Harten College Public Relations Exam December 2024 - 4TC

Se cu n d a ir On de r w ij s Onderwijslaan Leerstofoverzicht Public Relations examen december 2024 Klas: 4TC Leerkracht: Mevr. Y. De Troyer Tips:  Begin niet de dag voor het examen. Herhaal de leerstof op meerdere dagen.  Maak een samenvatting van de leerstof. Twijfel je? Stu...

Se cu n d a ir On de r w ij s Onderwijslaan Leerstofoverzicht Public Relations examen december 2024 Klas: 4TC Leerkracht: Mevr. Y. De Troyer Tips:  Begin niet de dag voor het examen. Herhaal de leerstof op meerdere dagen.  Maak een samenvatting van de leerstof. Twijfel je? Stuur deze naar de leerkracht door.  Maak je toetsen opnieuw. Thema Deel 1: “Inleiding” – p. 7 en 8  Ik beschrijf het begrip PR en geef minimaal drie voorbeelden van hoe PR wordt toegepast in een organisatie.  Ik som de hoofddoelen van PR op en geef minimaal één voorbeeld per doel. Deel 2: “Communicatie” – p. 9 t.e.m. 22  Ik herken en benoem de vier vormen van communicatie (verbaal, non-verbaal, schriftelijk en visueel) en geef bij elke vorm twee voorbeelden.  Ik onderscheid de soorten communicatie op basis van het doelpubliek (intra- en interpersoonlijke communicatie, massa-, publieks-, organisatie- en groepscommunicatie) en licht elk type toe met een concreet voorbeeld.  Ik beschrijf minimaal drie functies van massamedia voor het individu en de samenleving, met voorbeelden.  Ik benoem en leg uit wat de politieke functies van massamedia zijn, met minimaal één concreet voorbeeld.  Ik geef minstens één voorbeeld van verbale, non-verbale, schriftelijke en visuele communicatie in een specifieke situatie.  Ik leg de verschillen tussen interpersoonlijke communicatie en massacommunicatie uit aan de hand van twee concrete voorbeelden.  Ik teken het interactief communicatiemodel en leg dit uit aan de hand van een zelfgekozen communicatiesituatie. Deel 3: “Communicatiegewoonten en – stijlen” – P. 23 t.e.m. 43  Ik leg uit wat sociolecten zijn en geef minimaal twee voorbeelden.  Ik herken welk soort sociolect er in een concreet tekst- of beeldfragment weergegeven wordt.  Ik som drie factoren op die de ontmoeting met de ander negatief beïnvloeden en licht deze toe.  Ik schrijf een reflectieve tekst over mijn persoonlijkheid en verbind dit met mijn communicatiestijl, gebruik makend van minimaal twee praktijkvoorbeelden. Pagina 1 van 2  Ik beschrijf hoe ik mij online profileer aan de hand van de termen: digitale identiteit, digitale schaduw, avatar en digitale voetafdruk.  Ik leg uit hoe ik correct communiceer in formele en informele situaties en illustreer dit met een voorbeeld.  Ik analyseer een tekst- of beeldfragment en beoordeel of de communicatie formeel of informeel correct wordt toegepast.  Ik vat verschillende communicatiestijlen samen (klant, medewerker, PR-officer) in een tekst van minimaal 150 woorden. Deel 4: “Reflecteren over communicatie” – p. 44 t.e.m. 53  Ik beschrijf drie soorten gedrag (assertief – agressief en sub-assertief) en leg uit hoe je verbindend communiceert in een conflict. Deel 5: “Interpreteren van beelden” + extra bundel “werkblaadjes” p. 35 t.e.m. 47 + samenvatting theorie  Ik leg uit wat framing is en geef een concreet voorbeeld.  Ik beschrijf wat propaganda is en som drie manipulatietechnieken op met bijbehorende voorbeelden.  Ik herken misleidende informatie en beschrijf hoe grafieken en statistieken kunnen worden gemanipuleerd, met één voorbeeld.  Ik leg uit waarom desinformatie schadelijk is en geef een voorbeeld van de gevolgen.  Ik benoem en analyseer minimaal twee technieken die worden gebruikt voor desinformatie en licht de motieven toe.  Ik leg uit wat "deepfake" is en geef één voorbeeld van het gebruik ervan. Deel 6: “Communiceren via verschillende media” – p. 54 t.e.m. 58  Ik benoem minimaal drie elementen die belangrijk zijn bij de mediakeuze van reclameboodschappen.  Ik schrijf een correcte communicatieboodschap die geschikt is om binnen een schoolorganisatie te verspreiden, gebaseerd op een gegeven context.  Ik vergelijk de voor- en nadelen van PDF- en Word-bestanden en kies het geschikte formaat voor een specifieke situatie.  Ik herken mediumtypes en -titels en bepaal de voor- en nadelen van het gebruik in een gegeven context. Pagina 2 van 2