Full Transcript

DEEL 7 – DE FRANSE REVOLUTIE (1789-1815) 1756-1763 1770-1771 1775 1778 1783 Zevenjarige oorlog Hervorming van de parlementen door kanselier Maupeou Herstel van de parlementen Franse alliantie met VS en begin van oorlog met GB Vrede van Parijs (Frankrijk kreeg bezittingen in Indië en de suikere...

DEEL 7 – DE FRANSE REVOLUTIE (1789-1815) 1756-1763 1770-1771 1775 1778 1783 Zevenjarige oorlog Hervorming van de parlementen door kanselier Maupeou Herstel van de parlementen Franse alliantie met VS en begin van oorlog met GB Vrede van Parijs (Frankrijk kreeg bezittingen in Indië en de suikereilanden in de Caraïben, die economisch en fiscaal veruit het belangrijkste waren, terug) 1787 4 mei 1789 14 juli 1789 4 Augustus 1789 26Aaugustus 1789 1791 1791-1792 1792-1795 1793-1794 1793 1795-1799 1795 1799 1800 1804 1814 1814-1815 1815 Assemblée des notables (beperkte groep vertegenwoordigers van de standen samenroepen en hun steun vragen voor een algemene grondbelasting) Begin Staten-Generaal in Versailles Bestorming van de Bastille Afschaffing van de feodaliteit Déclaration des droits de l’homme et du citoyen Vlucht naar Varennes en 1ste grondwet van Frankrijk Bewind vd Assemblée Legislative (de wetgevende macht onder de grondwet van 1791) Uitbreken van de Eerste Coalitieoorlog en val vd monarchie Bewind van de Convention Bewind vd jakobijnen onder Robespierre Bewind van het Directoire Grondwet van het jaar III Staatsgreep van Bonaparte en begin van het Consulaat Grondwet van het jaar VIII Napoleon Bonaparte wordt keizer der Fransen Abdicatie van Napoleon en eerste vrede van Parijs Congres van Wenen Terugkeer van Napoleon, slag bij Waterloo en 2e Vrede van Parijs Passieve burgers Actieve burgers Wet le Chapelier Deze genoten passief van de rechten en vrijheden die door de staat waren gegarandeerd Deze genoten het recht om te kiezen en zich verkiesbaar te stellen Waarmee de ambachten werden ontbonden en beroepsorganisaties v werknemers werden verboden 18e – 19e E Napoleon Bonaparte (eerst militaire prestaties, dan macht over Franse legers in Italië voor overwinning tegen Oostenrijk + 18e E 18e E 18e E 18e – 19e E 18e – 19e E 18e – 19e E 18e – 19e E kwam aan de macht in FR en werd eerste consul en daarna keizer) Jacques Pierre Brissot (verdediger voor afschaffing slavernij + een vd leiders vd jakobijnen + lag aan basis Franse oorlogsverklaring tegen Oostenrijk + vormde erna eigen radicale fractie vd girondijnen + werd geëxecuteerd na machtsovername jakobijnen) Lodewijk XVI (koning v FR , zijn beslissing om StatenGeneraal bijeen te roepen leidde tot Franse Revolutie + zijn dubbelzinnige houding tav de constitutionele monarchie leidde tot zijn afzetting en executie) Marie Antoinette (vrouw Lodewijk XVI + leidde het verzet tegen de revolutie vanuit het paleis , ook geëxecuteerd) Jacques Necker (3maal minister v Financiën onder Lodewijk XVI, slaagde niet in noodzakelijke fiscale hervormingen) Maximilien Robespierre (een vd leiders v jakobijnen, radicale hervormer en democraat die zich uiteindelijk liet meeslepen in de waanzin vd Terreur in de naam vd soevereine volkswil) Emmanuel Joseph Sièyes (een vd wegbereiders voor de omvorming vd de revolutie vd derde stand tot de Nationale Vergadering en voor de GW v 1791 + bereidde de staatsgreep v Bonaparte voor) Charles-Maurice de Talleyrand-Périgord (een vd architecten vd constitutionele monarchie + speelde grote rol bij het herstel vd Bourbons in FR in 1814 + belangrijkste Franse onderhandelaar op Congres v Wenen) Hoofdstuk 7: doelstellingen 1. De oorzaken van het conflict tussen Lodewijk XV en de parlementen en het verloop van de crisis van 1770-1771 verre oorzaken revolutie: 1. Zevenjarige oorlog (1756-1763) Verlies koloniale/maritieme oorlog Noord-Amerika (verlies Indië en Caraïben) Teruggave Indië en Caraïben (door Vrede van Parijs 1763) Financiële verliezen door koloniale elite à ondergroeven vertrouwen in monarchie Grote oorlogsschuld Grote uitgaven voor herstel vloot en kolonisaties = nood aan radicale hervormingen belastingstelsel à Frankrijk: grote bevolking, mogelijkheid veel inning MAAR inefficiënt systeem (vrijstellingen, uitzonderingen, immuniteiten,..) DUS beperkte inkomsten + systeem belastingspacht en rente op gedwongen leningen à terugbetaling adel voor inkomsten vorige jaren è Ideaal systeem: Iedereen meebetalen en geïnd door overheid Druk op monarchie (door nood aan hervorming) à stoelde op samenwerking elite en hof à fiscale hervorming dreigde het systeem v vermenging v private belangen en publiek gezag (door verhandelbaarheid van ambten) aan banden te leggen -> hierdoor werd de essentie van de standenmaatschappij in vraag gesteld (zal standen maatschappij overleven?) 2. spanningen tussen Lodewijk XV en parlement begin 17de eeuw: parlement = belangrijkste tegenwicht koninklijke gezag sinds dood Lodewijk XIV à parlement eist remonstrantierecht terug à onmiddellijk onenigheden met fiscale politiek vanaf 1750: Pogingen fiscale hervormingen (koning die nieuwe belastingen wou) De parlementen hielden fiscale hervormingen tegen: wetten tegenhouden, vertragen of uitvoering blokkeren (handelden als verdedigers standenmaatschappij) à kloof binnen elite: ambtsadel vs. Koning, deel zwaardadel en hovelingen è systeem parti ministriel (=de regering controleert de parlementen via patronage voor en samenwerking met de senior magistraten) begint te geven Strijd rond pauselijke bul Unigenitus en jansenisme è Parlement verbood kerk bul toe te passen 1757: Lodewijk XV geeft toe aan eisen parlement à verklaring niet kerkelijke dogma’s bul à registratie bul door parlementen 1764: ontbindingen tegenstanders jansenisten: jezuïeten (= nederlaag koning) De parlementen hielden fiscale hervormingen tegen: wetten tegenhouden, vertragen of uitvoering blokkeren (handelden als verdedigers standenmaatschappij) kloof binnen elite: ambtsadel vs. Koning, deel zwaardadel en hovelingen à systeem parti ministriel begint te geven 1770-1771: benoeming Réné Nicolas de Maupeou (eerste voorzitter parlement Parijs) als kanselier à doel = herstel parti ministriel tevergeefs: Maupeou ontbind parlementen en schaft verhandelbaarheid van ambten af parlement weigert te ontbinden Maupeou verbant magistraten uit parlement 2. De idealen van de verlichting 2 basisbeginselen Franse verlichte denken 1) Gelijkheid: verlichte interpretatie natuurrecht: iedere mens geboren met rechten en vrijheden => verzet tegen standenonderscheid, gelijkheid burgers voor de wet = Begin meritocratie: è maar: eigendom = nieuw criterium voor discriminatie - Niet iedereen in zelfde fase ontdekking natuur ‘stadial evolution’ (stapsgewijze ontwikkeling v mens en samenleving) Locke: arbeid + goed = eigendom è meerwaarde creëren (DUS: iedereen moet maximaal kunnen genieten van deze zelf gecreëerde meerwaarde) è enkel derde stand: productief è gelijkheid in rechten betekende dus gelijke rechten om eigendom te verwerven en gelijke bescherming van alle verworven eigendom; maar niet de herverdeling ð Opvatting over gelijkheid geldt enkel voor volwassen, mannelijke burgers (geldt enkel voor blanke mannen è toch vrouwen die opstanden leiden en politiek debat faciliteren + ‘declaration des droits de la femme et de la citoyenne’ è verbod op politieke actie via vrouwenclubs 1894 2) Volkssoevereiniteit = motor van de roep voor institutionele hervormingen en van de revolutie Oud debat: parlementen vs koning over de invulling vd wetgevende macht è het begrip algemene wil kreeg hier een centrale betekenis: de voorrang van de algemene belangen van het Franse volk boven de veelheid van particuliere, patrimoniale rechten en vrijheden die de basis vormden van de hiërarchische orde vh ancien régime è Jean-Jacques Rousseau: de natuurlijke vrijheid gebood dat overheidsgezag alleen kon ontstaan met instemming vd rechtsonderhorigen: de wet moet dus beantwoorden aan de algemene wil van het volk (hierbij moest iedereen zijn eigen wil conformeren aan wat goed was voor de samenleving) Oplossing debat: opvoeding: door de intellectuele en morele vorming van de burger zou hij tot inzicht komen in wat de algemene wil moest zijn. Wanneer iedereen zich gelijkelijk zou conformeren aan de belangen en rechten van iedereen, dan was iedereen vrij en gelijk. + opkomst volonté générale = voorrang van algemene belangen Franse volk boven particuliere, patrimoniale rechten en vrijheden hiërarchische orde van het ancien régime 3. De theorie van de volkssoevereiniteit van Rousseau Rousseau: du contrat social 1762: à kritiek Hobbes en Locke : niet enkel sociaal contract, ook samenlevingsmodel, fundamentele morele waarden en politieke inrichting staat bewondering oude republieken : civiele moraliteit van het algemeen belang Hobbes: mens is egoïstisch, Rousseau: onvoldragen overgang van natuurlijke vrijheid naar vrijheid in een staat à leidt tot ongelijkheid volk stelt wet in naam van objectieve belang van samenleving à sleutel = opvoeding à burger komt tot inzicht van algemene wil iedereen conformeert aan algemene belangen à iedereen vrij en gelijk Volkssoevereiniteit: motor vd roep voor institutionele hervormingen en vd revolutie het begrip algemene wil kreeg hier een centrale betekenis: de voorrang van de algemene belangen van het Franse volk boven de veelheid van particuliere, patrimoniale rechten en vrijheden die de basis vormden van de hiërarchische orde vh ancien régime nieuwe inzichten Jean-Jacques Rousseau: de natuurlijke vrijheid gebood dat overheidsgezag alleen kon ontstaan met instemming vd rechtsonderhorigen: de wet moet dus beantwoorden aan de algemene wil van het volk (hierbij moest iedereen zijn eigen wil conformeren aan wat goed was voor de samenleving) opvoeding was zeer belangrijk: door de intellectuele en morele vorming van de burger zou hij tot inzicht komen in wat de algemene wil moest zijn. Wanneer iedereen zich gelijkelijk zou conformeren aan de belangen en rechten van iedereen, dan was iedereen vrij en gelijk. (Op die manier kon er een overheidsbeleid gevormd worden) 4. De institutionele pogingen van Lodewijk XVI om de impasse rond de fiscale hervorming te doorbreken Een assemblée des notables doorvoeren : een beperkte groep vertegenwoordigers van de standen om hun steun te vragen voor een algemene grondbelasting + hiermee hoopte hij ook de parlementen buiten spel te zetten Resultaat : veel tegenwerking van clerus, notabelen, zwaaradel , … (mislukking) Oprichting procinciale assemblées : spelen een rol in de belastingsinning (werd ontbonden) Koning aanvaard Staten-Generaal bijeen te roepen: beraadslagen en de koning adviseren over de hervorming van de constitutie en de fiscaliteit vh koninkrijk è na debat kregen de adel en de clerus de helft van de vertegenwoordiging en de derde stand de andere helft van de vertegenwoordiging (in de vergaderingen en stemmingen) è de eisen : Inperking standenonderscheid Inspraak voor de derde stand bij wetgeving Eerlijke verdeling van fiscale lasten 5. Het verloop van de Staten-Generaal mei-juli 1789 en de analyse van de constitutionele stellingen van de derde stand 4 mei: standen verzamelen in Versailles voor plechtige opening van de Staten-Generaal met Koning 6 mei: standen krijgen eigen zaal toegewezen en beginnen met onderzoeken geloofsbrieven en installatie leden è Meerderheid derde stand wil dit (installatie leden) niet doen want idee : optreden als corps unique (radicale kant: Le chapelier: geen samenwerking andere standen want derde stand = de natie vs. Gematigde kant Mounier: wel samenwerking) è Adel en clerus kregen uitnodiging om zich bij hun aan te sluiten juni: Sièyes: derde stand is gelegitimeerd als vertegenwoordiger natie, ze zijn de enige die actief bijdragen aan de rijkdom van het land (arbeid) juni: leden van derde stand beginnen installatie juni: enkele priesters sluiten zich aan 17 juni: derde stand doopt zich om tot nationale vergadering: ze vertegenwoordigen hele Franse natie Nationale Vergadering keurt resolutie goed: geen belastingen zonder hun toestemming juni: koning doet deur op slot van vergaderzaal juni: ze verhuizen naar verlaten tenniszaal om verder te vergaderen 23 juni: plenaire vergadering met koning riep op om gezamenlijk te vergaderen over algemeen belang à voor andere zaken nog steeds afzonderlijke vergaderingen à instemming geen nieuwe belastingen zonder instemming standen afschaffing lettres de cachet en toestaan persvrijheid derde stand mag helft provinciale assemblées leveren MAAR: het essentiële punt dat de Nationale Vergadering de natie vertegenwoordigde en niet de standen, kreeg geen gehoor : Nationale vergadering nu in strijd met koning 27 juni: koning roept alle leden van adel en clerus op om zich bij nationale vergadering aan te sluiten 11 juli: Necker ontslagen Discussie rond mandaten: cahier des doléances zijn dwingende mandaten die stelde dat de afgevaardigden niet samen mochten vergaderen of stemmen, ze mogen hier niet van af stappen; sommige weigeren van dit mandaat af te stappen ondanks bevel koning om met dwingende kracht mandaten te lossen à individuele vertegenwoordigers kunnen gebonden zijn aan dwingend mandaat, maar dat dwong de hele vergadering niet om hetzelfde te doen leden die weigeren te zetelen wegens mandaat/eed= beschouwd als afwezig 6. De inhoud van het decreet van 11 augustus 1789 - afschaffing feodaliteit: alle persoonlijke rechten in heerlijkheden afgeschaft (financiële aanspraken, banrechten, gedwongen arbeid, cijns, ….) afkoopbaarheid zakelijke aspecten ‘’directe’’ + alle persoonlijke onvrijheden afschaffen (op die manier zou de gebruiker de volle eigendom van zijn goed verwerven en het vrij kunnen gebruiken, verhandelen en vervreemden.) - scheiding private en publieke sferen (de patromoniale rechten op de overheid werden afgeschaft) en afschaffing standenmaatschappij à gelijke toegang tot openbare ambten afschaffing vénalité des offices (ambtenverkoop) à afschaffing heerlijke rechtsmacht à afschaffing kerkelijke belastingen afschaffing lokale privileges en immuniteiten Doctrine van de volkssoevereiniteit Natuurlijke rechten en vrijheden Te modeleren door de wet Als incarnatie van de ‘volonté Générale’ Volk = wetgever Natuurlijke gelijkheid Vrijheid Eigendom Recht op opstand tegen onderdrukking Geen belastingen zonder wet Burgerlijke en politieke vrijheden Vrijheid van mening en meningsuiting Vrijheid van geweten en eredienst Eigendom Recht op eerlijk proces 7. De constitutionele betekenis van déclaration des droits de l’homme in het licht van de doctrine van de volkssoevereiniteit totale gelijkstelling tussen volk en wet (in VS blijvend onderscheid) de staatsinstellingen belichamen en vertegenwoordigen het volk à door wet en legitiem door volk gekozen wetgevende macht (de wetgevende macht werd door het volk gekozen en door de wet gelegitimeerd) grondslag= volonté général Rousseau: wet en wil volk zijn één en hetzelfde 8. De constitutionele betekenis van de beslissing rond het vetorecht van de koning in het licht van de doctrine van de volkssoevereiniteit Meerderheid akkoord over constitutionele monarchie: debatten rond rol van de koning bij wetgevend proces en manier van vertegenwoordiging van het volk door het toekomstig assemblée 2 meningen over het vetorecht van de koning: monarchisten: koning moet definitief veto krijgen, hij moest het volk beschermen tegen excessen van de wetgevende macht, hij stond in voor de wil van het volk. Jakobijnen: opschortend veto, tijdelijk, bindend referendum van volk die eindbeslissing nam à compromis van Sièyes: passieve en actieve kiezers passieve kiezers: genoten passief van rechten en vrijheden actieve kiezers: konden zich verkiesbaar stellen en stemmen = grondslag representatieve democratie waar vertegenwoordigers niet gebonden zijn aan mandaten zij belichaamde de wil van het volk opschortend veto: koning veto? Geldt niet als twee vergaderingen het ontwerp ondersteunen, deze assemblées worden door volk gelegitimeerd 9. De grondwetten van 1791, het jaar I, III en VIII in hun onderlinge vergelijking grondwet van 1791: Theorie van volkssoevereiniteit Wetgevende macht (bestaat uit 1 kamer) o Assemblée Nationale législative 745 lederen, verkozen voor 2 jaar (op basis van cijnskiesrecht met strenge verkiesbaarheidsvoorwaarden) Leden hadden exclusief wetgevend initiatief De koning kreeg een opschortend veto De leden waren bevoegd voor oorlogsverklaringen en de ratificatie van internationale verdragen Uitvoerende macht bij koning o Onschendbaarheid + ministriële verantwoordelijkheid § Strafrechtelijke vervolging van ministers (want zij zijn verantwoordelijk voor de daden vd koning) o Benoemt ministers en officieren cijnskiesrecht: mannen boven 25 die minstens 3 daglonen betaalden in belastingen rechterlijke macht o alleen rechtspraak (oordelen in concrete geschillen tussen burgers) o geen algemene besluiten o geen algemene interpretatie vd wet o geen inmening met uitvoerende macht wijziging grondwet o op voorstel 3 opeenvolgende parlementen o dan verkiezing van speciale Assemblée de revision De assemblée die de grondwet opstelt (249 leden) is automatisch uitgesloten om te zetelen in de volgende assemblée legislative. nationale vergadering had zijn leden uitgesloten om deel te nemen aan de verkiezing voor de assemblée législative: dus de namen van de revolutie kwamen niet in de wetgevende macht (bv. Robespierre) de leider van de radicalen linksen werd Brissot (kreeg steun van Girondijnen à spanningen tussen hen en Jakobijnen) linkse radicalen die geen vertegenwoordiging hadden: sans-cullotes : grootste groep = feuillants. Keizer Leopold II en Pruisische koning Frederik Willem II: behandeling Franse vorst is bekommernis voor alle Europese vorsten à campagne verzet werd opgestookt in en buiten Frankrijk à Assembléé verklaart in 92 oorlog aan Oostenrijk à Franse nederlaag à volksopstand Grondwet van het jaar I à door meer dan 99% v/d 2 miljoen stemmen goedgekeurd, maar meteen opgeschort en nooit inwerking getreden Nieuwe rechtenverklaring: natuurlijke gelijkheid (alle mensen gelijk voor de wet) + sociaaleconomische rechten: recht op onderwijs Wetgevende macht ‘corps législatif’ krijgt absoluut overwicht (vertegenwoordiger soevereine wil) leden rechtsreeks verkozen: door mannen boven 21 Uitvoerende macht: gekozen door wetgevende macht Dagelijks bestuur in handen van comités met leden van conventie Grondwet van jaar III (het directoire) gelijkheid voor de wet wetgevende macht: tweekamerstelsel à lager huis: Conseil des Cinq-Cents: wetten voorstellen à hoger huis: Conseil des Anciens : wetten goedkeuren herinvoeren cijnskiesstelsel met getrapte verkiezingen uitvoerende macht weer zelfstandig; comité van 5 directeuren (het Directoire) die 5 jaar zouden zitten, elk jaar wordt één lid vervangen Grondwet VIII Drie consuls: Bonaparte, Sièyes en een derde à feitelijk macht enkel bij Bonaparte wetgevende macht: initiatief bij consul ipv kamer, bijgestaan door Raad Van State tribunat: debat over voorstellen Corps Législatif: keurt voorstellen goed of af op basis van verslag tribunat stemrecht voor mannen boven 21 met bepaalde bezitsvereisten wie er in het Tribunat en het Crops Législatif terechtkwam werd gekozen via een getrapt systeem: lijst door kiezers, 10% van hun gekozen, die kiezen nog eens 10% van hun, uit deze lijst koos de senaat dan wie er in de corps legislatif en de tribunat zat rechten werden teruggedraaid; gelijkheid tussen man en vrouw, slavernij, etc. 10. De ideologie en juridische uitwerking van de terreur De revolutie was pas voltooid als de hele samenleving was hervormd MAAR er was een vrees voor een contrarevolutie è DUS: wet die elk verdacht gedrag dat wees op gebrek aan loyauteit aan republiek of revolutie aanleiding gaf tot opsluiting. Rechten van verdediging ingeperkt; elk bewijs aangereikt tegen beschuldiging van verraad werd als bewijs van verraad gezien. De radicalen legitimeerden deze revolutie, met de bijkomende terreur, door de gedachte dat hun visie de Volonté Général belichaamde en dat ze daardoor het recht hadden om hun medeburgers naar die visie te leiden; desnoods onder dwang! 11. De pijlers van de vredesordening van Wenen 1815: grootmachten sluiten alliantie: oorlog tot goed einde brengen en samen te werken tijdens vredesonderhandeling en machtsevenwicht in Europa te vrijwaren verdrag = voorloper van collectieve veiligheid. (belofte dat ze slachtoffer van daad van agressie of zware schendig van recht zouden bijstaan en militair verdedigen) Dynastieke legitimiteit werd het basisbeginsel voor de machtsdeling in Europa Het beginsel van machtsevenwicht vormde het echts uitganspunt voor: de hertekening van Europese kaart (welke vorsten hun tronen terugkregen en wie niet) Dit beginsel vond toepassing op 2 niveaus : Europees niveau : hoofdbekommernis is het indijken van Frankrijk Duitse niveau : interDuits evenwicht binnen het Europese evenwicht (= Oostenrijk en Pruisen kregen grote gebiedswinst en zouden Duitsland domineren + belofte dat ze verdeeld zouden blijven en elkaar in evenwicht zouden houden) Grootmachtenbeginsel : 4 grootmachten eigenen zich gezamenlijk de verantwoordelijkheid en leiding voor het vrijwaren van de nieuwe vredesordening toe. MAAR Frankrijk zou al snel toetreden en het systeem zou uitgroeien tot het Europese concert waarbij de 5 grootmachten diplomatieke crissesen beheerden door gezamelijke congressen 12. Het congres van Europa v. de Heilige Alliantie Bondgenootschap tussen christelijke naties om revoluties te verhinderen gaf landen een interventie recht ter verdediging van legitieme vorsten VK was tegen interventie recht dus trad niet toe Tijdens de onderhandelingen (na Waterloo) voor een nieuw vredesverdrag deed Alexander I (de Russische tsaar) het voorstel om een Heilige Alliantie te vormen : een samenwerking tss de Europese machten op basis van de gedeelde christelijke waarden van rechtvaardigheid, mensenlievenheid en vredelievenheid. è dit idee werd herwerkt tot een bondgenootschap tss de conservatieve grootmachten met als doel nieuwe revoluties te verhinderen en dat zichzelf een collectief recht tot interventie ter verdediging van legitieme vorsten toe-eigende. Later (zelfde dag als Tweede Vredesverdrag van Parijs) vernieuwden de 4 overwinnaars hun alliantie met de zogenaamde Quadruple Alliantie : hierin werd het interventierecht niet gelegitimeerd als een interventie in binnenlandse aangelegenheden, maar onder het beginsel van de verantwoordelijkheid van de grootmachten voor de vredesordening in Europa. (Frankrijk trad zelf 3 jaar later toe waardoor de organisatie een systeen wwerd voor het algemene management van de vredesordening van Wenen.) Vragen Sofia Welke drastische maatregel nam Maupeou in 1770 om het conflict met de parlementen te beëindigen? Hij liet de parlementen ontbinden en schafte de verhandelbaarheid van de ambten af; daarmee vernietigde hij de rechtsbasis onder de benoeming van de magistraten. Wat deed Lodewijk XVI na zijn aantreden daarmee? Ze in ere herstellen Via welke instelling hoopte de Franse regering de parlementen buitenspel te zetten in 1786? Assemblée des notables (een beprekte groep vertegenwoordigers van de standen samenroepen en hun steun vragen voor een algemene grondbelasting) En wie welke instelling in 1788-89? De Staten-Generaal (een voorstel van Brienne) Wat was de eis van de derde stand bij het bijeenroepen van deze instelling in 1789? Dat de standen samen zouden vergaderen en per hoofd stemmen 6) Wie kon het veto van de koning opheffen onder de nieuwe grondwet? Het veto van de koning werd opgeschort als twee vergaderingen uit de Staten-Generaal een ontwerp ondersteunden (want deze assemblées werden door het volk gelegitimeerd) 7) Wat was het beroep van Necker? Minister van financiën onder Lodewijk XVI 8) Wie zou voortaan de bisschoppen en priesters betalen onder de Constitution civile du clergé? Aan kerkelijke ambtsdragers werd een salaris toegekend 9) Wie was de belangrijkste leider van de Jakobijnen? Robespierre en later Brissot 10) En van de Girondijnen? Brissot Aan wie was de uitvoerende macht toevertrouwd tussen 1795 en 1799? Het Directoire , van 5 leden Wie vormde de regering tussen 1800 en 1804? De 3 consuls Welk beginsel gaf de doorslag bij de hertekening van de kaart van Europa in 1815? volkssoevereiniteit Welke grootmachten sloten aanvankelijk de Heilige Alliantie? Oostenrijk , Pruisen , Rusland Wat werd het vijfde lid van de Quadruple Alliantie? Frankrijk