Transport via Membranen Hoofdstuk 2
30 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het best het belang van transport doorheen celmembranen voor een cel?

  • Het transport van stoffen door membranen maakt de opname van essentiële voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen mogelijk. (correct)
  • Het transport van stoffen door membranen is niet belangrijk, omdat de cel zelf alle benodigde stoffen kan aanmaken.
  • Het transport van stoffen door membranen is enkel nodig voor het handhaven van de celstructuur.
  • Het transport van stoffen door membranen is alleen belangrijk voor cellen die actief bewegen.

Wat is het belangrijkste verschil tussen actief en passief transport doorheen een celmembraan?

  • Actief transport vereist geen energie, terwijl passief transport wel energie vereist.
  • Actief transport vereist energie, terwijl passief transport geen energie vereist. (correct)
  • Actief transport vindt alleen plaats in dierlijke cellen, terwijl passief transport alleen in plantaardige cellen voorkomt.
  • Er is geen verschil tussen actief en passief transport; beide processen zijn identiek.

Welke van de volgende structuren is essentieel voor de selectieve doorlaatbaarheid van een celmembraan?

  • De hydrofiele staarten van de fosfolipiden die naar elkaar toe gericht zijn.
  • De aanwezigheid van een enkele laag fosfolipiden.
  • De afwezigheid van eiwitten in de membraan.
  • De dubbele laag fosfolipiden met hydrofiele koppen aan beide zijden. (correct)

In welk scenario is de concentratiegradiënt de drijvende kracht achter het transport van een stof?

<p>Wanneer stoffen via passief transport van een gebied met een hoge concentratie naar een gebied met een lage concentratie bewegen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zal er gebeuren als een cel met een interne concentratie van 0,5% zout in een oplossing van 1,5% zout wordt geplaatst?

<p>De cel zal water verliezen en krimpen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de diffusiesnelheid als de diffusieafstand toeneemt?

<p>De snelheid neemt af. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende omschrijvingen kenmerkt een semi-permeabel membraan het best?

<p>Gedeeltelijk doorlaatbaar, afhankelijk van de eigenschappen van de stof. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen kanaaleiwitten en transporteiwitten bij vergemakkelijkte diffusie?

<p>Kanaaleiwitten zijn altijd open, terwijl transporteiwitten een vormverandering ondergaan na binding. (D)</p> Signup and view all the answers

Tijdens interne ademhaling, welke beweging van zuurstof (O2) vindt er plaats?

<p>Van het bloedvat naar de cel. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende voorbeelden is een correcte toepassing van osmose in een medische context?

<p>Het toedienen van een isotone zoutoplossing via een infuus om de vochtbalans te herstellen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren zal de diffusiesnelheid NIET verhogen?

<p>Een verkleining van het diffusieoppervlak. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van het plaatsen van een cel in een hypertone omgeving?

<p>De cel zal water afgeven en krimpen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke molecule wordt specifiek getransporteerd door GLUT (glucosetransporter)?

<p>Glucose (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van aquaporines in het celmembraan?

<p>Het versnellen van de diffusie van water. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt vergemakkelijkte diffusie van eenvoudige diffusie?

<p>Vergemakkelijkte diffusie vereist membraaneiwitten om de stof te transporteren, eenvoudige diffusie niet. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met een dierlijke cel die in een hypertone oplossing wordt geplaatst?

<p>De cel krimpt doordat het water verliest. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de turgordruk in een plantencel?

<p>Het oefent druk uit op de celwand, waardoor de cel stevig wordt. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is plasmolyse bij plantencellen?

<p>Het loslaten van het celmembraan van de celwand door waterverlies in een hypertone omgeving. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste energiebron voor primair actief transport?

<p>Directe afbraak van ATP. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft de Na+-K+-pomp in dierlijke cellen?

<p>Het handhaven van een rustmembraanpotentiaal en het concentratieverschil van Na+ en K+. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen primair en secundair actief transport?

<p>Primair actief transport gebruikt ATP direct, terwijl secundair actief transport gebruikmaakt van een concentratieverschil dat is opgebouwd door primair actief transport. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van cotransporters bij secundair actief transport?

<p>Het transporteren van twee moleculen/deeltjes tegelijkertijd, waarbij de beweging van één molecuul de energie levert voor de beweging van het andere molecuul. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen endocytose en exocytose?

<p>Endocytose brengt materiaal in de cel, terwijl exocytose materiaal uit de cel brengt. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens fagocytose?

<p>Een groot vast deeltje wordt opgenomen en afgebroken in de cel. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke structuren zijn betrokken bij exocytose?

<p>Blaasjes, cytoskelet en celmembraan. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van het toevoegen van gedistilleerd water aan het lichaam in termen van osmose?

<p>Het kan gevaarlijk zijn omdat het de vochtbalans verstoort. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beschrijvingen is correct voor osmose?

<p>Spontaan transport van oplosmiddel door een semi-permeabel membraan van een hypotone naar een hypertone oplossing. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is cytolyse en in welke omgeving treedt het op?

<p>Het barsten van een cel door overmatige wateropname in een hypotone omgeving. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van microvilli in de context van pinocytose in dunnedarmcellen?

<p>Ze vergroten het oppervlak voor de opname van vloeistoffen en opgeloste stoffen. (B)</p> Signup and view all the answers

Waar komen de blaasjes die gebruikt worden bij exocytose vandaan?

<p>Proteïnen van het Golgi-apparaat en afvalstoffen overgebleven na fagocytose. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Cel

De kleinste levende eenheid in organismen.

Semi-permeabel membraan

Een membraan dat selectief doorlaatbaar is voor bepaalde stoffen.

Passief transport

Transport dat spontaan plaatsvindt zonder energieverbruik.

Concentratiegradiënt

Het verschil in concentratie van een stof over een afstand.

Signup and view all the flashcards

Diffusie

Het proces waarbij stoffen zich verspreiden van hoge naar lage concentratie.

Signup and view all the flashcards

Permeabel membraan

Membraan dat volledig doorlaatbaar is.

Signup and view all the flashcards

Factoren van diffusiesnelheid

Temperatuur, concentratieverschil en oppervlakte verhogen de diffusiesnelheid; grotere afstand verlaagt deze.

Signup and view all the flashcards

Externe ademhaling

Gaswisseling in de longen: O2 opname en CO2 afgifte.

Signup and view all the flashcards

Interne ademhaling

Gaswisseling op cellulair niveau: O2 opname en CO2 afgifte.

Signup and view all the flashcards

Vergemakkelijkte diffusie

Transport via eiwitten in het celmembraan die diffusie vergemakkelijken.

Signup and view all the flashcards

Kanaaleiwitten

Eiwitten die poriën vormen voor de spontane diffusie van water en ionen.

Signup and view all the flashcards

Transporteiwitten

Dragereiwitten die specifieke moleculen transporteren door middel van vormverandering.

Signup and view all the flashcards

Osmose

Beweging van water door een semi-permeabel membraan naar een hogere opgeloste stof concentratie.

Signup and view all the flashcards

Hypertone oplossing

Oplossing met hogere concentratie opgeloste stoffen dan de cel.

Signup and view all the flashcards

Hypotone oplossing

Oplossing met lagere concentratie opgeloste stoffen dan de cel.

Signup and view all the flashcards

Isotone oplossing

Oplossing met gelijke concentratie opgeloste stoffen als de cel.

Signup and view all the flashcards

Cytolyse

Wanneer een cel in hypotone oplossing opzwelt en barst.

Signup and view all the flashcards

Plasmolyse

Wanneer een cel in hypertone oplossing water verliest en het celmembraan loskomt van de wand.

Signup and view all the flashcards

Turgordruk

De druk uitgeoefend door water in de vacuole op de celwand van een plant.

Signup and view all the flashcards

Na+-K+-pomp

Een actief transportmechanisme dat Na+ uit de cel en K+ in de cel transporteert, gebruikmakend van ATP.

Signup and view all the flashcards

Primair actief transport

Transport dat directe energie uit ATP vereist.

Signup and view all the flashcards

Secundair actief transport

Transport van stoffen dat afhankelijk is van energie die vrijkomt bij primair transport.

Signup and view all the flashcards

Endocytose

Transport van materiaal in de cel via het vormen van een membraanzakje.

Signup and view all the flashcards

Fagocytose

Vorm van endocytose waarbij grote vaste deeltjes door de cel worden opgenomen.

Signup and view all the flashcards

Exocytose

Transportproces waarbij materiaal uit de cel wordt vrijgegeven.

Signup and view all the flashcards

Cotransporters

Transporteiwitten die twee moleculen tegelijkertijd kunnen transporteren.

Signup and view all the flashcards

Vesikel

Membraanzakje dat materiaal in of uit de cel vervoert.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Inhoud van Hoofdstuk 2: Transport via Membranen

  • Het hoofdstuk beschrijft het transport van stoffen doorheen cellulaire membranen.
  • Stoffentransport is noodzakelijk voor celactiviteiten en homeostase.
  • Er wordt onderscheid gemaakt tussen passief en actief transport.

Passief Transport

  • Passief transport is een spontane beweging van stoffen van een gebied met hogere concentratie naar een gebied met lagere concentratie.
  • Het vereist geen energie-input (ATP).
  • Vormen van passief transport: diffusie, vergemakkelijkte diffusie en osmose.

Diffusie

  • Stoffen bewegen van een gebied met een hogere concentratie naar een gebied met een lagere concentratie, tot de concentratie gelijk is in beide gebieden.
  • Voorbeelden zijn zuurstof(O2) en koolstofdioxide(CO2) transport in longen en cellen.
  • Snelheid van diffusie hangt af van temperatuur, concentratieverschil en de afstand.

Vergemakkelijkte Diffusie

  • Stoffen gebruiken speciale eiwitten in het membraan om te passeren.
  • Eiwitten vergemakkelijken het transport, vooral voor grote of geladen moleculen die de celmembraan niet direct kunnen passeren.
  • Twee soorten eiwitten zijn kanaaleiwitten en transporteiwitten.

Osmose

  • Transport van water van een gebied met een lagere concentratie opgeloste stoffen naar een gebied met een hogere concentratie opgeloste stoffen, door een semipermeabel membraan.
  • Deze beweging is afhankelijk van de concentraties van opgeloste stoffen aan de beide kanten van het membraan.
  • Bij dieren: het is essentieel om isotone concentratie te handhaven om schade aan cellen te voorkomen.
  • Bij planten: cruciaal voor turgordruk en wateropname.

Actief Transport

  • Actief transport verplaatst stoffen tegen hun concentratiegradiënt in.
  • Het kost energie (ATP).
  • Wordt gebruikt om stoffen naar een gebied met een hogere concentratie te brengen.
  • Vormen van actief transport: pompen en blaasjes.

Primair Actief Transport

  • Een directe afbraak van ATP wordt gebruikt voor transport.
  • Voorbeeld: Na+/K+-pomp, essentieel voor het behouden van evenwichtige concentraties Na+ en K+ intra- en extracellulair.

Secundair Actief Transport

  • Energie afkomstig van een concentratiegradiënt gecreëerd door primair actief transport wordt gebruikt.
  • Een voorbeeld is het cotransport van glucose en Na+ doorheen celmembraan.

Actief Transport met Blaasjes

  • Transport van grote moleculen of grote hoeveelheden materiaal.
  • Twee vormen: endocytose en exocytose.

Endocytose

  • Materiaal wordt in de cel opgenomen in een blaasje.

  • Vormen van endocytose zijn: fagocytose (opname vast materiaal) en pinocytose (opname vloeistof).

Exocytose

  • Materiaal wordt uit de cel vrijgegeven via een blaasje.

  • Deze processen zijn cruciaal voor diverse celprocessen en specifieke transportbehoeften van verschillende cellen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Dit hoofdstuk behandelt het transport van stoffen door celmembranen, essentieel voor celactiviteiten en homeostase. Het maakt onderscheid tussen passief en actief transport. Passief transport vereist geen energie en omvat diffusie, gefaciliteerde diffusie en osmose.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser