81E4A0FC-1DFC-460D-9F7C-5CEC621CD2FA.jpeg

## Het onderzoeksplan **2.1 Inleiding en leerdoelen** In het eerste hoofdstuk hebben we benadrukt dat al het wetenschappelijke onderzoek vanuit Nederlandse instellingen volgens de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (voortaan: NGWI) gebaseerd dient te zijn op een onderzoeksplan...

## Het onderzoeksplan **2.1 Inleiding en leerdoelen** In het eerste hoofdstuk hebben we benadrukt dat al het wetenschappelijke onderzoek vanuit Nederlandse instellingen volgens de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (voortaan: NGWI) gebaseerd dient te zijn op een onderzoeksplan dat voorafgaande aan de uitvoering van het onderzoek wordt voorgelegd aan Ethische Commissies van de Nederlandse universiteiten. Alle principes in de NGWI zijn van enorm wetenschappelijk belang, maar het principe van transparantie heeft ook directe praktische implicaties, namelijk dat je als onderzoeker steeds alle beslissingen in het onderzoeksplan begrijpelijk en controleerbaar moet maken voor tenminste vakgenoten. Dat geldt voor de keuze van de probleemstelling tot en met de verzameling van gegevens ter beantwoording daarvan, zodat je ervoor zorgt dat al je gegevens vindbaar, toegankelijk, geschikt voor gezamenlijke bewerking en dus herbruikbaar zijn. Het onderzoeksplan bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de probleemstelling: wat wil je onderzoeken en waarom? De probleemstelling bestaat uit drie onderdelen: de vraagstelling, de doelstelling en het theoretisch raamwerk, ook wel conceptueel model genoemd. Het tweede deel van het onderzoeksplan is het onderzoeksontwerp. Hierin staat "hoe' je het onderzoek wilt uitvoeren. Het 'hoe' houdt in: de manier waarop je je onderzoek wilt opzetten, welke gegevens je wilt verzamelen, bij wie je die gegevens wilt verzamelen, wanneer en waar. Verder bevat het onderzoeksontwerp een plan voor de manier waarop je de gegevens wilt analyseren en je onderzoek wilt rapporteren. Het 'hoe' is belangrijk, want daarmee laat je zien welke keuzes je maakt voor je onderzoeksaanpak en welke ethische overwegingen je daarbij gemaakt hebt. Van een plan moet je soms afwijken, daarom gaan we ook in op eventuele wijzigingen in het onderzoeksplan tijdens het onderzoek. **Leerdoelen** Aan het eind van dit hoofdstuk: - weet je dat een onderzoeksplan bestaat uit een probleemstelling en een onderzoeksontwerp; - ken je de tien onderdelen van een onderzoeksplan; - kun je de relatie tussen literatuuronderzoek en probleemstelling beschrijven; - weet je dat de probleemstelling bestaat uit eem vraagstelling, een doelstelling en een theoretisch raamwerk, weergegeven als een conceptueel model; - kun je de vraagstelling van een onderzoek eventueel in een conceptueel model weergeven; - weet je de verschillen tussen beschrijvende, verklarende en voorspellende vraagstellingen; - weet je het verschil in doelstellingen tussen fundamenteel en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek; - ken je het onderscheid tussen explorerend en toetsend onderzoek; - kun je de afzonderlijke onderdelen van het onderzoeksontwerp benoemen; - kun je de verschillen uitleggen tussen diverse plannen: het dataverzamelings-, het steekproef-, en het data-analyseplan; - kun je de belangrijkste overeenkomsten en verschillen benoemen tussen kwantitatief, kwalitatief en gemengde-methodenonderzoek; - ken je de begrippen longitudinale opzet en panelopzet, retrospectieve en prospectieve opzet. Het uitvoeren van een onderzoek start dus met het ontwikkelen