Examenmatrijs Kennisexamen 8 Marketing PDF

Examenmatrijs Kennisexamen 8 Algemene informatie Examennaam Marketing Kwalificatiedossier en cohort Business Services 2022 en verder Profiel, niveau en crebocode P6: Mark...

Examenmatrijs Kennisexamen 8 Algemene informatie Examennaam Marketing Kwalificatiedossier en cohort Business Services 2022 en verder Profiel, niveau en crebocode P6: Marketing & Communication Specialist, 25727 niveau 4 Kerntaak P6-K1: Verzorgt marketing en (interne) communicatietrajecten Vakkennis en vaardigheden 1. Heeft brede kennis van belangrijke begrippen m.b.t. communicatie- of marketingbeleid. 2. Heeft brede kennis van communicatie- of marketingmodellen en -theorieën. 3. Heeft brede kennis van de verschillende (economische) markten en marketingomgevingen. 4. Heeft brede kennis van distributiestructuren. 5. Heeft brede kennis van het communicatie- of marketingproces. 6. Heeft brede kennis van markt- en vraagbegrippen. 7. Heeft brede kennis van relevante ondernemingsvormen. 8. Heeft brede kennis van strategische opties voor het communicatie- of marketingbeleid. 9. Heeft brede kennis van concurrentieniveaus en -gedrag. Examenvorm en examenduur Kennisexamen (random varianten) 60 minuten Hulpmiddelen/materialen 30-10-2023 Examenmatrijscode en EM_MCS_BS22_KE8_3 [Vaststellingsdatum] vaststellingsdatum  Onderdeel Code Toetsterm Taxonomie Aantal Aantal vragen punten K B T Analyse (15%) 1.1 De kandidaat herkent fasen in het marketingproces. X 1 1 - Analyse (visie, missie, SWOT, koopgedrag) - Strategie bepalen (segmenteren en doelgroep kiezen, positionering, propositie) - Plannen maken (7P-model: product, prijs, plaats, promotie, personeel, proces, physical evidence/presentatie) - Uitvoeren/implementeren - Evalueren 1.2 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie in het marketingproces van welk X 1 1 planningsniveau sprake is: strategisch, tactisch of operationeel. 1.3 De kandidaat deelt interne en externe ontwikkelingen in volgens de SWOT-analyse. X 1 1 1.4 De kandidaat deelt externe ontwikkelingen in volgens het DESTEP-model. X 1 1 1.5 De kandidaat herkent of benoemt een of meer fasen van het (online) X 1 1 aankoopbeslissingsproces. - Behoefteherkenning (ontstaan van een probleem of wens) - Informatie verzamelen - Evaluatie van de alternatieven - Feitelijke aankoop - Evaluatie van het gebruik 1.6 De kandidaat benoemt of herkent een of meer van de fasen van de X 1 1 online marketingfunnel: bezoeken, boeien, beslissen, bestellen, betalen en binden. Strategische 2.1 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie welke factor(en) het koopgedrag X 1 1 opties voor beïnvloedt/beïnvloeden. het - Persoonlijke factoren communicatie- - Psychologische factoren - Culturele factoren EM_MCS_BS22-KE8_3 2/9 of marketing- - Sociale factoren beleid (26%) 2.2 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie in de consumentenmarkt welk X 1 1 segmentatiecriterium is toegepast: geografisch, demografisch, psychografisch, socio- economisch of gedragscriterium. 2.3 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke vorm van marketing sprake X 1 1 is: business-to-business, business-to-consumer, consumer-to-consumer, consumer-to- business. 2.4 De kandidaat herkent of benoemt de verschillen tussen de business-to-consumer- X 1 1 markt en de business-to-business-markt. - Relatie tussen de partijen - Betrokkenheid bij de aankoop - Tijdsduur van de aankoop - Emotioneel/rationeel - Halffabricaat/eindproduct - Aantal beslissers - Grootte/aantal van de koop - Communicatie/promotie 2.5 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke groeistrategie (van Ansoff) X 1 1 sprake is: productontwikkeling, marktontwikkeling, marktpenetratie of diversificatie. 2.6 De kandidaat herkent de begrippen portfolio-analyse (BCG-matrix) en product- X 1 1 marktcombinatie. 2.7 De kandidaat bepaalt aan de hand van een positioneringsmatrix de positionering van X 1 1 een organisatie. 2.8 De kandidaat bepaalt en/of verklaart voor een gegeven situatie of er sprake is van een X 1 1 unique selling proposition/point (USP) of een unique buying reason (UBR). 2.9 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie of er sprake is van X 1 1 marketingcommunicatie-instrumenten zoals reclame, direct marketing, public relations, persoonlijke verkoop, sponsoring, evenementen of social media. EM_MCS_BS22-KE8_3 3/9  2.10 De kandidaat bepaalt voor een geformuleerde doelstelling of sprake is van een X 1 1 ondernemings-, marketing- of communicatiedoelstelling. Economische 3.1 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke marktsituatie of X 1 1 markten en marktvorm sprake is. marketing- - Marktsituatie: kopersmarkt of verkopersmarkt omgevingen - Marktvorm: monopolie, oligopolie, monopolistische concurrentie of volledige (15%) mededinging 3.2 De kandidaat bepaalt voor een gegeven organisatie van welke concurrentiepositie X 1 1 sprake is: marktleider, marktuitdager, marktvolger of marktnicher. 3.3 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welk concurrentieniveau sprake X 1 1 is: behoefteconcurrentie, generieke concurrentie, productvormconcurrentie of merkconcurrentie. 3.4 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke vorm van segmentatie er X 1 1 sprake is: ongedifferentieerde marketing, gedifferentieerde marketing of geconcentreerde marketing. 3.5 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke behoefte sprake is volgens X 1 1 de Piramide van Maslow. - Fysiologische (lichamelijke) behoefte - Behoefte aan veiligheid en zekerheid - Behoefte aan sociale contacten (vriendschap, liefde) - Behoefte aan waardering en erkenning (status, aanzien) - Behoefte aan zelfontplooiing (zelfactualisatie) 3.6 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke ondernemingsvorm sprake X 1 1 is: eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), commanditaire vennootschap (cv), maatschap, besloten vennootschap (bv), naamloze vennootschap (nv), stichting of vereniging. Product (21%) 4.1 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie of er sprake is van marketing voor X 1 1 een product, een dienst of non-profit. EM_MCS_BS22-KE8_3 4/9  4.2 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welk productniveau er sprake is: X 1 1 fysiek product, uitgebreid product of totaal product. 4.3 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie in welke fase van de X 1 1 productlevenscyclus (PLC) een product zich bevindt: introductie, groei, volwassenheid of neergang. 4.4 De kandidaat herkent een van de volgende begrippen: fabrikantenmerk (A-, B- of C- X 1 1 merk), huismerk/private label, individueel merk of paraplumerk. 4.5 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke dimensie (breedte, diepte, X 1 1 hoogte, lengte of consistentie) van het assortiment sprake is. 4.6 De kandidaat herkent of benoemt de kenmerken (frequentie, hoogte van de prijs, X 1 1 bijbehorend koopgedrag, duur van de aankoop) van convenience goods, shopping goods, specialty goods, unsought goods, substitutie- of complementaire goederen. 4.7 De kandidaat stelt voor een gegeven situatie vast of er sprake is van line extension X 1 1 (trading up, trading down), kannibalisatie, brand extension, joint promotion of co-branding. 4.8 De kandidaat bepaalt of er in een gegeven situatie sprake is van X 1 1 crossselling, deepselling of upselling. Plaats (13%) 5.1 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke distributiestrategie er X 1 1 sprake is: pushstrategie/pullstrategie, selling-in/selling-out, direct kanaal/indirect kanaal, dropshipping. 5.2 De kandidaat bepaalt of er in een gegeven situatie sprake is van intensieve-, X 1 1 selectieve- of exclusieve distributie. 5.3 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke soort distributie er sprake X 1 1 is: single channeling, multichanneling, crosschanneling, omnichanneling. 5.4 De kandidaat herkent vraag- en marktbegrippen zoals marktaandeel, X 1 1 distributiespreiding, penetratiegraad en bezitsgraad. 5.5 De kandidaat bepaalt van welke beweging in de bedrijfskolom er sprake is in een X 1 1 gegeven situatie: integratie, specialisatie, parallellisatie, differentiatie. EM_MCS_BS22-KE8_3 5/9 Prijs (10%) 6.1 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke prijsstrategie er sprake is: X 1 1 afroomprijsstrategie, penetratieprijsstrategie, vraaggeoriënteerde (afnemersgeoriënteerde)-, concurrentiegeoriënteerde- of kostengeoriënteerde prijsstrategie. 6.2 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie of er sprake is van een van de X 1 1 volgende begrippen: premium pricing, prijsdifferentiatie, prijsdiscriminatie, psychologische prijsstelling. 6.3 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welk verdienmodel er sprake is: X 1 1 transactiemodel, abonnementsmodel, freemiummodel, advertentiemodel, yieldmodel of makelaarsmodel. 6.4 De kandidaat bepaalt welke vorm van korting is toegepast in een gegeven X 1 1 situatie: kwantumkorting, seizoenskorting, relatiekorting, inruilkorting, introductiekorting, of betalingskorting (bij snelle betaling). Totaal: 21% 77% 3% 39 39 K B T Per onderdeel wordt het aandeel in het examen tussen haakjes vermeld. Door afronding kan het voorkomen dat het totaal van de percentages niet precies op 100 procent uitkomt. Taxonomie naar Bloom: K = Kennis, B = Begrip, T = Toepassen * De punten worden verdeeld over deelvragen en/of deelantwoorden. NB Per variant/afname komen alle toetstermen aan bod, zodat het kennisexamen uit 39 punten bestaat waarbij de zwaarte van de varianten onderling vergelijkbaar blijft. EM_MCS_BS22-KE8_3 6/9 Revisiehistorie Versiebeheer Datum Aanpassing 1 10-03-2022 Initieel document 2 13-03-2023 - 2.6 Aanvulling begrip prijsdifferentiatie - 3.5 Definitie betalingskorting aangepast. 3 30-10-2023 Herziening examen en examenmatrijs - De onderdelen (onderwerpen) van de examenmatrijs zijn aangepast, zie Bijlage 1 Overzicht onderdelen versie 2 en versie 3 op de volgende pagina. - De volgorde van de toetstermen is aangepast, zie Bijlage 2 overzicht toetstermen versie 2 en versie 3. o Bijvoorbeeld de inhoud van toetsterm 1.6 uit versie 2, komt nu terug in toetsterm 1.2. - Drie toetstermen uit versie 2 zijn verwijderd. o 4.5 (Vraagbegrippen, zoals o.a. initiële, additionele, finale en generieke vraag) o 5.2 (Concurrentiestrategie van Porter) o 6.2 (Kiezen ondernemingsvormen) - Twee toetstermen zijn toegevoegd in versie 3. o 2.7 (Positioneringsmatrix) o 4.1 (Marketing voor een product, een dienst of non-profit) EM_MCS_BS22-KE8_3 7/9  Bijlage 1 Overzicht onderdelen versie 2 en versie 3 Onderdeel uit examenmatrijs versie 2 Onderdeel uit examenmatrijs versie 3 Marketingproces Komt voornamelijk terug in Analyse. Marketingmodellen en marketingmix Is verdeeld over Product, Plaats, Prijs en Strategische opties voor het communicatie- of marketingbeleid. Marketingbegrippen Is verdeeld over Product, Plaats en Prijs. Markt- en marketingomgeving Komt voornamelijk terug in Economische markten en marketingomgevingen. Marketingstrategieën Komt voornamelijk terug in strategische opties voor het communicatie- of marketingbeleid. Ondernemingsvormen Komt terug in economische markten en marketingomgevingen. EM_MCS_BS22-KE8_3 8/9  Bijlage 2 Overzicht toetstermen versie 2 en versie 3 Code toetsterm examenmatrijs versie 2 Code toetsterm examenmatrijs versie 3 1.1 1.1 1.6 1.2 1.5 1.3 2.1 1.4 1.2 1.5 1.2 1.6 1.4 2.1 5.5 2.2 4.2 2.3 3.8 2.4 5.3 2.5 2.2 2.6 - 2.7 5.1 2.8 2.10 2.9 1.7 2.10 4.1 3.1 4.3 3.2 4.4 3.3 5.4 3.4 1.3 3.5 6.1 3.6 - 4.1 3.1 4.2 2.3 4.3 2.5 4.4 3.3 4.5 3.2 4.6 2.4 4.7 3.7 4.8 2.8/3.7 5.1 2.9 5.2 2.8 5.3 4.6 5.4 3.6 5.5 2.7 6.1 2.6 6.2 3.4 6.3 3.5 6.4 EM_MCS_BS22-KE8_3 9/9