Spijsvertering en Voedingsstoffen

CharmingAspen avatar
CharmingAspen
·
·
Download

Start Quiz

Study Flashcards

56 Questions

Worden aminozuren opgenomen in bloed als bouwstoffen?

True

Verteerbaar voedsel verlaat het lichaam via urine?

False

Het spijsverteringsstelsel bestaat uit vier delen in de mond?

False

Het menselijk voedsel bestaat uit water, mineralen, en vetten?

False

De afscheiding van maagsap wordt geregeld door het zenuwstelsel en hormonen.

True

Speeksel bevat amylase, dat zetmeel afbreekt tot maltose en glucose.

True

Het hormoon enterogastrine remt de afscheiding van maagsap.

True

Pepsine is het belangrijkste maagenzym dat eiwitketens afbreekt tot polypeptiden.

True

Het hormoon cholecystokinine activeert galafscheiding.

True

Pancreassap bevat enzymen die werken bij pH 8.

True

De borstelzoom in de dunne darm is semi-permeabel voor water.

True

Stress en angst hebben geen invloed op de absorptie van voedingsstoffen.

False

Het basaalmetabolisme is hoger bij vrouwen dan bij mannen.

False

Water en enkele zouten worden voornamelijk opgenomen door de dikke darm.

False

Alle essentiële voedingsnutriënten moeten worden opgenomen via voeding.

True

Het rendement van arbeid is ongeveer 50% tot 75% energie vrij onder vorm van warmte.

False

Een ander woord voor voedselbestanddelen in opneembare en vervoerbare vorm is nutriënten.

True

Tandenwisseling vindt plaats bij het volwassen gebit.

False

Mensen hebben over het algemeen 32 tanden in totaal.

True

De lengte van de dunne darm staat in verband met de verteerbaarheid van voedsel.

True

De dikke darm gaat over in de endeldarm, die vervolgens faeces vormt en deze uitdrijft via de aars.

True

De blinde darm is een uitstulping van de dunne darm.

False

De tong heeft een sterk verhoornde rasp aan de overgang tussen wortel en kroon.

True

De tong is bedekt met smaakpapillen en heeft als functie het doorslikken van voedsel.

True

De speekselklieren bestaan bij mensen uit drie paar: ondertong-, onderkaak- en oorspeekselklieren.

True

Het konijn heeft vier paar speekselklieren.

True

Vleeseters hebben over het algemeen knipkiezen in hun gebit.

True

De maagholte wordt omringd door twee spierlagen: een kringspierlaag en een overlangse spierlaag.

False

Waterdieren halen zuurstof uit de lucht door middel van kieuwen.

False

Bij landdieren komt de benodigde zuurstof voor oxidatie uit het water.

False

Het ademhalingsstelsel omvat de neusholte, keelholte en strottenhoofd, maar niet de longen.

False

De functie van de neusholte omvat het bevochtigen van de in te ademen lucht.

True

Het lichaam neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide en water af via het ademhalingsstelsel.

True

Het spijsverteringsstelsel bestaat uit vier delen in de mond.

False

Het ademcentrum in de hersenen wordt geremd door het uitzetten van de longblaasjes bij inademing.

True

Een stijging van het CO2-gehalte in het bloed leidt tot een afname van de ademfrequentie.

False

De chemoreceptoren in de verbreding van de grote lichaamsslagader zenden impulsen naar het ademcentrum bij daling van het O2-gehalte in het bloed.

True

Bij een bepaalde waarde van het CO2-gehalte in het bloed, wordt het ademcentrum geprikkeld en ontstaat er ademdrang.

True

Emoties hebben geen invloed op de ademfrequentie.

False

Binnen bepaalde grenzen kan men willekeurig het ademritme wijzigen.

True

De oxidatie van glucose vindt plaats via de celademhaling.

True

De oxidatie van aminozuren is mogelijk door oxidatie met zuurstof via ademhaling.

True

Hoe kleiner de dieren, hoe minder intens hun metabolisme.

False

Het basaalmetabolisme is lager bij vrouwen dan bij mannen.

False

Het strottenhoofd kan volledig afgesloten worden door het strotklepje.

True

De echte stembanden liggen boven de valse stembanden.

False

De totale oppervlakte van de longen is ongeveer 200 m2 per long.

False

Bij rustige ademhaling wordt ongeveer een halve liter lucht in- en uitgeademd.

True

Bij borstademhaling worden de ribben opgetrokken door samentrekking van diverse ribspieren.

True

De uitademing is bij zware inspanning bijna volledig passief.

False

Koolstofdioxide lost minder op in water dan zuurstofgas.

False

Stikstofgas speelt een biologische rol in de gaswisseling in longblaasjes.

False

De gaswisseling in longblaasjes berust vooral op diffusie.

True

Het CO2-gehalte en O2-gehalte hebben geen invloed op de regulatie van de adembewegingen.

False

Diffusiesnelheid is recht evenredig met de gaswisseling in longblaasjes.

True

Gaswisseling door diffusie gebeurt door middel van verschillen in partiële spanning van gassen.

True

Deze quiz gaat over de opname van voedingsstoffen in het bloed en de spijsvertering. Het behandelt onderwerpen zoals energieleverende stoffen, regulerende stoffen, organische moleculen in voedsel, en de verwerking van voedsel in het menselijk lichaam.

Make Your Own Quizzes and Flashcards

Convert your notes into interactive study material.

Get started for free

More Quizzes Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser