Biologie Samenvatting - H10 Bloedsomloop PDF
Document Details
Uploaded by PreciseSilver6898
Laurens County School District
Tags
Summary
This document is a summary of the human circulatory system and heart function. It discusses different types of circulatory systems, the importance of a double circulatory system and how the heart regulates blood circulation from section 1 to 4.
Full Transcript
Bio Samenvatting H10 Crappy document en gerusht. Heb ik geschreven voor mezelf voor originele Bio toets. Paragraaf 1 - Hart en Bloedsomloop In the great world of life, zijn er veel verschillende bloedsomlopen, maar allen hebben ze over het algemeen de belangrijke functie van verschillende stoffen v...
Bio Samenvatting H10 Crappy document en gerusht. Heb ik geschreven voor mezelf voor originele Bio toets. Paragraaf 1 - Hart en Bloedsomloop In the great world of life, zijn er veel verschillende bloedsomlopen, maar allen hebben ze over het algemeen de belangrijke functie van verschillende stoffen verplaatsen door het lichaam. Een voorbeeld dat dan naar boven komt is waarschijnlijk zuurstof, maar dat hoeft zeker niet zo te zijn. Zo hebben insecten een open circulatiesysteem, met een hartbuis dat eigenlijk bestaat uit een heleboel kleine kamers die zorgen voor een stroming van het bloedt, waarna het gewoon willy nilly recht de lichaamsholte in stroomt en het verspreid door het lichaam. Vervolgens kan het op verschillende plekken de hartbuis weer instromen. Zuurstof loopt compleet anders bij insecten. Dat gaat passief door kleine luchtbuisjes in het lichaam. Een vissenhart heeft een enkele bloedsomloop. Die is wel gesloten in tegenstelling tot insecten en dus gaat het altijd door bloedvaatjes heen, maar ze hebben maar 1 kamer en 1 boezem. Amfibieen reptielen vogels en zoogdieren hebben daarintegen een dubbele bloedsomloop. Die hebben ze nodig aangezien die grotere verschillen hebben in hoeveel ze zich inspannen en hoeveel zuurstof er in de atmosfeer zit gedurende de dag, dus helpt een efficiente dubbele bloedsomloop met ze goed bezig houden. Die is gesplitst in 2 delen: de grote bloedsomloop vanaf de linker kamer via de aorta naar alle slagaders en dus de organen en de kleine bloedsomloop die via de holle aders de rechter boezem en kamer binnenkomt om vervolgens een rondje langs de longen te maken en zuurstof op te nemen voor de rest van het lichaam. Die eindigt in de rechter boezem via de longaders. Een belangrijke reden dat een dubbele bloedsomloop zo efficient is, is de elegante volgorde achter een hartslag. Die begint bij de systole van de kamers waarin de hartkleppen sluiten en de aortaklep en pulmonalisklep opengaan. Ondertussen vindt er een diastole van de boezems plaats. Hierna gaan de hartkamers terug naar diastole, waarna uiteindelijk de hartkleppen weer openspringen. Dan begint de systole van de boezems en worden de kamers weer gevuldt. Dan is pietje klaar! Petje af pietje! Er is alleen 1 nadeel aan de dubbele bloedsomloop. Voor de geboorte kan de foetus natuurlijk nog niet ademen, dus wordt zuurstof niet goed verspreid door het lichaam. Hiervoor zijn de belangrijke foramen ovale en de ductus Botalli. Het bloed komt van de navelstrengader de baby binnen. Daar splitst die af naar de lever, die belangrijk is voor bouwstoffen en naar de onderste holle ader. Daar komt die uiteindelijk de rechter boezem binnen, waar die in plaats van naar de longen ook naar de linker boezem kan via de foramen ovale. Zo komt er een beetje extra bloed naar de rest van het lichaam. Ook de ductus botalli helpt hiermee, aangezien die zorgt voor een connectie tussen de longslagaders en de aorta waardoor en nog een extra beetje naar de rest van het lichaam toe stroomt. Na de geboorte sluiten de ductus botalli en de foramen ovale zich door de hoge druk van bloedplaatjes, waarna ze uiteindelijk volgroeien en je een perfekt hart krijgt. Paragraaf 2 - Bloeddruk Bloeddruk is de kracht die ons hele bloedvatensysteem mogelijk maakt. Elke keer als de linkerkamer zichzelf samentrekt ontstaat er een gigantische bloeddruk door de aorta. Tijdens de systole van de kamers gaat de aorta bloeddruk geleidelijk ongeveer 30% omlaag, waarna die weer samen met de linkerkamer omhoogschiet. Ondertussen aan de andere kant van de bloedsomloop is de druk heel laag en wordt tie opgevongen door de boezems. De boezems functioneren eerst gewoon als een buis waar het bloed door heen stroomt, maar op het laatste moment knijpen ze samen om de kamers goed op te vullen. De kracht van de rechter kamer is iets meer dan 4 maal zo laag als die van de linkerkamer, aangezien die een veel kleinere bloedsomloop hoeft voor te duwen. De systole van de kamers zorgt voor de bovendruk, maar door de slimme werking van de hartkleppen heb je ook nog de niet zo slechte onderduk tijdens de diastole van de kamers. Helemaal bij de haarvaatjes is er zelfs nog nauwelijks verschil in de bloeddruk tijdens elke hartslag. Deze boven en onderdruk worden gemeten met een apparaat rond de arm dat zich eerst volperst met lucht totdat er geen bloed meer door je slagader stroomt. Dan laat tie zich leeglopen totdat dit net weer wel gebeurd, waardoor we weten dat de luchtdruk in het apparaat gelijk is aan de bovendruk. Er wordt dan bij elke slag steeds een golfje bloed gevoelt door de arm heen. Als we verder leeglopen voelen we uiteindelijk dit golfje niet meer. Dan heb je de onderdruk te pakken! Paragraaf 3 - Regeling hartwerking Nu weten we zat over hoe het hart al zijn bloed rond kan pompen, maar hoe stuurt hij dan de hartspieren aan om deze klus daadwerkelijk voor elkaar te krijgen? Dat gebeurt met elektrische signalen die we kunnen observeren met een ECG (elektrocardiogram) apparaat, waarbij er een stuk of 10 elektroden aan het lichaam worden geplakt waardoor een cardioloog heel veel informatie kan halen over verschillende delen van het hart en zelfs de plaats van een infarct lokaliseren, zonder ooit ook maar 1 opening in het lichaam te maken. Deze elektrische signalen beginnen allemaal in de sinusknoop. Dit is een grote bundel cellen in de rechterboezem die signalen sturen naar het rest van het hart. Enkele zenuwen naar de sinusknoop geven controle over het ritme en kracht van deze impulsen. 1 zo’n signaal begint dus bij een impuls in de sinusknoop. Deze verspreid razendsnel door beide boezems en bereikt ook de AV-knoop tussen de boezems en kamers in. Deze werkt als een redstone repeater, en gaat ongeveer 0.15 seconden nadat er een input binnenkomt ook af. Vanuit de AV-knoop gaat het signaal door de bundel van His naar de purkinjevezels, waardoor de kamersystole kan gaan vanuit de hartpunt naar boven richting de slagaders. Buiten het besturen van hoeveel bloed er door het hele systeem heen stroomt, kan er ook worden bepaald hoeveel bloed er naar elk orgaan wordt gestuurd. Dat kan via de kringspieren. Ieder orgaan zit vast aan een slagader via een voorkeurskanaal. Dit kanaal kan niet dicht en stroomt recht naar de ader, weer terug naar het hart, maar als een orgaan meer bloed nodig heeft, kan het ook de kringspieren gebruiken rond het begin van haarvaatjes om die ook vol te laten stromen. Zo kan een spier meer bloed ontvangen als je aan het sporten bent, en krijgen je darmen meer bloed als je in rust bent. Het enige orgaan dat deze controle niet heeft is het hart. Daar gaat het bloed nog voor het de aorta in stroomt altijd recht naar een klein onbestuurbaar kransslagader vaatje heen. Paragraaf 4 - Stoffentransport Buiten het vervoeren van zuurstof is je bloed ook nog belangrijk voor het vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen. Het bloed bestaat namelijk uit 3 delen: de rode bloedcellen voor het zuurstof, de witte bloedcellen en bloedplaatjes voor defensie en het bloedplasma. In het bloedplasma zitten alle voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen en ook kleine hoeveelheden van gassen waaronder ook O2 en CO2. Verder zitten er ook gespecialiseerde eiwitten in die zorgen voor het transport van stoffen die niet lekker mee willen werken zoals vetten en ijzer (niet oplosbaar in water). Deze eiwitten zijn niet opgelost, maar fijn verdeeld in het bloed in colloids, net als vetten in melk. Nu gaan we weer terug op zuurstof. Het bloedplasma is niet sterk genoeg om al het benodigde zuurstof rond te kunnen brengen. Het heeft maximaal 3 ml O2 / L, in tegenstelling tot de 200 ml O2/L die rode bloedcellen dragen. Rode bloedcellen zijn zo speciaal, omdat ze tijdens de volwassenwording alle organellen zoals de celkern en andere muk eruit tiefen om meer plaats te maken voor hemoglobine. Hemoglobine reageert zo: Hb + O2 HbO2 In tegenstelling tot je gewone oxidatie reactie zoals roest op je fiets is een hemoglobine bond met zuurstof veel makkelijker te breken. Hemoglobine is perfect aangezien het veel O2 opneemt bij de O2 druk in de longen, en veel afgeeft op de O2 druk in de weefsel in een optimale verhouding. Buiten Hb heb je ook nog Myoglobine (Mb). Mb wordt gebruikt als opslag voor zuurstof voor als het plotseling nodig is. Het wordt bewaard in hartspieren en skeletspieren, waar het het vaakst wordt gebruikt. Het “activeert” (geeft zuurstof af) alleen als de zuurstofdruk hele lage niveaus bereikt waardoor het ideaal is om je een zuurstof boost te geven zodat je bloedsomloop aan kan passen aan het nieuwe niveau zuurstof gebruik. Mb + O2 MbO2 (Also de mfanier hoe de O2-verzadiging wordt bepaald is door het verschuiven van het evenwicht in de reacties van Mb en Hb) Uiteraard moet er ook koolstofdioxide terug naar de longen worden getransporteert. Dit gaat voor 5% gewoon recht via het bloedplasma, maar de overige 95% is iets complexer. 25% bindt zich als CO2 gewoon lekker aan hemoglobine, maar meerderheid van 70% reageert eerst tot H2CO3, waarna het 1 H+ geeft aan een hemoglobine, en de andere HCO3- gaat het bloedplasma in. Terug in de longen aangekomen komt het HCO3- de rode bloedcel weer in en reageert alles terug tot CO2 en poep je het zo weer je mond uit. Uiteraard met het in en uitstromen van het geladen deeltje HCO3-, moet er ook een Cl- ion heen en weer stromen om verandering van de lading van de rode bloedcel te voorkomen. Dat zou namelijk zorgen voor veranderingen in de delicate balans van in en uitstroom van alle zuurstof en koolstofdioxide, wat een groot probleem zou zijn. Voor vergelijkbare redenen moet dat H+ ion eerder ook binden aan hemoglobine, om een schommeling in pH te voorkomen. (van 7,4 tot wel 3!!!) Dit toch kleine verschil in pH, wordt ook samen met de druk CO2 gebruikt om in je lichaam inspanning te meten en maatregelen te nemen. De reden dat er zo tiefus veel tabellen staan in Binas voor de O2-verzadiging vs pO2 in kPa voor verschillen situaties is omdat ze echt heel belangrijk zijn (no shit) (83D). Bij inspanning wordt bijvoorbeeld je temperatuur hoger doordat je beweegt, en daalt de pH waarde en pCO2 waarde wat ervoor zorgt dat de zuurstofverzadigingcurve naar rechts verplaatst en dus geeft je hemoglobine evenwicht meer zuurstof af. Dit allen gecombineert heet het Bohr-effect. Paragraaf 5 - Lymfevaten en andere bs Imagine your going about your day when you get bloody stabbed right in de ader. Dan komt reparatie snel op gang. Bloedplaatjes vormen als snel een tijdelijke prop, die later met fibrinedraden en rode bloedcellen goed dicht komt door soms zelfs een korstje te maken! Hieronder komen er dan nieuwe bloedvatcellen en wordt alles weer gerepareerd. Soms gaAT DIT EEN BEETJE MIS EN KRIJG JE EEN LITTEKEN. In haarvaten wordt de bouwstoffen afgegeven, maar hoe gaan die door de haarvaatjes heen. Daarvoor heb je verschillende typen haarvaten. Je hebt gladde, waar alles er amper doorheenkomt, je hebt soms porieen in de haarvaten, en soms zelfs met grote gaten in de haarvaten.