Water Management in the Netherlands

Waterkeringen

• Waterkeringen zijn noodzakelijk om land te winnen, landbouwgrond droog te houden en bescherming te bieden tegen overstromen.
• In het verleden woonde men op hogere delen van Nederland, zoals duinen en terpen, omdat de lagere gebieden regelmatig overstroomden.

Ontwikkeling van Waterkeringen

• Men begon met het aanleggen van dijken om het gebied te ontwateren, waardoor de bodem inknelde en oxideerde.
• Turf werd gewonnen en rivieren werden bedijkt.
• Overstromingen brachten vruchtbaar slib op de bodem, wat goed was voor de landbouw.
• Na indijking werd de depositie tussen de dijken toenemend, waardoor het waterniveau steeg en de dijken moesten worden opgehoogd.

Reactieve Dijkenbouw

• Voor 1953 werden dijken gebouwd op een reactieve manier, waarbij men wachtte tot er een overstroming plaatsvond en dan pas maatregelen nam.
• Na de watersnoodramp van 1953 werd de Delta Commissie opgericht en werden normen vastgelegd in een wet.

Watersystemen

• Het hoofdwatersysteem bestaat uit zee en grote rivieren.
• Het regionale watersysteem bestaat uit kleine rivieren, boezems, beken enz.
• Waterkeringen kunnen worden onderverdeeld in primaire, regionale en overige waterkeringen, met verschillende beheerders.

Risicoanalyse

• Risico = kans x gevolg.
• Het overstromingsrisico bestaat uit de kans op overstromen, de belasting op de kering en de sterkte van de kering.
• De aanvaardbaarheid van het risico wordt bepaald door de kans op overlijden, de groepsrisico, de economische schade en de uitval van kwetsbare infrastructuur.

Meerlaagsveiligheid

• Meerlaagsveiligheid bestaat uit drie lagen: het verkleinen van de kans op overstromen, het verminderen van de schade en het verbeteren van de crisisbeheersing.

Overstromingsgevoeligheid

• Nederland is opgedeeld in 95 dijkringen, die zijn onderverdeeld in 238 dijktrajecten.
• Er zijn zes klassen op overstromingskansen, variërend van 1:100 tot 1:100.000 per jaar.

Veiligheidscyclus

• De veiligheidscyclus bestaat uit een cyclus van risicoanalyse, normstelling, maatregelen nemen en controle.

Belastingen op Dijken

• Belastingen op dijken bestaan uit wind, golven, getij, springvloed en opwaaiing.
• De hoogte van de dijk wordt bepaald door de kust, Waddenzee, IJsselmeer en bovenrivieren.

Falen en Bezwijken

• Falen betekent dat de constructie niet de vereiste functie vervult.
• Bezwijken betekent dat de constructie het evenwicht verliest.