Delier PPT PDF

Delier Goed of fout test 1.Een delier heeft altijd een lichamelijke oorzaak? Goed 2. Een delier krijg je alleen als je boven de 70 jaar bent? Fout 3. Aan een delier kun je dood gaan? Goed 4. Iemand met een delier kan zowel onrustig zijn als apathisch? Goed...

Delier Goed of fout test 1.Een delier heeft altijd een lichamelijke oorzaak? Goed 2. Een delier krijg je alleen als je boven de 70 jaar bent? Fout 3. Aan een delier kun je dood gaan? Goed 4. Iemand met een delier kan zowel onrustig zijn als apathisch? Goed 5. Iemand met een delier moet veel in bed liggen. Fout 6. Door een volle blaas kun je een delier krijgen? Goed 7. Een delier komt geleidelijk? Fout 8. Een delier is in de avond en nacht erger? Goed 9. Wanen zijn… dingen die er niet zijn? Fout 10. Als iemand met een delier dingen zegt die niet waar zijn moet je… niets zeggen? Fout Wat is een delier(of delirium) Delirare= de weg kwijt zijn één van meest voorkomende complicaties tijdens ziekenhuisopnames van oudere patiënten Een delier heeft een lichamelijke oorzaak valkuil Soms lastig te herkennen Preventief bij opname Gesprek >70 jaar DOS (=delier observatie schaal) 3xper dag delierteam Oorzaken Meest voorkomend bij ouderen: Intoxicatie door medicatie Pneumonie of blaasinfectie Oorzaak vaak meerdere factoren Arbeidsintensieve verpleging Behandeling Behandelen van de oorzaak: bijv. infectie. Behandelen van de verschijnselen bijv. medicatie tegen de onrust, waanideeën of angsten. Inschakelen van familie En wat doe je als verpleegkundige? Noem zoveel mogelijk interventies die je kunt doen? Minimaal 5 Verpleegkundige interventies Duidelijke korte zinnen. Bril en hoorapparaat in doen Zo min mogelijk dingen zoals catheter infuus etc aanbrengen Medicatie geven bij onrust en ontstekingen. Aankleden overdag met kleren, avond pyjama aandoen. Noem je eigen naam als je komt en zeg wat je komt doen. Zeg welke dag het is en welk tijdstip. En schrijf het op. Verpleegkundige interventies Stel eenvoudige keuzevragen. "Wilt u koffie?“ Beschrijf de realiteit als de verwarde patiënt iets anders ziet. Probeer te praten over alledaagse voorvallen in de directe omgeving. Zeg het als je weggaat, wanneer je terugkomt of wie er na jou komt en schrijf op zodat dit zichtbaar is. Gebruik niet alleen woorden om dingen duidelijk te maken, maar ook gebaren en lichaamstaal, zoals oogcontact en aanraken. Verpleegkundige interventies Zorg voor een aantal herkenbare oriëntatiepunten, zoals bekende en vertrouwde voorwerpen, bijvoorbeeld foto's en kleding, kleedjes Dagprogramma met vaste dagindeling. Probeer een gevoel van veiligheid te bieden door bijvoorbeeld te troosten en in te gaan op onrustige en/of verwarde gevoelens te corrigeren. Vraag na bij familie wat iemand gewend is te doen bijv glas wijn voor slapen gaan, Praat niet over de persoon heen maar met de persoon.