd -​ zwarte gal (melaina cholé) → melancholie 1.2 Miasma tot in de Middeleeuwen Miasma → verontreiniging Miasmatheorie → ziektes (cholera, pest, malaria) werden veroorzaakt door miasma’s (schadelijke dampen of gassen) die de lucht verontreinigen en bij inademing ziektes veroorzaken. Pest → de zwarte dood -​ 1347-1351 -​ gezondheidswerkers droegen eendenbekmaskers -​ gevuld met aromatische kruiden → zuiveren van ‘bad airs’ -​ 1 vd grootste epidemieën in EU geschiedenis, ⅓ vd bevolking sterft slechte hygienische omstandigheden -​ dichtbevolkte steden -​ krappe huizen -​ smalle straten -​ g

Use Quizgecko on...
Browser
Browser