Psychologie samenvatting sociaal werk
48 Questions
1 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een gevolg van het gebruik van thalidomide tijdens de zwangerschap?

  • Vertraagde spraakontwikkeling
  • Mentale retardatie
  • Geen gevolgen
  • Fysieke beperkingen zoals het ontbreken van ledematen (correct)
  • De gevoeligheid voor teratogenen is het hoogst tijdens het tweede trimester van de zwangerschap.

    False (B)

    Noem één kenmerk van het foetaal alcohol syndroom (FAS).

    Dunne bovenlip, kleine oogopening, wipneusje, of andere beschreven kenmerken.

    De APGAR-score beoordeelt de ________ van een pasgeborene.

    <p>gezondheid</p> Signup and view all the answers

    Koppel de methodieken van onderzoek naar zintuigen aan hun beschrijving:

    <p>Preferential looking = Oogbewegingsonderzoek waarbij gekeken wordt naar kijktijd Gewenning = Reageren op een nieuwe prikkel na herhaalde blootstelling APGAR-score = Beoordeling van vitale functies bij een pasgeborene Social referencing = Controleren of een omgeving veilig is</p> Signup and view all the answers

    Wat meet de APGAR-score niet?

    <p>Intellectuele ontwikkeling (A)</p> Signup and view all the answers

    Plasticiteit verwijst naar het vermogen van de hersenen om nieuwe verbindingen aan te maken.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het doel van de 'still face' experiment?

    <p>Te onderzoeken hoe een baby reageert op het wegvallen van interactie.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mogelijke behandeling voor een fobie?

    <p>Blootstelling (exposure) (B)</p> Signup and view all the answers

    Een depressie komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Noem een biologische oorzaak van angst.

    <p>Amygdala</p> Signup and view all the answers

    Een __________ is een intense, irrationele angst voor een specifieke situatie of object.

    <p>fobie</p> Signup and view all the answers

    Koppeling van stemmingsstoornissen aan hun types:

    <p>Unipolaire depressie = Grootste deel van de dag somber voelen Bipolaire depressie = Afwisselende periodes van hoge en lage stemming</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mitigatietekening van angst?

    <p>Het vermindert risico's en impulsief gedrag. (D)</p> Signup and view all the answers

    De helft van de mensen met een angststoornis ervaart ook een depressie.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan helpen om de amygdala minder sensitief te maken?

    <p>Cognitieve gedragstherapie</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkste doel van vergelijkend onderzoek?

    <p>De relatie tussen variabelen onderzoeken (D)</p> Signup and view all the answers

    Verklarend onderzoek maakt gebruik van interviews om dieper op een onderwerp in te gaan.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wie ontwikkelde de eerste gesprekstechniek in de psychologie?

    <p>Sigmund Freud</p> Signup and view all the answers

    ____ is een methode om het effect van interventies te testen.

    <p>Evalueren</p> Signup and view all the answers

    Koppel de psychologische stromingen aan hun kenmerken:

    <p>Psychoanalyse = Belang van het onbewuste Behaviorisme = Gedrag en omgeving Cognitivisme = Mentale processen Humanisme = Zelfactualisatie</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt onder 'Shellshock' verstaan?

    <p>Trauma's door de geest (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste functie van ons onbewuste volgens Freud?

    <p>Het verwerken van vitale functies (B)</p> Signup and view all the answers

    Evidence Based practice houdt in dat bewezen interventies altijd effectief blijven in de praktijk.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van de benadering van Freud in de psychologie?

    <p>Het onbewuste</p> Signup and view all the answers

    De meerderheid van onze informatieverwerking gebeurt bewust.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Noem twee functies die door onze motoriek worden uitgevoerd.

    <p>fietsen, zwemmen</p> Signup and view all the answers

    De methode die het terughalen van impliciete herinneringen stimuleert, wordt __________ genoemd.

    <p>priming</p> Signup and view all the answers

    Welk zintuig is verantwoordelijk voor het verwerken van optische illusies?

    <p>Zicht (A)</p> Signup and view all the answers

    Koppel de zintuigen aan hun functie:

    <p>Zicht = Verwerking van beelden Gehoor = Waarnemen van geluid Smaak = Proeven van smaken Tast = Voelen van texturen</p> Signup and view all the answers

    Het Doppler effect is een voorbeeld van een visuele illusie.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mondegreen?

    <p>Het omzetten van gesproken tekst naar iets betekenisvols.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van het pre-operationele stadium?

    <p>Centratie (C)</p> Signup and view all the answers

    In het concreet-operationeel stadium kunnen kinderen metaforen begrijpen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat ontwikkelt zich in het formeel-operationeel stadium?

    <p>Complex, abstract denken</p> Signup and view all the answers

    Binet ontwikkelde een meetinstrument met het doel om kinderen met __________ intelligentie aangepast onderwijs te bieden.

    <p>lagere</p> Signup and view all the answers

    Koppel de ontwikkelingsstadia aan hun kenmerken:

    <p>Pre-operationeel = Magisch denken Concreet-operationeel = Decentratie Formeel-operationeel = Abstract denken Vygotsky = Zone van naaste ontwikkeling</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het Flynn-effect?

    <p>Een stijging van het gemiddelde IQ over generaties (B)</p> Signup and view all the answers

    Piaget legde meer nadruk op de rol van de omgeving dan Vygotsky.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Noem twee kenmerken van verstandelijke beperking.

    <p>IQ van 70 of lager, beperkingen in adaptief functioneren</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevoelig periode in de ontwikkeling?

    <p>Een specifieke tijdsperiode waarin bepaalde leerervaringen cruciaal zijn voor ontwikkeling. (B)</p> Signup and view all the answers

    In collectivistische culturen ligt de nadruk op individuele positieve karaktereigenschappen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is cognitieve dissonantie?

    <p>Het psychologische ongemak dat ontstaat wanneer iemand tegenstrijdige overtuigingen of gedachten heeft.</p> Signup and view all the answers

    Een jongen van 6 jaar die 's nachts nog in bed plast kan een voorbeeld zijn van __________ gedrag.

    <p>leeftijdsadequaat</p> Signup and view all the answers

    Koppel de onderstaande termen aan hun beschrijving:

    <p>Cognitieve vertekening = Vervormen van informatie om eigen zelfbeeld te beschermen. Ontwikkelingspsychologie = Studie naar veranderingen in de tijd bij mensen. Collectivistische cultuur = Nadruk op groepslidmaatschap en samenwerking. Gevoelige periode = Specifieke periode met belangrijke leerervaringen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van cognitieve vertekening?

    <p>Vergelijken met anderen om jezelf beter te voelen. (D)</p> Signup and view all the answers

    Zelfoverschatting komt voor in zowel westerse als collectivistische culturen.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Waarom vragen ouders zich vaak af of hun kind achterstand heeft?

    <p>Ouders willen weten of het gedrag van hun kind leeftijdsadequaat is.</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Correlationeel onderzoek

    Een onderzoeksmethode die de relatie tussen twee of meer variabelen onderzoekt zonder ze te manipuleren of te controleren.

    Experiment

    Een onderzoeksmethode die de oorzaak en gevolg relatie tussen twee of meer variabelen probeert te bepalen door één variabele te manipuleren en het effect op de andere variabele te meten.

    Verklarend onderzoek (Casusonderzoek)

    Een onderzoeksmethode die diepgaand inzicht probeert te krijgen in de oorzaak, het verloop en de context van een specifiek geval. Meestal met behulp van interviews.

    Psychoanalyse

    Het idee dat psychische processen (gedachten, gevoelens, gedrag) voortkomen uit onbewuste motivaties, verlangens, en conflicten.

    Signup and view all the flashcards

    Psyche

    Een term die naar de innerlijke wereld van een individu verwijst, inclusief gedachten, gevoelens , dromen en onbewuste processen.

    Signup and view all the flashcards

    Psychoanalytische methoden

    Een set van technieken en methoden om inzicht te krijgen in de psyche van een individu, inclusief gesprekstherapie, droomduiding, en analyse van afweermechanismen.

    Signup and view all the flashcards

    Afweermechanismen

    Een reeks van onbewuste mentale strategieën die mensen gebruiken om emoties te reguleren, te beschermen tegen angst, en hun zelfbeeld te behouden.

    Signup and view all the flashcards

    Shellshock (Hysterie)

    Een psychische aandoening die werd geconstateerd bij soldaten die terugkeerden van de Eerste Wereldoorlog. Symptomen includeerden stuiptrekkingen, angst en verlamming. Later werd duidelijk dat deze symptomen al aanwezig waren voor de oorlog en dat stress deze kon triggeren.

    Signup and view all the flashcards

    Cognitieve dissonantie

    Een cognitieve vertekening die helpt om een positief zelfbeeld te behouden, zelfs wanneer er tegenstrijdige informatie is.

    Signup and view all the flashcards

    Gevoelige periode

    Een specifieke periode in de ontwikkeling waarin een bepaald leerproces het meeste effect heeft.

    Signup and view all the flashcards

    Kritieke periode

    Een periode waarin een bepaalde vaardigheid of kennis het beste aangeleerd kan worden.

    Signup and view all the flashcards

    Persoonlijkheidsbeschrijving

    Het beschrijven van iemand aan de hand van zijn/haar persoonlijkheidstrekken, zoals sociaal, vriendelijk of intelligent.

    Signup and view all the flashcards

    Rollenbeschrijving

    Het beschrijven van iemand aan de hand van zijn/haar rollen en lidmaatschap in de samenleving, zoals een dokter, een ouder of een student.

    Signup and view all the flashcards

    Individuele succesattributie

    Het succes toeschrijven aan eigen inzet en talenten.

    Signup and view all the flashcards

    Collectivistische succesattributie

    Het succes toeschrijven aan de hulp van anderen en de omgeving.

    Signup and view all the flashcards

    Magisch denken

    Kinderen denken dat ze invloed hebben op gebeurtenissen waar ze geen controle over hebben.

    Signup and view all the flashcards

    Centratie

    Kinderen focussen zich op één enkel kenmerk, terwijl ze andere aspecten negeren.

    Signup and view all the flashcards

    Individuele aanval

    Het beschuldigen van iemands persoonlijke kwaliteiten, zoals luiheid of onkunde.

    Signup and view all the flashcards

    Egocentrisme

    Kinderen denken dat iedereen dezelfde dingen ziet en ervaart als zij.

    Signup and view all the flashcards

    Collectivistische aanval

    Het beschuldigen van een groep of rol die iemand vervult, zoals 'slechte werkers' of 'verwende kinderen'.

    Signup and view all the flashcards

    Conservatie

    Kinderen begrijpen niet dat de vorm van een object kan veranderen zonder dat de hoeveelheid verandert.

    Signup and view all the flashcards

    Decentratie

    Kinderen leren om rekening te houden met meerdere aspecten van een probleem en ze met elkaar te verbinden.

    Signup and view all the flashcards

    Classificeren en ordenen

    Kinderen kunnen objecten in categorieën ordenen en overstappen naar een andere classificatie.

    Signup and view all the flashcards

    Formeel-operationeel stadium

    Kinderen beginnen met abstract denken en begrijpen metaforen, spreekwoorden en beeldspraak.

    Signup and view all the flashcards

    Zone van naaste ontwikkeling

    De zone waar een kind met hulp van een meer ervaren persoon nieuwe vaardigheden kan leren.

    Signup and view all the flashcards

    Het Onbewuste

    De onbewuste geest is een deel van onze geest dat we niet direct bewust kunnen waarnemen, maar dat toch onze gedachten, gevoelens en gedragingen beïnvloedt. Dit concept is sterk gerelateerd aan Sigmund Freud's theorieën.

    Signup and view all the flashcards

    Het Voorbeeld van Onbewuste Informatieverwerking

    De meeste informatieverwerking gebeurt in onze hersenen zonder dat we er bewust van zijn. Dit omvat vitale functies, motorische vaardigheden en zelfs bepaalde aspecten van lezen.

    Signup and view all the flashcards

    Priming

    Priming beïnvloedt subtiel onze reacties door ons voor te bereiden op bepaalde woorden of concepten.

    Signup and view all the flashcards

    Lexicale Beslistaak

    De lexicale decisietaak is een test die meet hoe snel iemand woorden kan herkennen. Het wordt gebruikt om impliciete geheugenprocessen te bestuderen.

    Signup and view all the flashcards

    Zintuigen

    Zintuigen zijn onze toegangspoort tot de buitenwereld. Ze verzamelen informatie die onze hersenen verwerken om de wereld te begrijpen en in die wereld te kunnen overleven.

    Signup and view all the flashcards

    Zicht

    Zicht is een erg belangrijk zintuig, dat bijna 30% van onze hersenen gebruikt. Ondanks de complexiteit van het zicht zijn er beperkingen die kunnen leiden tot optische illusies

    Signup and view all the flashcards

    Gehoor

    Oren werken samen om afstand te bepalen, en leiden tot auditieve illusies zoals het Doppler-effect.

    Signup and view all the flashcards

    Mondegreen

    Mondegreen is een verschijnsel waarbij ons brein woorden verkeerd verstaat en er een eigen betekenis aan geeft, zoals 'mama appelsap' in plaats van 'mama, appelsap'.

    Signup and view all the flashcards

    Gevoeligheid voor teratogenen

    De gevoeligheid voor teratogenen is het grootst tijdens het eerste trimester van de zwangerschap, de eerste 12 weken. Dit komt doordat verschillende lichaamsdelen zich in deze periode snel ontwikkelen en daardoor extra gevoelig zijn voor schadelijke stoffen.

    Signup and view all the flashcards

    Foetale alcohol syndroom (FAS)

    Foetale alcohol syndroom (FAS) is een aandoening veroorzaakt door blootstelling aan alcohol tijdens de zwangerschap. Kinderen met FAS vertonen vaak mentale retardatie, motorische coördinatieproblemen, overactiviteit en vertraagde groei. Ze hebben ook vaak kenmerkende uiterlijke kenmerken, zoals:

    Signup and view all the flashcards

    Softenon (thalidomide)

    Softenon (thalidomide) is een medicijn dat in de jaren 50 en 60 werd gebruikt om ochtendmisselijkheid bij zwangere vrouwen te bestrijden. Dit middel heeft ernstige geboorteafwijkingen veroorzaakt bij duizenden kinderen.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is de APGAR-score?

    APGAR-score: Een test die wordt uitgevoerd kort na de geboorte van een baby om de gezondheid van het kind te beoordelen. De score wordt bepaald door de volgende factoren:

    Signup and view all the flashcards

    Preferential looking

    Preferential looking (oogbewegingsonderzoek): Een techniek waarbij baby's naar verschillende voorwerpen worden gekeken om te bepalen of ze een onderscheid kunnen maken. Als een baby langer naar één voorwerp kijkt dan naar een ander, wordt verondersteld dat het kind een onderscheid kan maken.

    Signup and view all the flashcards

    Gewenning

    Gewenning: Een techniek waarmee baby's aan een bepaalde prikkel worden blootgesteld totdat ze er niet meer op reageren (gewenning). Wanneer een andere prikkel wordt gepresenteerd, kan men observeren of het kind reageert. Als het kind niet reageert, wordt verondersteld dat het het verschil tussen de twee prikkels niet opmerkt.

    Signup and view all the flashcards

    Plasticiteit van de hersenen

    Plasticiteit van de hersenen: Onze hersenen blijven na de geboorte nieuwe verbindingen tussen neuronen aanmaken. Andere verbindingen verdwijnen omdat ze niet gestimuleerd worden.

    Signup and view all the flashcards

    Social referencing

    Social referencing: Een kind kijkt naar de reactie van de volwassene om te beoordelen of een nieuwe situatie veilig is. Als de volwassene positief reageert, zal het kind de situatie eerder benaderen. Als de volwassene negatief reageert, zal het kind de situatie eerder mijden.

    Signup and view all the flashcards

    Angst

    Een evolutionaire aanpassing die ons helpt overleven. Het kan ons waarschuwen voor gevaar en ons behoeden voor impulsief gedrag.

    Signup and view all the flashcards

    De amygdala

    Een hersengebied dat een sleutelrol speelt in het verwerken van emotionele informatie, waaronder angst, waardoor we snel reageren op bedreigingen.

    Signup and view all the flashcards

    Fobie

    Een intensieve, irrationele angst voor een specifiek object of een specifieke situatie.

    Signup and view all the flashcards

    Blootstelling (exposure)

    Een behandelmethode voor fobieën die geleidelijke blootstelling aan de gevreesde stimulus inhoudt om de angst te verminderen.

    Signup and view all the flashcards

    Gematigde angststoornis (GAS)

    Een stoornis die gekenmerkt wordt door voortdurende angst en bezorgdheid over verschillende aspecten van het leven.

    Signup and view all the flashcards

    Depressie

    Een stemmingsstoornis die gekenmerkt wordt door een aanhoudende somberheid, negatieve gedachten, gebrek aan interesse en energie.

    Signup and view all the flashcards

    Verlieservaring en depressie

    Het effect van een verlieservaring, zoals een relatiebreuk of het overlijden van een dierbare, op de ontwikkeling van een depressie.

    Signup and view all the flashcards

    Bipolaire stoornis

    Een stemmingsstoornis die gekenmerkt wordt door extreme schommelingen in stemming, van optimistisch en energiek tot depressief en lusteloos.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Psychologie samenvatting sociaal werk

    • Psychologie is de wetenschap van het gedrag en mentale processen van het individu.
    • Pseudowetenschappen zijn benaderingen die de wetenschappelijke methode niet gebruiken.
    • Descartes geloofde dat mensen aangeboren eigenschappen hebben die bij dieren ontbreken.
    • Locke geloofde dat mensen geboren worden als een blanco blad (Tabula Rasa) en leren via ervaringen.
    • Nature-nurture debat: nature (aangeboren) vs. nurture (aangeleerd gedrag).
    • Kant geloofde dat psychologie geen wetenschap was.
    • Helmholtz en Fechner toonden aan dat zintuigen wel te onderzoeken zijn.
    • Wundt (1879): begon met wetenschappelijk onderzoek in psychologie.
    • Wundt is vooral bekend om zijn onderzoek naar reactievermogen.
    • James (1890): publiceerde "Principles of Psychology".
    • Psychologie richt zich op het beschrijven, verklaren en voorspellen van gedrag, gedachten en emoties.
    • Klinische psychologie richt zich op stoornissen.
    • Freud: grondlegger van de psychoanalyse.
    • Freud benadrukte het belang van het onbewuste en de invloed van vroegkinderlijke ervaringen.
    • Freud beschreef drie psychische structuren (Id, Ego, Superego).
    • Freud ontwikkelde praattherapie.
    • Freud ontwikkelde afweermechanismen zoals verdringing, rationalisatie, verplaatsing, sublimatie, reactieformatie en projectie.
    • Psychoanalyse focuste op de invloed van vroege ervaringen en onbewuste processen.
    • Behaviorisme (Watson en Skinner): focuste op observeerbare gedragingen en leerprocessen.
    • Behaviorisme zag de geest als een "black box."
    • Behaviorisme onderzocht leerprocessen zoals klassieke conditionering en operante conditionering.
    • Humanistische psychologie (Maslow en Rogers): benadrukte de subjectieve ervaring en menselijke groei.
    • Humanistische psychologie benadrukte self-actualization(zelfontplooiing).
    • Humanistische psychologie: Focus op behoeftes (piramide Maslow).
    • Cognitieve psychologie: Focus op gedachten en informatieverwerking.
    • Biologische psychologie: Focus op de biologische processen in het lichaam (brein, hormonen, neuronen).

    Onderzoek en de Empirische cyclus

    • Waarneming: Het observeren of verzamelen van data.
    • Theorievorming: Het ontwikkelen of verfijnen van hypotheses.
    • Hypothese: Voorspelling of bewering die empirisch getoetst kan worden.
    • Toetsing: Het uitvoeren van onderzoek om te zien of de hypothese klopt.
    • Soorten onderzoek: beschrijvend, vergelijkend en verklarend.

    Wetenschappelijke methode

    • Correlationeel onderzoek: Onderzoeken van correlaties tussen variabelen.
    • Experimenteel onderzoek: Manipuleren van onafhankelijke variabelen en meten van de effecten op afhankelijke variabelen.
    • Casusonderzoek: gedetailleerd onderzoek van een enkel individu of groep.

    Informatieverwerking, waarneming en geheugen

    • Sensatie -> Perceptie: Ontvangst en interpretatie van informatie.
    • Sensorisch geheugen: Kortstondig geheugen voor zintuigelijke informatie.
    • Werkgeheugen: Kortstondig opslag van informatie.
    • Langetermijngeheugen: Langdurige opslag van informatie.
    • Vergeetcurve (Ebbinghaus): patroon van hoe snel informatie verloren gaat.
    • Emoties spelen een rol in informatieverwerking en geheugen.

    Het brein en behoeftes en emoties

    • Ontwikkeling van het brein: reptielenbrein, zoogdierenbrein en primatenbrein.
    • Biologische behoeftes.
    • Emoties: cognitieve beoordeling.
    • Circadian ritme.
    • Melatonine.
    • Seks.

    Trede 1: Lichamelijke behoeftes

    • Voeding.
    • Slaap.

    Trede 2: Veiligheid en bestaanszekerheid

    • Veiligheid.

    Trede 3: Sociaal contact

    • Sociaal contact.

    Trede 4: Waardering en erkenning

    • Waardering en erkenning.

    Trede 5: Zelfontplooiing

    • Zelfontplooiing.

    Culturele verschillen

    • Collectivistische cultuur.
    • Individualistische cultuur.

    Stressgerelateerde klachten

    • Stress.
    • Burn-out.
    • Gevolgen van stress.

    Angst en angststoornissen

    • Angst.
    • Angststoornissen.

    Van emoties naar stemming: Depressie

    • Depressie.

    Hoofdstuk 6: Persoonlijkheid

    • Persoonlijkheid: is stabiel.
    • Primacy effect.
    • Heuristieken.

    Hoofdstuk 8: Ontwikkeling

    • Ontwikkeling.
    • Nature-nurture discussie.
    • Prenatale ontwikkeling.
    • Ontwikkelingspsychologie.
    • Verstandelijke beperking.
    • Sensorisch geheugen.
    • Werkgeheugen.
    • Langetermijngeheugen.
    • Primaire emoties.
    • Cultureel bepaald.
    • Intelligentie.

    Hoofdstuk 9: Stoornissen en behandelingen

    • Prevalentie stoornissen (hoe vaak komen ze voor).
    • Norm en last criterium.
    • Stressgerelateerde klachten.
    • Burn-out.
    • Angststoornissen.
    • Depressie.

    Copingmechanismen

    • Copingstrategieën.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Deze quiz biedt een overzicht van belangrijke concepten en theoretici in de psychologie, zoals het nature-nurture debat en de bijdragen van pioniers als Wundt en Freud. Ideaal voor studenten sociaal werk die hun kennis willen toetsen. Test je begrip van de basisprincipes van deze fascinerende wetenschap.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser