Sociale Ongelijkheid en Stratificatie
32 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is sociale ongelijkheid?

  • Het verschil in inkomen tussen verschillende beroepen.
  • Een ongelijke verdeling van beschikbare middelen. (correct)
  • Een situatie waarbij iedereen gelijke kansen heeft.
  • Het verschil in toegang tot educatie.

Welke van de volgende is GEEN soort sociale ongelijkheid?

  • Culturele hulpbronnen (correct)
  • Politieke hulpbronnen
  • Sociale hulpbronnen
  • Economische hulpbronnen

Wat betekent sociale stratificatie?

  • De mogelijkheden die mensen hebben om van positie te veranderen.
  • De mate van discriminatie in een samenleving.
  • De verdeling van de maatschappij in groepen met verschillende posities. (correct)
  • De ongelijkheid in de economische status van individuen.

Wat wordt bedoeld met sociale mobiliteit?

<p>De verandering van sociale positie binnen een samenleving. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen positietoewijzing en positieverwerving?

<p>Positietoewijzing gebeurt zonder invloed, positieverwerving door eigen inspanningen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke factor heeft invloed op de mate van sociale mobiliteit in een samenleving?

<p>De openheid of geslotenheid van de samenleving. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe kan sociale ongelijkheid van generatie op generatie worden overgedragen?

<p>Via ongelijkheid in het milieu waarin iemand opgroeit. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt de beroepsprestigeladder in?

<p>Een indeling van beroepen op basis van maatschappelijke status. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de drie niveaus waarop maatschappelijke verschijnselen bestudeerd kunnen worden?

<p>Individueel, mesoniveau, macroniveau (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom streven politici naar meer gezag?

<p>Omdat dit de effectiviteit van hun beleid vergroot (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van samenwerking?

<p>Relaties vormen voor een gemeenschappelijk doel (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de voorwaarden voor succesvolle samenwerking?

<p>Compromisbereidheid, onderling vertrouwen, wederzijdse acceptatie (B)</p> Signup and view all the answers

Wat verklaart volgens Marx de oorzaak van conflicten?

<p>Ongelijkheden in bezit (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van manifeste conflicten?

<p>Ze zijn duidelijk en zichtbaar (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende elementen is GEEN reden voor samenwerking?

<p>Individuele prestaties (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn latente conflicten?

<p>Conflicten die verborgen zijn en minder zichtbaar (A)</p> Signup and view all the answers

Wat versterkt de positie van een politicus wanneer macht wordt omgezet in gezag?

<p>Een sterk politiek gezag dat bijdraagt aan stabiliteit (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen over politieke samenwerking is juist?

<p>Politieke samenwerking ontstaat vaak door gedeelde belangen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een collectief goed?

<p>Schoon drinkwater (D)</p> Signup and view all the answers

Wat voor soort machtsbron is gebaseerd op kennis of expertise?

<p>Cognitieve machtsbronnen (C)</p> Signup and view all the answers

Wat ontstaat er als een machtige groep zijn positie verliest zonder nieuwe machthebber?

<p>Machtsvacuüm (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de term 'free riders'?

<p>Mensen die profiteren zonder bij te dragen (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beschrijvingen past niet bij formele macht?

<p>Ontspringt uit sociale relaties (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is sociale stratificatie?

<p>De indeling van mensen in sociale lagen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat betreft macht is een asymmetrische relatie?

<p>Één partij heeft altijd meer invloed (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van gezag?

<p>Het wordt geaccepteerd als legitiem (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn private goederen?

<p>Alleen toegankelijk voor de betalende gebruikers (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het grootste probleem bij collectieve actie?

<p>Niet iedereen draagt bij, maar profiteert wel (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een affectieve machtsbron?

<p>Een populaire influencer (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met 'machtsevenwicht'?

<p>Gelijke verdeling van macht voor stabiliteit (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe kan de overheid bijdragen aan collective goederen?

<p>Door belastingheffing voor collectieve voorzieningen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is geen kenmerk van een gesloten samenleving?

<p>Grote gelijkheid voor sociale participatie (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Sociale ongelijkheid

Een situatie waarin verschillen tussen mensen, zowel aangeboren als niet-aangeboren, bepalen hoe goed ze het in de samenleving doen.

Hoe ontstaat sociale ongelijkheid?

De ongelijke verdeling van schaarse en gewilde zaken zoals geld, macht, aanzien en behandeling.

Aangeboren verschillen

Verschillen die al bij de geboorte bestaan, zoals geslacht of huidskleur.

Niet-aangeboren verschillen

Verschillen die je later in je leven krijgt, zoals opleiding of baan.

Signup and view all the flashcards

Discriminatie

Ongelijke behandeling van mensen met dezelfde eigenschappen.

Signup and view all the flashcards

Sociale stratificatie

De verdeling van de maatschappij in groepen met verschillende maatschappelijke posities.

Signup and view all the flashcards

Sociale laag

Een groep mensen die een vergelijkbare maatschappelijke positie hebben.

Signup and view all the flashcards

Sociale mobiliteit

De mogelijkheid om van positie te veranderen op de maatschappelijke ladder.

Signup and view all the flashcards

Mesoniveau gezag

Het gezag dat van bovenaf wordt uitgeoefend, zoals dat van een directeur binnen een bedrijf.

Signup and view all the flashcards

Macroniveau gezag

Het gezag dat tussen landen of grote instituties wordt uitgeoefend, zoals dat van een wereldleider.

Signup and view all the flashcards

Gezag

De invloed die iemand heeft door het vertrouwen en de respect van anderen.

Signup and view all the flashcards

Politiek gezag

Gezag dat voortkomt uit een politieke positie en wordt gebruikt om beleid te beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Samenwerking

Het proces waarbij mensen, groepen of staten samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken.

Signup and view all the flashcards

Conflict

Een situatie waarin mensen, groepen of staten elkaar tegenwerken om hun eigen doelen te bereiken.

Signup and view all the flashcards

Compromisbereidheid

De bereidheid om concessies te doen om een overeenkomst te bereiken.

Signup and view all the flashcards

Marxistische conflicttheorie

De theorie van Karl Marx die stelt dat ongelijkheden in bezit leiden tot conflicten.

Signup and view all the flashcards

Huntington's conflicttheorie

De theorie van Samuel Huntington die stelt dat maatschappelijke conflicten ontstaan door culturele en sociale verschillen.

Signup and view all the flashcards

Manifeste conflicten

Conflicten die zichtbaar zijn en duidelijk waarneembaar zijn, zoals burgeroorlogen.

Signup and view all the flashcards

Maatschappelijke ladder

Een fictieve ladder die sociale posities rangschikt op basis van prestige en status.

Signup and view all the flashcards

Beroepsprestigeladder

Een ladder die verschillende beroepen rangschikt op basis van prestige en inkomen.

Signup and view all the flashcards

Positieverwerving

Een verandering in sociale positie die voortkomt uit eigen inspanningen of talent.

Signup and view all the flashcards

Positiewijziging

Een verandering in sociale positie die voortkomt uit invloeden van buitenaf.

Signup and view all the flashcards

Open samenleving

Een samenleving waar mensen kunnen stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder.

Signup and view all the flashcards

Gesloten samenleving

Een samenleving waar sociale posities vaststaan en moeilijk te veranderen zijn.

Signup and view all the flashcards

Collectieve goederen

Goederen die toegankelijk zijn voor iedereen, zoals schone lucht of onderwijs.

Signup and view all the flashcards

Private goederen

Goederen die alleen toegankelijk zijn voor degenen die ervoor betalen, zoals een auto.

Signup and view all the flashcards

Dilemma van collectieve actie

Het dilemma dat ontstaat wanneer mensen profiteren van collectieve goederen zonder bij te dragen.

Signup and view all the flashcards

Free riders

Mensen die profiteren van collectieve goederen zonder bij te dragen.

Signup and view all the flashcards

Macht

Het vermogen om anderen te beïnvloeden om je doelen te bereiken.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Sociale Ongelijkheid

  • Definitie: Sociale ongelijkheid bestaat wanneer verschillen tussen mensen (aangeboren en niet-aangeboren) consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie. Dit resulteert in een ongelijk verdeling van schaarse en gewaardeerde middelen (geld, macht, status, behandeling).
  • Soorten verschillen: Aangeboren verschillen (geslacht, huidskleur) en niet-aangeboren verschillen (werk, woonplaats, waarden).
  • Sociale stratificatie: De verdeling van de samenleving in groepen met verschillende maatschappelijke posities. Dit wordt vaak visueel weergegeven als een maatschappelijke ladder (hoger of lager op basis van bezit/status). Een voorbeeld is de beroepsprestigeladder.
  • Sociale mobiliteit: Het stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder. Dit kan afhankelijk zijn van:
    • Positietoewijzing: Maatschappelijke factoren die bepalen waar iemand terecht komt (zonder eigen inspanning).
    • Positieverwerving: Het bereiken van een maatschappelijke positie door eigen inspanning of kenmerken van de groep.
  • Open vs. Gesloten samenlevingen: Open samenlevingen bieden veel kansen voor sociale mobiliteit, terwijl gesloten samenlevingen deze kansen beperken.
  • Invloed milieu: Het milieu waarin iemand opgroeit, beïnvloedt de maatschappelijke positie en kan sociale ongelijkheid over generaties doorgeven. Factoren die mobiliteit bevorderen:
    • Economisch kapitaal: inkomen en bezit.
    • Sociaal kapitaal: netwerken en connecties.
    • Cultureel kapitaal: vaardigheden en kennis (bv. etiquette).
  • Verzorgingsstaat: Proberen sociale ongelijkheid te verminderen door solidariteit (belasting voor zorg, onderwijs).
  • Collectieve vs. private goederen: Collectieve goederen (zoals drinkwater, onderwijs) zijn voor iedereen toegankelijk, terwijl private goederen dat niet zijn. Het dilemma van collectieve actie is dat niet iedereen wil bijdragen maar wel profiteert van het goede.

Macht

  • Definitie: Het vermogen om middelen in te zetten om doelen te bereiken en de keuzes/mogelijkheden van anderen te beïnvloeden.
  • Machtsbronnen: (Vier typen)
    • Affectieve: Gevoel of emotie
    • Cognitieve: Kennis of expertise
    • Economische: Geld en bezit
    • Politieke: Macht van de overheid
  • Machtsniveaus:
    • Microniveau: Ouders-kinderen
    • Mesoniveau: Directeur-werknemers
    • Macroniveau: Invloed van supermachten
  • Asymmetrie in macht: Macht is altijd ongelijk verdeeld. (vb. overheid heeft meer macht dan burger).
  • Formele vs. Informele macht: Formeel is vastgelegd in regels, informeel voortkomend uit invloedrijke relaties.
  • Machtsevenwicht, -overwicht en -vacuüm:
    • Hegemonie: Een groep/staat heeft zoveel macht dat zij hun wil opleggen aan anderen.
    • Machtsevenwicht: Weinig machtverschillen, wat leidt tot stabiliteit.
    • Machtvacuüm: Een machtige groep verliest macht, waardoor er instabiliteit kan ontstaan.

Gezag

  • Definitie: Een vorm van macht die als legitiem wordt beschouwd; de macht wordt geaccepteerd als rechtvaardig.
  • Bron van gezag:
    • Kwaliteiten (kennis, aanzien, charisma)
    • Positie/functie (burgemeester, rechter)
    • Prestaties
  • Relatieve aard van gezag: Wat in één groep gezaghebbend is, kan dat in een andere groep niet zijn.
  • Niveaus van gezag:
    • Microniveau: Docent-leerling
    • Mesoniveau: Directeur-medewerkers
    • Macroniveau: Wereldleider-landen
  • Politiek gezag: Wordt opgebouwd door tijd en vertrouwen, en kan snel verloren gaan. Een sterk politiek gezag bevordert stabiliteit en effectiviteit.

Samenwerking en Conflict

  • Samenwerking: Relaties vormen om het handelen op elkaar af te stemmen voor een gedeelde doelstelling.
  • Redenen voor samenwerking:- Samen sta je sterker - Profiteren van elkaars sterke punten
  • Voorwaarden voor samenwerking:- Compromisbereidheid - Onderling vertrouwen - Wederzijdse acceptatie
  • Politieke samenwerking: Voortkomend uit gedeelde waarden, belangen en/of dwang.
  • Conflict: Situaties waarin individuen, groepen en staten elkaar tegenwerken om eigen doelen te bereiken.
  • Conflicttheorieën:- Marx: Ongelijkheid leidt tot conflicten. - Huntington: Sociale en culturele verschillen.
  • Soorten conflicten:- Manifeste conflicten (zichtbaar, zoals burgeroorlogen) - Latente conflicten (minder zichtbaar, zoals spionage)

Dilemma van Collectieve Actie

  • Het dilemma ontstaat wanneer niet alle betrokkenen bijdragen aan een collectief goed, terwijl iedereen er wel van profiteert (free-riders).
  • Dwang (bv. belastingheffing) is een oplossing om dit dilemma effectief aan te pakken.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Description

Dit quiz onderzoekt de concepten van sociale ongelijkheid, stratificatie en mobiliteit. Leer over de verschillende soorten verschillen en hoe deze onze maatschappelijke positie beïnvloeden. Test je kennis over de sociale structuren en processen die leiden tot ongelijkheid in de samenleving.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser