🎧 New: AI-Generated Podcasts Turn your study notes into engaging audio conversations. Learn more

Het_zenuwstelsel.studenten.pptx

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Transcript

Het zenuwstelsel Anatomie, fysiologie en pathologie p 133 – 147 Doelstellingen zie boek Het zenuwstelsel • doelstellingen • Inleiding • Bouw van het zenuwstelsel • Centraal zenuwstelsel • Perifeer zenuwstelsel • Autonoom zenuwstelsel • Functies van het zenuwstelsel • reflexen Inleiding: regelsy...

Het zenuwstelsel Anatomie, fysiologie en pathologie p 133 – 147 Doelstellingen zie boek Het zenuwstelsel • doelstellingen • Inleiding • Bouw van het zenuwstelsel • Centraal zenuwstelsel • Perifeer zenuwstelsel • Autonoom zenuwstelsel • Functies van het zenuwstelsel • reflexen Inleiding: regelsysteem • Menselijk lichaam kent 2 regelsystemen die de functies van de weefsels en organen besturen en op elkaar afstemmen, nml  zenuwstelsel:  hormoonstelsel zie later Inleiding: prikkelgeleiding rmogen om veranderingen of prikkels waar te nemen en er op te reageren e prikkels zijn meestal afkomstig van de buitenwereld (geluidprikkels, streling, temperatuur, …). kunnen ook prikkels uit het lichaam zelf afkomstig zijn (drukprikkels op de blaas, pijn, jeuk, …). Inleiding: zenuwbanen • Prikkels worden opgevangen door speciale receptoren en omgezet in signalen. • Via de bij de receptor behorende zenuwbanen verlopen deze signalen naar het ruggenmerg en de hersenen  gevoelszenuwbanen of sensibele zenuwbanen • Als antwoord op deze binnenkomende gevoelsprikkels reageert het zenuwstelsel bewust of onbewust met bepaalde acties, meestal sturen van zenuwsignalen via motorische zenuwbanen  naar spieren  reflex gebeurt snel. Bouw van het zenuwstelsel • Bestaat uit zenuwweefsel en steunweefsel • Steunweefsel (gliaweefsel) geeft stevigheid en vorm aan het eigenlijke zenuwweefsel. • Zenuwweefsel bestaat uit zenuwcellen die, zoals alle cellen, bestaan uit een cellichaam en een celkern Neuron = het cellichaam met de kern, de korte uitlopers en de lange uitloper samen Neuron • Isolatie • Grijze stof • Witte stof • Hersenen: buitenkant bestaat uit grijze stof (celrijk) en binnenkant uit witte stof (vezelrijk) • Ruggenmerg: grijze stof ligt binnenin en witte stof aan de buitenzijde Neuron: prikkelverwerking • In neuronen speelt de eigenlijke functie van het zenuwstelsel zich af, nml. de prikkelverwerking. • We verdelen het zenuwstelsel in het • Centrale zenuwstelsel (CZS) • Perifere zenuwstelsel = willekeurige zenuwstelsel • Autonome of onwillekeurig zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel (CZS) • Bestaat uit de grote en de kleine hersenen en het ruggemerg, die met elkaar verbonden zijn door het verlengde merg en de hersenstam. Centraal zenuwstelsel • Energiebehoefte: groot van het beschikbare hoeveelheid zuurstof in het lichaam wordt 20% naar de hersenen gevoerd gewicht hersenen 2 à 3% van het lichaamsgewicht. • Bloedtoevoer van de hersenen: zowel via de hals als via het wervelkanaal lopen 2 paar slagaders naar de hersenen. Deze komen samen aan de basis van de hersenen. Daar vormen ze de • Slagaderlijke ring. Vanuit die ring takken weer 3 paar hersenslagaders af (zie volgende dia) Centraal zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel • Hersenvliezen: 1. Het harde hersenvlies ligt aan de buitenkant 2. Het zachte hersenvlies, dat het hersenoppervlak tot in al zijn groeven bekleedt 3. Het spinnenwebvlies, bevindt zich tussen het harde en het zachte hersenvlies Centraal zenuwstelsel • Liquor: ruimte gevuld met vloeistof (liquor) tussen het zachte hersenvlies en het spinnenwebvlies Centraal zenuwstelsel • Ventrikels = holten waarin zich een vlies bevindt dat de liquor produceert. Via kleine openingen staan de ventrikels in verbinding met het vloeistoflaagje rondom de hersenen en het ruggenmerg. • Hersenschors: oppervlakte van de hersenen is niet glad maar vertoont een grillig patroon van groeven. In de hersenschors liggen neuronen die de schors grijs kleuren Centraal zenuwstelsel: motorische centra Centraal zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel: gevoelscentra • Gevoelscentra: • thalamus Centraal zenuwstelsel: hersenstam • Hersenstam • Kleine hersenen Centraal zenuwstelsel: ruggenmerg Perifeer zenuwstelsel • Ligt buiten de schedel en het wervelkanaal • Bestaat uit gebundelde lange uitlopers van zenuwcellen in hersenen en ruggenmerg • Zo’n een bundel die er met het blote oog uitziet als een dunne witte draad noemen we een zenuw • Zenuwen: • Hersenzenuwen: verlopen van of naar de hersenen • Ruggenmergzenuwen: verlopen van of naar het ruggemerg Perifeer zenuwstelsel Perifeer zenuwstelsel: functie • 12 paar hersenzenuwen: bewegingen spiertjes in het gezicht, de oogspieren, de tong en de spieren die van belang zijn bij het slikken. Op gevoelsgebied: reuk, zien, horen, evenwichtszintuig. Het gevoel in het gezicht en in de mond, de tong en de keel. Staan in verbinding met grote groepen zenuwcellen (kernen) in de hersenstam. • 32 paar ruggenmergzenuwen: treden steeds tussen twee wervels links en rechts van de wervelkolom naar buiten. Zenuwen met een gemengde functie: bevatten zenuwbanen die gevoelsprikkels geleiden en zenuwbanen die motorische prikkels geleiden. Vlak naast de ruggenmerg splitst de ruggenmergzenuw zich in 2 wortels: • Voorwortel • achterwortel Perifeer zenuwstelsel: voor- en achterwortel Perifeer zenuwstelsel: halfzijdige functie • Elke ruggenmergzenuw vervult een strikt halfzijdige functie, dwz dat wat de motoriek betreft slechts een bepaalde spier of groep van spieren aan 1 zijde van het lichaam wordt verzorgd. Dat geldt ook voor het gevoel Perifeer zenuwstelsel: de paardenstaart Centraal zenuwstelsel + perifeer zenuwstelsel = willekeurig zenuwstelsel Autonoom zenuwstelsel • = werkt onwillekeurig of autonoom. Ons bewustzijn moet dus niet intact zijn. • Wordt onderverdeeld in: 1. Sympatisch zenuwstelsel (de sympathicus) 2. Het parasympatisch zenuwstelsel ( de parasympathicus) Deze hebben een tegengestelde werking: Organen die onder de werking van het onwillekeurig zenuwstelsel vallen zijn: - bloedvaten - luchtwegen - maag-darmkanaal - het hart -klieren Autonoom zenuwstelsel De zenuwcellen van het sympatisch stelsel bevinden zich links en rechts van de hersenstam, in de voorhoorns van het ruggenmerg en in de grensstreng, die links en rechts naast de wervelkolom loopt. 10de hersenzenuw of de zwervende zenuw: parasympatisch stelsel Functies van het zenuwstelsel • Opvangen van prikkels: gebeurt door receptoren die als onderdeel van het zenuwstelsel voorkomen in de huid, de darmwand, de blaas, het oog, het binnenoor, de tong en de neus • Geleiden van prikkels: gebeurt via de zenuwbanen, naar de hersenen en het ruggenmerg toe en omgekeerd. • Regelen van de spiertonus: de spanning in de spieren moet constant bijgesteld worden om de bewegingen soepel te laten verlopen. • Coördinatie: spieren of spiergroepen moeten zo doelmatig mogelijk samenwerken • Psychische functies: vooral in de grote hersenen Reflexen • = belangrijke functie van het zenuwstelsel • Synaps • Kortsluiting – reflex: via het ruggenmerg onttrekken reflexen zich aan onze wil. Vb: • • • • Kniepeesreflex Oogknipperreflex Speekselreflex pupilreflex Eenvoudige reflexboog: Kniepeesreflex Reflexboog: voorbeeld: terugtrekreflex Babyreflexen

Use Quizgecko on...
Browser
Browser