Geschiedenis H1 PDF
Document Details
Uploaded by LaudableSodium
Tags
Summary
This document provides a list of historical terms and concepts, likely for a history class. Includes terms like 'Restauratie', 'legitimiteitsbeginsel', and more. It is not a past paper as there is no indication of an exam board or year.
Full Transcript
Geschiedenis begrippen: Restauratie Terugkeer naar de toestand van voor de Franse Revolutie legitimiteitsbeginsel Wettige vorsten terug op de troon goddelijk recht Absolute vorsten stellen dat God hen heeft aangeduid...
Geschiedenis begrippen: Restauratie Terugkeer naar de toestand van voor de Franse Revolutie legitimiteitsbeginsel Wettige vorsten terug op de troon goddelijk recht Absolute vorsten stellen dat God hen heeft aangeduid om te regeren. bufferstaat een land dat tussen twee vijandige landen ligt om conflicten te voorkomen. nationaliteitsprincipe Elk volk heeft recht op een eigen staat, dus ook de kleinere volkeren interventierecht Het recht van een land om in te grijpen in de zaken van een ander land, meestal om conflicten op te lossen Verlichting Een periode waarin mensen begonnen na te denken over vrijheid, wetenschap en kennis. liberalisme Een politiek-maatschappelijke stroming waarin de vrijheid van het individu voorop staat. volkssoevereiniteit De macht van de vorst is beperkt. Het volk heeft het hoogste gezag en kiest via een parlement wie regeert. De staat moet een minimale rol spelen. cijnskiesrecht Stemrecht wordt verbonden met rijkdom, enkel inwoners die voldoende belastingen betalen mogen stemmen. nationalisme Volksverbondenheid en verlangen naar een eigen onafhankelijke staat Romantiek een stroming waarbij kunstenaars gebeurtenissen uit het verleden van een volk of gebied ophemelen. vetorecht Het recht om een beslissing of wet tegen te houden, zelfs als de meerderheid het ermee eens is. unionisme Bondgenootschap tussen liberale en katholieke leiders tegen de vorstelijke politiek neutrale staat Een land dat zich niet mengt in conflicten tussen andere landen en geen partij kiest in oorlogen. Realpolitik Politieke benadering die zich richt op praktische en haalbare oplossingen in plaats van idealistische of morele overwegingen Risorgimento de periode van de 19e eeuw in Italië waarin de Italiaanse staten samenkwamen en Italië als één verenigd land werd gevormd. Het was een beweging voor nationale eenheid en onafhankelijkheid. Data: - 1814-1815: Congres van Wenen - 1820: Eerste revolutiegolf - 1830: Tweede revolutiegolf - 1848: Derde revolutiegolf - 1830: Belgische opstand - 21 juli 1831: Eedaflegging Leopold I = nationale feestdag België - 1839: Erkenning onafhankelijk België door Nederland: akkoord met XXIV artikelen - 1870: Italiaanse eenmaking - 1871: Duitse eenmaking Historische kaarten: Europa onder Napoleon Tijd: 1799 - 1815 Ruimte: Europa Frankrijk, de Nederlanden, Spanje, Koninkrijk Italië, Koninkrijk Napels, Illyrische provincie, GH Warschau waren door Napoleon veroverd of afhankelijk van Fr. Besluit: Het grootste deel van Europa viel onder de invloedsfeer van Napoleon Europa in 1789 Europa na 1815 1789(Franse Revolutie) 1815(Congress van Wenen) Europa Europa - Polen, GH Finland en Bessarabië werden opgeofferd aan Rusland - Pruisen nam een strategische plaats in → uitbreiding naar het Oosten en Westen grenst zowel aan Frankrijk als aan Rusland, 2 machtige staten. - Oostenrijk: verlies: Habsburgse Nederlanden (huidige België) winst: gebieden in Noord-Italië - Via bufferstaten hebben de grootmachten geprobeerd ‘het gevaar’ Frankrijk in te dijken → Koninkrijk der Nederlanden, GHD Luxemburg, Piemont en Sardinië kwamen zo tot stand De doelstelling van de overwinnaars → politiek machtsevenwicht creëren in Europa - Malta, Kaapstad, Sri Lanka ⇒ steunpunten die Groot-Brittannië verwierf Het Congres van Wenen 1814-1815 - 1814: Napoleon werd verbannen naar Elba - 1815: definitieve ondergang van Napoleon in Waterloo Deelnemers: 1. Vertegenwoordigers van de belangrijkste Europese staten: Oostenrijk, Rusland, Verenigd Koninkrijk en Pruisen + enkele kleine staten 2. Een Franse delegatie (nieuw bestuur) Wat gebeurt er met Europa na Napoleon? Problemen: - Politiek: macht van de wettige vorsten was aangepast - Territoriaal: Europese evenwicht verstoord (door dominantie van Frankrijk) Politieke oplossing = de klok terugdraaien Via restauratie van het Ancien Régime Hoe? 1. Toepassing van het legimiteitsbeginsel vb. in Frankrijk: de Bourbons 2. Gebaseerd op het goddelijk recht Gevolg: Herstel van de vroegere monarchieën → alle macht ligt bij de koning, geen volkssoevereiniteit=herstel Ancien Régime Territoriale oplossing = een nieuwe kaart voor Europa Doelstelling overwinnaars → politiek machtsevenwicht creëren in Europa Hoe? - overwinnaars van napoleon kregen gebiedsuitbreiding - Groot-Brittanië → belangrijke zeemacht → meer geïnteresseerd in steunpunten op zee vb. Malta, Kaapstad, Sri Lanka - Frankrijk omringd door bufferstaten - Nationaliteitsprincipe werd niet toegepast Een bondgenootschap van Europese grootmachten De ‘Grote Alliantie’ opgericht om restauratie en vrede te bewaren → dit bondgenootschap had een controlerende functie binnen Europa Doel → beschermen van de restauratie + het heringevoerde Ancien Régime → 1818: Middel → interventierecht binnen de Grote Alliantie Vandaag ⇒ NAVO Na een eeuw zonder oorlog verstoorde …. de rust Opkomst van het liberalisme en nationalisme Het liberalisme komt op voor de vrijheid Kenmerken: Politiek - Volkssoevereiniteit - Grondwet - Scheiding tussen kerk en staat - Veel liberalen verkiezen het cijnskiesrecht (Mensen die moeten werken voor hun loon niet → worden loonslaven genoemd: kunnen onder druk gezet worden door hun werkgever + geen tijd om zich te informeren) Economisch - Vrijhandel: - vrije concurrentie en het vrij initiatief - De rol van de overheid moet minimaal zijn Cultureel - optimistisch: vertrouwen dat de mens en wetenschap voor vooruitgang blijven zorgen Het nationalisme ijvert voor zelfbestuur voor de volkeren ‘Een volk heeft recht op een eigen staat’ → Congres van Wenen hield geen rekening met de wensen van veel nationalisten - Italië: invloed van Oostenrijk stijgt - Duitsland blijft verdeeld - Polen: Geen eigen staat - Nederlanden: “Belgische” bevolking gaat samen met Holland Opkomst Nationalisme ➔ Gestimuleerd door de Franse bezetting ➔ Aangewakkerd door de Romantiek Eugène Delacroix - La liberté guidant le people Emanuel Leutze - Washington crossing the Delaware George Washington die in 1776 opweg was naar Trenton voor een verrassingsaanval op de Britten → overwinning = beslissend moment uit de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog Gustave Wappers - Tafereel van de Septemberdagen 1830 op de Grote Markt te Brussel Moment waarop de Belgische onafhankelijkheidsverklaring werd voorgelezen Drie revolutiegolven oorzaak: Congres van Wenen (1814-1815) → Geen rekening gehouden met nationaliteitsprincipe → opkomst liberalisme De revolutiegolf van 1820 - Gebeurtenis: Eerste reeks opstanden en revoluties in Europa en Latijns-Amerika. - Spanje: Onderdrukt door de Grote Alliantie (Coalitie van Europese mogendheden). - Latijns-Amerika: Spaanse koloniën vechten voor onafhankelijkheid. - Reactie van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten: Ze gebruiken hun invloed (vetorecht) om te voorkomen dat de Alliantie ingrijpt. - Gevolg: Koloniën zoals Mexico en Peru worden onafhankelijke staten. Motivatie van Groot-Brittannië en de VS: - Groot-Brittannië wilde handelsrelaties zonder inmenging van Spanje. - Monroe-doctrine van de VS: Europese bemoeienis met Amerikaanse continenten stopzetten. Ook Griekse onafhankelijkheidsoorlog werd niet ingegrepen door Grote Alliantie omdat: 1. Christelijke Grieken tegenover Islamitische Ottomanen 2. Griekenland = de Bakermat van de Westerse beschaving De revolutiegolf van 1830 = Julirevolutie - Middenklasse protesteerde tegen koning Karel X omdat hij te veel macht had - Na 3 dagen trad hij af → opgevolgd door liberale Koning Lodewijk Filips, de ‘burgerkoning’ ⇒ inspiratiebron Belgische revolutie De revolutiegolf van 1848 = Februarirevolutie - BurgerKoning werd afgezet en de monarchie werd vervangen door de tweede franse republiek - In de multinationale Habsburgse landen ontstonden verschillende revoluties + ontstond in Duitsland als in Italië een eenheidsstaat → Congres van Wenen had gefaald Belgische revolutie en staatsvorming De Nederlanden herenigd → Werden herenigd omdat samen waren ze sterker als bufferstaat tegen Frankrijk bij een eventuele expansie Vorst van Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Willem I van het huis Oranje-Nassau Economisch - Noorden: Handel en Kolonies - Zuiden: vooral sterk in de industrie Politiek Vooral in Zuiden → verlichte despotisme (= “Alles voor het volk, niets door het volk”) Verlichte Despotisme: 1. Willem I benoemt de ministers 2. De pers staat onder staatscontrole 3. Het parlement heeft geen controlerecht Liberalen en katholieken niet blij: - Liberalen: willen inspraak en persvrijheid - Katholieken: tegen godsdienstvrijheid + Taalpolitiek zorgde voor problemen → Het Noorden wordt bevoordeeld: Nederlands wordt de officiële taal (eerst Frans) → Later teruggedraaid door protest Gevolg: Unionisme Het Zuiden komt in opstand Willem I → willigt eisen unionisme niet in → invloed radicalen ↑ → contact met Fransen Ontevredenheid bij het volk → hongersnood → werkloosheid 1. 25/08/1830 ‘De stomme van Portici’ → anti-Hollandse relletjes Slogan opstandelingen: Wij Willen Willem Weg Wilde Willem Wijzer Worden Wij Willen Willem Weer → Door vele plunderingen → burgerwacht → kleuren milities = Brabantse kleuren 2. 01/09/1830 → burgerwacht startte nieuwe onderhandelingen met Willem Ze wouden dat Willem I zijn beleid aanpaste aan wim eisen zodat het Noorden niet meer werd bevoordeeld + burgerwacht verloor de controle → barricades in Brussel 3. 23/09/1830: Nederlands leger onder leiding van prins Frederik trok Brussel binnen → Leger kan stad niet innemen → Trekt na 4 dagen terug Het Zuiden als onafhankelijke staat 4. 04/10/1830 De onafhankelijkheid werd afgekondigd door het Voorlopig Bewind (= een regering gevormd door de leiders van de opstand) Zij organiseerden verkiezingen om een Nationaal Congres te maken a. Opstellen van de grondwet → voornaamste macht = de natie via parlement → Liberalen: - vrijheden: persoon, pers en taal - inspraak van het volk stijgt → Katholieken - Vrijheid van onderwijs - De lonen van priesters worden betaald door de staat = het Katholicisme wordt erkend b. Staatshoofd kiezen Duitse prins Leopold I van Saksen-Coburg en Gotha legde op 21 juli 1831 de eed af ⇒ de Belgische Nationale Feestdag 5. 04/11/1830 Start Conferentie van Londen → Het verdrag der XXIV artikelen werd opgesteld - Frankrijk is een voorstander: bufferstaat verdwijnt + hoopt België ooit te annexeren - G.B. is ook een voorstander: economische concurrent minder - Pruisen, Rusland en Oostenrijk: eigen problemen (opstanden): grijpen niet in - België + Holland: moeten EU-grootmachten over hun lot laten beslissen 02-12/08/1831 De Tiendaagse veldtocht België wordt gestraft → verliest Nederlands limburg, GH Luxemburg, de monding van de Schelde Invloed Haven van Antwerpen: Nederland kreeg controle over de toegang van de Schelde, ze gingen Schelde tol heffen 1839: Goedkeuring ‘Verdrag der XXIV artikelen’ / ‘Verdrag van Londen’ → voorwaarde: België = neutraal Koningen der Belgen: 1. Leopold I 2. Leopold II 3. Albert I 4. Leopold III 5. Boudewijn 6. Albert II 7. Filip