GGZ College Week 4 PDF
Document Details
Uploaded by SincereProtactinium9600
Universiteit van Amsterdam
Tags
Summary
This document provides notes from a GGZ college regarding autism, dementia and mild cognitive impairment (MCI). The material discusses the definitions, characteristics, and treatment approaches for these conditions.
Full Transcript
College 6 18-11 Autisme volgens DSM: Blijvende beperkingen op het gebied van sociale communicatie en sociale interacties o Beperkingen in de sociaal emotionele wederkerigheid o Beperkingen in het non-verbale communicatieve gedrag dat gebruikt wordt in de soc...
College 6 18-11 Autisme volgens DSM: Blijvende beperkingen op het gebied van sociale communicatie en sociale interacties o Beperkingen in de sociaal emotionele wederkerigheid o Beperkingen in het non-verbale communicatieve gedrag dat gebruikt wordt in de sociale interactie o Beperkingen in het ontwikkelen, handhaven, en begrijpen van relaties, variërend, bij voorbeeld, van moeilijkheden zich aan te passen aan uiteenlopende sociale contexten; tot moeilijkheden om fantasiespel met anderen te delen of moeite met het sluiten van vriendschappen; tot een afwezigheid van belangstelling voor leeftijdgenoten Beperkte Herhaalde patronen van gedrag, interesse en activiteiten o Stereotiepe of zich herhalende motorische bewegingen o Op een rigide manier vasthouden aan routines o Gefixeerde interesse o Over- of onder gevoeligheid voor zintuigelijke prikkels Vanaf vroeg in de kindertijd aanwezig Veroorzaken klinische significante beperkingen Stoornis kan niet verklaard worden door een verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand 3 niveaus van ernst (1 is hoofunctioneren) Zorgpad: vermoeden van autisme -> Diagnostisch onderzoek -> Rapportage, verstrekking diagnoseverklaring begeleiding -> wegen buiten de zorg Genezing is niet mogelijk (en wenselijk): alleen leren om gaan Cognitieve gedragstherapie Ergotherapie EMDR Persoon gecentreerde coaching Particulier interventies Kan co morbide zijn, zoals hoog IQ Neurodiversiteit: nu vaak gebruikt als parapluterm College 7 21-11-2024 DSM5 Dementie: Major neurocognitieve disorder Definitie: Progressieve, niet aangeboren storingen op ten minste twee domeinen van cognitie met tastbare invloed op het dagelijkse leven Dementie: Syndroom Negatieve invloed op dagelijks leven Progressieve cognitieve klachten Kan komen door ziektebeelden: Alzheimer, vasculaire schaden en parkinson -> heeft invloed op vorm van dementie klachten. Bijvoorbeeld Parkinsons heeft meer motorische klachten Milde cognitieve stoornis (MCI): Progressieve cognitieve klachten Minder negatieve invloed op dagelijks leven Kan ook ontstaan uit zelfde ziektebeelden Kan later alsnog Major cognitieve stoornis worden Prevalentie: Op dit moment 500.000 In 2050 rond de 600.000 Neemt toe door vergrijzing Hoe ouder hoe groter de kans op dementie (40% onder 90+ ers) Biologische aspecten: Verkeerd eiwit maar is dit gevolg of oorzaak? Medicijnen die eiwitten weghalen, geen genezing maar wel remming Diagnostisering: (hetro)anamnese en cognitieve test Hersenscan Biomarkers in bloed of hersenvocht Waarom? o Belangrijk voor wetenschappelijk onderzoek o Kan voorspelling voor beloop geven o Kan invloed hebben op behandelmethode Psychologische aspecten: Executieve functie Geheugen Perceptie-motorische functie Taal Aandacht/ concentratie Sociale cognitie Andere factoren spelen mee in hoe het doen en laten van een patiënt veranderd Eenzaamheid Stigma Depressie Sociale aspecten: >75% woont thuis >70% stopt met hobby’s >50% mantelzorgers zwaar overbelast Economische belasting, hoge kosten en mantelzorgers Sociale gezondheid: zelfredzaamheid, sociale participatie en verplichtingen nakomen Hoe kan sociale gezondheid bevorderd worden: Dementie vriendelijke samenleving Zorg en activiteiten gericht op de persoon Ondersteuning mantelzorgers Toekomstige zorg, wat is er nodig? Meer persoonsgerichte zorg Meer gebruik van technologie Meer mensen die thuis wonen met dementie Meer dementie vriendelijke wijken en woonvormen Minder marktwerking/versnippering Minder bureaucratie Minder verpleeghuizen -> bijvoorbeeld door inzet meer technologie Minder medische procedures/behandelingen Waar moet een technisch hulmiddel mee helpen? Mensen met dementie en/of mantelzorgers? Cognitie en/of functie Fysieke, mentale of sociale gezondheid? Waarom technologie lastig, welke barrières: Persoonlijke factoren Omgeving Technologie zelf Financiële factoren Sociale factoren Technische factoren