Podcast
Questions and Answers
Wat is de primaire functie van de eerste verdedigingslinie van het lichaam?
Wat is de primaire functie van de eerste verdedigingslinie van het lichaam?
- Het voorkomen dat ziekteverwekkers het lichaam binnendringen (correct)
- Het produceren van antistoffen
- Het activeren van T-cellen
- Het afbreken van geïnfecteerde cellen
Een infectie treedt op wanneer ziekteverwekkers het lichaam verlaten.
Een infectie treedt op wanneer ziekteverwekkers het lichaam verlaten.
False (B)
Welk type pathogeen veroorzaakt syfilis?
Welk type pathogeen veroorzaakt syfilis?
Bacterie
__________ is een hersenetende amoebe die via de neus binnendringt.
__________ is een hersenetende amoebe die via de neus binnendringt.
Welke van de volgende opties vormt een onderdeel van de mechanische afweer?
Welke van de volgende opties vormt een onderdeel van de mechanische afweer?
Virussen kunnen zich zelfstandig voortplanten.
Virussen kunnen zich zelfstandig voortplanten.
Wat is de functie van de huidflora als onderdeel van de eerste verdedigingslinie?
Wat is de functie van de huidflora als onderdeel van de eerste verdedigingslinie?
Maagzuur (pH 1-2) in maagsap doodt veel ziekteverwekkers die via het _______ binnenkomen.
Maagzuur (pH 1-2) in maagsap doodt veel ziekteverwekkers die via het _______ binnenkomen.
Welke van de volgende cellen is betrokken bij de aspecifieke afweer?
Welke van de volgende cellen is betrokken bij de aspecifieke afweer?
Lymfoïde organen zijn niet belangrijk voor de functie van het immuunsysteem.
Lymfoïde organen zijn niet belangrijk voor de functie van het immuunsysteem.
Wat is de naam van het proces waarbij witte bloedcellen ziekteverwekkers opnemen en vernietigen?
Wat is de naam van het proces waarbij witte bloedcellen ziekteverwekkers opnemen en vernietigen?
Monocyten kunnen zich ontwikkelen tot ____________ of dendritische cellen.
Monocyten kunnen zich ontwikkelen tot ____________ of dendritische cellen.
Wat is het belangrijkste kenmerk van verworven immuniteit?
Wat is het belangrijkste kenmerk van verworven immuniteit?
T-lymfocyten zijn betrokken bij de humorale immuunrespons.
T-lymfocyten zijn betrokken bij de humorale immuunrespons.
Welke cellen produceren antistoffen?
Welke cellen produceren antistoffen?
Een macrofaag die antigenen presenteert, wordt ook wel een __________ genoemd.
Een macrofaag die antigenen presenteert, wordt ook wel een __________ genoemd.
Wat is de rol van T-helpercellen in de verworven afweer?
Wat is de rol van T-helpercellen in de verworven afweer?
Antistoffen binden aan antigenen en maken de ziekteverwekker werkzaam.
Antistoffen binden aan antigenen en maken de ziekteverwekker werkzaam.
Wat is de functie van cytotoxische T-cellen?
Wat is de functie van cytotoxische T-cellen?
__________ zijn Y-vormige eiwitten die precies op antigeenmoleculen passen.
__________ zijn Y-vormige eiwitten die precies op antigeenmoleculen passen.
Wat is het belangrijkste verschil tussen cellulaire en humorale afweer?
Wat is het belangrijkste verschil tussen cellulaire en humorale afweer?
Bij een tweede infectie worden er geen antistoffen gevormd.
Bij een tweede infectie worden er geen antistoffen gevormd.
Wat is het doel van een vaccinatie?
Wat is het doel van een vaccinatie?
Je bent immuun als je bij een _______ besmetting niet ziek wordt.
Je bent immuun als je bij een _______ besmetting niet ziek wordt.
Welke vorm van immunisatie ontstaat doordat het lichaam zelf antistoffen maakt na blootstelling aan een ziekte?
Welke vorm van immunisatie ontstaat doordat het lichaam zelf antistoffen maakt na blootstelling aan een ziekte?
Passieve immunisatie leidt tot langdurige bescherming.
Passieve immunisatie leidt tot langdurige bescherming.
Wat wordt er ingespoten bij kunstmatige actieve immunisatie?
Wat wordt er ingespoten bij kunstmatige actieve immunisatie?
Bij vaccinaties wordt een stof toegediend die het __________ activeert en daardoor immuniteit opwekt.
Bij vaccinaties wordt een stof toegediend die het __________ activeert en daardoor immuniteit opwekt.
Wat is een belangrijk verschil tussen een traditioneel vaccin en een RNA-vaccin?
Wat is een belangrijk verschil tussen een traditioneel vaccin en een RNA-vaccin?
Bij een transplantatie wordt aangetast weefsel vervangen door weefsel van een dier.
Bij een transplantatie wordt aangetast weefsel vervangen door weefsel van een dier.
Wat betekent HLA in de context van transplantaties?
Wat betekent HLA in de context van transplantaties?
Het __________ is uniek voor elk mens, behalve bij eeneiige tweelingen.
Het __________ is uniek voor elk mens, behalve bij eeneiige tweelingen.
Wat is xenotransplantatie?
Wat is xenotransplantatie?
De ABO-bloedgroep is niet van belang bij bloedtransfusies.
De ABO-bloedgroep is niet van belang bij bloedtransfusies.
Welke bloedgroep heeft geen antigenen op de rode bloedcellen?
Welke bloedgroep heeft geen antigenen op de rode bloedcellen?
__________ vindt plaats tussen antigenen en antistoffen en leidt tot het samenklonteren van bloed.
__________ vindt plaats tussen antigenen en antistoffen en leidt tot het samenklonteren van bloed.
Wat is de functie van serum bij een bloedgroepbepaling?
Wat is de functie van serum bij een bloedgroepbepaling?
Een persoon met resusnegatief bloed kan altijd bloed ontvangen van een resuspositieve donor.
Een persoon met resusnegatief bloed kan altijd bloed ontvangen van een resuspositieve donor.
Wat gebeurt er als een resusnegatieve moeder zwanger is van een resuspositief kind en geen behandeling krijgt?
Wat gebeurt er als een resusnegatieve moeder zwanger is van een resuspositief kind en geen behandeling krijgt?
__________ is een overgevoeligheidsreactie voor bepaalde stoffen.
__________ is een overgevoeligheidsreactie voor bepaalde stoffen.
Welke rol spelen mestcellen bij een allergische reactie?
Welke rol spelen mestcellen bij een allergische reactie?
Combineer de volgende immunisatie-typen met hun juiste beschrijving:
Combineer de volgende immunisatie-typen met hun juiste beschrijving:
Flashcards
Wat zijn ziekteverwekkers?
Wat zijn ziekteverwekkers?
Organismen die het lichaam kunnen binnendringen en ziekte veroorzaken.
Wat is een infectie?
Wat is een infectie?
Het binnendringen van ziekteverwekkers in het lichaam.
Wat is de 1e verdedigingslinie?
Wat is de 1e verdedigingslinie?
Een afweer die werkt door de huid en slijmvliezen.
Wat is chemische afweer?
Wat is chemische afweer?
Signup and view all the flashcards
Wanneer wordt het afweersysteem geactiveerd?
Wanneer wordt het afweersysteem geactiveerd?
Signup and view all the flashcards
Wat valt onder aangeboren afweer?
Wat valt onder aangeboren afweer?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn fagocyten?
Wat zijn fagocyten?
Signup and view all the flashcards
Wat valt onder verworven afweer?
Wat valt onder verworven afweer?
Signup and view all the flashcards
Waar zijn lymfocyten actief?
Waar zijn lymfocyten actief?
Signup and view all the flashcards
Wat doen B- en T-lymfocyten?
Wat doen B- en T-lymfocyten?
Signup and view all the flashcards
Wat doen macrofagen in de verworven afweer?
Wat doen macrofagen in de verworven afweer?
Signup and view all the flashcards
Wat doen T-helpercellen?
Wat doen T-helpercellen?
Signup and view all the flashcards
Wat activeert B-lymfocyten?
Wat activeert B-lymfocyten?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn antistoffen?
Wat zijn antistoffen?
Signup and view all the flashcards
Hoe werken antistoffen?
Hoe werken antistoffen?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er bij cellulaire afweer?
Wat gebeurt er bij cellulaire afweer?
Signup and view all the flashcards
Welk type antistof geeft problemen bij allergie?
Welk type antistof geeft problemen bij allergie?
Signup and view all the flashcards
Wat veroorzaakt een allergische reactie?
Wat veroorzaakt een allergische reactie?
Signup and view all the flashcards
Wat is een vaccinatie?
Wat is een vaccinatie?
Signup and view all the flashcards
Waarom word je niet ziek bij een tweede besmetting?
Waarom word je niet ziek bij een tweede besmetting?
Signup and view all the flashcards
Wat is het HLA-systeem?
Wat is het HLA-systeem?
Signup and view all the flashcards
Wat is de procedure bij een transplantatie?
Wat is de procedure bij een transplantatie?
Signup and view all the flashcards
Wat is xenotransplantatie?
Wat is xenotransplantatie?
Signup and view all the flashcards
Wat veroorzaakt afweerreacties bij bloedgroepen?
Wat veroorzaakt afweerreacties bij bloedgroepen?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn de bloedgroepen in het AB0-systeem?
Wat zijn de bloedgroepen in het AB0-systeem?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn de resusfactoren?
Wat zijn de resusfactoren?
Signup and view all the flashcards
Waarom is bloedgroepbepaling nodig voor een transfusie?
Waarom is bloedgroepbepaling nodig voor een transfusie?
Signup and view all the flashcards
Wat is een resuskind?
Wat is een resuskind?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
- Thema 4 behandelt afweer in het lichaam tegen ziekteverwekkers.*
T4B1 Bescherming
- Het lichaam wordt constant aangevallen door ziekteverwekkers (pathogenen) uit de omgeving.
- Het binnendringen van ziekteverwekkers in het lichaam wordt een infectie genoemd.
- Syfilis wordt veroorzaakt door een bacterie.
- Zwemmerseczeem wordt veroorzaakt door een schimmel.
- Polio wordt veroorzaakt door een virus.
- Naegleria fowleri is een hersenetende amoebe die via de neus binnendringt en via zenuwcellen naar de hersenen klimt.
- De amoebe sluipt de hersencellen op; infectie komt zelden voor.
- Vliegen kunnen ziekteverwekkers oppikken van fecaliën en deze overdragen op voedsel.
- Malariamuggen kunnen een infectie van de ene persoon op de ander overbrengen.
Virusinfectie
- Er bestaan DNA- en RNA-virussen.
- De grootste virussen zijn ongeveer 0,1 µm groot.
- Virussen kunnen zich niet zelfstandig voortplanten en hebben een specifieke gastheercel nodig om zich te vermenigvuldigen.
1e Verdedigingslinie
- De eerste verdedigingslinie bestaat uit mechanische en chemische afweer.
- Mechanische afweer wordt geleverd door de huid (huidflora) en slijmvliezen (ogen, luchtwegen, neus, mond).
- Maagzuur in maagsap (pH 1-2) doodt veel ziekteverwekkers die via het voedsel binnenkomen.
- Zweet en oliën op de huid (pH 3-5) voorkomen dat schadelijke bacteriën op de huid kunnen groeien.
T4B2 Afweer
- Wanneer ziekteverwekkers of schadelijke stoffen binnendringen, wordt het afweersysteem geactiveerd.
- De afweer kan aspecifiek (niet-specifiek) of specifiek (immuunsysteem) zijn.
- De eerste verdedigingslinie bestaat uit huid en slijmvliezen.
- De tweede verdedigingslinie is de fagocytose door witte bloedcellen.
- De derde verdedigingslinie omvat B-lymfocyten en antistoffen.
- Belangrijke lymfoïde organen van het immuunsysteem zijn het beenmerg, de thymus, de milt en de lymfeknopen.
- Lymfoïde organen hebben een functie bij de opslag en het transport van witte bloedcellen.
Bescherming tegen Ziekteverwekkers
- Aangeboren afweer is gericht tegen alle ziekteverwekkers en omvat onder andere de huid, slijmvliezen, maagzuur en koorts.
- Fagocyten ("eetcellen") zoals granulocyten en monocyten (die macrofagen/dendritische cellen worden) spelen hierbij een rol.
- Verworven afweer is gericht tegen een bepaalde soort ziekteverwekker.
- Deze afweer is afkomstig van macrofagen en lymfocyten (met hun antistoffen), die actief zijn in bloed, lymfeknopen en organen zoals de milt.
- B-lymfocyten zijn betrokken bij humorale afweer en maken antistoffen aan.
- T-lymfocyten zijn betrokken bij cellulaire afweer en ruimen geïnfecteerde cellen op.
- Tijdens de verworven afweer komt een ziekteverwekker het lichaam in en bevat lichaamsvreemde antigenen.
- De macrofaag fagocyteert de ziekteverwekker en bindt antigenen op receptoreiwitten op het celmembraan.
- De macrofaag wordt een antigeen-presenterende cel (APC).
- APC's komen via lymfe en bloed in lymfoïde organen, waar antigenen worden gebonden aan T-helpercellen.
Verworven afweer
- T-helpercellen worden geactiveerd en ondergaan celdeling, wat leidt tot meer T-helpercellen en geheugencellen.
- T-helpercellen geven cytokinen af, die B-lymfocyten activeren.
- B-lymfocyten ontwikkelen zich tot plasmacellen die antistoffen maken.
- B-geheugencellen worden ook gevormd.
- Humorale afweer vindt plaats door T-helpercellen die cytokinen afgeven.
- B-lymfocyten worden geactiveerd en ontwikkelen zich tot plasmacellen die antistoffen maken, en B-geheugencellen.
- Immunoglobulinen (Ig), ofwel antistoffen, zijn Y-vormige eiwitten die precies op antigeenmoleculen passen (sleutel-slot principe).
- Antistoffen "bedekken" de antigenen van de ziekteverwekker, waardoor deze onschadelijk wordt gemaakt.
- Bij cellulaire afweer verlaat een cytotoxische T-cel de lymfoïde organen en vernietigt lichaamscellen die met virussen zijn geïnfecteerd.
- Antigeen wordt opgenomen door antigeen-presenterende cel, wat T-helpercel activeert.
- Die activeert B-lymfocyt (humorale afweer) en cytotoxische T cellen (cellulaire afweer).
T4B3 Immuniteit
- Men is immuun wanneer men bij een tweede besmetting niet ziek wordt, omdat geheugencellen dan vrijwel onmiddellijk antistoffen vormen.
- Kunstmatige actieve immunisatie: vaccin met dode/verzwakte ziekteverwekker of antigenen.
- Natuurlijke actieve immuniteit: doorgemaakte ziekte.
- Kunstmatige passieve immunisatie: vaccin met antistoffen.
- Natuurlijke passieve immuniteit: antistoffen van moeder.
- Actieve immunisatie geeft langdurige bescherming en passieve immunisatie geeft kortdurende bescherming.
- Vaccinaties dienen een stof toe te dienen die het afweersysteem activeert en daardoor immuniteit opwekt
- mRNA vaccins coderen voor een antigeen van een virus.
T4B4 Transplantaties en Bloedtransfusies
-
Transplantatie is het vervangen van aangetast weefsel of orgaan door een ander weefsel of orgaan, van de patiënt zelf of van een donor.
-
Antigenen bij mensen staan bekend als het HLA-systeem, dat voor elk mens uniek is, behalve bij eeneiige tweelingen.
-
Lymfocyten kunnen via het HLA-systeem zien of een cel lichaamseigen of -vreemd is.
-
Lichaamsvreemd weefsel leidt tot afstoting door vooral cellulaire en soms humorale afweermechanismen.
-
Het HLA-systeem (Human Leukocyte Antigen)
-
HLA-code van patiënt bepalen en opslaan in computer bij Stichting Eurotransplant.
-
Bij potentiële donor wordt HLA-code bepaald en doorgegeven aan Eurotransplant om te matchen.
-
Donoregistratie is mogelijk via www.donorregister.nl met vier keuzes: toestemming geven, geen toestemming geven, beslissing overlaten aan nabestaanden, of beslissing overlaten aan een specifiek persoon.
-
Xenotransplantatie is het gebruik van (delen van) organen van andere diersoorten.
-
Belangrijke systemen om bloedgroepen in te delen zijn het AB0-systeem en de rhesusfactor.
-
Bloedgroepbepaling dient te gebeuren vóór een bloedtransfusie om klontering te vermijden.
-
Klontering vindt plaats tussen antigenen op de rode bloedcellen en antistoffen in een serum.
AB0-systeem
- Het AB0-systeem kent de bloedgroepen A, B, AB en 0 (nul).
- Bloedgroep A heeft antigeen A en antistof anti-B.
- Bloedgroep B heeft antigeen B en antistof anti-A.
- Bloedgroep AB heeft antigenen A en B en geen antistoffen.
- Bloedgroep 0 heeft geen antigenen en antistoffen anti-A en anti-B.
- Bloedgroep A komt bij 43% van de Nederlanders voor, bloedgroep B bij 9%, bloedgroep AB bij 3% en bloedgroep 0 bij 45%.
- De antistoffen zijn al vanaf de geboorte aanwezig, ook zonder contact met het antigeen.
Over Serum
- Serum ontstaat na centrifuge en stolling van bloed, waarbij fibrinogeen wordt omgezet in fibrine en er geen stollingseiwitten meer aanwezig zijn.
- Rode bloedcellen kapot Hb komt vrij in bloedplasma = hemolyse
Resusfactor
- De resusfactor is een eiwit dat ook op de celmembranen van resusapen voorkomt.
- Er zijn twee varianten: Rh+ (resuspositief, 85%) en Rh- (resusnegatief), waarbij Rh- antiresus kan maken na contact met Rh+ bloed.
Enkele Overwegingen bij Bloedtransfusie
- Bij bloedtransfusies:
- Als bloedgroep resus negatief is, moet de patiënt dit ook zijn.
- Als bloedgroep resus positief is, mag de patiënt dit ook zijn.
- Kwekbloed is de enige optie voor mensen met bloedgroep Bombay (h/h od oh)
Resuskind
- De moeder is Rh-, het kind is Rh+ en de vader is Rh+.
- Tijdens de eerste zwangerschap is er geen probleem, maar bij de bevalling kan contact tussen bloed van moeder en kind leiden tot aanmaak van antiresus en geheugencellen bij de moeder.
- Bij een tweede zwangerschap kunnen antiresus antistoffen via de placenta naar de foetus gaan en bloedafbraak veroorzaken.
Extra Allergie
- Allergie is een overgevoeligheidsreactie voor bepaalde stoffen (allergenen) zoals stuifmeel, schimmelsporen, huisstofmijt en onderdelen van voedingsmiddelen.
- Bij een allergische reactie is een allergeen ook een antigeen, wat leidt tot humorale afweer.
- Receptoreiwitten op T- en B-lymfocyten herkennen de allergenen als lichaamsvreemde antigenen.
- B-lymfocyten ontwikkelen zich tot plasmacellen onder invloed van cytokinen uit T-helpercellen.
- De plasmacellen maken verschillende typen antistoffen.
- Groep antistoffen IgE geeft problemen en hecht aan mestcellen in slijmvliezen (sensibilisatie).
- Na contact van mestcellen met het allergeen ontstaat histaminevorming, wat resulteert in opgezwollen slijmvliezen en ontstekingsreacties.
- Onderzoek naar allergieën omvat onder andere huidtests en het gebruik van medicijnen die mestcellen afdekken (antihistaminica).
- Desensibilisatie (hyposensibilisatie) is een behandeling met injecties met allergeen in steeds hogere concentratie.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.