ZSO Intro bacteriën en diagnostiek

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke bewering beschrijft het beste het concept van commensalisme bij bacteriën?

  • Bacteriën die alleen in extreme omstandigheden in de gastheer kunnen overleven.
  • Bacteriën die zich vermenigvuldigen in de gastheer zonder schade te veroorzaken. (correct)
  • Bacteriën die een symbiotische relatie aangaan met de gastheer, waarbij beide profiteren.
  • Bacteriën die altijd schade veroorzaken aan de gastheer.

Welke van de volgende functies wordt toegeschreven aan de commensale bacteriële flora in het menselijk lichaam?

  • Het veroorzaken van infecties wanneer het immuunsysteem verzwakt is.
  • Bescherming tegen indringers en productie van bepaalde vitaminen. (correct)
  • Het afbreken van lichaamseigen cellen om te overleven.
  • Het produceren van toxines die schadelijk zijn voor de gastheer.

Wat is een belangrijk verschil tussen bacteriële cellen en dierlijke cellen?

  • Bacteriële cellen zijn prokaryoot en hebben een celwand, terwijl dierlijke cellen eukaryoot zijn en geen celwand hebben. (correct)
  • Bacteriële cellen hebben geen celwand, terwijl dierlijke cellen dat wel hebben.
  • Bacteriële cellen bevatten een celkern, terwijl dierlijke cellen dat niet doen.
  • Bacteriële cellen zijn eukaryoot en dierlijke cellen zijn prokaryoot.

Welke structuur is aanwezig in bacteriële cellen maar niet in dierlijke cellen?

<p>Plasmide (B)</p> Signup and view all the answers

Op basis van welke structuren worden bacteriën voornamelijk ingedeeld?

<p>Vorm en celwand (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën?

<p>Gram-positieve bacteriën hebben een dikke peptidoglycaanlaag, terwijl Gram-negatieve bacteriën een dunne peptidoglycaanlaag hebben. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over LPS (lipopolysacharide) is correct?

<p>LPS is een toxisch component dat voorkomt in zowel Gram-positieve als Gram-negatieve bacteriën. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van de kristalvioletkleuring in de Gram-kleuringsprocedure?

<p>Het detecteren van peptidoglycanen, waardoor alle bacteriën in eerste instantie paars kleuren. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn Gram-negatieve bacteriën resistenter tegen bepaalde antilichamen dan Gram-positieve bacteriën?

<p>Omdat Gram-negatieve bacteriën een extra membraan buiten de peptidoglycaanlaag hebben. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een nucleoïd in een bacterie?

<p>Een circulair, dubbelstrengs DNA-molecuul dat vrij in het cytoplasma ligt. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende structuren helpt bacteriën bij het hechten aan oppervlakken of gastheercellen?

<p>Pili of fimbriae (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het voordeel van sporenvorming voor bacteriën zoals Bacillus en Clostridium?

<p>Het maakt hen resistent tegen ongunstige omstandigheden zoals hitte en chemicaliën. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen endotoxinen en exotoxinen?

<p>Endotoxinen zijn onderdeel van de bacterie en komen vrij bij celdood, terwijl exotoxinen oplosbare eiwitten zijn die worden uitgescheiden. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factor(en) beïnvloeden de groeisnelheid van bacteriën?

<p>De soort bacterie, de chemische samenstelling van het milieu en de temperatuur. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van mycobacteriën dat de Gram-kleuring bemoeilijkt?

<p>Lipiden en wasachtige stoffen in de celwand verhinderen de opname van water-oplosbare kleurstoffen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het als een bacterie 'chemo-heterotroof' is?

<p>De bacterie gebruikt organische verbindingen als koolstofbron en verkrijgt energie uit chemische verbindingen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen aerobe en anaerobe bacteriën?

<p>Aerobe bacteriën groeien alleen in aanwezigheid van zuurstof, terwijl anaerobe bacteriën alleen zonder zuurstof groeien. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke vraag is het meest relevant bij de anamnese van een patiënt met een vermoedelijke infectieziekte?

<p>Heeft de patiënt recentelijk contact gehad met zieke mensen, dieren of oppervlaktewater? (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een Ziehl-Neelsen-kleuring specifiek voor?

<p>Het aantonen van mycobacteriën (zuurvast) (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk nadeel van directe detectiemethoden van pathogenen in patiëntenmateriaal, vergeleken met andere benaderingen?

<p>Directe detectiemethoden hebben een lagere sensitiviteit en vereisen een hoge kwaliteit van het afgenomen materiaal. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is Commensalisme?

De aanwezigheid van micro-organismen die zich vermenigvuldigen in de gastheer zonder schade of reactie.

Wat is een bacteriële infectie?

Een infectie veroorzaakt door bacteriën die je al bij je draagt (commensaal die pathogeen wordt) of door bacteriën van iets/iemand anders.

Wat zijn bacteriële cellen?

Cellen zonder celkern, maar met een celwand en andere organellen.

Wat zijn dierlijke cellen?

Cellen mét een celkern, maar zonder celwand en andere organellen.

Signup and view all the flashcards

Waar kijk je naar bij bacterievormen?

Indeling van bacteriën op basis van vorm en celwand.

Signup and view all the flashcards

Wat bepaalt Gram positief of negatief?

Het verschil in celwand en de manier waarop kleuringen eraan blijven kleven.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Gram-positieve bacteriën?

Bacteriën met een dikke peptidoglycaanlaag bovenop een monoderm.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Gram-negatieve bacteriën?

Bacteriën met een dunne peptidoglycaanwand tussen twee didermen in.

Signup and view all the flashcards

Wat is een nucleoïd?

Een circulair, dubbelstrengs DNA-molecuul dat vrij in het cytoplasma ligt.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn pili of fimbriae?

Korte, haarachtige structuren die bacteriën helpen bij hechting aan oppervlakken of gastheercellen.

Signup and view all the flashcards

Wat is sporenvorming bij bacteriën?

Sommige bacteriën vormen dit bij ongunstige omstandigheden en zijn resistent tegen hitte, straling en chemicaliën.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn endotoxinen?

Toxinen die vrijkomen bij celdood en onderdeel zijn van de bacterie, zoals lipopolysacharide bij gramnegatieve bacteriën.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn exotoxinen?

Oplosbare eiwitten die door bacteriën worden uitgescheiden en cellen kunnen beschadigen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn heterotrofe bacteriën?

Bacteriën die organische verbindingen als koolstofbron gebruiken.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn chemotrofe bacteriën?

Bacteriën die hun energie uit chemische verbindingen halen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn aerobe bacteriën?

De groei van bacteriën in aanwezigheid van zuurstof.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn anaerobe bacteriën?

De groei van bacteriën in afwezigheid van zuurstof.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn facultatief anaerobe bacteriën?

Kunnen zowel met als zonder zuurstof groeien (bijv. E. coli en S. aureus).

Signup and view all the flashcards

Wat is de functie van diagnostiek in het microbiologisch laboratorium?

Heeft als doel de verwekker en gevoeligheid voor antibiotica vast te stellen.

Signup and view all the flashcards

Wat is Ziehl-Neelsen?

Kleurtechniek om mycobacteriën (zuurvast) te herkennen in bijvoorbeeld bloed.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

  • ZSO Intro bacteriën en diagnostiek behandelt de basis van bacteriën en hun diagnose.

Leerdoelen

  • Belangrijkste veroorzakers van veel voorkomende en ernstige huidinfecties kunnen worden benoemd.
  • Tot welke groep bacteriën deze veroorzakers behoren (Gram-positief/Gram-negatief, kokken/staven) kan worden benoemd.
  • Er kan worden uitgelegd waar de Gramkleuring op gebaseerd is.
  • Op basis van microscopie met behulp van kleuring en morfologie, in combinatie met een ziektebeeld, kan een indicatie worden gegeven van de meest waarschijnlijke bacterie.
  • Het verschil tussen commensale en pathogene bacteriën kan worden uitgelegd.

Commensalisme

  • Commensalisme is de aanwezigheid van micro-organismen die zich vermenigvuldigen in de gastheer zonder schade of reactie van de gastheer te veroorzaken.
  • In het lichaam heeft de commensale bacteriële flora een aantal functies, waaronder bescherming tegen indringers en de productie van enzymen voor de afbraak van onverteerbare polysachariden, aanmaak van B-vitaminen en vitamine K.

Bacteriële infectie

  • Een bacteriële infectie ontstaat door bacteriën die je al bij je draagt (een commensale bacterie die pathogeen wordt).
  • Een bacteriële infectie ontstaat door bacteriën van iets/iemand anders.

Bacteriecel vs. Dierlijke Cel

  • Bacteriën zijn prokaryoten: ze hebben geen celkern, maar wel een celwand en andere organellen en structuren.
  • Dierlijke cellen zijn eukaryoten: ze hebben wel een celkern, maar geen celwand en andere organellen en structuren.

Bacterievormen

  • Bacteriën worden ingedeeld op basis van hun vorm en celwand.

Vormen

  • Bolletjes = kokken.
  • Staafjes = bacilli.
  • Spiraal = spirillum (kort) / spirochete (lang).

Hoeveelheid

  • Alleen = mono
  • Twee = diplo
  • Bij meerderen: in ketting (= strepto) of trosvorm (= staphylo)

Gram Kleuring

  • Gram positief: dikke peptidoglycaanlaag bovenop een monoderm.
  • Gram negatief: dunne peptidoglycaanwand tussen twee didermen in.

Gram Positief vs Gram Negatief

  • LPS (Lipopolysaccharide) zit in zowel Gram-positieve als Gram-negatieve bacteriën en is een toxische component voor de mens.

Gram Kleuring Proces

De stappen van een gramkleuring zijn:

  • Crystal violet: Eerste kleuring, beide typen worden paars.
  • Iodine: Zorgt ervoor dat de kleuring minder oplosbaar is en aan de celwand blijft kleven.
  • Alcohol: Wast de kleuring van de gram (-) celwand.
  • Safranin: Tegenkleuring zorgt ervoor dat de kleuring aan de gram (-) celwand blijft kleven.
  • Gram+ is paars en Gram- is rood na een volledige gramkleuring.
  • Crystal violet detecteert peptidoglycanen, waardoor beide in eerste instantie paars kleuren en Gram+ paars blijft.

Gram - Kleuring

  • Gram- bacteriën houden crystal violet níet goed vast door een dunnere peptidoglycaanlaag én een membraan dat er nog bovenop zit.
  • Gram- bacteriën zijn daardoor ook resistenter tegen antilichamen, doordat de celwand te sterk is.
  • Gram- bacteriën worden ook sneller resistent.
  • Gram+ bacteriën nemen ook de rode/roze kleuring op, maar dit is niet te zien door de donkere paarse kleuring.

Eigenschappen van bacteriën

  • Bacteriën zijn eencellige prokaryoten zonder kernmembraan of organellen.
  • Het genetisch materiaal is een circulair, dubbelstrengs DNA-molecuul dat vrij in het cytoplasma ligt als een nucleoïd.
  • Bacteriën kunnen plasmiden bevatten, kleine circulaire DNA-moleculen met genen voor antibioticaresistentie of virulentiefactoren.
  • Het cytoplasma bevat ribosomen (70S-type, kleiner dan eukaryote ribosomen) en soms korrels met reservestoffen zoals glycogeen of polyfosfaten.
  • Er zijn geen membraan-gebonden organellen zoals mitochondriën of een endoplasmatisch reticulum.

Beweging en Hechting

  • Sommige bacteriën hebben flagellen, lange draadvormige structuren waarmee ze kunnen bewegen.
  • Pili of fimbriae zijn korte, haarachtige structuren die helpen bij hechting aan oppervlakken of gastheercellen.

Sporenvorming

  • Sommige bacteriën, zoals Bacillus en Clostridium, kunnen sporen vormen bij ongunstige omstandigheden.
  • Sporen zijn zeer resistent tegen hitte, straling en chemicaliën.
  • Bij gunstige omstandigheden kunnen ze weer uitgroeien tot actieve bacteriën.

Virulentiefactoren en Toxinen

  • Endotoxinen: Sommige bacteriën produceren endotoxinen (zoals lipopolysacharide bij gramnegatieve bacteriën) die vrijkomen bij celdood. Deze zijn onderdeel van de bacterie.
  • Exotoxinen: oplosbare eiwitten die door bacteriën worden uitgescheiden die cellen kunnen beschadigen.

De toxische werking kan berusten op

  • Interactie met de membranen waardoor lysis en celdood optreden.
  • Interruptie van de eiwitsynthese van de eukaryote cel.
  • Verhogen van de intracellulaire concentratie van cyclisch AMP.
  • Onderbreking van de zenuwgeleiding.

Indeling van Bacteriën

  • Op basis van celvorm en ligging.
  • Kokken (bolvormig): liggen in ketens (Streptokokken), trosjes (Stafylokokken) of komen voor in paren (Diplokokken).
  • Staven (bacillen): rechte (Escherichia coli) of gebogen staafjes (Vibrio cholerae).
  • Spiraalvormige bacteriën: flexibele (Spirocheten) of stijve (Spirillen) spiraalvormige bacteriën.
  • Op basis van de celwand en Gramkleuring: Grampositieve of Gramnegatieve bacteriën.
  • Op basis van metabole eigenschappen.

Pathogene Bacteriën

  • De voor de mens pathogene bacteriën zijn chemo-heterotroof.
  • Heterotroof: gebruiken organische verbindingen als koolstofbron.
  • Autotroof: halen al hun koolstof uit C1-verbindingen als CO2 en CH4.
  • Chemotroof: verkrijgen hun energie uit chemische verbindingen.
  • Aerobe bacteriën: groeien alleen in aanwezigheid van zuurstof.
  • Anaerobe bacteriën: groeien alleen zonder zuurstof.
  • Facultatief: kunnen zowel met als zonder zuurstof groeien.
  • Strikt anaerobe bacteriën vormen het grootste deel van de darmflora bij de mens, ze hebben geen verweer tegen giftige werking van zuurstof.
  • Fermenterende bacteriën: breken suikers af zonder zuurstof door gisting.

Groeisnelheid en Bijzondere Bacteriesoorten.

  • De groeisnelheid van bacteriën hangt af van de soort bacterie, chemische samenstelling van het milieu, en temperatuur.
  • Mycobacteriën zijn zeer langzaam groeiend en strikt aeroob.
  • Lipiden en wasachtige stoffen in de celwand maken water-oplosbare kleurstoffen moeilijk door.
  • Gram-kleuring kan dus niet.
  • Chlamidae en rickettsiae zijn obligaat intracellulair groeiende bacterien.
  • Ze hebben een essentiele metabole processen, en zijn afhankelijk van gastheercel

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Module 1: Introductory Bacteriology
19 questions
Brucellosis Diagnosis and Morphology
11 questions
Bacteriology Lab Diagnosis
18 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser