Russische Geschiedenis en Politiek

Een situatie waarin er geen duidelijke leider of machtsfiguur is.

Een tijdelijke regering die de macht overneemt totdat een nieuwe, permanente regering is gekozen.

Een lokale raad van arbeiders en soldaten, die tijdens de Russische Revolutie ontstond.

Een extreem radicale vorm van socialisme, die streeft naar een revolutie om het kapitalisme omver te werpen.

De eerste leider van de Sovjetunie na de Russische Revolutie, die communistische hervormingen invoerde.

Een periode van grote onrust en chaos in een land wanneer er een machtsvacuüm is.

Een systeem waarin de staat alle middelen van productie controleert en het economische leven reguleert.

Een periode van grote onrust en chaos in een land na een revolutie.

Boeren moesten een deel van hun oogst afstaan aan de staat, terwijl ze de rest konden verkopen op de vrije markt.

Na de revolutie begon Rusland opnieuw handel te drijven met westerse landen.

De naam van de nieuwe staat die in 1922 werd opgericht.

Lenin leidde de USSR, maar werd al snel ziek en stierf in 1924.

Lenin's extreme beleid van terreur tegen tegenstanders, inclusief executies, ballingschap en hongerdood.

De tsaar was de absolute heerser van Rusland. Hij had alle macht en was de leider van het keizerrijk. De tsaar kon wetten maken, de militairen leiden en de kerk controleren.

De Doema was een gekozen parlement dat in 1905 werd opgericht door de tsaar. Het parlement kon wetten voorstellen maar de tsaar had het laatste woord. Toch was het de eerste keer dat het Russische volk een stem had.

De Koelakken waren boeren die succesvol waren en die eigen grond bezaten. Ze waren vaak rijk en werden gezien als een bedreiging door de communisten tijdens de revolutie.

De aprilthesen waren een reeks ideeën die Lenin in 1917 presenteerde. Hij bepleitte een einde aan de Eerste Wereldoorlog, de overdracht van land aan de boeren en alle macht aan de Sovjets.

De Bolsjewieken waren een revolutionaire partij die tijdens de Russische revolutie streden voor een communistische samenleving. Na de Oktoberrevolutie grepen zij de macht in Rusland.

De dictatuur van het proletariaat is een periode waarin de arbeidersklasse de volledige macht heeft. Dit was een doel van de Bolsjewieken die de arbeidersklasse wilde bevrijden van de onderdrukking door de bourgeoisie.

De Vrede van Brest-Litowsk was een vredesverdrag tussen Rusland en Duitsland in 1918. Rusland moest veel grondgebied opgeven, maar het einde van de oorlog betekende dat Lenin zich kon focussen op het opbouwen van een nieuwe communistische staat.

De geheime politie in de Sovjet-Unie, die de bevolking nauwlettend in de gaten hield en elke vorm van oppositie of kritiek onderdrukte.

Een werkkamp in de Sovjet-Unie, waar mensen werden gestuurd voor politieke misdaden of omwille van hun afkomst. De Goelag was een gruwelijke plek met erbarmelijke omstandigheden.

Een periode van systematische terreur en vervolging van mensen die tegengesteld waren aan het communistische regime van Stalin. Miljoenen mensen werden opgepakt, gemarteld en vermoord.

Mensen die openlijk kritiek hadden op het communistische regime.

Het regime van de Sovjet-Unie was in veel opzichten totalitair. De staat controleerde alle aspecten van het leven, van de media tot de economie.

De Sovjet-Unie had een communistische ideologie, die streefde naar een gelijkwaardige maatschappij zonder klassenverschillen. In de praktijk was de macht echter geconcentreerd in de handen van de communistische partij.

De GOELAG was een dienst van de staat die mensen ergens ver wegzet in een werkkamp voor tientallen jaren.

GOELAG is ook de naam van die werkkampen.

Een reeks hervormingen die de bolsjewieken invoerden, gericht op het verbeteren van de levensomstandigheden van boeren, die een grote groep in de Russische samenleving vormden.

Een mislukt offensief van de voorlopige regering tijdens de Eerste Wereldoorlog, wat leidde tot massa-demonstraties in Sint-Petersburg.

Een staatsgreep in oktober 1917, waarbij de bolsjewieken onder leiding van Lenin de macht overnamen van de voorlopige regering.

De moord op de laatste tsaar en zijn familie door de bolsjewieken in juli 1918.

De burgeroorlog in Rusland van 1918 tot 1920 tussen het bolsjewistische Rode Leger en de tegenstand, die resulteerde in een overwinning voor de bolsjewieken.

Een beleid van de bolsjewieken waarbij ze directe controle over de economie uitvoerden en alle bedrijven en fabrieken nationaliseerden.

De nieuwe naam van Rusland na de revolutie, die een communistische staat werd.

Een totalitaire dictatuur waarin de staat absolute macht heeft, alle oppositie wordt onderdrukt en er geen individuele vrijheid bestaat.

De gedwongen verplaatsing van mensen naar werkkampen in Siberië, vaak vanwege politieke meningsverschillen of als straf voor verzet tegen het regime.

Een periode van terreur en onderdrukking in de Sovjet-Unie van 1934 tot 1940, waarbij miljoenen mensen werden geëxecuteerd, gefolterd of naar de Goelag werden gedeporteerd.

Het verheerlijken en ophemelen van een persoon, vaak een leider, door middel van propaganda en massamedia om de macht te versterken.

Een vorm van propaganda die alle aspecten van het leven doordringt om de bevolking te beïnvloeden en loyaliteit te bevorderen.

Een geheim pact tussen Stalin en Hitler in 1939, waarin ze overeenkwamen Polen te verdelen en geen oorlog tegen elkaar te voeren.

Een ideologie gebaseerd op marxistisch-leninistische principes, maar met extra nadruk op de verheerlijking van Stalin.

De slag bij Stalingrad was een keerpunt in de Tweede Wereldoorlog, waarin de Sovjet-Unie een belangrijke overwinning behaalde.

Een verdrag tussen Frankrijk, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie, gesloten in 1939, voor gezamenlijke verdediging.

Het Anti-Kominternpact, een verdrag tussen Duitsland en Japan in 1936, gericht tegen de Sovjet-Unie.

Een pact tussen Duitsland en Frankrijk in 1939, waarin ze afspraken geen oorlog tegen elkaar te voeren.

De opkomst van het nazisme in Duitsland, dat een gevaar vormde voor de Sovjet-Unie.

Stalin's beleid om contact te zoeken met het Westen en zich aan te sluiten bij de Volkenbond.