Podcast
Questions and Answers
Wat is de juiste manier om een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord te gebruiken?
Wat is de juiste manier om een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord te gebruiken?
- De sfeer is verpesten.
- De verpesten sfeer.
- Verpeste de sfeer.
- De sfeer is verpest. (correct)
Hoe schrijf je het hele werkwoord na 'te'?
Hoe schrijf je het hele werkwoord na 'te'?
- te loop
- te looptje
- te loopt
- te lopen (correct)
Welke woorden worden niet met een hoofdletter geschreven?
Welke woorden worden niet met een hoofdletter geschreven?
- Dagen
- Straten
- Jaargetijden (correct)
- Namen van personen
Wat is de juiste manier om een dubbelpunt te gebruiken?
Wat is de juiste manier om een dubbelpunt te gebruiken?
Wanneer gebruik je een komma voor of na een aanspreking?
Wanneer gebruik je een komma voor of na een aanspreking?
Hoe moet je de letters schrijven als een woord begint met 'IJ'?
Hoe moet je de letters schrijven als een woord begint met 'IJ'?
Wanneer schrijf je telwoorden zelfstandig met een '-n'?
Wanneer schrijf je telwoorden zelfstandig met een '-n'?
Wat is de juiste vorm van een zelfstandig gebruikt telwoord?
Wat is de juiste vorm van een zelfstandig gebruikt telwoord?
Flashcards
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het voltooid deelwoord wordt gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord in een zin om een beschrijving te geven. Bijvoorbeeld: De verpeste sfeer.
Nieuwe materialen
Nieuwe materialen
Nieuwe materialen worden zonder vervoeging geschreven. Voorbeeld: nieuwe auto's.
Tegenwoordig deelwoord
Tegenwoordig deelwoord
Geeft een handeling aan die nog bezig is (in de huidige tijd). Bijvoorbeeld: Fluitend fietste hij naar school.
Hoofdletters (begin zin)
Hoofdletters (begin zin)
Signup and view all the flashcards
Hoofdletters (eigennamen)
Hoofdletters (eigennamen)
Signup and view all the flashcards
Spelling met -n (telwoorden)
Spelling met -n (telwoorden)
Signup and view all the flashcards
Dubbele punt (gesproken tekst)
Dubbele punt (gesproken tekst)
Signup and view all the flashcards
Aanhalingstekens (citaten)
Aanhalingstekens (citaten)
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Spelling herhaling
- Spellingregels voor de tegenwoordige tijd (NU) en verleden tijd (VROEGER) worden uitgelegd.
- Er zijn verschillende regels voor de vervoeging van werkwoorden, afhankelijk van het onderwerp en de tijd.
- Gebruik de gewone spellingregels.
- De regel voor de ik-vorm, een ander en meer werkwoorden is verschillend van alle andere.
- Klankveranderingen bij sterke en zwakke werkwoorden worden beschreven.
- Voltooide deelwoorden kunnen gebruikt worden als bijvoeglijke naamwoorden.
- De sfeer is verpest. De verpeste sfeer
- Schrijf het zo kort mogelijk!
- Nieuwe materialen schrijf je zonder vervoeging.
- Na 'te' schrijf je het hele werkwoord.
Tegenwoordig deelwoord
- Geeft aan dat de handeling nog bezig is.
- Hele werkwoord + -d.
- Fluitend fietste hij naar school.
Hoofdletters en leestekens
- Aan het begin van de zin, plaatsen, landen, straten, provincies, gebergtes, rivieren en achternamen
- Namen van personen, plaatsen, landen, straten, provincies, gebergtes en rivieren beginnen met een hoofdletter.
- "s Morgens eet ik brood" -> correcte aanvang van een zin
- In achternamen wordt soms "de" of "van" gebruikt - het tussenvoegsel wordt niet met hoofdletter geschreven
- Dagen, maanden, windstreken, jaargetijden
- Tijdperken beginnen in hoofdletter
- Na een voorletter eindigt het tussenvoegsel zonder hoofdletter (Jan de Vries, J. de Vries, meneer De Vries)
- Als het woord met 'IJ' begint, schrijf je beide letters met een hoofdletter.
- Punt: voor het afsluiten van een zin.
- Vraagteken: voor het afsluiten van een vraagzin.
- Uitroepteken: na een uitroep of bevel.
- Komma: bij aansprekingen, tussen delen van opsommingen en bij persoonsvormen
- Bij citaten aan het eind (de aanhalingstekens sluiten de zin ook af)
- Citaten aan het begin
- Onderbroken citaten
- Dubbele punt: voor gesproken tekst, opsommingen
- Aanhalingstekens voor citaten.
Spelling: met of zonder -n?
- Zelfstandige telwoorden of bijvoeglijke naamwoorden kunnen soms met -n eindigen.
- Als telwoorden geen personen aanduiden, of niet zelfstandig zijn, gebruik je geen -n.
- Gebruik wel -n bij zelfstandige telwoorden of bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden.
- Als de woorden niet zelfstandig zijn, gebruik geen -n.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze quiz behandelt de spellingregels voor de tegenwoordige tijd en de verleden tijd, evenals het gebruik van hoofdletters en leestekens. Je leert de vervoeging van werkwoorden en de klankveranderingen bij sterke en zwakke werkwoorden. Test je kennis over spelling en grammatica!