Deel II Cursus Grondwettelijk recht 2023-2024-2.docx
Document Details
![WellBalancedHazel](https://quizgecko.com/images/avatars/avatar-2.webp)
Uploaded by WellBalancedHazel
2023
Tags
Full Transcript
HET BEGRIP 'STAAT'. =================== A. **Drie constitutieve bestanddelen.** - een volksgemeenschap; - de uitoefening van een gezag; - het bestaan van een grondgebied.^1^ Een volksgemeenschap of permanente bevolking. ============================================= Gezag. ====== Het gr...
HET BEGRIP 'STAAT'. =================== A. **Drie constitutieve bestanddelen.** - een volksgemeenschap; - de uitoefening van een gezag; - het bestaan van een grondgebied.^1^ Een volksgemeenschap of permanente bevolking. ============================================= Gezag. ====== Het grondgebied.^5^ =================== - de territoriale zee; - de aansluitende zone; - het continentaal plat; - de exclusieve economische zone; - de exclusieve visserijzone. Voor de toelichting van deze begrippen wordt verwezen naar het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee. =========================================================================================================================== De aansluitende zone: ===================== Het continentaal plat: ====================== De exclusieve economische zone: =============================== Exclusieve visserijzone: ======================== Burgerschap en nationaliteit. ============================= IV. **DE GELEDINGEN VAN DE BELGISCHE FEDERALE STAAT.** F. **De lokale besturen (de ondergeschikte besturen).** 1. **Algemeen -- bevoegdheidsverdeling.** - De provinciale en gemeentelijke instellingen worden bij de wet geregeld. Aldus heeft de grondwetgever de gemeentelijke vrijheden onder de hoede van de wetgever geplaatst, teneinde ze te beschermen tegen de uitvoerende macht. - De uitsluitend provinciale, resp. gemeentelijke belangen worden door de provincieraden, resp. de gemeenteraden geregeld volgens de beginselen bij de Grondwet vastgesteld. (art. 41 Gw.) Dit is de grondwettelijke verankering van het beginsel van de lokale autonomie. - Bij het beginsel van de lokale autonomie sluit ook het beginsel van het bestuurlijk toezicht aan (art. 162, tweede lid, 2° en 6° Gw.) - Artikel 162, tweede lid, 1° Gw. bekrachtigt het beginsel van de rechtstreekse verkiezing van de leden van de provincieraden en de gemeenteraden, wat betekent dat zij door de provinciale, resp. gemeentelijke kiezers worden verkozen en niet door de regering mogen worden aangesteld. - De openbaarheid van de vergaderingen van de provincieraden en de gemeenteraden, evenals van de begrotingen en de rekeningen wordt vastgelegd in de Grondwet. (art. 162, tweede lid 4° en 5° Gw.) - De wetten die de provinciale en de gemeentelijke instellingen regelen, verzekeren de toepassing van het beginsel van de decentralisatie van de bevoegdheden naar de provinciale en gemeentelijke instellingen. (art. 162, tweede lid, 3° Gw.) - De grenzen van de provincies en van de gemeenten kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan krachtens een wet. (art. 7 Gw.) - Het principe dat de provincie- en gemeenteraden alles regelen wat van provinciaal, resp. gemeentelijk belang is, geldt ook op financieel gebied. - Wat de provincies (en thans ook de bovengemeentelijke besturen betreft) is bepaald dat geen last of belasting door de provincie of het bovengemeentelijk bestuur kan worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad. De wet bepaalt ten aanzien van die belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt. De wet kan deze belastingen geheel of gedeeltelijk afschaffen. (art. 170, §3 Gw.) Zo ook is bepaald dat geen last of belasting door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente kan worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad. De wet bepaalt ten aanzien - de samenstelling, organisatie, bevoegdheid, werking, aanstelling of verkiezing van de organen van en het administratief toezicht op de gemeenten die gelegen zijn op het grondgebied van eenzelfde gewest moeten door dit gewest op identieke wijze worden geregeld (artikel 7bis BWHI) - de waarborg voor de gemeenten met een bijzonder taalstatuut en de gemeenten van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, dat de bestaande garanties voor de taalminderheden onverkort zullen worden gehandhaafd, zoals die van toepassing waren op 14 oktober 2012 (resp. artikelen 16bis en 16ter BWHI; artikelen 5bis en 5ter van de Bijzondere wet van 12 januari 1989).^19^ 1. Wijziging van de datum: bepaling dat er aan de op 14 oktober 2012 bestaande waarborgen geen afbreuk mag worden gedaan. Enkele wetten die in het kader van de zesde staatshervorming bijkomende waarborgen toekennen aan de inwoners van de zes randgemeenten traden ten laatste op 14 oktober 2012 in werking. 2. In art. 16bis BWHI en in art. 5bis Bijzondere Brusselwet wordt uitdrukkelijk ingeschreven dat niet alleen de gewesten, maar ook de gemeenschappen geen afbreuk mogen doen aan de bedoelde waarborgen. 3. In art. 16bis BWHI en in art. 5bis Bijzondere Brusselwet wordt ingeschreven dat ook de plaatselijke besturen verplicht zijn de standstill-regeling na te leven. Zij zullen in de handelingen, reglementen en verordeningen de standstill in acht moeten nemen. Het betreft de provincies, de gemeenten, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de - De toekenning van politieke rechten aan vreemdelingen (art. 8, tweede tot vierde lid Gw.) - De pensioenstelsels van het personeel en de mandatarissen (art. 6, §1, VIII, eerste lid, 1° BWHI); - De regelingen van de zgn. Pacificatiewet van 9 augustus 1988^20^; - De regelingen die betrekking hebben op de registers van de burgerlijke stand; - De organisatie en het beleid inzake de politie, met inbegrip van de bevoegdheid vermeld in artikel 135, §2 Nieuwe Gemeentewet en de brandweer. Provincies. =========== Gemeenten. ========== De taalgebieden. ================ De gewesten. ============ De gemeenschappen. ================== V. DE VOORNAAMSTE KENMERKEN VAN DE BELGISCHE STAAT. ================================================ J. **Een rechtsstaat.** - De overheid gebonden is door het recht waarvan zij de toepassing moet verzekeren. Dit komt erop neer dat de overheid, net als de burgers, "onderworpen" is aan het recht. - De machten van de overheidsorganen zijn beperkt door de rechten en vrijheden van de burgers. - De naleving van de rechten en vrijheden, en van het recht in het algemeen, is afdwingbaar voor een onafhankelijke rechter. Een federale Staat. =================== 1. **Van gedecentraliseerde eenheidsstaat naar een federale staat.** Het begrip "federale staat". ============================ - [centripetaal (agregatief) federalisme]: vrijwillige aaneensluiting van voorheen onafhankelijke staten, die ervoor opteren om hun doelstellingen op bepaalde vlakken in een groter staatkundig geheel te realiseren (de weg die van verscheidenheid naar eenheid leidt), bv. de Verenigde Staten van Amerika. - [centrifugaal federalisme (segregatief)]: uitzonderlijk ontstaat een federale staat uit de afkalving van een gedecentraliseerde eenheidsstaat waarin de samenstellende delen een steeds ruimere autonomie verwerven, bv. Federale Bondsrepubliek Duitsland en Koninkrijk België^35^. De "wetten" van het federalisme. ================================ - autonomie (self rule) - participatie (shared rule) Autonomie: ========== - *jus belli* (het recht de oorlog te verklaren) - *jus tractatis* (het recht verdragen af te sluiten) - *jus legationis* (het recht diplomatieke betrekkingen te voeren) Participatie van de deelstaten: =============================== Coöperatie: ^43^ ================ Confederalisme. =============== Het Belgisch federalisme. ========================= - De deelstaten kunnen internationale verdragen afsluiten in het kader van hun bevoegdheden. - De deelstaten dienen samenwerkingsakkoorden af te sluiten onderling en met de Federale Staat, die een gelijkenis vertonen met de verdragen of akkoorden tussen internationale rechtspersonen. - Het federale niveau wordt op paritaire wijze beheerd (vb. bijzondere meederheidswetten). Het paritaire karakter (taalparitaire verdeelsleutel) van de federale overheid komt ook terug in de samenstelling van het Grondwettelijk Hof, de Raad van State, het Hof van Cassatie en de Hoge Raad voor de Justitie, de hoogste ambten in de federale administratie. Dit soort technieken vertoont veel gelijkenis met de besluitvormingsprocedures in confederaties. De wederzijdse toestemming ("minderheidsveto") is eerder een confederaal dan een federaal handelsmerk.^47^ L. Een representatieve democratie -- de nationale soevereiniteit. ============================================================== Uit het representatief karakter van het Belgisch parlementair stelsel volgt onder meer het verbod van imperatief mandaat. ========================================================================================================================= Uit het representatief karakter van het Belgisch parlementair stelsel wordt ook het verbod afgeleid om een bindend referendum te organiseren. ============================================================================================================================================= - 20% van de inwoners in gemeenten met minder dan 15 000 inwoners; - 3000 inwoners in gemeenten met ten minste 15 000 inwoners en minder dan 30 000 inwoners; - 10% van de inwoners in gemeenten met ten minste 30 000 inwoners. - 20% van de inwoners in gemeenten met minder dan 15 000 inwoners; - 3000 inwoners in gemeenten met ten minste 15 000 inwoners en minder dan 30 000 inwoners; - 10% van de inwoners in gemeenten met ten minste 30 000 inwoners. Uit artikel 33, tweede lid Gw. wordt het principe dat bevoegdheid niet kan worden gedelegeerd afgeleid. ======================================================================================================= - Overheveling van bevoegdheden van het federale niveau naar dat van de gemeenschappen en gewesten. - Indeling van de gekozen leden van de beide Wetgevende Kamers in een Nederlandse en een Franse taalgroep en alarmbelprocedure: federale parlementsleden treden op als vertegenwoordigers van de eigen taalgemeenschap. - De Senaat wordt samengesteld uit leden die worden aangewezen door en uit de deelstaatparlementen: de senatoren vertegenwoordigen in de eerste plaats hun eigen deelstaat. De burgerparticipatie. ====================== Het petitierecht. ================= - de Kamer te verzoeken een bestaande wet te verbeteren of nieuwe bepalingen uit te vaardigen; - een standpunt kenbaar te maken; - er bij de Kamer op aan te dringen het toezicht op de regering aan te scherpen. - de sociale zekerheid; - grote delen van de fiscaliteit; - vragen met betrekking tot de politie en het gerecht; - de internationale betrekkingen; - de landsverdediging; - Ze werd door ten minste 25.000 burgers ondertekend. - De ondertekenaars zijn ten minste 16 jaar oud. - Ten minste 14.500 petitionarissen hebben hun woonplaats in het Vlaams Gewest, 2.500 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 8.000 in het Waals Gewest. - Ze is in overeenstemming met het EVRM. - aan de bevoegde minister/staatssecretaris, die schriftelijk zal antwoorden; - aan het [College van de federale Ombudsmannen](http://www.federaalombudsman.be/nl/homepage) , dat de vraag zal behandelen; - aan de bevoegde commissie, die de vraag zal onderzoeken. Een monarchie. ============== Een parlementair regime.^71^ ============================ - het parlement - het staatshoofd - de regering De scheiding van de machten. ============================ 1. Artikel 33 van de Grondwet bepaalt dat alle machten uitgaan van de Natie en dat zij worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald. Aldus wordt de oorsprong van de machten duidelijk bij de Natie gelegd. De grondwetgever keerde zich tegen iedere vorm van monarchaal absolutisme, dat lange tijd in Frankrijk heerste, en tegen de Sovereignty of Parliament, die in Groot-Brittanië bestond. 2. Wat de uitoefening van de openbare macht betreft heeft de Belgische grondwetgever zich in sterke mate laten leiden door de trias politica-leer die MONTESQUIEU (Franse filosoof, 1689- 1755, *De l'esprit des lois*) bepleitte. De grondwetgever stelde de wetgevende, de uitvoerende 3. De scheiding der machten betreft een ongeschreven grondwettelijk beginsel. 4. In de Franse Grondwet van 1791 werd de scheiding der machten dogmatisch ingevuld, waarbij de staatsmachten werden opgevat als geheel afzonderlijke, onafhankelijke en van elkaar losstaande entiteiten, waartussen elke wisselwerking en wederzijdse controle uitgesloten was.^81^ In navolging van MONTESQUIEU heeft de Belgische grondwetgever evenwel een stelsel van relatieve machtenscheiding voorzien. 5. In de rechtspraak van de hoogste rechtscolleges wordt het beginsel van de scheiding der machten een dubbele betekenis toebedeeld. 6. Sinds de staatshervorming van 1980 zijn er in België drie wetgevende machten: de federale macht, de gemeenschapsmacht en de gewestelijke macht. 7. De scheiding van de machten is vooral belangrijk t.a.v. de rechterlijke macht. De scheiding van kerk en staat. ===============================