Vergelijkingen met Twee Variabelen

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Een winkelier verkoopt laptops (x) en tablets (y). Hij verkoopt in totaal 40 apparaten. Een laptop kost €1200 en een tablet €300. De totale opbrengst is €24.000. Welke vergelijking drukt het totale aantal verkochte apparaten uit?

  • $1200x + 300y = 40$
  • $x + y = 24000$
  • $1500(x + y) = 24000$
  • $x + y = 40$ (correct)

Een boer verkoopt eieren (x) en kippen (y) op de markt. Hij heeft in totaal 60 stuks pluimvee (kippen en eieren). Een ei kost €0,50 en een kip €10. De totale opbrengst is €330. Welke vergelijking beschrijft de totale opbrengst?

  • $0,50x + 10y = 330$ (correct)
  • $10x + 0,50y = 330$
  • $x + y = 330$
  • $0,50x + 10y = 60$

Een bakker verkoopt brood (x) en croissants (y). In totaal verkoopt hij 100 stuks. Een brood kost €2,50 en een croissant €1,50. De dagelijkse opbrengst is €210. Welke van de volgende stappen is correct om de waarde van 'x' (het aantal broden) te berekenen nadat de twee vergelijkingen zijn opgesteld?

  • Druk x uit in termen van y en substitueer in de totale hoeveelheid vergelijking.
  • Substitueer $y = 100 + x$ in de opbrengstvergelijking.
  • Substitueer $y = 100 - x$ in de opbrengstvergelijking. (correct)
  • Stel de vergelijkingen $100 - x = -2.50x + 210$ gelijk aan elkaar.

Jan en Marie verkopen lootjes voor een goed doel. Jan verkoopt (x) lootjes en Marie (y). Samen verkopen ze 75 lootjes. Een lootje kost €2. De totale opbrengst is €150. Welke van de volgende beweringen is correct na het opstellen van de vergelijkingen?

<p>De vergelijkingen zijn afhankelijk, dus er is geen unieke oplossing. (A)</p> Signup and view all the answers

Een tuinman plant rozen (x) en tulpen (y). Hij heeft ruimte voor 120 bloemen. Een roos kost €3 en een tulp €1. De totale kosten zijn €200. Stel dat je de vergelijkingen hebt opgesteld en herschreven naar:

$y = 120 - x$ $y = -3x + 200$

Wat is de volgende stap om het aantal rozen (x) te vinden?

<p>Stel de twee vergelijkingen aan elkaar gelijk: $120 - x = -3x + 200$. (A)</p> Signup and view all the answers

Een museum verkoopt kaartjes aan volwassenen (x) voor €15 en aan kinderen (y) voor €8. Op een bepaalde dag verkoopt het museum 200 kaartjes en genereert een omzet van €2260. Welke van de volgende systemen van vergelijkingen past bij dit scenario?

<p>$15x + 8y = 2260$ en $x + y = 200$ (D)</p> Signup and view all the answers

Een snoepwinkel verkoopt lolly's (x) en chocolaatjes (y). Er werden in totaal 80 snoepjes verkocht. Een lolly kost €0,75 en een chocolaatje €1,25. De totale opbrengst is €75. Hoeveel lolly's zijn er verkocht?

<p>25 (B)</p> Signup and view all the answers

Een theater verkoopt kaartjes voor balkon (x) en zaal (y). Er zijn 500 plaatsen in totaal. Een balkonkaartje kost €20 en een zaalkaartje €35. Als het theater volledig is uitverkocht en €14.000 opbrengt, hoeveel balkonkaartjes zijn er dan verkocht?

<p>200 (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat zijn variabelen?

Symbolen die onbekende hoeveelheden vertegenwoordigen in een vergelijking.

Wat is een vergelijking?

Een wiskundige zin die de gelijkheid tussen twee uitdrukkingen aantoont.

Wat is herschrijven van een vergelijking?

Druk één variabele uit in termen van de andere, bijvoorbeeld y = ...x + ...

Wat is gelijkstellen van vergelijkingen?

Stel twee uitdrukkingen die gelijk zijn aan dezelfde variabele aan elkaar gelijk.

Signup and view all the flashcards

Wat is het oplossen van een vergelijking?

Het proces van het vinden van de waarde van de onbekende variabele.

Signup and view all the flashcards

Wat is een vergelijking met twee variabelen?

Een methode om problemen op te lossen met behulp van twee vergelijkingen en twee variabelen.

Signup and view all the flashcards

Wat is de algemene vorm van de eerste vergelijking?

x + y = totale hoeveelheid. Dit is het eerste type vergelijking dat kan worden afgeleid van de gegeven informatie.

Signup and view all the flashcards

Wat is de algemene vorm van de tweede vergelijking?

ax + by = totale waarde, waarbij a en b de kostprijs per item zijn.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Vergelijkingen met Twee Variabelen Toepassen

  • De video legt uit hoe je vergelijkingen met twee variabelen kunt gebruiken om problemen op te lossen aan de hand van een voorbeeld.

Voorbeeld: Meubelzaak

  • Een meubelzaak verkoopt 52 tafels en stoelen tijdens een actieweek.
  • Een tafel kost €750 en een stoel kost €350.
  • De totale opbrengst tijdens de actieweek is €24.600.
  • De vraag is: hoeveel stoelen en tafels werden er verkocht?

Introductie van Variabelen

  • Definieer variabelen voor de onbekenden:
    • x = aantal tafels
    • y = aantal stoelen

Eerste Vergelijking

  • Er zijn in totaal 52 tafels en stoelen verkocht, dus: x + y = 52.
  • Herschrijf de vergelijking om y uit te drukken in termen van x: y = 52 - x.

Tweede Vergelijking

  • De totale opbrengst is de som van de opbrengst van de tafels en de stoelen.
  • Een tafel kost €750 en een stoel kost €350, dus: 750x + 350y = 24.600.
  • Herschrijf de tweede vergelijking om y uit te drukken in termen van x:
    • 350y = -750x + 24.600
    • y = (-750/350)x + (24.600/350)
    • y = -2 1/7 x + 70 2/7

Gelijkstellen van de Vergelijkingen

  • Omdat beide vergelijkingen y uitdrukken in termen van x, kunnen ze aan elkaar gelijkgesteld worden: 52 - x = -2 1/7 x + 70 2/7.

Oplossen van de Vergelijking

  • Los de vergelijking op om de waarde van x (het aantal tafels) te vinden:
    • Breng alle termen met x naar één kant en de constante termen naar de andere kant:
      • -x + 2 1/7 x = 70 2/7 - 52
      • 1 1/7 x = 18 2/7
    • Deel beide kanten door 1 1/7 om x te isoleren:
      • x = (18 2/7) / (1 1/7)
      • x = 16
  • Er zijn dus 16 tafels verkocht.

Berekenen van het Aantal Stoelen

  • Gebruik de eerste vergelijking (x + y = 52) om het aantal stoelen te berekenen:
    • 16 + y = 52
    • y = 52 - 16
    • y = 36
  • Er zijn dus 36 stoelen verkocht.

Conclusie

  • Tijdens de actieweek zijn er 16 tafels en 36 stoelen verkocht.

Samenvatting van de Stappen

  • Introduceer variabelen voor de onbekenden (x en y).
  • Vorm twee vergelijkingen op basis van de gegeven informatie.
  • Druk in beide vergelijkingen y uit in termen van x.
  • Stel de twee vergelijkingen aan elkaar gelijk.
  • Los de vergelijking op om de waarde van x te vinden.
  • Gebruik de waarde van x om de waarde van y te vinden.
  • Concludeer met het aantal tafels en stoelen dat verkocht is.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser