Trypanosoma Soorten en hun classificatie

• Trypanosoma Cruzi veroorzaakt de ziekte van Chagas.

Onderverdeling van Trypanosoma species

• Trypanosomen die mensen infecteren zijn onderverdeeld, zoals het Trypanosoma brucei complex dat trypanosomiasis of slaapziekte veroorzaakt.
• Subspecies van het Trypanosoma brucei complex zijn onder meer Trypanosoma brucei gambiense (West-Afrikaanse slaapziekte) en Trypanosoma brucei rhodesiense (Oost-Afrikaanse slaapziekte).
• Trypanosoma cruzi veroorzaakt Zuid-Amerikaanse trypanosomiasis of de ziekte van Chagas.
• Trypanosoma rangeli is een niet-pathogene trypanosoom die een menselijke infectie in Zuid-Amerika veroorzaakt.
• Trypanosomen van dieren omvatten Trypanosoma brucei brucei, dat de economisch belangrijke ziekte "nagana" bij Afrikaans vee veroorzaakt.
• Trypanosoma evansi veroorzaakt de ziekte 'surra' bij paarden, kamelen en olifanten, wordt mechanisch overgedragen door stekende vliegen en door vleermuizen en komt voor in India.
• Trypanosoma equiperdum veroorzaakt 'paardendekzeekte' bij paarden en muildieren en wordt overgedragen via seksueel contact, zonder dat een insectenvector nodig is.
• Trypanosoma lewisi veroorzaakt een onschadelijke infectie van ratten over de hele wereld, waarbij de vector de rattenvlo is.

T. cruzi Fakten

• De ziekte van Chagas wordt veroorzaakt door T. cruzi.
• Transmissie vindt plaats door contact met feces of urine van wantsen die behoren tot de familie Reduviidae, subfamilie Triatominae (Triatoma sp., Rhodnius sp.).
• Geografische verspreiding van de ziekte van Chagas vindt plaats in 21 landen in Latijns-Amerika.
• Er zijn 6-7 miljoen personen geïnfecteerd.
• Er is frequente asymptomatische dragerschap.
• Het heeft een negatieve impact op de sociaaleconomische situatie, waardoor de arbeidsproductiviteit vermindert door de ernst van de complicaties.

Stadia van Hemoflagellaten

• Amastigoot: Rond of ovaal van vorm, zonder extern flagellum.
• Promastigoot: Lancetvormig, met kinetoplast anterior aan de kern; er is geen golvend membraan
• Epimastigoot: Langwerpig, met kinetoplast achter, maar dichtbij de kern; een kort golvend membraan.
• Trypomastigoot: Langwerpig, spoelvormig, met een centrale kern en kinetoplast posterior van de kern; een lang golvend membraan.

Trypomastigoot

• Trypanosomen zijn flagellaten die behoren tot de orde Kinetoplastida.
• Ze bevatten een kern en een kinetoplast.
• Vanuit de kinetoplast ontspringt een golvend membraan dat langs het lichaam loopt.
• Het golvend membraan eindigt in een flagellum.

T. cruiz levenscyclus

• Een Triatomine bug neemt neemt bloed af, waardoor metacyclische trypomastigoten in de ontlasting terechtkomen; trypomastigoten komen de wond of slijmvliezen binnen.
• Metacyclische trypomastigoten dringen verschillende cellen binnen op de plaats van de beet en transformeren daar in amastigoten.
• Amastigoten vermenigvuldigen zich door binaire deling in de cellen van geïnfecteerde weefsels.
• Intracellulaire amastigoten transformeren in trypomastigoten, barsten uit de cel en komen in de bloedbaan terecht.
• De trypomastigoten kunnen andere cellen infecteren en in nieuwe infectieplaatsen veranderen in intracellulaire amastigoten.
• Veel zoogdiersoorten zijn geïdentificeerd als T. cruzi-reservoirgastheren.
• Een triatomine bug neemt een bloed af en neemt de trypomastigoten op.
• Epimastigoten vermenigvuldigen zich in de middendarm.
• Metacyclische trypomastigoten in de achterdarm.
• Besmettelijke fase en diagnostische fase.

Het Reservoir

• Reservoir gastheren zijn onder meer:
  • Opossum (awari).
  • Gordeldier (kapasi).
  • Honden.
  • Apen.
  • Katten.

Andere vormen van transmissie

• Bloedtransfusies.
• Weefseltransplantatie.
• Congenitaal: van moeder op kind (via de placenta).
• Enteraal (inname van palmvruchten).
• Moedermelk.
• Laboratoriumongevallen.

Klinische manifestaties: Acute fase

• De acute fase duurt tot twee maanden na infectie.
• Er ontstaat een chagoma (huidknobbeltje) op de plaats van infectie.
• Het Romaña-teken is een zwelling van de oogleden van patiënten die via de ogen zijn geïnfecteerd.
• Andere symptomen zijn hoofdpijn, koorts, vergrote lymfeklieren, spier- en buikpijn en pijn op de borst.

Klinische manifestaties: Latente periode

• De latente periode begint meestal 10 weken na de acute fase.
• Heeft een onbepaalde duur (enkele maanden tot 20 jaar).
• Wordt gekenmerkt door seropositiviteit bij patiënten zonder ziekteverschijnselen.
• Er is een lage parasitemie gedurende het hele leven.
• Elektrocardiogrammen en röntgenfoto's vertonen vaak geen afwijkingen.

Klinische manifestaties: Chronische fase

• Het chronische stadium kan zonder symptomen verlopen.
• Complicaties treden op na 35 – 40 jaar.
• De parasiet is in zeer lage concentraties aanwezig in het bloed.
• De symptomen kunnen relatief mild zijn en worden daardoor vaak niet herkend.
• Aangetaste organen in het chronische stadium omvatten:
  • Het hart.
  • Het maagdarmstelsel.
  • Het zenuwstelsel.

Hartproblemen

• Vergroot hart met ritmestoornissen.
• Hartfalen:
  • Hartkloppingen.
  • Duizeligheid.
  • Vochtophoping in de benen.
• Plotselinge dood.

Maagdarmstelsel

• Verminderde darmperistaltiek, wat leidt tot uitzetting van delen van het maagdarmstelsel.
• Mega-oesofagus: pijn bij het slikken, moeilijk slikken, constante oprisping, vermagering en ondervoeding.
• Mega-colon: ernstige obstipatie, buikpijn en ophoping van gassen, darmverdraaiing en buikwandvliesontsteking.

• Centraal zenuwstelsel:
  • Nog geen duidelijke bevestiging
• Krachtvermindering, stuiptrekkingen, psychische afwijkingen
• Perifeer zenuwstelsel: Perifere polyneuritis: vermindering of verlies van peesreflexen, tintelingen aan de ledematen

Diagnostiek

• Acute fase diagnostiek omvast:
  • Microscopie.
  • Bloedkweek.
  • Serologie.
• Chronische fase diagnostiek omvat:
  • Bloedkweek.
  • Serologie.
• Ziektebeeld afhankelijk diagnostiek omvat:
  • Röntgenonderzoek van thorax, slokdarm.
  • ECG.

Trypomastigoten

• T. cruzi heeft een grote, bijna uitpuilende kinetoplast.
• In uitstrijkjes heeft het een typische U-vorm.

Therapie

• In de acute fase:
  • Nifurtimox.
  • Benznidazol.
• Nadelen:
  • Niet effectief in de chronische fase.
  • Bijwerkingen.
  • Duur.
  • Geen pediatrische preparaten beschikbaar.
• Chronische fase:
  • Symptomatische behandeling (in overleg met cardioloog, chirurg, neuroloog).