54 Questions
De biologie van de voortplanting verschilt van soort tot soort en in enkele tot vele opzichten => grote diversiteit.
True
Melk bevat ten opzichte van overige lichaamscellen een relatief grote hoeveelheid oöcyten, vrouwelijke gameten.
False
Spermatozoïden zijn morfologisch verschillend van mannelijke en vrouwelijke gameten.
False
De zaadcelproductie is een proces dat mobiel is en continue grote productie bij volwassen mannelijke individuen vertoont.
True
Het verschijnsel van gameet dimorfisme houdt in dat mannelijke en vrouwelijke gameten morfologisch verschillend zijn.
True
Het hormonale cyclische veranderingen en seksueel gedrag beïnvloeden de melkproductie en melksamenstelling.
True
Zonder voortplanting is er geen dierlijke productie.
True
Melkvee heeft maximale melkproductie wanneer de koe tweemaal per jaar kalft.
False
Ovulatie wordt hormonaal veroorzaakt en veroorzaakt karakteristieke gedragsveranderingen die paring toestaan.
True
De oestrische cyclus is een periode tussen twee opeenvolgende ovulaties bij drachtige individuen.
False
GnRH (gonadotroop releasing hormoon) stuurt de hypofyse voorkwab bij schapen als het gaat om de ovariële cyclus.
True
Oestron, het bronst-hormoon, veroorzaakt uitwendige bronstverschijnselen bij dieren.
True
Di-oestrus is de periode waarin functionele corpora lutea worden gevormd op de eierstok waar de eisprong plaatsvond.
False
Kippen hebben geen legseizoen in natuurlijke omstandigheden.
False
Spermatogenese vindt plaats bij temperaturen hoger dan de lichaamstemperatuur bij mannelijke dieren.
False
Seizoensvariatie in spermaproductie en kwaliteit is het grootst in de lente.
False
Vrouwelijke zoogdieren zijn na hun eerste ovulatie klaar voor voortplanting.
True
Het aantal zaadcellen bij paring is veel kleiner dan het aantal nodig voor maximale bevruchtingsresultaten.
False
Runderen kalven liefst meerdere keren per jaar.
False
Koeien worden 50 dagen na het kalven weer drachtig.
True
Varkens hebben een zoogperiode van 7 weken.
False
Melkgeiten hebben een lactatieperiode van 365 dagen.
False
Runderen beginnen melk te produceren op driejarige leeftijd.
False
De melkproductie bij runderen wordt negatief beïnvloed door dracht vanaf de 5e en 6e maand.
True
Bij runderen stijgt het melkproductieniveau tot een bepaalde leeftijd.
True
Bij runderen heeft temperatuur tussen 5 en 25°C weinig effect op de melkproductie.
True
Het afnemen van voeropname en melkproductie bij runderen wordt erger bij hoge vochtigheid.
True
Diersoorten in tropen zijn minder goed aangepast aan hoge temperaturen.
False
Ruwvoeropnamecapaciteit bij herkauwers moet begin lactatie aangevuld worden met geconcentreerde krachtvoerders.
True
Temperatuur onder het thermo-neutrale gebied heeft een positief effect op melkproductie.
False
Kippen leggen hun eerste ei op een leeftijd van 150 tot 170 dagen.
True
Bij schapen treden grote variaties op in leeftijd wanneer de puberteit optreedt.
True
Bij kippen speelt de factor licht een belangrijke rol bij het bevorderen van de legrijpheid.
True
De puberteit van gelten wordt weinig beïnvloed door lichaamsgewicht.
True
Sommige ovopare vissoorten hebben broedzorg.
True
Koeien hebben hun eerste bronst op een leeftijd van 7 à 10 maanden onder Vlaamse omstandigheden.
False
Bij runderen wordt sperma geloosd in het craniale deel van vagina voor inwendige bevruchting.
True
Vrouwtjes van zoogdieren dulden mannetjes slechts in de periode rondom het tijdstip van ovulatie.
True
Bij konijnen wordt de ovulatie pas gestimuleerd als ze gedekt zijn.
True
De dracht of graviditeit bij zoogdieren is de periode waarin moederdier één of meerdere nakomelingen met zich meedraagt in de baarmoeder.
True
Bij vogels ontwikkelen en groeien ovopaar al dan niet inwendig bevruchte eicellen uit tot individuen buiten het moederlichaam in eimembraan.
True
Koeien en ooien hebben dezelfde duur van broedzorg na uitkomst uit het ei.
False
Bij levendbarende diersoorten komt het geboorteproces op gang onder invloed van de foetus, vruchtvliezen en hormonale signalen.
True
Het geboortegewicht van een dier wordt mede bepaald door de vader van de foetus.
True
Bij melkvee kan de melkproductie sterk worden beïnvloed door directe selectie op melkproductie en verbetering van het milieu en de voeding.
True
Melkproductie komt op gang rond de partus en vindt plaats in de melkklier.
True
Alle bestanddelen van melk worden in melkcellen opgebouwd, inclusief mineralen, vitaminen, melkvet, melkeiwit en lactose.
False
Melkafgifte kan pas plaatsvinden na een neuro-hormonale reflex waarbij zenuwen en hormonen betrokken zijn.
True
De melkproductie van melkkoeien kan maandelijks worden gemeten.
True
Melkschaap en melkgeit beginnen onmiddellijk na aflammeren met melken, al of niet in combinatie met zogen.
True
De eerste melk na geboorte, ook wel biestmelk genoemd, bevat een hoog eiwitgehalte en antistoffen.
True
Biestmelk heeft een laxerend en stimulerend effect op het maag-darmstelsel van pasgeboren dieren.
True
Genetische verschillen in melkproductie kunnen zowel tussen rassen als tussen dieren binnen hetzelfde ras voorkomen.
True
De melkproductie begint na de partus en bereikt haar hoogtepunt 3à 6 weken na het kalven.
True
This quiz covers the seasonal reproduction patterns in sheep, including the implications for puberty onset age, the influence of shorter days on adult ewes, and the variation in age of puberty onset due to different factors such as breed and individual development.
Make Your Own Quizzes and Flashcards
Convert your notes into interactive study material.
Get started for free