Charlotte - David Foenkinos PDF
Document Details
Uploaded by ImaginativeOnomatopoeia
David Foenkinos
Tags
Summary
This novel, Charlotte, by David Foenkinos, narrates the story of a young woman's life filled with loss, love, and family complexities. The narrative explores the struggles of individual people, against a backdrop of world events such as the First World War and political changes.
Full Transcript
**Motto:** Celui qui, vivant, ne vient pas à bout de la vie, a besoin d'une main pour écarter un peu le désespoir que luis cause son destin. Kafka, Jounal 19 octobre 1921 (Vertaling: Degene die tijdens zijn leven zijn leven niet kan aanvaarden, heeft een hand nodig om de wanhoop over zijn lot enigs...
**Motto:** Celui qui, vivant, ne vient pas à bout de la vie, a besoin d'une main pour écarter un peu le désespoir que luis cause son destin. Kafka, Jounal 19 octobre 1921 (Vertaling: Degene die tijdens zijn leven zijn leven niet kan aanvaarden, heeft een hand nodig om de wanhoop over zijn lot enigszins af te weren.) **Charlotte :** tante, soeur de Charlotte's mère, belle, la lenteur/elle fait tout plus lentement (ze wordt trager en doet alles traag), une mélancolie ravageuse (een vernietigende zwaarmoedigheid) **Franziska :** la mère de Charlotte **Grandpère :** intellectuel rigide (starre intellectueel), amateur d'art et d'antiquités **Grandmère :** plus douce (zachtaardig), confine a tristesse (grenst aan triestheid), sa vie a été une succession de drames (tragedies) **Albert Salomon :** chirurgien dans la guerre, marié à Franziska **[PREMIÈRE PARTIE]** Eerst is er een beschrijving van de familie en het verhaal van tante Charlotte. Charlotte was niet de eerste Charlotte in de familie. De zelfmoord van Charlotte, 18 jaar, wordt beschreven. Ze springt s'nachts zonder twijfel van een brug, een brug waar ze van houdt, in het ijskoude water. Het lichaam wordt de volgende ochtend gevonden. Franziska voelt zich schuldig omdat ze nooit iets van de traagheid heeft gemerkt, ze ziet het als een krenking van hun verbondenheid en snapt niet waarom ze het heeft gedaan. De ouders en Franziska zijn niet aanwezig op de begravenis, ze zijn kapot en houden zich schuil, ze waarschijnlijk ook een beetje beschaamd. Blik van anderen ontwijken. Een lange periode van stilzwijgen tot Franziska de piano aanraakt, haar ouders komen dichterbij en zijn verrast. Het land neemt deel aan de oorlog, voor het eerst sprake van een conflict op wereldniveau. Franziska besluit verpleegster te worden, ze wil de mensen helpen en zich nuttig voelen, want ze voelt zich niet nuttig. Haar moeder schrikt van dit besluit en wil niet dat ze gaat, een oorlog in een oorlog, maar ze gaat toch en zelfs in gevaarlijk gebied want ze is niet meer bang voor de dood. In het hart van de strijd ontmoet ze **Albert Salomon**, een van de jongste chirurgen, hij leidt een noodziekenhuis in FR aan het front. Zijn ouders zijn overleden en geneeskunde neemt voor hem de plaats in van zijn familie. Hij heeft geen aandacht voor vrouwen tot hij midden in een operatie een zakdoek nodig heeft en Franziska hem die aanrijkt, ze kijken elkaar aan. Een jaar later komt Albert naar haar ouders om haar hand te vragen, haar vader ziet het niet zitten, maar Franziska insists. Uiteindelijk geven ze toe en kopen zelfs bloemen, weer wat leven te zien ? Franziska blijft alleen achter in een groot appartement op de eerste verdieping van een deftig woongebouw in Charlottenburg, want Albert is weer terug naar het front. Ze gaat vaak lezen in de lange gang die door het appartement loopt. Ze is zwanger en stuurt een brief naar Albert. Albert komt zo vaak mogelijk naar Berlijn, maar vaak is Franziska alleen. De bevalling vindt plaats op 16 april 1917, Charlotte wordt geboren. Ze huilt voortdurend, *alsof ze niet geboren wilde worden*. Franziska wil haar Charlotte noemen als eerbetoon aan haar zus, maar Albert wil haar niet de voornaam van een dode geven/een vrouw die zelfmoord heeft gepleegd. Het is een zinloze strijd, en wie wil er nou strijd in een oorlog voeren? De melodieën die haar moeder zingt met de piano zijn Charlottes eerste herinneringen. Ze wandelen veel en Charlotte is bang van de verminkte lichamen, de bedelaars. Ze moet ook mee naar de begraafplaats en leert al vroeg dat de doden deel uitmaken van het leven. Ze ziet haar voornaam op het graf staan en vraagt wat er is gebeurd. Je tante is verdronken, het was een ongeluk. Albert is het niet eens met de bezoeken aan de begraafplaats maar hij is er nooit. Hij wil de belangrijkste arts van Duitsland worden, als hij niet werkt, studeert hij. Ontvlucht hij iets ? Het gedrag van Franziska wordt steeds wisselvalliger, afwezig, afwijkend gedrag. Opeens wordt ze weer zichzelf en laat ze haar lusteloosheid achter zich. Ze doet alles weer en op die momenten geeft ze graag feesten, ze wil de wereld zien en speelt piano en zingt. Ze kan heel mooi zingen. Charlotte leert te leven met haar moeders neerslachtigheid en onberekenbare gedrag. Wordt iemand zo kunstenaar? De situatie van Franziska verslechtert. De depressieve fases duren langer en Albert smeekt haar, voor hem en voor Charlotte. Op een nacht staat ze op, Albert opent zijn ogen en volgt haar. Ze wil kijken naar de hemel. Het hiernamaals is een obsessie van haar, in de hemel is het mooier zegt ze en ze vraagt aan Charlotte, wil je dan niet dat mama een engel in de hemel wordt? Ik zal je een brief sturen. Een zelfmoord wanneer je een kind hebt in een zelfmoord van een hogere orde, eerste plaats in de familietragedie. Op een nacht staat ze op, Albert hoort haar niet en ze gaat naar de badkamer. Ze drinkt een flesje opium leeg, maar sterft niet. Charlotte wordt verteld dat haar moeder s'nachts ziek is geworden en Franziska gaat naar haar ouders, want als ze alleen gelaten wordt zal ze volgens Albert proberen zelfmoord te plegen. Ze krijgt haar kinderkamer, waar ze altijd gelukkig was met haar zusje. Ze sterkt weer wat aan bij haar ouders. Charlotte wordt ongerust, waar is haar moeder? Albert voelt boosheid jegens zijn vrouw. Albert bezoekt zijn vrouw iedere avond. Zijn schoonouders beschuldigen hem omdat hij nooit thuis is. Hij haalt altijd herinneringen met haar op. Er wordt een verpleegster aangenomen om op Franziska te letten. Nooit vraagt ze meer naar haar dochter, die bestaat niet meer voor haar en als ze een tekening krijgt, wend ze haar gezicht af. De Grunwalds zitten aan tafel en de verpleegster komt even bij hen zetten. Opeens ziet de moeder het voor zich en rent naar haar dochter en ziet het lichaam nog net uit het raam kantelen. Franziska is uit het raam gesprongen en gestorven **[DEUXIÈME PARTIE]** Charlotte wordt verteld dat een fatale griep haar moeder heeft weggerukt. Jaren later zal ze de waarheid pas horen. Charlotte troost haar vader en zegt dat haar moeder nu een engel is en dat de hemel heel mooi is. Overal achtervolgen de herinneringen Albert, hij wil verhuizen maar Charlotte wil dat niet want haar moeder zou een brief sturen als ze eenmaal in de hemel was. Ze wacht elke avond urenlang op de brief en gaat naar haar moeders graf. Haar vader brengt haar tot rede en zegt dat de doden de levenden niet kunnen schrijven en dat haar moeder gelukkig is waar ze is. Charlotte is heel boos op haar moeder. Nu volgt de eenzaamheid, Charlotte zegt niet wat er in haar omgaat. Albert verschuilt zich achter zijn werk/boeken. Hij is benoemd tot hoogleraar in de geneeskunde aan de universiteit van Berlijn. Charlotte zit op de Fürstin-Bismarck school, ze voelt zich in het gebouw op haar gemak en is blij dat ze iedere dag naar school kan. De 'ik'-persoon gaat langs de school en wordt ontvangen door de schoolpedagoge, die weet wie Charlotte is. Het is een lang bezoek, ze laat het materiaal van de biologielessen zien want dat materiaal is van vroeger. Ze komen op een zolder waar o.a. een skelet staat die Charlotte ongetwijfeld bestudeerd heeft. In de toneelzaal wordt een klassenfoto gemaakt, iedereen lacht. De klassenfoto van Charlotte die hij kent bestaat uit allemaal strakke blikken in de lens, gemaakt op het schoolplein. Maar Charlotte is de enige die niet naar de lens kijkt. Waar kijkt ze naar? Charlotte logeert een tijdlang bij haar grootouders in haar moeders oude kamer. Haar moeder vindt het verwarrend, iemand die op haar eerste dochter lijkt met de naam van haar tweede dochter in de oude kamer van Franziska. Charlotte wordt eenzelvig. Haar vader neemt kindermeisjes in dienst en ze doet alles om hun het leven zuur te maken. Ze haar iedereen die zich met haar bemoeit en het meeste mademoiselle Stagard, tijdens een excursie valt Stagard in een geul en breekt haar been, eindelijk van haar af. Maar met Hase is alles anders, Charlotte houdt meteen van haar en omdat Albert er nooit is woont ze vrijwel bij hen in huis. Als ze zich wast, bespiedt Charlotte haar want ze is gefascineerd door de omvang van haar boezem. Ze vraagt een buurjongen of hij liever grote of kleine borsten heeft. De jongen antwoordt groter, maar Hase is niet zo knap, heeft een snor. Weer gaat ze naar hem toe en vraagt nu of hij liever grote borsten en een snor of kleine borsten en het gezicht van een engel heeft. Hij antwoordt de tweede. Charlotte is opgelucht dat Hase dus niet bij de mannen in de smaak valt, want ze wil haar niet verliezen. Het is de eerste keer Kerst zonder Franziska. Kerst was altijd het lichtpuntje van het jaar en Albert heeft de grootste en mooiste kerstboom gekocht voor zijn dochter en als herinnering aan Franziska, ze was dol op kerst. De boom lijkt nu somber. Charlotte opent haar cadeaus en speelt het blije meisje om de avond minder beladen te maken, normaal zou haar moeder uren christelijke liederen zingen. Charlotte kan de piano niet aanraken, ze heeft het idee dat de piano haar begrijpt en deelt in haar pijn. Het muziekboek is nog open blijven staan, een stuk van Bach We zijn nu in het jaar 1930, Charlotte is adolescent. Mensen zeggen dat ze *in haar eigen wereld leeft*. Soms kan ze verdrietig en vrolijk tegelijk zijn. Alleen Hase lijkt haar te begrijpen, zonder woorden, maar die is er niet meer zo vaak. Volgens Albert heeft een meisje van 13 geen gouvernante meer nodig. Als het zo moet, wil ze liever niet groot worden. Charlotte voelt zich steeds eenzamer, haar beste vriendin gaat nu meer om met een populair meisje. Charlotte is bang om in de steek gelaten te worden en vindt daarom dat het beter is om je maar aan niemand te hechten. Haar vader wordt grijs doordat hij zich van anderen afkeert, ze spoort hem aan om uit te gaan. Tijdens een diner zit Albert tegenover Paula, een bekende zangeres, maar hij weet niks te zeggen. Uiteindelijk zegt hij dat hij een kleine dochter heeft. Ze heeft veel aanbidders, waaronder de getrouwde Kurt Singer. Na een voorval voelt ze zich minder sterk en besluit Paula dat het tijd voor haar is om te trouwen en ziet Albert als een veilige haven. Charlotte is enthousiast en ze komt dineren. Alles gaat goed en het lijkt wel of Paula altijd al in het huis gewoond heeft. Ze smeken Paula om wat te zingen, ze gaat zitten op de piano en speelt een stuk van Schubert, ze legt de bladmuziek voor die van Bach. Paula is heel geliefd en dat fascineert Charlotte, ze laat Charlotte delen in de liefde die ze ontvangt en dat biedt haar troost. Charlotte is dol op Paula en Albert en Paula besluiten om te gaan trouwen. Paula is belijdend Jood, in Charlottes leven heeft het joodse geloof geen enkele rol gespeeld. Haar kinderjaren berusten op *het ontrbreken van een joodse oriëntatie*. Haar moeder hield van christelijke liederen. Op haar dertiende leert Charlotte die wereld kennen die geacht wordt de hare te zijn. Paula komt bij hen wonen, dit keert het leven van Charlotte ondersteboven, ze haalt er het culturele leven van Berlijn binnen en nodigt beroemdheden uit zoals Albert Einstein en Albert Schweizer. In Berlijn zijn over gedenkplaatjes op de grond te vinden, ze worden Stolpersteine genoemd en zijn een eerbetoon aan de gedeporteerden. Bij het huis van Charlotte staan drie namen Paula, Albert en Charlotte, maar alleen voor Charlotte is er een gedenkplaat aangebracht. Wielandstrasse nr. 15. De volgende keer dat 'ik' er was, waren de plaatjes verdwenen en werd het gebouw gerenoveerd. Ik dacht aan een foto waarbij Charlotte met haar vader poseerde op het balkon, 11/12 jaar, dateert van 1928. De ik-persoon belt aan bij Charlotte, na 2 keer bellen opent een nerveuze vrouw de deur, het lijkt een kantoor te zijn geworden, als ze uitleggen wie ze zijn en waarvoor ze komen smijt de vrouw de deur dicht.**)** Charlotte gaat lezen, met veel passie. Paula vindt dat haar stiefdochter zich te veel afsluit, nooit neemt ze vrienden mee naar huis. Charlotte begint alle aandacht van Paula op te eisen, als ze jarig is zoekt ze het perfecte cadeau, een poederdoos, en besteedt al haar zakgeld eraan, maar het is een van de vele cadeaus en Charlotte is radeloos, ze rent op het cadeau af en gooit het op de grond voor het oog van de gasten. Paula wordt boos en stuurt haar naar haar kamer, ik heb alles verpest, denkt Charlotte. 's Ochtends biedt Charlotte haar excuses aan en vertelt wat haar dwarszit, Paula begrijpt niet wat haar tegenwoordig zo dwarszit, Albert heeft geen oog voor de cris van zijn dochter, hij is een arts met aanzien. Paula vindt dat Charlotte de waarheid moet weten over haar moeder, maar Albert zegt dat dat geen goed idee is. Haar grootouders zijn onvermurwbaar. Paula begrijpt het plotseling, ze gaat vaak bij hen logeren en voortdurend keert de herinnering aan hun dochters terug, in hun liefde schuilt een duistere kracht. Paula vertelt Charlotte niets, omdat het de wens van de familie is, maar ze stuurt de grootmoeder een vlijmscherpe brief waarin staat dat zij de moordenaars van haar dochters is en dat ze Charlotte zal beschermen. De grootmoeder is volkomen van de kaart en het verleden komt terug. Naast haar twee dochters heeft haar broer zich verdronken vanwege een ongelukkig huwelijk, haar moeder probeerde ook zelfmoord te plegen, ze kon niet tegen zijn afwezigheid en raakte haar verstand kwijt, 2 verpleegsters werden aangenomen om op te letten, net als bij Franziska. *De geschiedenis zou zich dus herhalen.* Uiteindelijk bezweek ze aan geestelijke uitputting. Kort na de begravenis van hun moeder, pleegde haar jongere zuster zelfmoord, ze sprong in een ijskoude rivier, net als de eerste Charlotte later zou doen. *De geschiedenis zou zich steeds weer herhalen, als een refrein van de doden.* De grootmoeder was verlamd door de dood van haar zuster, ze moest weg en trouwde met een Grunwald, al snel kreeg ze 2 dochters. De enige dochter van haar broer pleegde zelfmoord, daarna haar vader en daarna haar tante. De wortels van een stamboom aangetast door de kwaal. De grootmoeder treurt nog steeds om haar doden, de brief op haar schoot. Wat als het haar schuld is ? Ze moet Charlotte beschermen, minder vaak zien, niet meer komen logeren. **[TROISIÈME PARTIE]** Charlotte is nu zestien, ze is serieus en haar schoolprestaties zijn briljant, haar stiefmoeder vindt haar soms brutaal. Hun verstandhouding is niet meer zo goed. Ze brengen lange dagen voor en Charlottes gevoelens zijn dubbel want ze adoreert Paula, maar ze kan haar ook niet uitstaan. Ze gaat nog steeds naar al haar Berlijnse concerten en Paula is nog steeds populair. Dan, tijdens een concert, is er haat, er wordt boe geroepen etc. Paula vlucht naar de kleedkamers maar blijft kalm. Als ze thuiskomen slaapt Albert nog niet, ze vertellen het hem. Vrienden van hen zijn van plan om uit Duitsland weg te gaan, Paula zou kunnen zingen in Amerika en Albert zou er makkelijk werk vinden, maar toch besluiten ze het niet te doen en optimistisch te blijven. Ze blijven in hun vaderland, Duitsland. In 1933 komt de haat aan de macht. Paula mag niet meer optreden en medische handelingen door Joden worden niet langer vergoed, zijn onderwijsbevoegdheid wordt hem ontnomen. Er zijn bijeenkomsten bij Charlotte thuis, ook Kurt Singer is er, hij wil een culturele federatie van Duitse Joden oprichten. Uiteindelijk krijgt hij toestemming voor de Jüdischer Kulturbond, een feest wordt gevierd. Men kan als Jood weer optreden voor Joods publiek, dit duurt een paar jaar maar met steeds meer beperkingen. Singer gaat op bezoek bij zijn zus in Amerika als de Kristallnacht plaatsvind, *La nuit de Cristal.* Joodse bezittingen worden verwoest, tientallen moorden gepleegd. Singer krijgt de kans om in Amerika te blijven, maar wil toch terug naar Duitsland, op de terugweg komt hij langs Rotterdam en blijft daar. Hij is een dapper man, wil dicht bij de zijnen zijn. In 1942 wordt hij gedeporteerd naar een kamp voor kunstenaars en elite Joden. Hij dirigeert daar een orkest totdat iedereen sterft en hij uitgeput neervalt in 1944. Terug naar 1933. Joodse winkels en bedrijven worden systematisch geboycot, Charlotte gelooft niet langer dat de haat van voorbijgaande aard is. Vernederende maatregelen worden afgekondigd. Op school moet een geboortecertificaat van grootouders getoond worden. Charlotte trekt zich nog meer terug in zichzelf, ze leest veel. In die période komt het tekenen in haar leven. Passie voor de renaissance, aan eigen tijdperk ontkomen**)** De grootouders van Charlotte gaan in de zomer vaak weg en maken een lange culturele reis door Italië, Charlotte gaat mee, weg van het verderf. Charlotte verfijnt haar kennis van schilderkunst, in die zomer van 1933 wordt ze zich bewust van haar ware bestemming. Tijdens de reis vraagt Charlotte veel over haar moeder omdat ze haar voix en odeur, geur is vergeten en alleen nog maar vage herinneringen heeft, maar ze krijgt geen antwoord en begrijpt dat ze beter niets kan vragen. De grootvader wordt heel optimistisch van de oude beschavingen, de grootouders worden oud. Ze wil liever lang aandacht schenken aan 1 kunstwerk dan zoveel mogelijk kunstwerken bekijken. De terugkomst is Duitsland is zwaar, de realiteit komt hard aan den de grootouders nemen het besluit uit hun land weg te gaan en vermoeden dat ze nooit meer zullen terugkeren. Op vakantie in Spanje hebben ze een van origine Duitse vrouw ontmoet die weduwe is geworden en beschikking heeft gekregen over een groot vermogen, ze neemt vluchtelingen op op haar landgoed in het zuiden van FR en biedt de grootouders een plaats aan als ze de catastrofe in Duitsland ziet. Charlotte blijft bij Paula en Albert en gaat weer naar school totdat een wet het haar verbiedt, een jaar voor het eindexamen moet ze stoppen. Paula en zij leiden een teruggetrokken leven in het appartement, ze begrijpen akaar niet meer, dat ze afgesneden is van de wereld reageert Charlotte af op haar stiefmoeder. Charlotte tekent steeds meer en droomt ervan om naar de kunstacademie te gaan. Haar vader raadt haar aan zich aan te melden voor de kunstnijverheidsschool, daar worden meer Joden aangenomen, maar na 1 dag weet ze al, ik wil schilderen. Haar eerste schilderen zijn veelbelovend en Albert besluit haar privélessen te geven. De lerares is vreselijk en laat haar een cactus tekenen, maar Charlotte probeert te luisten want haar vader brengt een financieel offer. Weken achtereen tekent Charlotte stillevens, de woorden geven precies weer wat ze denkt. Ze krijgt niet de kans om zichzelf uit te drukken, maar toch gaat ze vooruit. Ze vindt een tussenweg tussen het academisme en de modernen en moet en zal deelnemen aan het toelatingsexamen voor de academie. Professor Ludwig Bartning ziet potentie in haar, maar het aantal Joden dat toegelaten wordt is zeer gering. Het helpt dat Charlottes vader arts was in WW1. Charlotte zal zijn beschermelinge worden. Ze vinden het te riskant om een Jodin aan te nemen, maar Ludwig overtuigt de commissie en ze wordt toegelaten. Een uniek feit. Ze stort zich op haar werk en ondanks haar verzochte zwijgzaamheid krijgt ze een vriendin, Barbara, een Arische. De artistieke vrijheid wordt steeds meer aan banden gelegd, geen moderne kunst, atleten moeten verheerlijkt worden, Beckmann, moderne kunstenaar verlaat Duitsland na de redevoering van Hitler in 1937. Charlotte kiest de kant van de verachte kunstenaars en interesseert zich voor de nieuwste theorieën en ontwikkelingen. Ze bezit boeken van kunsthistoricus Aby Warburg. De ik-persoon kent deze man en dat spreekt hem aan. Hij bezat een flinke bibliotheek en is bekend geworden. De boeken zijn verplaats naar Londen voor de Nazi's. De ik-persoon wilde een boek over hem schrijven en werd geobsedeerd door Duitsland en de taal en toen kwam hij in contact met het werk van Charlotte via een vriendin die in een museum werkte. Dit was wat hij zocht. Hij was geobsedeerd met Charlotte, maar wist niet hoe hij het boek moest schrijven en toen wist hij dat het dit moest zijn **[QUATRIÈME PARTIE]** Er komt een man in Charlottes leven, Alfred Wolfsohn, niet knap, niet lelijk. Hij moet voor zijn zieke moeder zorgen en zijn zus die niet in staat is om te werken, maar als zangleraar mag hij zijn vak niet meer uitoefenen en is hij aangewezen op de Kulturbond van Singer. Hij is vreemd en grillig, maar buitengewoon begaafd, hij heeft nieuwe methoden en theorieën voor zingen ontwikkeld. Singer heeft een oplossing, want Paula heeft geen zangleraar meer, omdat ze Jood is. Hij zegt dat het een eer is en begint dan een monoloog over dat ze (Paula) vroeger in het begin van haar carrière veel beter was, maar dat hij met zijn methoden haar de grootste zangeres van de wereld gaat maken. Hij neemt een groot risico hiermee, want hij heeft het werk nodig. Paula wil hem onderbreken, hij praat maar door, maar ziet in dat hij het beste met haar voor heeft en neemt hem aan. **(il est professeur de chant, il est** Alfred komt iedere morgen, Albert helpt de zieken, Charlotte tekent zelfportretten. Paula heeft nu afleiding en ze praten veel, hij is obsessed met de Orpheusmythe en de tocht door de onderwereld, dit gaat terug in het verleden. In de oorlog als 18 jarige is hij geconfronteerd met het ergste, angst, *het werk van de duivel.* Hij is net aan de dood ontsnapt, iedereen om hen heen was dood. Een jaar lang herinnert hij zich niks meer en kan niet spreken. Het jaar 1919 bestaat voor hem niet. Dan opeens hoort hij een melodie en begint zachtjes te zingen, muziek en leven zijn met elkaar verbonden, zo heeft hij zich op het zingen gestort : om te overleven. Paula voelt dat ze vooruitgaat, Alfred is verliefd geworden op Paula en schrijft haar een paar vurige brieven. Paula zegt dat hij ervan houdt met haar te zijn maar niet van haar houdt, hij is gewoon gelukkig dat hij zijn hart voelt kloppen. Charlotte ontmoet Alfred (dit is heel bijzonder?) tijdens een zangles. **(il** Na de les komt Alfred Charlottes kamer binnen en vraagt of ze aan Beaux-Arts studeert? Ja, is het eerste woord dat ze tegen hem zegt. Hij vraagt heel veel vragen, Paula komt binnen om te zeggen dat hij haar met rust moet laten, maar Charlotte zegt dat ze het niet erg vindt en dat verrast Paula en ze gaat weer weg. Hij is heel aandachtig voor haar tekeningen etc. Ze heeft een gedicht uitgebeeld *la jeune fille et la mort*. Alfred zegt, dat zijn wij! Ze zeggen de teksten op en dan verlaat hij opeens de kamer, Charlotte kijkt hem na uit het raam. Betekende zijn aandachtigheid iets of was hij gewoon beleefd? **Vanaf hier alleen nog maar Nederlandse samenvatting en aan het einde wat Franse uitdrukkingen** Charlotte probeert Alfred zo vaak mogelijk tegen te komen, ze schildert voor hem om zijn goedkeuring te krijgen. Alfred vraagt haar, beveelt haar bijna om zijn 'persoonlijke' roman te illustreren. Hij beschrijft de momenten dat hij onder het lijk lag, ze werkt hard aan de illustratie en ze maken een afspraak over 2 weken in het café bij het station. Charlotte weet niet hoe ze zich mooi moet maken voor een man, maar ze wil dat Alfred haar aantrekkelijk vindt. Bijzondere ontmoeting, praten over Kafka. Aan de hoeveelheid werk is te zien dat Charlotte van hem houdt, maar hij gedraagt zich raar en zegt dat hij geen tijd heeft om een mening te geven, vernederend. In tranen verlaat ze het café en wil sterven, maar de mening van Alfred is belangrijker, die wil ze eerst weten. Als Alfred er weer is biedt hij zijn excuses aan, hij analyseert haar tekeningen, begrijpt haar en laat merken dat hij weet hoe ze zich voelt? Ze krijgt een koortsaanval, ze is verliefd. Charlotte haalt zichzelf naar beneden, na een gevoel van kracht komt er weer twijfel. Ze wordt bang voor een nieuwe ontmoeting, is bang dat hij haar doorziet en is bang om verlaten te worden. Ze spreken weer af in het café, er lopen allemaal katten, bijzonder café, verboden om daar te zijn als Jood trouwens. Alfred heeft alle katten namen van muzikanten gegeven. Hij begint een monoloog over het niet zo spannende seksleven/vrouwenleven van Schubert en weer over het gedicht, la jeune fille et la mort, dat houdt hen in evenwicht. Charlotte vraagt of hij veel vrouwen gehad heeft, eerst antwoord hij ontwijkend en dan gooit hij het over een andere boeg en zegt dat hij veel vrouwen heeft gehad en ze allemaal belangrijk waren. Als ze thuiskomt is haar vader heel boos, het is gevaarlijk voor een Jood om s'nachts op straat te lopen. Ze verontschuldigd zich. Als ze haar vader een zoen op zn wang geeft glimlacht hij en Charlotte lacht ook, Paula heeft geen idee wat er aan de hand is, normaal is ze altijd zo gesloten etc. Alfred en Charlotte zien elkaar weer in Wannsee en gaan op een bankje zitten verboden voor Joden. Ze zitten tegenover Villa Marlier, waar in 1942 de plannen voor de Endlösung definitief worden gemaakt. Het is nu een herinneringsplaats geworden en de auteur is er geweest. Ze maken een boottocht, het regent en ze komen net op tijd terug aan de oever. Nat komen ze aan bij Alfreds huis en gaan samen naar bed. **[CINQUIÈME PARTIE]** 1938 is het jaar waarin alles ineenstort. Ieder voorjaar wordt er een anonieme wedstrijd georganiseerd op de academie. Charlotte is met grote sprongen vooruit gegaan, ze heeft haar eigen stijl ontworpen en haar werk is persoonlijk. Ludwig bewondert haar werk. De eerste prijs is voor Charlotte, maar dat kan niet, Charlotte zou risico lopen en er zou gesproken worden over verjoodsing van de school. Ludwig verdedigt haar prijs, wat ten koste van zijn leven zou kunnen gaan en ze krijgt de eerste prijs, maar mag de trofee niet zelf in ontvangst komen nemen, haar werk krijgt de onderscheiding maar Barbara mag het de trofee ontvangen, Charlottes voorstel. Vreugde en verdriet. Charlotte is van slag, ze verlaat de ceremonie en verkreukelt haar tekeningen thuis. Ze zegt dat ze nooit meer terug gaat naar de academie. Hele dagen zit ze op bed, denkt aan Alfred, het wordt een obsessie. Later zal ze zijn gezicht heel vaak tekenen. Alfred heeft na hun eerste nacht niets meer van zich laten horen en gezegd dat ze van hem niets moet verwachten. Ze gaat naar buiten en zegt tegen haar stiefmoeder dat ze naar een vriendin gaat. Ze ziet eruit als een Arische, lichtbruin haar en lichte ogen. Ze gaat naar zijn huis en ziet door het raam een andere vrouw die zich tegen Alfred aanwerpt. Ze ziet hoe Alfred het meisje wegstuurt, ze smeekt om te blijven, het regent, uiteindelijk geeft ze toe en gaat weg. Dan ziet Alfred Charlotte staan. Hij reageert koel maar nodigt haar uit om binnen te komen. Ze heeft hun regel verbroken, hem vrijheid geven en niet aandringen. De vrouw was zijn verloofde die wat spullen kwam halen, Alfred reageert heel bot en zegt haar nooit meer zomaar hier te komen en dat hij mag doen wat hij wil. Charlotte voelt zich goed bij hem. \* Hij schrijft zijn gedachten op en laat Charlotte het lezen, stuk van Schubert. Dan gooit Alfred alles in het vuur, Charlotte is radeloos, niemand heeft ook zulke woorden voor haar geschreven. *Elle est désespérée.* Hij troost haar, de herinnering aan de woorden blijft zegt hij. Een man in Frankrijk, Herschel Grynszpan, Poolse Jood, krijgt een brief dat zijn hele familie is uitgezet en in een vluchtelingenkamp verkeert, hij schrijft dat hij moet protesteren zodat de hele wereld zijn kreet zal horen. Hij gaat met een pistool de Duitse ambassade binnen en vermoordt de secretaris. Hitler hoort het en ontsteekt in woede, hij moet gestraft worden, nee, alle Joden moeten gestraft worden. Zo begint de Kristallnacht 9/10 November 1938. Geplunderd, bezittingen vernietigd, winkels verwoest, joden vermoord of naar kampen geïnterneerd. De vader van Charlotte wordt naar wordt in een kamp geïnterneerd. Albert wordt opgehaald door twee mannen. Hij wordt meegenomen zonder reden en verzet zich niet. Hij wordt naar Sachsenhausen gebracht, een concentratiekamp in het noorden van Berlijn. Albert wordt slecht behandelen en zijn arts-zijn helpt hem niets. Albert is niet gewend aan het zware fysieke werk en is uitgeput, ook geestelijk, soms vergeet hij wie en waar hij is, maar hij moet volhouden. De vrouwen en dochters protesteren en bedelen om inlichting. Charlotte wil een deken naar haar vader breken, ze wordt uitgelachen. In de weken van het ondraaglijk wachten is Alfred er. De arrestaties golden vooral voor de elite, nog even en hij zal ook gearresteerd worden, hij is bang. De grenzen zijn gesloten, maar iedereen onder de 22 mag zonder paspoort het land uit, Charlotte heeft nog een paar maanden. Haar grootouders smeken haar te komen naar Zuid-FR en Paula deelt hun mening. Maar ze wil haar vader weerzien en ze zal Alfred nooit verlaten. Paula heeft wat bewonderaars bij de Nazi's en uiteindelijk wordt haar inspanning beloont en wordt Albert vrijgelaten, hij komt naar huis maar is niet dezelfde. Vermagerd etc. Hij komt langzaam weer op kracht, maar praat vrijwel niet. Een ochtend zegt hij met moeite tegen Paula dat Charlotte moet vluchten nu het nog kan, ondanks dat hij haar nodig heeft. Maar Charlotte wil niet, Alfred is de enige die weet waarom maar hij begrijpt het niet. Geen liefde is de dood waard. Hij houdt ook veel van haar maar kan dit niet laten gebeuren en zegt dat als ze niet weggaat, hij haar niet meer wil zien. Ze weet dat hij het meent en hij belooft zsm naar naar Z-FR te komen. Ze wil liever sterven dan weggaan. Haar vader roept haar bij zich en smeekt haar om te gaan, hij huilt, voor de eerste keer ziet Charlotte dit en ze pakt een zakdoek voor hem, dit doet hem denken aan Franziska, die hetzelfde deed bij hun eerste ontmoeting. Dit haalt Charlotte over om weg te gaan. De papieren worden geregeld, valse brieven grootmoeder stervende, ze krijgt een visum voor een paar dagen. Ze neemt een kleine koffer mee, kan bijna niks meenemen, grammofoonplaat van Paula 'Carmen' mee. Ze bezoekt de begraafplaats, 2 witte rozen. Haar vader is te zwak om mee te gaan naar het station, ze neemt afscheid van hem. Op het station moeten ze onopvallend afscheid nemen anders is er argwaan bij de agenten die er lopen. Alfred fluistert in haar oor: *Dat je maar nooit mag vergeten dat ik in je geloof. Puisse-tu ne jamais oublier que je crois en toi.* **[SIXIÈME PARTIE]** Charlotte zit in de trein, landschappen van FR, veel bekende schilders hebben dat parcours afgelegd. Ze vraagt de weg, iedereen weet waar het huis is, de Amerikaanse is beroemd in de regio. Het is een tijd geleden dat ze haar grootouders heeft gezien, toen was ze een jong meisje, nu een jonge vrouw. Iets houdt haar tegen aan te bellen. Ze kijkt achterom en ziet de Middellandse Zee, ze heeft nog nooit zoiets moois gezien. Ze wordt omringd door kinderen, haar grootouders staan roerloos, de grootmoeder tranen in haar ogen. Ze vindt het niet fijn om in het middelpunt te staan, ze voelt zich schuldig om hier te zijn. Het valt de grootouders op dat Charlotte spreken of haar moeder, Franziska lijkt, net zo zwaarmoedig. (mélancolique) Charlotte slaapt veel, ervaar de vrijheid en praat heel weinig. Otillie Moore blijft haar schilderen altijd steunen, ze koopt haar tekeningen, zorgt voor het schaarse papier en support haar waar ze maar kan, altijd vrolijk. Het huis is nu afgebroken en ontoegankelijk (inaccesible). De schrijver komt niet binnen en krijgt een vijandige reactie van een vrouw. Charlotte hoopt op de komst van Alfred, en herinnert zich alle gesprekken, zo houdt ze de liefde levend. De grootmoeder is minder opgewekt dan eerst en Otillie vraagt of Charlotte haar op kan vrolijken, Charlotte en haar grootmoeder zijn hetzelfde. Ze wandelen langs de zee, praten niet. Polen is aangevallen en FR en ENG hebben de oorlog verklaard aan Duitsland. Het gaat slecht met de grootmoeder, al jaren vecht ze om in leven te blijven. Dokter Moridis wordt geroepen, een vooraanstaande persoonlijkheid in de streek. Hij zal een belangrijke rol spelen in Charlottes leven. Hij komt terug met de diagnose depressie, de grootmoeder wil niet meer leven, de wereld gaat in vlammen op, ze wil naar haar twee dochters, het was haar fout. Tout est de ma faute. Ze krijgt kalmerende middelen en mag niet alleen gelaten worden. Charlotte neemt de taak op zich, Dokter Moridis wenst haar sterkte en begint over haar tekeningen, hij wil er graag eens wat van zien. Charlotte vindt dat ze wegmoeten uit l'Ermitage, ze leven al te lang op Otillie's kosten en de verhouding verslechtert. De grootouders konden hun bezittingen verkopen toen ze Duitsland verlieten in 1933 en hebben nog wat geld over, Charlotte vindt een plek in Nice, villa Eugénie. Otillie zegt haar niet te vergeten ook zelf te leven, en nieuws te brengen/te schilderen in de tuin. Na de verhuizing is de grootmoeder nog steeds depressief, Charlotte tekent haar, heel vermagerd. De grootvader heeft niks meer en wordt autoritair, hij geeft Charlotte bevelen en weet niet waarom. Ze heeft al maanden niets gehoord van haar familie. Dan krijgt ze een brief van Albert en Paula, maar er staat niks over Alfred in. Het is onmogelijk om naar FR te komen, ze hebben valse papieren en zijn met het vliegtuig naar Nederlands gegaan en hebben alles achtergelaten. Een paar vrienden zijn daar ook. Ze wil naar Albert en Paula, de brief is het fysieke bewijs van haar isolement. Charlotte staat tussen haar grootvader en moeder in. De grootmoeder praat waanzin. Charlotte krijgt nog meer brieven, de laatste maanden waarin de familieband bestaat, 1940. Charlotte hoort een val in de badkamer, haar grootmoeder heeft zichzelf opgesloten. Als ze de deur opendoet ziet ze haar grootmoeder aan een touw hangen. Charlotte kan haar nog net redden en de grootvader geeft haar de schuld, ze heeft haar alleen gelaten. De grootmoeder zegt tegen Charlotte dat ze haar dood had moeten laten gaan, Charlotte zegt dat ze alleen haar nog heeft. Charlotte laat haar grootmoeder niet alleen en bewondert de hemel. De grootvader kan zijn razernij niet meer beheersen, ik kan niet meer tegen die zelfmoorden! Hij begint een monoloog over alle zelfmoorden, ook die van haar moeder. Hij zegt dat hij niet meer kan (je n'en peux plus) Charlotte rent weg, naar de zee en gaat het ijskoude water in, bijna kan ze zich laten gaan maar dan kijkt ze omhoog en ziet het gezicht van haar moeder. Herinneringen komen terug, ze is boos en drijft naar de kant, de verdrinkingsdood zal ze niet sterven. Haar hele leven berust op een leugen, ze haat ze allemaal. Ze hebben haar verraden. Ze begrijpt het vreemde gevoel dat ze altijd met zich mee droeg, de angst om verlaten te worden, de zekerheid om afgewezen te worden. Charlotte komt thuis, haar grootouders slapen, het raam staat nog open. Ze zien er uit als 2 kinderen, ze bekijkt ze en valt in slaap. Iedereen zwijgt over de zelfmoorden en er is sprake van een gelukkige periode. Haar grootmoeder lijkt tot rust te zijn gekomen, tussen hen ontstaat een hechte band. De grootmoeder pleegt zelfmoord door uit het raam te springen. Ze wordt begraven, Otillie betaal voor de begravenis, grootvaders geest wordt troebel en hij uit weer razernij. Hij grijpt Charlotte aan haar mouw, waar wacht je nog op? Zou je jezelf ook niet van kant maken? **[SEPTIÈME PARTIE]** Charlotte brengt haar familie op de hoogte van het overlijden, Paula maakt zich zorgen om haar. Charlotte leidt fysiek onder hun scheiding, het duurt nu al langer dan een jaar. De brief terug zal de laatste zijn die ze ontvangt. Alle Duitsers die verblijven in FR worden verzocht zich te melden, ze zijn de vijand ook al zijn ze vluchtelingen, en worden gebracht naar Camp de Gurs, in de Pyreneeën. In de trein bedenkt ze dat er tussen de zelfmoorden 13 jaar zit, haar zelfmoord zal dus in 1953 zijn berekent ze. Bij aankomst worden mannen en vrouwen gescheiden. Hannah Arendt zit ook in het kamp. Elk spoor van vegetatie ontbreekt er. De leefsituatie is slecht en het ergste is de bewaker die iedere nacht een prooi vindt om te verkrachten. De Duitse aanval, snelle nederlaag van het Franse leger. Gelukkig is het zuiden een vrije zone, niet bezet. Het gaat slecht met haar grootvader maar er wordt niets gedaan en ze kan niks doen. Uiteindelijk zegt een verpleegster dat ze zal doen wat ze kan en uiteindelijk besluit de kampleiding dat ze vrij gelaten mogen worden. Ze verlaten het kamp maar het ov functioneert niet meer, honderden kms lopen ze door de Pyreneeën, oude zieke man. 2 maanden later zal Walter Benjamin, Charlotte hield van zijn boeken, een einde aan zijn leven maken dmv een overdosis morfine. De staatlozen kunnen de grens niet meer passeren en hij is ervan overtuigd dat hij spoedig zal worden opgepakt en geeft op. Zo raken geniale Duitsers her en der verspreid in de bergen. Hannah Arendt zal er wel in slagen Europa te verlaten. Ze proberen langs de weg een rustplaats te vinden, maar niemand wil Duitsers onderdak verschaffen. Een jongen, ook vluchteling uit Berlijn, komt hen te hulp maar probeert Charlotte te verkrachten als de grootvader het niet ziet, ze verzet zich. Hij loopt weg en Charlotte zegt niets tegen haar grootvader. Ze is heel goed in de pijn verbergen. Eindelijk vinden ze een herberg waar ze terecht kunnen, er is maar 1 bed. Ze gaat in de hoek zitten en probeert in slaap te vallen, ze weet dat ze zo, met de blik van haar grootvader, de reis niet kan doorzetten. Gelukkig hoort ze dat er langs de kust een bus rijdt en 2 dagen later zijn ze in Nice en komen aan bij de Ermitage waar ze feestelijk worden ontvangen. Ottilie begrijpt dat Charlotte hulp nodig heeft, maanden van tranen komen los, de zelfmoord van haar grootmoeder, de revealing van haar moeder, de internering, de zwerftocht, ze wil haar redden. Charlotte raadpleegt dokter Moridis, zijn dochter Kika woont nu nog steeds in zijn praktijk en heeft de spreekkamer intact gelaten. Haar vader sprak vaak over Charlotte, dat ze gek was, zoals alle genieën. De dokter ontfermt zich over haar en haar toestand beangstigt hem, hij zegt dat ze moet schilderen. Dokter Moridis zegt de juist worden en dan ziet ze een visioen van Alfred, ze herinnert zijn woorden en beseft dat ze moet schilderen om niet gek te worden. Op die dag wordt haar werk 'Leven? Of Theater?' geboren. Om te overleven moet ze haar verhaal schilderen. Schilderijen vergezeld met lange teksten, schilderen en schrijven, volledige zelfexpressie. Ze voegt ook muziekaanwijzingen toe, muziek, schilderkunst en schrijven. Een unieke en volstrekt originele stijl. Charlotte geeft een gebruiksaanwijzing voor haar werk. De eerste dagen lukt het haar niet te concentreren, Ottilie, de dokter en een kring van intimi staan om haar heen om haar te beschermen. Haar grootvader hoort hier niet bij en wordt steeds boosaardiger. Marthe Pécher biedt haar onderdak aan in haar hotel zonder tegenprestatie, hier zal ze bijna 2 jaar lang aan haar werk werken. Charlotte schildert al zingend, ze komt de kamer bijna nooit uit, ze is geobsedeerd. Ze herinnert zich elk woord van Alfred, ze tekent honderden malen zijn gezicht. De ik-persoon gaat langs bij de kamer. Soms gaat ze met tegenzin naar Nice om haar grootvader te bezoeken. Er komt een wet die Joden verplicht zich te melden bij de autoriteiten, Charlotte wil zich gaan aangeven, want het is de wet. Ze heeft niets meer gehoord van haar familie en Alfred. Er stoppen bussen. Plots zijn ze omringd door gendarmes, niemand kan vluchten, ze zijn in de val gelopen, maar haar werk is nog niet af. Een politieman blijft bij haar staan en blijft haar aankijken dan vraagt hij of ze mee komt, ze is bang dat zijn bedoelingen onzuiver zijn, maar als ze uit het zicht zijn zegt hij dat ze snel weg moet lopen, hij redt haar. Als ze terug is heeft ze meer dan ooit het gevoel dat ze haast heeft, ze mag geen tijd verliezen, veel bladen bevatten alleen tekst. In haar laatste schilderij tekent ze zichzelf, met haar gezicht naar de zee, op haar lichaam schrijft ze de titel 'Leven? Of Theather?'. Ze vormt zelf het sluitstuk van het werk dat gaat over haar leven. Ze pakt haar werk in, 3 pakken, ze moeten naar Ottilie, voor als ze ooit moet vluchten of sterven. Ze gaat te voet met de koffer naar Villefranche-sur-Mer. Bijna 2 jaar nadat ze hem heeft geconsulteerd, zoekt ze Moridis weer op. Ottilie is teruggegaan naar de VS, Charlotte kon niet mee want ze had een paspoort nodig. [Met Moridis als tussenpersoon vertrouwt Charlotte haar haar werk toe en draagt het ook aan haar op.] Toen ze het gaf zei ze allen 'dit is heel mijn leven', die zin heeft veel dingen kunnen betekenen, hij bergt de koffer zorgvuldig weg. C'est toute ma vie. **[HUITIÈME PARTIE]** Charlotte neemt weer haar intrek op de Ermitage. Daar woont nu de Oostenrijkse vluchteling en voormalig minnaar van Ottilie, Alexander Nagler. Hij praat niet veel en Charlotte weet niet goed raad met hem. Hij lijkt sterk, maar is heel breekbaar, vroeger ongeluk gehad kan niet goed lopen. Ze praten bijna nooit, totdat de Duitsers nu ook de vrije zone binnenvallen en ze dezelfde angst delen. Ze blijft haar grootvader bezoeken, hij schreeuw afgrijselijke dingen tegen haar, maar is de enige familie die ze nog heeft. Charlotte is niet verliefd op Alexander maar mag hem graag, ze heeft hem nodig. De grootvader krijgt een felle steek en zakt in elkaar een sterft vlak voor de apotheek, van een last bevrijd. Later in een brief, zal ze bekennen dat ze he heeft vergiftigd, is dit waar? Gezien alles wat hij haar heeft aangedaan, boosaardigheid en minachting voor haar werk, hij belaagde haar sexueel. Heel Frankrijk is nu bezet, Nov 1942. De vroegere vrije zone wordt verdeeld tussen Duitsers en Italianen, de Italianen brengt de rassenpolitiek van DU niet in praktijk, er volgt een stroom van Joodse vluchtelingen naar Nice en omgeving en voor het moment lijken Charlotte en Alexander veilig. Op een avond kussen ze. Ze is nu ongeveer 26. Ze heeft zich al jaren geen vrouw meer gevoeld, niet begeerd, ze wijst Alexander eerst af, onbewust ontzegt ze zichzelf alles wat ook maar lijk op een verlangen, uiteindelijk geeft ze toe. Ze besteden hun dagen met het bedrijven van de liefde en Charlotte voelt zich duizelig, ze is zwanger. Alexander is heel blij, Charlotte heeft tijd nodig om geluk toe te laten. Ze sommen voornamen op, Alexander wil met haar trouwen. Ze trouwen, Moridis en zijn vrouw zijn getuige en ze geven hun papieren bij het gemeentehuis. Ondanks dat hij valse papieren heeft, verklaart Alexander dat hij Jood is, ze geven hun identiteit en adres. Ze gaan wonen op de Ermitage, ze voelen zich veilig onder de Italianen, zorgeloosheid. Maar in nov 1943 capituleert Italië, de zone komt onder Duits bewind. Een van de wreedste hoge ss'ers wordt naar FR gestuurd: Alois Brunner, na de oorlog weet hij te ontsnappen richting Syrië, hij vindt daar bescherming en zijn vaardigheden worden gebruikt. Alexander kan slecht lopen en Charlotte is zwanger dus ze besluiten in de Ermitage te blijven. In september 1943 wordt Charlotte via een telefoontje aangegeven. Charlotte wordt opgepakt, Alexander kan niks doen en zegt tenslotte dat ze hem ook moet hebben, ik ben ook jood. Er wordt hen verteld dat er een nieuwe staat gesticht is in Polen en dat ze daar heengaan. Met de trein komen ze aan in Drancy, ze worden meteen gescheiden, het is een doorgangskamp, wachtkamer van de dood. C'est un camp de transit. Op 7 oktober moeten ze klaarstaan, de families worden weer herenigd. Alexander zwakt af. Charlotte heeft hoop, denkt haar familie weer terug te gaan zien. In het kamp worden ze weer gescheiden en genoteerd, 3 maanden later sterft Alexander door uitputting. Charlotte wordt vergast. **[ÉPILOGUE]** In mei 1943 worden Albert en Paula opgepakt in Nederland, in kamp Westerbork blijven ze als ziekenverzorgers in leven. Hij moet vrouwen steriliseren en zegt dat hij zijn medische instrumenten in Amsterdam moet ophalen met zijn assistente, ze vluchten en blijven ondergedoken tot het einde van de oorlog. Ze voelen zich schuldig Charlotte naar Frankrijk te hebben gestuurd. In 1947 besluiten ze haar sporen te volgen, Ottilie Moore is weer teruggekeerd. Niemand durft voor nu te vertellen dat ze zwanger was. Haar levenswerk wordt overgedragen aan Albert en Paula. Ze gaan terug naar Amsterdam, Paula begint weer te zingen. Charlottes werk wordt in 1961 geëxposeerd, het is een succes. In 1971 besluiten ze alles te schenken aan het Joods Historisch Museum. Alfred heeft kunnen vluchten, woont in Londen, hij geeft weer les. Hij schrikt als hij het werk van Charlotte ze zien krijgt. Paula stuurt hem een brochure. Een jaar later sterft hij.