Hoofdstuk 2 HV2 Willem I (PDF)

HV2 Waarom was men in de Zuidelijke Nederlanden zowel tevreden als ontevreden over Willem I? 1 2 3 Onderzoeksvraag Konden de Europese grootmachten de rust laten terugkeren na Napoleon? 4 5  Inhuldiging Koning Willem I van Oranj...

HV2 Waarom was men in de Zuidelijke Nederlanden zowel tevreden als ontevreden over Willem I? 1 2 3 Onderzoeksvraag Konden de Europese grootmachten de rust laten terugkeren na Napoleon? 4 5  Inhuldiging Koning Willem I van Oranje (1772/1814-15 -1840/43) Amsterdam (Den Haag) en Brussel Inhuldiging in Amsterdam 1814 Kroning van Willem I in Brussel september 1815 6 Koning Willem I van Oranje-Nassau (1772/1815-1840/1843) Vorst van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden 7 Ontevredenheid Hierna vind je alle afbeeldingen terug die staan voor de Zuidelijke ‘ontevredenheid’ tegenover Willem I en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. 8 Definities ‘groepen’ Burgerij: ○ rijkere groep mensen die in de middeleeuwse steden hun rijkdom vergaarden door handel. ○ Denk aan: handelaars in textiel, etenswaren … ○ Gaandeweg, al een beetje in de middeleeuwen, zie je een splitsing hierin: héél rijke burgers die in een stad meer en meer te zeggen hebben, t.o.v. de rest van de burgerij. Je ziet dus een sterke bovenlaag in die burgerij ontstaan. Ze noemen die bovenlaag ook wel de ‘bourgeoisie’. ○ In de moderne tijd zie je de bourgeoisie nog eens uitsplitsen: de hoge (bedrijfsleiders, bankdirecteurs, fabriekseigenaars …) en de kleine bourgeoisie (artsen, advocaten, onderwijzers, succesvolle kleine zelfstandigen). (Franstalige) politieke elite: ○ De kleine groep mensen die voorrechten had, de hoogste posities in de maatschappij inneemt. Denk aan ministers, parlementsleden, burgemeesters, gouverneurs, graven, hertogen, hoge militairen, andere adellijke titels, grootgrondbezitters, hoge leden Katholieke Kerk, de ‘hoge burgerij’/’bourgeoisie’ (bedrijfsleiders, zeer rijke mensen). ○ Een groot aantal van deze mensen spraken Frans, als cultuurtaal (de standaard binnen een over het algemeen Nederlandstalige gemeenschap), als middel om zichzelf een superieure rol toe te bedelen. Dit onder invloed van het bezettende Frankrijk onder Napoleon. Maar niet iedereen van de elite sprak deze taal, wilde deze spreken. Denk aan bijvoorbeeld vrijgevochten rijke mensen, bedrijfsleiders … Vandaar dat ik ‘Franstalige’ tussen haakjes plaatste in de slides die volgen. liberale, intellectuele burgerij: leden uit hoge en kleine burgerij/bourgeoisie, die de ideeën van de Verlichting genegen zijn. Ze lazen al eens een boek van Montesqieu, Locke, Rousseau. 9 opnieuw externe overheerser Het volk, de gewone man/vrouw. En bij uitbreiding de Zuidelijke 10 Z: eeuwenlange De katholieke traditie N: Katholieke protestants Kerk 11 De oprichting Katholieke rijksscholen (door Kerk staat gecontroleerd, niet door de Katholieke Kerk) 12 Willem I gooit de Jezuïeten De het rijk uit: symbolisch voor Katholieke strijd tegen Katholieke Kerk. Kerk Hij wil een staatskerk (zoals Napoleon, weet je nog?) 13 Zeer dominant (Franstalige) politieke staatshoofd elite; liberale intellectuele burgerij 14  (Franstalige) Het zuiden erft een gigantische staatsschuld en is politieke politiek ondervertegenwoordigd. elite; liberale, intellectuele burgerij 15 Het Frans moet wijken(Franstalige) … politieke elite 16 Dit is niet erg liberaal … liberale, intellectuele burgerij 17 Afbeelding dateert wel van 1831, maar het illustreert de enorme armoede onder de bevolking (zie start HV3). het volk, de gewone man/vrouw 18 Even nuanceren Zie de vele tegenstanders wel niet te veel als aparte groepen, maar eerder aanvullend: je kon als bedrijfsleider bijvoorbeeld het Frans weg willen (en dus pro Willem I zijn), maar je ook extreem hard ergeren aan de te grote koninklijke macht (en dus contra Willem I zijn). Maar daarvoor dan wel geen extreme revolutionair zijn als bijvoorbeeld een Franstalige liberale journalist (óók deel van de burgerij) die niet te spreken was over die te grote koninklijke macht en censuur. Of stel je voor dat je een grootgrondbezitter bent, van adel, en katholiek. Dan pas je ook in vele vakjes. Kortom, het verzet tegen Willem I kwam uit vele hoeken, en een heleboel 19 personen konden in meer dan één hoek staan. Ontevredenheid, ondanks … Hierna vind je alle afbeeldingen terug die een Zuidelijke Nederlander zou kunnen overtuigd hebben dat Willem I en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden een goede zaak was voor hem/haar. 20 liberale burgerij: ondernemers 21 liberale burgerij: ondernemers 22  koning Willem I ontmoet J. Cockerill 1829 liberale burgerij: ondernemers 23 liberale burgerij: ondernemers 24 intellectuele burgerij 25 Het volk, gewone man/vrouw 26 propagand a 27 propaganda 28 Conclusie Willem I was een verlicht despoot, maar het ‘slechte’ woog door, hij was te autocratisch. 29 En ook dit nog … 30 31 Resultaat … Belgische omwenteling (1830) Antwoord en reactie is een oppositie van katholieken en liberalen tegen de autocratische koninklijke politiek. Dit bondgenootschap is een Monsterverbond of UNIONISME. 32 33 Vandaag, in Gent 34 Even terug naar een slide uit HV1 … 35 1.2 Frankrijk aan banden gelegd Angst voor (nieuwe) revoluties, want geen rekening gehouden met ….. etnische, religieuze en taalkundige grenzen volkssoevereiniteit en scheiding van machten 36