Vraag, Aanbod en Evenwicht

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

In welke theoretische context kan de introductie van een maximumprijs voor benzine, terwijl de marktevenwichtsprijs hoger is, paradoxaal genoeg leiden tot een afname van de totale consumentensurplus, zelfs als de oorspronkelijke verdeling van benzine als onrechtvaardig werd beschouwd?

  • Indien de aanbodcurve perfect inelastisch is, waardoor de hoeveelheid benzine gelijk blijft ongeacht de prijs, wat leidt tot een verschuiving van producentensurplus naar consumentensurplus.
  • Wanneer de overheid tegelijkertijd een belasting op benzine heft die precies gelijk is aan het verschil tussen de oude evenwichtsprijs en de nieuwe maximumprijs.
  • Wanneer de vraagcurve perfect elastisch is, waardoor elke prijsverandering leidt tot een oneindige afname van de gevraagde hoeveelheid.
  • Als de allocatie van benzine onder de maximumprijs resulteert in een significante inefficiëntie, zoals lange wachtrijen en zwarte markten, die de waarde die consumenten hechten aan het product verminderen. (correct)

Stel dat de overheid een bindende maximumprijs invoert voor een essentieel medicijn. Onder welke voorwaarden zou het introduceren van een zwarte markt niet leiden tot een Pareto-verbetering ten opzichte van de situatie met alleen de maximumprijs en zonder zwarte markt?

  • Indien de maximumprijs zo laag is dat de producenten stoppen met de productie van het medicijn, en de zwarte markt de enige bron wordt. (correct)
  • Als de transactiekosten op de zwarte markt verwaarloosbaar zijn en alle consumenten gelijke toegang hebben tot deze markt.
  • Indien regulering van de zwarte markt perfect is en alle transacties transparant zijn, waardoor de informatieasymmetrie volledig wordt geëlimineerd.
  • Als de zwarte markt alleen toegankelijk is voor consumenten met een hoge betalingsbereidheid en de winst van de zwarte markt volledig wordt herverdeeld naar consumenten met een lage betalingsbereidheid.

In een markt met perfecte concurrentie, waar de overheid een subsidie per eenheid aan de producenten verstrekt, waardoor de aanbodcurve naar rechts verschuift, onder welke voorwaarden zal de daling van de evenwichtsprijs volledig ten goede komen aan de consumenten en niet gedeeltelijk aan de producenten?

  • Als de aanbodcurve volkomen inelastisch is, waardoor de aangeboden hoeveelheid niet verandert ongeacht de prijs.
  • Wanneer de vraagcurve een constante elasticiteit heeft die gelijk is aan één, wat leidt tot een proportionele verandering in hoeveelheid ten opzichte van prijs.
  • Wanneer de vraagcurve perfect elastisch is, wat betekent dat consumenten uiterst gevoelig zijn voor prijsveranderingen. (correct)
  • Als de overheid gelijktijdig een belasting per eenheid oplegt aan de consumenten, waardoor het effect van de subsidie wordt geneutraliseerd.

Beschouw een markt waarin de vraag naar een product perfect prijsinelastisch is en de aanbodscurve normaal verloopt. Welke van de volgende beweringen is correct met betrekking tot de impact van een belasting per eenheid die op de producenten wordt geheven?

<p>De belasting zal volledig worden afgewenteld op de consumenten, ongeacht de prijselasticiteit van het aanbod. (B)</p> Signup and view all the answers

In een competitieve markt, onder welke omstandigheden zou een gelijktijdige verschuiving van zowel de vraag- als aanbodcurve naar links leiden tot een ondubbelzinnige afname van de evenwichtshoeveelheid, maar een ambigue effect op de evenwichtsprijs?

<p>Onafhankelijk van de relatieve grootte van de verschuivingen, zolang beide curven naar links verschuiven. (A)</p> Signup and view all the answers

Stel dat een overheid een prijsplafond instelt op huurwoningen dat onder de marktevenwichtsprijs ligt. Welke van de volgende implicaties is het meest waarschijnlijk op de lange termijn, rekening houdend met de reactie van verhuurders en de elasticiteit van vraag en aanbod?

<p>Een afname van de kwaliteit van huurwoningen, een toename van 'sleutelgeld'-praktijken, en een lange wachtlijst voor huurwoningen. (C)</p> Signup and view all the answers

In scenario's waar markten niet volledig concurrerend zijn, bijvoorbeeld in een oligopolistische markt met enkele dominante spelers, hoe beïnvloedt de introductie van een maximumprijs de strategische interacties tussen bedrijven en de potentiële uitkomsten voor consumentenwelzijn?

<p>Het kan leiden tot een vermindering van de productdifferentiatie, omdat bedrijven minder prikkels hebben om te innoveren en unieke producten aan te bieden, wat resulteert in een homogener aanbod. (A)</p> Signup and view all the answers

Beschouw de markt voor tweedehands auto's, een klassiek voorbeeld van een markt met informatieasymmetrie. Hoe beïnvloedt de aanwezigheid van een maximumprijs de 'adverse selectie' en het 'moral hazard' probleem?

<p>Het verergert moral hazard, omdat kopers minder geneigd zijn om auto's goed te onderhouden, omdat ze weten dat ze deze niet voor een hogere prijs kunnen verkopen. (D)</p> Signup and view all the answers

In welke uitzonderlijke situatie zou een verschuiving van de aanbodcurve naar links geen significante invloed hebben op de evenwichtsprijs en -hoeveelheid in een markt?

<p>Wanneer de vraagcurve perfect inelastisch is. (A)</p> Signup and view all the answers

Stel dat de overheid besluit om een minimumprijs in te voeren voor melk, hoger dan de huidige marktevenwichtsprijs. Welke van de volgende maatregelen zou de overheid niet kunnen nemen om het resulterende overschot aan melk aan te pakken, zonder de consumentenwelvaart verder te schaden?

<p>De melk opkopen en vernietigen, waardoor de aangeboden hoeveelheid effectief wordt verminderd. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe zou een verandering in de subjectieve verwachtingen van consumenten over toekomstige inkomensniveaus de huidige vraagcurve naar luxe goederen beïnvloeden, rekening houdend met het permanent inkomen hypothese?

<p>Een verwachte toename van het toekomstige inkomen zal de huidige vraag naar luxe goederen doen toenemen, omdat consumenten hun permanente inkomen hoger inschatten. (A)</p> Signup and view all the answers

Beschouw een situatie waarin de prijs van een complementair goed aanzienlijk daalt als gevolg van een technologische doorbraak in de productie ervan. Onder welke voorwaarden zou deze prijsdaling leiden tot een relatief grotere toename van de vraag naar het primaire goed, rekening houdend met de kruislingse prijselasticiteit van de vraag?

<p>Als de kruislingse prijselasticiteit van de vraag tussen de twee goederen perfect elastisch is. (C)</p> Signup and view all the answers

In hoeverre kan de introductie van een nieuwe technologie die de productiekosten van een bepaald goed aanzienlijk verlaagt, leiden tot een paradoxale situatie waarin de totale inkomsten van de producenten in die markt afnemen, zelfs als de vraag naar het goed elastisch is?

<p>Het is mogelijk als de initiële prijs van het goed al zeer laag was, waardoor de prijsverlaging resulteert in een kleine absolute toename van de gevraagde hoeveelheid. (A)</p> Signup and view all the answers

Onder welke omstandigheden zou een overheidsmaatregel die tot doel heeft de consumptie van een schadelijk goed (bijvoorbeeld sigaretten) te verminderen door middel van een accijnsbelasting, onbedoeld leiden tot een significante toename van de vraag naar een substituutgoed dat nog schadelijker is voor de volksgezondheid?

<p>Indien de consumenten zich niet bewust zijn van de schadelijkheid van het substituutgoed. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe verandert de interpretatie van de wet van de vraag in situaties waarin consumenten worden beïnvloed door Veblen-goederen of Giffen-goederen, en welke implicaties heeft dit voor het ontwerp van economisch beleid?

<p>De wet van de vraag kan worden omgekeerd voor Veblen-goederen en Giffen-goederen, wat betekent dat een hogere prijs de gevraagde hoeveelheid kan doen toenemen. (A)</p> Signup and view all the answers

Beschouw een markt waarin zowel consumenten als producenten perfect rationeel zijn en volledige informatie hebben. Onder welke omstandigheden leidt de introductie van een bindende belasting op de verkopen niet tot een vermindering van de totale economische welvaart?

<p>Als de belasting wordt gebruikt om een markt te corrigeren voor een negatief externaliteit, waarbij de marginale schade gelijk is aan de belasting. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe zou de implementatie van een complexe prijsdiscriminatiestrategie door een monopolist, waarbij verschillende prijzen worden gerekend aan verschillende groepen consumenten op basis van hun prijselasticiteit van de vraag, de consumentensurplus en de totale economische welvaart beïnvloeden, vergeleken met een situatie zonder prijsdiscriminatie?

<p>De consumentensurplus zal afnemen, terwijl de totale economische welvaart kan toenemen als de monopolist erdoor meer consumenten kan bedienen. (B)</p> Signup and view all the answers

Onder welke precieze voorwaarde zal de introductie van een nieuw product met een lagere prijs op de markt, die zowel substituut als complementair kan zijn voor bestaande producten, leiden tot een Pareto-verbetering en een toename van de totale welvaart in de economie?

<p>Als de introductie van het nieuwe product leidt tot een toename van de consumentensurplus die groter is dan de potentiële afname van de producentensurplus in andere markten. (D)</p> Signup and view all the answers

Stel dat een markt aanvankelijk in evenwicht is en de overheid een belasting per eenheid op de producenten legt. Welke van de volgende factoren zou leiden tot een grotere daling van de consumentensurplus als gevolg van de belasting?

<p>Een lage prijselasticiteit van de vraag. (C)</p> Signup and view all the answers

Beschouw een situatie waarin de overheid overweegt een maximumprijs in te voeren in een markt die wordt gekenmerkt door aanzienlijke netwerkexternaliteiten. Welk effect zou de maximumprijs hebben op de adoptie van het product en de totale welvaart, rekening houdend met de kritische massa en de potentiële positieve terugkoppelingseffecten?

<p>Het netwerkeffect wordt negatief beïnvloed, omdat de lagere prijs kan worden geassocieerd met lagere kwaliteit, wat de adoptie afremt en de welvaart vermindert. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe zou het introduceren van een belasting op een goed dat een negatieve externaliteit veroorzaakt, terwijl er tegelijkertijd een positieve externaliteit bestaat die nog niet wordt geadresseerd, de totale sociale welvaart beïnvloeden, en onder welke voorwaarden leidt dit beleid tot een Pareto-verbetering of een Pareto-verslechtering?

<p>Dit leidt zelden tot een Pareto-verbetering, aangezien het corrigeren van één marktfalen de andere kan verergeren, waardoor de totale welvaart kan afnemen. (D)</p> Signup and view all the answers

In een duopolistische markt waar bedrijven een Cournot-concurrentie aangaan, hoe verandert de reactiecurve van elk bedrijf en het uiteindelijke Nash-evenwicht als de overheid een subsidie per eenheid aan één van de bedrijven verstrekt, en wat is het effect op de totale consumentensurplus?

<p>De reactiecurve van het gesubsidieerde bedrijf verschuift naar rechts, wat leidt tot een hogere productie en een toename van de consumentensurplus. (C)</p> Signup and view all the answers

Stel dat de overheid een kwantitatieve beperking oplegt aan de import van een specifiek goed, wat resulteert in een 'quota rent'. Hoe beïnvloedt het verdelen van importvergunningen aan bevriende bedrijven de allocatieve efficiëntie en het totale consumentensurplus in de economie?

<p>Het verlaagt de allocatieve efficiëntie doordat de vergunningen niet noodzakelijkerwijs aan de meest efficiënte importeurs worden gegeven, wat leidt tot hogere prijzen en een lager consumentensurplus. (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is een markt?

Een groep economische actoren die een goed of dienst verhandelen, inclusief de regels en afspraken.

Wat is een perfect concurrentiële markt?

Een markt waarin alle verkopers een identiek goed of dienst verkopen, en geen enkele individuele koper of verkoper de marktprijs kan beïnvloeden.

Wat is een prijsnemer?

Een koper of verkoper die de marktprijs accepteert en niet onderhandelt.

Wat is de gevraagde hoeveelheid?

De hoeveelheid van een goed of dienst die kopers bereid zijn te kopen tegen een bepaalde prijs.

Signup and view all the flashcards

Wat is een vraagschema?

Een tabel die de gevraagde hoeveelheid weergeeft bij verschillende prijzen, waarbij alle andere factoren gelijk blijven.

Signup and view all the flashcards

Wat betekent 'ceteris paribus'?

Alles in de economie wordt constant gehouden.

Signup and view all the flashcards

Wat is de vraagcurve?

Geeft de gevraagde hoeveelheid weer bij verschillende prijzen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een negatieve relatie?

Als de variabelen in tegengestelde richting bewegen.

Signup and view all the flashcards

Wat is de Wet van de Vraag?

De gevraagde hoeveelheid stijgt wanneer de prijs daalt, ceteris paribus.

Signup and view all the flashcards

Wat is betalingsbereidheid?

De hoogste prijs die een koper bereid is te betalen voor een extra eenheid van een goed.

Signup and view all the flashcards

Wat is afnemend marginaal voordeel?

Naarmate je meer van een goed consumeert, daalt je betalingsbereidheid voor een extra eenheid.

Signup and view all the flashcards

Wat is aggregatie?

Het proces van het optellen van individuele gedragingen.

Signup and view all the flashcards

Wat is de marktvraagcurve?

De som van de individuele vraagcurves van alle potentiële kopers.

Signup and view all the flashcards

Wanneer verschuift de vraagcurve?

Wanneer de hoeveelheid verandert bij een bepaalde prijs.

Signup and view all the flashcards

Wat is een normaal goed?

Een toename in inkomen zorgt ervoor dat de vraagcurve naar rechts verschuift.

Signup and view all the flashcards

Wat is een inferieur goed?

Een toename van het inkomen zorgt ervoor dat de vraagcurve naar links verschuift.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn substituten?

Wanneer de daling van de prijs van het ene, leidt tot een verschuiving naar links in de vraagcurve van de andere.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn complementen?

Wanneer de daling van de prijs van het ene, leidt tot een rechtse verschuiving in de vraagcurve van de andere.

Signup and view all the flashcards

Wat is de aangeboden hoeveelheid?

De hoeveelheid van een goed of dienst die verkopers bereid zijn te verkopen tegen een bepaalde prijs.

Signup and view all the flashcards

Wat is een aanbodschema?

Een tabel die de aangeboden hoeveelheid weergeeft bij verschillende prijzen, waarbij alle andere factoren gelijk blijven.

Signup and view all the flashcards

Wat is de aanbodcurve?

Geeft de aangeboden hoeveelheid weer bij verschillende prijzen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een postieve relatie?

Als de variabelen in dezelfde richting bewegen.

Signup and view all the flashcards

Wat is de Wet van het Aanbod?

De aangeboden hoeveelheid stijgt wanneer de prijs stijgt, ceteris paribus.

Signup and view all the flashcards

Wat is de acceptatiebereidheid?

De laagste prijs die een verkoper bereid is te accepteren om een extra eenheid van een goed te verkopen.

Signup and view all the flashcards

Wat is de Marktaanbodcurve?

De som van de individuele aanbodcurves van alle potentiële verkopers.

Signup and view all the flashcards

Wat is een productiefactor (Input)?

Een goed of dienst dat wordt gebruikt om een ander goed of dienst te produceren.

Signup and view all the flashcards

Wanner beweegt de aanbodcurve?

De enige reden voor een beweging langs de aanbodcurve.

Signup and view all the flashcards

Wat is het concurrerend evenwicht?

Het kruispunt van de aanbodcurve en de vraagcurve.

Signup and view all the flashcards

Wat is een aantrekkelijke evenwichtsprijs?

De prijs waarbij de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Vraag, Aanbod en Evenwicht

  • Tijdens 2013 schommelde de verkoopprijs van een gallon benzine in de Verenigde Staten tussen $3 en $4.
  • In Venezuela was de prijs $0.04 per gallon door een overheidssubsidie.
  • Dit hoofdstuk gaat in op hoe kopers en verkopers reageren op veranderende prijzen van goederen en diensten, met de energiemarkt en benzine als voorbeeld.

Markten

  • In een perfect competitieve markt verkopen alle verkopers een identiek goed of dienst.
  • Individuele kopers of verkopers hebben geen macht om de marktprijs te beïnvloeden.
  • Elk jaar tanken wereldwijd meer dan een miljard automobilisten bij benzinestations.
  • Een markt is een groep economische actoren die een goed of dienst verhandelen, met bijbehorende regels en afspraken.
  • Landbouw- en industriële goederen worden op markten verhandeld, soms met een fysieke locatie zoals de bloemenveiling in Aalsmeer.
  • Online platforms zoals Monster.com en dating sites zijn ook markten.
  • Prijzen fungeren als een selectiemechanisme dat handel stimuleert tussen efficiënte verkopers en kopers met een hoge waardering.
  • De focus ligt op markten waar alle uitwisselingen vrijwillig plaatsvinden tegen flexibele prijzen.

Marktprijs en concurrentie

  • Wanner alle verkopers en kopers dezelfde prijs betalen, wordt dit de marktprijs genoemd.
  • In een perfect competitieve markt zijn alle kopers en verkopers prijsnemers die de marktprijs accepteren.
  • Er zijn weinig perfect competitieve markten, maar veel markten zijn bijna perfect competitief.
  • Gasstations met directe concurrentie hanteren vaak dezelfde marktprijs.

Hoe gedragen kopers zich?

  • Het doel is om het gedrag van kopers te bestuderen, uitgaande van prijsnemers die de marktprijs niet proberen te beïnvloeden.
  • De hoeveelheid van een goed of dienst die kopers willen aanschaffen tegen een bepaalde prijs, wordt de gevraagde hoeveelheid genoemd.
  • Een student die buiten de campus woont, kan bijvoorbeeld bij stijgende benzineprijzen naar school fietsen in plaats van rijden.
  • Chloe, een typische consument, vermindert haar benzineaankopen bij stijgende benzineprijzen.
  • Tussen 2005 en 2008 stegen de benzineprijzen met 30% en daalden de verkopen van Hummer met 50%.

Vraagschema en vraagcurve

  • Een vraagschema is een tabel die de gevraagde hoeveelheid bij verschillende prijzen weergeeft, waarbij al het andere gelijk blijft
  • "Al het andere gelijk" houdt in dat alle andere factoren, zoals inkomen en prijzen van andere goederen, constant worden gehouden.
  • De vraagcurve plot de relatie tussen prijs en gevraagde hoeveelheid, waarbij de prijs per gallon op de verticale as staat en de gevraagde hoeveelheid op de horizontale as.
  • Benzineprijs en gevraagde hoeveelheid zijn negatief gerelateerd; bij een prijs van $6 per gallon is de gevraagde hoeveelheid 50 gallons/jaar, terwijl bij $1 per gallon de gevraagde hoeveelheid 300 gallons/jaar is.
  • De 'Wet van de Vraag' stelt dat, al het andere gelijk, de gevraagde hoeveelheid stijgt wanneer de prijs daalt.

Betalingsbereidheid

  • De betalingsbereidheid is de hoogste prijs die een koper bereid is te betalen voor een extra eenheid van een goed.
  • Chloe is bereid $4 te betalen voor haar 150e gallon benzine, maar slechts $3 als ze al 199 gallons heeft.
  • Verminderend marginaal voordeel: naarmate je meer van een product consumeert, neemt je bereidheid om te betalen voor een extra eenheid af.

Aggregatie van vraagcurves

  • Consumenten en bedrijven worden meegenomen in het analyseren van de totale vraag naar goederen.
  • Aggregatie houdt in dat individuele gedragingen worden opgeteld, zoals de wereldwijde vraagcurve naar benzine, wat de som is van alle individuele vraagcurves.
  • Om de totale vraag te berekenen bij een bepaalde prijs, worden de hoeveelheden die elke koper vraagt opgeteld.
  • Het berekenen van de totale gevraagde hoeveelheid houdt in dat de prijs wordt vastgesteld en de hoeveelheden die elke koper vraagt worden opgeteld, waarbij een voorbeeld hierbij is het optellen van twee donuts die twee studenten ieder willen kopen.

Marktvraagcurve

  • De marktvraagcurve is de som van de individuele vraagcurves van alle potentiële kopers en toont de relatie tussen de totale gevraagde hoeveelheid en de marktprijs.
  • Naar schatting kopen meer dan 1 miljard economische actoren jaarlijks benzine.
  • De marktvraag naar benzine is nauw verbonden met andere producten die van ruwe olie zijn gemaakt, dus bestuderen economen vaak de totale markt voor olie.

Verschuivingen in de vraagcurve

  • De vraagcurve verschuift wanneer factoren veranderen, zoals voorkeuren, inkomen, prijzen van gerelateerde goederen, aantal kopers en verwachtingen.
  • Als iemand er bijvoorbeeld van overtuigd raakt dat CO2-uitstoot slecht is voor het milieu zouden ze minder olieproducten kopen, waardoor haar vraagcurve naar links verschuift.
  • Een smaakverandering kan de vraagcurve ook naar rechts verschuiven en wijst op een toename van de gevraagde hoeveelheid tegen een bepaalde marktprijs bijvoorbeeld als iemand die een paar dorpen verderop woont plotseling een relatie begint te daten.
  • De vraagcurve verschuift alleen wanneer de gevraagde hoeveelheid verandert bij een bepaalde prijs.
  • Als alleen de prijs van het goed zelf verandert, dan verschuift de vraagcurve niet; er vindt dan een beweging langs de vraagcurve plaats.

Normale en inferieure goederen

  • Voor een normaal goed zorgt een inkomensstijging ervoor dat de vraagcurve naar rechts verschuift (waarbij de prijs van het goed constant blijft).
  • Voor een inferieur goed zorgt een inkomensstijging ervoor dat de vraagcurve naar links verschuift (waarbij de prijs van het goed constant blijft).
  • Twee goederen zijn substituten als een prijsdaling van het ene goed leidt tot een verschuiving naar links in de vraagcurve naar het andere goed.
  • Twee goederen zijn complementen als een prijsdaling van het ene goed leidt tot een verschuiving naar rechts in de vraagcurve naar het andere goed.

Aantal kopers en verwachtingen

  • Wanneer het aantal kopers toeneemt, verschuift de vraagcurve naar rechts; een afname veroorzaakt een verschuiving naar links.
  • De schaal van het koopgedrag van de kopers is ook van belang: als bijvoorbeeld de burgemeester van een kleine stad alle stadsbussen van benzine naar batterijstroom omschakelt, heeft dit een veel kleiner effect op de wereldwijde vraag naar benzine dan een dergelijke omschakeling door de burgemeester van Tokio.
  • De verwachtingen die kopers hebben van de toekomst beïnvloeden ook de vraagcurve.
  • Als mensen bijvoorbeeld hun baan beginnen te verliezen zou de bezuiniging de vraagcurve voor olie verschuiven.

Empirisch bewijs: Verschil in benzineverbruik tussen Venezuela en Brazilië

  • Het empirisch bewijs in de economie toont aan dat benzineverbruik daalt als de prijs stijgt.
  • Brazilië en Venezuela hebben een vergelijkbaar inkomen per hoofd van de bevolking en produceren beiden 3 miljoen vaten olie per dag.
  • Brazilië belast de verkoop van benzine zwaar, terwijl Venezuela benzine zwaar subsidieert: benzine in Venezuela kost $0,04 per gallon, terwijl de prijs in Brazilië $5,58 is.
  • De vraagcurve voorspelt dat een lagere prijs geassocieerd zou moeten worden met een hogere gevraagde hoeveelheid, waarbij het benzineverbruik in Venezuela vijf keer hoger is dan in Brazilië.

Hoe gedragen verkopers zich?

  • De aangeboden hoeveelheid is de hoeveelheid van een goed of dienst die verkopers bereid zijn te verkopen tegen een marktprijs.
  • Naarmate de prijs van olie stijgt, is ExxonMobil bijvoorbeeld bereid om olie te leveren die relatief duur is voor het bedrijf om te ontdekken en te winnen.
  • Het boren naar olie vanuit offshore platforms boven de poolcirkel is alleen rendabel als de prijs van olie meer dan $80 per vat bedraagt.
  • Aan het andere uiterste kost olie uit de woestijnen van Saoedi-Arabië minder dan $20 per vat om te winnen.
  • Hoe hoger de prijs van olie is, hoe meer boorlocaties winstgevend worden voor ExxonMobil.

Kosten en marginale kosten

  • Verkopers ontdekken dat ze alleen goedkope olie dreigen te raken.
  • ExxonMobil reageert op stijgingen van de olieprijs door nieuwe olievelden te ontwikkelen op steeds uitdagendere locaties.

Aanbodschema en marktaanbod

  • Het aanbodschema toont aan dat ExxonMobil de hoeveelheid geleverde olie verhoogt naarmate de prijs van olie stijgt.
  • Het aanbodschema is gerelateerd aan de prijs en de aangeboden hoeveelheid die positief met elkaar verbonden zijn.
  • De 'Wet van het aanbod' stelt dat, al het andere gelijk, de hoeveelheid die wordt aangeboden stijgt wanneer de prijs stijgt.
  • ExxonMobil begint met de productie van olie wanneer de olieprijs hoger is dan $10 per vat, waarbij een olieprijs van $50 per vat bijvoorbeeld resulteert in een geproduceerde hoeveelheid van 1,2 miljard vaten per jaar.
  • Als ExxonMobil optimaliseert, zou het bedrijf bereid moeten zijn om één extra vat olie te leveren als het minstens de marginale kosten van de productie betaald krijgt.
  • Omdat de hoogte van de aanbodcurve de marginale kosten van het bedrijf zijn, is het bedrijf bereid $100 te betalen voor een extra vat.

Marktaanbodcurve

  • De betalingsbereidheid voor een extra vat olie is de laagste prijs die de verkoper bereid is te betalen om een extra eenheid olie te verkopen.
  • De bereidheid om het te accepteren is hetzelfde als de marginale kosten van de productie.
  • De marktaanbodcurve plot deze prijs en aanbodrelatie

Totale aanbodkurve berekenen

  • Er zijn twee oliebedrijven, ExxonMobil en Chevron.
  • Bij een prijs van $100 per vat is de aangeboden hoeveelheid door Chevron 1 miljard vaten olie per jaar en de aangeboden hoeveelheid door ExxonMobil 1,5 miljard vaten olie per jaar.
  • De totale aangeboden hoeveelheid bij een prijs van $100 per vat is dus 1 miljard + 1,5 miljard = 2,5 miljard vaten olie per jaar.
  • Aanbodsamenvoeging zorgt voor een aanbodcurve zoals een marktaanbodcurve zoals in Exhibit 4.8.

Verschillen in de aanbodcurve

  • Zodra een aanbodcurve is geconstrueerd, kunnen de inputs veranderen.
  • Input is een goed of dienst die wordt gebruikt om een ander goed of dienst te produceren.
  • De technologie die gebruikt wordt om het goed de schaal van verkopers en geloofsovertuigingen over de toekomst is ook van belang.
  • Een toename van de staalprijs impliceert dat sommige mogelijkheden om olie te produceren niet langer winstgevend zullen zijn.
  • Het gebruik van geperste vloeistoffen om breuken in de ondergrondse rotsformaties te creëren veranderde het boren naar olie.
  • Veranderingen in het aantal verkopers verschuiven ook de aanbodcurve.

Vraag en Aanbod in Evenwicht

  • Competitieve markten convergeren naar de prijs waarbij de aangeboden en gevraagde hoeveelheid gelijk zijn.
  • Markten komen echter alleen in evenwicht zolang de prijzen kunnen reageren op marktdruk.
  • Het concurrentie-evenwicht is het kruispunt van de vraagcurve en de aanbodcurve.
  • De prijs op het kruispunt is de concurrentie-evenwichtsprijs.
  • De hoeveelheid die overeenkomt met deze prijs is de concurrentie-evenwichtshoeveelheid.
  • Bij de prijs in vergelijking met de gevallen hoeveelheid is hoeveelheid de totale hoeveelheid van de curve.

Onevenwichtigheden

  • Wanneer de marktprijs hoger is dan de concurrerende evenwichtsprijs, overtreft de aangeboden hoeveelheid de gevraagde hoeveelheid, waardoor een aanbodoverschot ontstaat.
  • Wanneer de marktprijs lager is dan de concurrerende evenwichtsprijs, overtreft de gevraagde hoeveelheid de aangeboden hoeveelheid, waardoor een vraagtekort ontstaat.
  • Biedingen zouden de prijs weer omhoog duwen naar de concurrerende evenwichtsprijs.

Verschillen in concurrerend evenwicht

  • Exhibit 4.13 laat de gevolgen zien van plotse verstoring van de oliemarkt zien, met name een linkse verschuiving als gevolg van de burgeroorlog in Libië in 2011.
  • Als de vraag zou veranderen, zou dit de vraag curve, en zo, de evenwichtsprijs en -hoeveelheid te beïnvloeden.

Wat zou er gebeuren als de overheid de prijs van benzine probeert voor te schrijven?

  • Onevenwichtigheden zullen optreden zolang de prijzen zijn toegestaan om te reageren op de marktdruk.
  • Overheden kunnen proberen om te bepalen wat er in een markt verhandeld wordt, is er nog steeds interesse in manieren een balans te vinden.
  • Wanneer benzinemarkten bijvoorbeeld beneden de normale prijs liggen, zal de beschikbare hoeveelheid van het gas overtroffen worden door de benodigde hoeveelheid.
  • De benzineprijs werd effectief gelimiteerd waardoor klanten vroeg verschenen om van het beschikbare benzine te kunnen krijgen.

Keuze en consequentie: de onbedoelde gevolgen van het vaststellen van marktprijzen

  • Wat zal de werkelijke situatie zijn als uw dorp een beperkte branduitverkoop van 1000 Apple laptops aankondigt
  • Het voorbeeld van de Henrico County computer sales resulteerde in dezelfde situatie met de computers in excess, 5000 overtroffen het aanbod van laptops met 1000.

Samenvatting kernpunten

  • Een markt is een groep economische actoren die goederen hebben aangeschaft of hun diensten hebben geleverd.
  • De wet van aanbod en wet van vraag zijn verschillen.
  • Verandering van elk kan een balans veranderen
  • Zonde deze om vrij naar de aanbieden en vragen behoeften te luisteren zal het niet mogelijk zijn om de hoeveelheid gelijke mate aan te passen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser