Duurzaam Rijk Worden PDF
Document Details
Uploaded by LivelyOnyx1815
Hogeschool Rotterdam
Robert Kiyosaki
Tags
Summary
This document discusses various investment strategies, including value investing, growth investing, dividend investing, index investing, active investing, contrarian investing, buy and hold, and sector/thematic investing. It also touches on life cycle investing, market timing, risk diversification, day trading, and dollar-cost averaging. Furthermore, it explores concepts like the importance of financial literacy, avoiding the rat race, and building financial knowledge.
Full Transcript
Duurzaam Rijk Worden Robert Kiyosaki: Arme Pa, Rijke pa Week 1 Beleggingsstrategieën Waardebeleggen (Value Investing) Focus: Aandelen kopen die ondergewaardeerd zijn ten opzichte van hun intrinsieke waarde. Aanpak: Analyse van financiële gegevens, zoals koers-winstverhoudingen en balanscijfers. Gr...
Duurzaam Rijk Worden Robert Kiyosaki: Arme Pa, Rijke pa Week 1 Beleggingsstrategieën Waardebeleggen (Value Investing) Focus: Aandelen kopen die ondergewaardeerd zijn ten opzichte van hun intrinsieke waarde. Aanpak: Analyse van financiële gegevens, zoals koers-winstverhoudingen en balanscijfers. Groeibeleggen (Growth Investing) Focus: Beleggen in bedrijven met een hoog groeipotentieel, vaak in technologie of nieuwe sectoren. Aanpak: Verwachten dat de winstgroei in de toekomst de huidige hoge waardering rechtvaardigt. Kenmerken: Hogere risico’s, maar ook kans op grotere winsten. Dividentbeleggen Focus: Investeren in bedrijven die regelmatig dividenden uitkeren. Doel: Stabiel inkomen genereren uit beleggingen. Voordeel: Minder afhankelijk van koersschommelingen. Indexbeleggen (Passief Beleggen) Focus: Beleggen in indexfondsen of ETF’s die een marktindex volgen (S&P 500 of AEX). Doel: Kosten laag houden en martkgemiddelde prestaties behalen/ Geschikt voor: Lange termijn en beleggers die geen tijd of expertise hebben om actief te beleggen. Actief beleggen Focus: Proberen de markt te verslaan door actief aandelen of andere activa te kopen en verkopen. Aanpak: Korte-termijntrends, technische analyse en marktnieuws Uitdaging: Moeilijk om consistent betere resultaten te behalen dan de markt. Contrair beleggen (Contrarian Investing) Focus: Gaan tegen de stroom in, bijvoorbeeld kopen wanneer anderen verkopen. Aanpak: Gebruik maken van overreacties in de markt. Risico: Het kan lang duren voordat een ondergewaardeerde belegging stijgt. Buy and Hold Focus: Aandelen kopen en vasthouden voor de lange termijn, ongeacht tussentijdse fluctuaties. Doel: Profiteren van lange termijn groei. Geschikt voor: Geduldige beleggers met een lange horizon. Bestaat vooral uit waarde aandelen, die periodiek dividend uitkeren. De koers is vrij stabiel. Wanneer de koers laag staat, koop je deze bij. Van het uitgekeerde dividend beleg je opnieuw in je deze aandelen. Sector- of Thematic Investing Focus: Beleggen in specifieke sectoren of thema’s, zoals duurzame energie, technologie of gezondheidszorg. Doel: Inspelen op trends of maatschappelijke veranderingen. Voorbeeld: ESG-beleggen (duurzaam en verantwoord investeren). Life Cycle beleggen Gaat uit van je leeftijd. Spreid je risico zodanig zodat ook een deel obligaties in je portfolio zit om je vermogen veilig te stellen. Leeftijd als percentage van je vermogen uit obligaties. Markt-Timing Focus: Op basis van economische signalen of technische analyses in- en uitstappen op het juiste moment. Uitdaging: Zeer moeilijk om consistent goed te timen. Risico: Hoge volatiliteit en potentiële gemiste kansen. Risicospreiding (Diversificatie) Focus: Beleggen in een breed scala aan activa om risico te spreiden. Aanpak: Combinatie van aandelen, obligaties, vastgoed, grondstoffen en internationale beleggingen. Doel: Minimaliseren van risico door niet afhankelijk te zijn van één belegging. Daytrading Focus: Korte termijn handel, vaak binnen één dag. Aanpak: Snelle koerswinsten behalen door technische analyse en marktnieuws. Risico: Zeer risicovol en arbeidsintensief. Dollar-Cost Averaging (DCA) Focus: Regelmatig een vast bedrag investeren, ongeacht de marktsituatie. Doel: Gemiddelde instapprijs verlagen en emotionele beslissingen vermijden. Geschikt voor: Langetermijnbeleggers. Week 2 Les 1: Rijke mensen werken niet voor geld. Het leven speelt met je omdat je iets dient te leren. Het leven leert je niet iets met woorden, maar door met je te sollen. De meeste mensen geven anderen de schuld, terwijl hun mentale instelling eigenlijk het probleem was. Kwaadheid en liefde creëert passie, goed voor het leren. Rat Race: Mensen hebben een prijs omdat hun leven wordt beheerst door de angst om zonder geld te komen te zitten. Wanneer ze geld hebben, is het gevoel van verlangen zo sterk dat ze na gaan denken over wat ze met het geld kunnen kopen, waardoor ze weer meer geld nodig hebben. Het blijft zo een vicieuze cirkel. De eerste stap is om toe te geven wat je voelt, en toe te geven dat je je laat leiden door geld. Leer om je emoties te gebruiken om te denken, niet mét je emoties denken. Les 2: Waarom zou je jezelf financieel ontwikkelen? Het gaat er niet om hoeveel geld je verdient, maar om hoeveel geld je vasthoudt. Zonder financieel onderlegde achtergrond is het lastig om van de grond te komen. Boekhouden is saai, maar essentieel voor financieel succes. Zorg dat je het verschil tussen activa en passiva weet, en dat je alleen activa koopt. Als je rijkdom wil behalen, dien je je begrip te vergroten. Meer geld heeft alleen maar meer uitgaven als gevolg. Veel mensen blijven in de Rat Race gevangen omdat zijn hun huis als activa behandelen, terwijl het eigenlijk passiva is. Ze zitten ook vast omdat hun salaris hun belangrijkste inkomen is. Met het stijgen van het salaris stijgen de belastingen. Daarom is het belangrijk om activa te kopen die inkomen produceert. Wanneer je activa voldoende inkomsten genereren om je uitgaven van te kunnen betalen, bezit je rijkdom. Activa zijn bezittingen of middelen die een bedrijf of persoon heeft en die waarde vertegenwoordigen. Ze worden gebruikt om inkomsten te genereren of toekomstige voordelen te behalen. Er zijn drie vormen van activa: - Vaste activa (lange termijn: Gebouwen, machines, voertuigen, computers, patenten - Vlottende activa (korte termijn): Voorraad, debiteuren, kasgeld, banktegoeden - Financiële activa: Aandelen, obligaties, beleggingen Passiva zijn verplichtingen of schulden van een bedrijf of persoon. Dit is het geld dat een organisatie verschuldigd is aan anderen en dat in de toekomst moet worden terugbetaald. Passiva kunnen ook kort- of langlopend zijn. Er zijn twee vormen van passiva: - Kortlopende activa (schulden met een looptijd van minder dan één jaar): Crediteuren (onbetaalde facturen), kortlopende leningen, belastingschulden - Langlopende activa (schulden met een looptijd van meer dan één jaar): Hypotheken, langlopende leningen, obligaties. Activa = Passiva + Eigen Vermogen Les 3: Zorg voor je eigen zaken. McDonald’s grootste activazaken zijn onroerend goed. Er is een groot verschil tussen je beroep en tussen je zaken. Promotie helpt alleen maar bij het opbouwen van financiële zekerheid als dat extra inkomen aan inkomen producerende activa wordt uitgegeven. Echte activa vallen in de volgende categorieën. - Bedrijven waarbij aanwezigheid niet nodig is. Wordt door anderen beheerd. - Aandelen - Obligaties - Inkomen genererend onroerend goed - Waarde/schuldpapieren - Royalty’s - Alles wat inkomen produceert of in waarde stijgt Het advies luidt om overdag je baan te houden en ernaast te investeren in activa. Les 4: De geschiedenis van belastingen. Vooral de middenklasse met een hogere opleiding en -inkomen wordt het meest belast. Een bedrijf is slechts een juridisch document dat een rechtspersoon creëert. Een bedrijf hanteert een lager percentage inkomstenbelasting dan werknemers in loondienst, en daarnaast kunnen er bepaalde kosten van het belastbaar inkomen worden afgetrokken. In 1874 stelde Engeland voor het eerst inkomstenbelastingen voor de burger in. In Amerika gebeurde dit in 1913, met het aannemen van het 16e Amendement. Als overheid wil je zo min mogelijk geld overhouden. Dat zou namelijk blijk zijn van het niet genoeg investeren in bepaalde posten, waardoor dit budget bij een volgende budgettering misschien niet meer beschikbaar is. Belastingadviseurs of fiscale juristen zijn vaak goedkoper dan geld betalen aan de belasting. Het is kostbaar om de wet niet te kennen. Financiële intelligentie bestaat uit vier terreinen: - Accounting: Financieel onderlegd zijn, ofwel het vermogen om cijfers te lezen en sterke en zwakke punten van ieder bedrijf te kunnen evalueren. - Investeren: De wetenschap in strategieën van geld, maakt geld. - Inzicht in de markt: De wetenschap van vraag en aanbod, en de marktomstandigheden. - De wet: Belastingvoordelen en beschermingsconstructies. Les 5: Rijke mensen roepen geld in het leven. Moed kan het verschil maken bij het leiden van een succesvol leven. Financieel talent vereist zowel technische kennis als moed. Rijkdom zit in informatie. Een oud idee kan eigenlijk als passiva worden gezien. Ons grootste bezit is ons denkvermogen. Er zijn twee soorten investeerders: - Investeerders die een volledige investering kopen bij een tussenpersoon zoals een financiële planner. - Investeerders die hun eigen investeringen creëren. Les 6: Werk om te leren, niet voor geld. Zorg ervoor dat er binnen het bedrijf waar je werkt een vakbond actief is. De belangrijkste managementvaardigheden voor succes zijn: - Managen van geldstromen - Managen van systemen - Managen van mensen De belangrijkste specifieke vaardigheden zijn verkoop en marketing. Schrijven, spreken en onderhandelen zijn cruciaal voor een succesvol leven. Les 7: Obstakels overwinnen. De vijf obstakels waarom mensen geen overvloedige kasstroom kunnen ontwikkelen: - Angst - Cynisme - Luiheid - Arrogantie - Slechte gewoontes Les 8: Aan de slag. Tien stappen die je kunt gebruiken om je financiële talent te ontwikkelen: 1. Vind een drijfveer die groter is dan de werkelijkheid. 2. Maak dagelijks keuzes. 3. Zorg voor de goede vriendenkring. 4. Wees voorzichtig met wat je leert, omdat je wordt wat je in je hoofd hebt. 5. Betaal eerst jezelf: de kracht van zelfdiscipline. 6. Betaal je tussenpersonen goed: de kracht van goed advies. LET OP: Stap 7-10 ontbreken. Les 9: To Do lijst en wat wil je nog meer. 1. Stop met wat je aan het doen bent, bepaal wat werkt en wat niet. 2. Ga op zoek naar nieuwe ideeën. Lees boeken over verschillende onderwerpen. 3. Zoek iemand die gedaan heeft wat jij wil gaan doen. 4. Volg cursussen, lees en volg seminars. 5. Biedt vaak, en veel. Er zou iemand ja kunnen zeggen. 6. Ga iedere maand 10 minuten in een bepaald gebied rondrijden, fietsen of joggen. Op zoek naar nieuwe kansen. 7. Ga alle markten af op zoek naar koopjes. Winst wordt gemaakt met de koop, en niet met de verkoop. 8. Kijk op de juiste plaatsen. 9. Denk groot. Kleine mensen blijven klein omdat ze klein denken. 10. Leer van het verleden. Actie wint het altijd van niets doen. Week 3: FIRE FIRE: Financial Independence, Retire Early. Leven van een passief inkomen, voortkomend uit een activakolom. Financiële onafhankelijkheid: Leven van een passief inkomen. Voorbeelden van FIRE - Huurinkomsten vanuit vastgoed - Dividenduitkeringen vanuit aandelen - Consumptie van aandelen (verkoop) - Abonnementsvorm waar mensen mee lid kunnen worden FIRE is een beetje gekoppeld aan minimalisme. Het principe is dat je een bepaald inkomen genereerd. Van dat inkomen heb je een gedeelte nodig om te leven. Hoe kleiner dat gedeelte, hoe meer je overhoudt om te sparen, te beleggen en te investeren. Voorbeeld: Eigen risico zorgverzekering omhoog, lagere maandelijkse premie. De vierprocentregel Het is belangrijk dat je weet hoeveel geld je op jaarbasis nodig hebt om van te leven. Dat moet 4% zijn van het totale vermogen dat je hebt opgebouwd. Een gemiddeld rendement ligt rond de 6-7%. Je kunt daar dus 4% van onttrekken zonder dat je hier verlies op gaat draaien. Om FIRE te zijn moet je 25x je jaarlijkse behoefte bij elkaar sparen. Drie manieren om je uitgaven te verlagen - Minder van iets gebruiken - Minder betalen voor hetzelfde - Goedkoper alternatief vinden Spaar niet, dat wat er na je bestedingen overblijft, maar besteed het geld dat er na het sparen overblijft. ETF’s ETF (Exchange Traded Funds) zijn fondsen die een beursindex volgen. Je kunt op een eenvoudige manier beleggen in een index. ETF’s bestaan voor branches, continenten, grondstoffen etc. Hier zit geen fondsmanager achter, dus lagere kosten dan een beleggingsfonds. Aandelen worden geselecteerd op basis van een index. De drie grootste aandelen van de AEX: Shell, Univlever en ASML, zijn goed voor ongeveer 45% van de index. De tien grootste aandelen zijn ongeveer 80% van de index. De AEX loopt voor op de economie. De Nederlandse economie loopt ongeveer een half jaar achter op de ontwikkelingen van de AEX-index. Niet alle bedrijfstakken zijn even goed vertegenwoordigd. Ontwikkelingen in de energie-, voedsel- en industriële sector hebben een grote invloed op de waarde van de AEX. De bouw, gezondheids- en uitzendsector zijn ondervertegenwoordigd in de AEX. Omzet komt vooral uit het buitenland. De omzet van bedrijven in de AEX wordt niet alleen in Nederland behaald. De meeste bedrijven halen maar een klein deel van hun omzet uit Nederland. Beleggingsfondsen Mandje met aandelen die op de aandelenmarkt worden aangeboden. Samengesteld door een fondsmanager. Je lift mee op een fonds met daarachter een expert. In jouw rendement wordt altijd een percentage afgenomen door de fondsmanager Derivaten Financiële instrumenten waarvan de waarde is afgeleid van een onderliggend actief, zoals aandelen, obligaties, valuta, grondstoffen of indices. Ze worden gebruikt voor risicobeheer (hedging), speculatie of om toegang te krijgen tot markten zonder de onderliggende activa daadwerkelijk te bezitten. Obligaties Een obligatie is een lening die een bedrijf aangaat met jou wanneer zij geld nodig hebben. Het voordeel is dat het rentepercentage vast staat. Je hebt dus een zeker bedrag dat je krijgt na afloop van het contract. Obligatie: Een schuldvordering, je geeft een stukje lening uit aan een bedrijf of een staat. Heeft vaak een laag rendement, maar wel gegarandeerd. Nominale waarde: De totaal op te halen lening die nodig is. Coupure: Waarde van jouw lening aan de staat of het bedrijf. Couponrente: Staat of bedrijf betaalt ieder jaar een percentage rente aan jou. Coupondatum: Datum waarop bedrijf of staat het percentage rente uitkeert. Looptijd: Tijd van een obligatie. Obligatiekoers: Koers van een obligatie, vaak in lijn met rentes van banken. Belangrijke vragen wanneer je start met investeren - Heb je een financiële buffer? - Kan je je emoties in toom houden tijdens schommelingen? - Heb je schulden? - Hen je niet te veel te maand over aan het einde van je salaris? - Wil je snel rijk worden? Strategie van Lieke Nusteling - Passief - Laag risico - Lange termijn - ETF’s Week 4: Beleggen De beurs Effecten: Verzamelnaam voor alle producten die op een beurs verhandeld kunnen worden. Aandelen kun je kopen via een broker, een tussenpartij. Broker gaat naar de beurs en koop de aandelen van iemand anders via de huidige koers. Bedrijven die naar de beurs toe gaan hebben een wens om op te schalen of te vergroten. Daarvoor is kapitaal nodig. IPO: Initial Public Offering: het moment dat je naar de beurs gaat. Een onafhankelijke bank bepaalt hoeveel aandelen tegen welke waarde vastgesteld worden. Rendement: Het verschil in de waarde tussen de aankoopprijs en de huidige waarde die het aandeel heeft. Let op, dit is een ongerealiseerd rendement. Pas na verkoop is het gerealiseerd rendement. Beleggingsproducten Traden: Dagelijks actief verhandelen van aandelen, hoog risico Aandelen: Meest voorkomende producten op de aandelenmarkt. Wanneer je een aandeel koopt, koop je een klein stukje van een bedrijf. Dit maakt je gedeeltelijk eigenaar van het bedrijf. Wanneer je een aandeel koopt, verandert de koers. Er zit een groot verschil tussen de waarde van een aandeel en de koers van een aandeel. De koers van een aandeel is datgene dat je ziet op de beurs. Gebaseerd op vraag en aanbod. De waarde van een aandeel bestaat uit heel veel parameters. Waarde aandeel: Aandelen waarvan de koers stabiel is. Keren vaak dividenden uit per kwartaal. Groeiaandelen: Aandelen waarvan wordt verwacht dat de koers gaat stijgen. De bedrijven hierachter kiezen ervoor om hun rendement telkens opnieuw te investeren in het bedrijf. Samengesteld rendement: Het opnieuw investeren van je rendement uit dividenden. Beleggingsstrategie Belangrijk om jouw beleggingsprofiel te schetsen: - Beschikbaar vermogen - Beleggingshorizon - Risicoprofiel - Vermogensdoel Broker kiezen Een broker is een tussenpersoon die namens jou je aandelen beheert. Je bent wel eigenaar, maar niet de beheerder van je aandelen. De belangrijkste criteria voor het kiezen van een broker: - Kosten - Aanbod - Betrouwbaarheid - Services - Gebruiksvriendelijkheid Brokers rekenen over het algemeen lagere kosten dan een bank. Analyse uitvoeren - Economie - Psychologie: Wat is het gedrag van de consument? - Geschiedenis - Wiskunde Financiële rapporten Cashpositie Earnings per share: De winst per aandeel (EPS) Price-Equity ratio (PE-ratio): De koerst-winstverhouding. De waarde van de koers deel je door de winst per aandeel (EPS). Dit zegt iets over hoe hoog de koers van het aandeel staat ten opzichte van de winst van het aandeel, ook wel de koers in verhouding tot de waarde. De koers-winstverhouding ligt idealiter tussen de 10-15%. Debt-Equity ratio (D/E-ratio): De schulden van een bedrijf in relatie tot het aandelenkapitaal. Het is belangrijk dat een bedrijf niet met geleend geld wordt opgezet omdat hierover rente betaald moet worden. In de regel mag niet meer dan 2/3 geleend geld zijn. EIGEN WONING IS GEEN ASSET Week 6: Cryptotakkies Bitcoin Een verzameling van concepten en technologieën die samengevoegd een fundament vormen voor een nieuw digitaal ecosysteem voor geld. Bitcoin is simpel gezegd een nieuw betalingssysteem. Bedacht door Satoshi Nakamoto. De digitale munt is een oplossing voor het feit dat we zo afhankelijk zijn van financiële instellingen. Wat Satoshi Nakamoto mogelijk wilde maken: - Handel zonder te vertrouwen op tussenpartijen. - Een elektronisch betalingssysteem gebaseerd op cryptografisch bewijs. 1. Bitcoin werk via een gedecentraliseerd peer-to-peer netwerk. 2. Alle uitgevoerde transacties staan in een publiek grootboek (Blockchain). 3. Dit grootboek werkt via een set van regels voor onafhankelijke uitvoer van transacties. Om een transactie uit te voeren heb je nodig: - Bank - Rekeningnummer - Identiteitsbewijs - Geld - Dezelfde valuta als het adres waarnaar het geld wordt verstuurd In de crypto industrie worden deze regels voor je bijgehouden. De blockchain controleert volgens het peer-to-peer netwerk of de regels kloppen en voeren de transactie uit. Mining Zie het minen als een loterij waarbij computers hun best moeten doen om het winnende lot te pakken te krijgen. De winnaar van de loterij ontvangt een beloning in de vorm van bitcoins én een fee voor het opnemen van transacties in het block. Alle transacties worden uitgevoerd, worden op de blockchain opgeslagen in ‘digitale blokken’. De blokken worden grofweg elke tien minuten gecreëerd en op chronologische volgorde opgeslagen. Figuur 1: Systeemconcepten Figuur 2: Te leren stof voor tentamen