Psychologie Rouwverwerking en Beloning
51 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke fase van rouwverwerking omvat het verlangen naar verbetering voor een bepaalde beloning?

  • Aanvaarding
  • Verdriet en depressie
  • Woede
  • Onderhandeling (correct)
  • Wat is een kenmerk van de prefrontale cortex?

  • Spontane reactievorming
  • Emotionele regulatie
  • Planmatig denken (correct)
  • Basisinstincten beheersen
  • Welke fase laat zien dat iemand zich overgeeft aan de situatie?

  • Ontkenning
  • Woede
  • Aanvaarding
  • Verdriet en depressie (correct)
  • Wat kan het gevolg zijn van onvoldoende activiteit in de hersenen?

    <p>Overmatig denken</p> Signup and view all the answers

    Tot welke leeftijd ontwikkelt de prefrontale cortex zich aanzienlijk?

    <p>25 jaar</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van mentale spanningen?

    <p>Psychosomatische symptomen</p> Signup and view all the answers

    Welke functie heeft de orbitofrontale cortex binnen het mesolimbisch systeem?

    <p>Reguleert emoties</p> Signup and view all the answers

    Wat is een aspect van sociale/emotionele intelligentie?

    <p>Signalen van anderen opvangen en interpreteren</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste functie van het ventrale tegmentale gebied (VTA)?

    <p>Het produceren van dopamine.</p> Signup and view all the answers

    Welke structuur is voornamelijk betrokken bij gevoelens van genot en beloning?

    <p>Nucleus accumbens</p> Signup and view all the answers

    Hoe beïnvloeden verslavende stoffen het beloningssysteem?

    <p>Ze zorgen voor een vermindering van receptoren.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het proces van apperceptie het beste?

    <p>Het vergelijken van nieuwe en oude informatie.</p> Signup and view all the answers

    Welke factor is geen onderdeel van de verhoogde risico's op verslavingsgedrag?

    <p>Opleidingsniveau</p> Signup and view all the answers

    Welke hersenstructuur is vooral verantwoordelijk voor het opslaan van herinneringen die verband houden met beloning?

    <p>Hippocampus</p> Signup and view all the answers

    Welk van de volgende gedragsdomeinen heeft betrekking op de sociale interactie?

    <p>Sociaal domein</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van het meosolimbische systeem?

    <p>Het omvat meerdere hersengebieden.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk doel van interventies gericht op leren uit fouten?

    <p>Het ontwikkelen van zelfreflectie</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen past het best bij hoogsensitiviteit?

    <p>Bovengemiddeld gevoelig zijn voor prikkels</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt internaliseren in?

    <p>Op zichzelf richten en gebeurtenissen verwerken</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van zelfbeheersing?

    <p>Het in toom houden van gevoelens</p> Signup and view all the answers

    Wat is het stress response system?

    <p>Snel reageren op gevaar door vechten of vluchten</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de vicieuze cirkel van burn-out het beste?

    <p>Een negatieve spiraal van mentale en lichamelijke disfuncties</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van realistische uitdagingen?

    <p>Ze moeten uitdagend en haalbaar zijn</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van externaliseren?

    <p>Het delen van emoties met vrienden</p> Signup and view all the answers

    Welke functie heeft het dopamine-systeem bij verslaving?

    <p>Reguleert de motivatie en beloning</p> Signup and view all the answers

    Wat is een effect van selectieve serotonineheropnameremmers bij depressie?

    <p>Stabielere en positievere stemming</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de cognitieve theorie in relatie tot emotionele prikkels?

    <p>Alle prikkels worden mentaal-cognitief geïnterpreteerd</p> Signup and view all the answers

    Welke parameter is géén onderdeel van het beoordelen van de normaliteit van emoties?

    <p>Duurzaamheid</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende emoties is géén van de zes universele basisemoties volgens Paul Ekman?

    <p>Jaloezie</p> Signup and view all the answers

    Welke uiting gaat samen met veranderingen in pupilwijdte?

    <p>Angst</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van rouwverwerking?

    <p>Het kan optreden bij verschillende soorten verliezen</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de pupil in fel licht?

    <p>De pupil vernauwt om de hoeveelheid licht die het netvlies bereikt te verminderen.</p> Signup and view all the answers

    Welk aspect beïnvloedt niet de uiting van emotie via gezichtsmimiek?

    <p>Temperatuur van de omgeving</p> Signup and view all the answers

    Hoe reageert de pupil in een donkere omgeving?

    <p>De pupil verwijdt om meer licht binnen te laten.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende factoren kan de pupilreacties beïnvloeden?

    <p>Emoties en medicatie.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het verschil tussen stemming en affect volgens de gegeven informatie?

    <p>Stemming is langdurig basisgevoel en affect is momentane gevoelens.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met 'angstneurose'?

    <p>Onrealistisch grote of onbegrijpelijke angst.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een stoornis in het gevoelsleven die kan leiden tot stemmingsstoornissen?

    <p>Een stoornis waarbij de stemming op een ziekelijke manier onderdrukt of verhoogd is.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de betekenis van 'pupilvernauwing'?

    <p>De pupil vernauwt om de hoeveelheid licht te verminderen die het netvlies bereikt.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de term 'pupilverwijding'?

    <p>De pupil verwijdt om meer licht binnen te laten.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de gevolgen van veranderingen in pupilreacties door emoties?

    <p>Veranderende grootte van de pupil zonder externe factoren.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de gevolgen van verhoogde stress en gebrek aan waardering op de lange termijn?

    <p>Depressie en psychosomatische stoornissen</p> Signup and view all the answers

    Welke neurotransmitters spelen een centrale rol in het hersenbeloningssysteem?

    <p>Dopamine en endorfines</p> Signup and view all the answers

    Welke factor is geen onderdeel van de erfelijkheidsindex die verslavingsgedrag beïnvloedt?

    <p>Voeding en dieet</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van de striatum in het brein?

    <p>Verkenning en zoeken naar prikkeling</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van het negatieve denkvermogen?

    <p>Voortdurend vergelijken met anderen</p> Signup and view all the answers

    Hoe kan aangeleerde hulpeloosheid zich uiten?

    <p>Frustratie, passiviteit en psychische stoornissen</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van zwart-wit denken?

    <p>Extreme reacties en emoties</p> Signup and view all the answers

    Welk aspect speelt geen rol bij de ontwikkeling van verslavingsgedrag?

    <p>Sociale isolatie</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt de erfelijkheidsindex in?

    <p>De verhouding van erfelijkheid in bepaald gedrag</p> Signup and view all the answers

    Wat is niet een gevolg van controleverlies?

    <p>Verbeterd probleemoplossend vermogen</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Menselijk gedrag - Samenvatting

    • Menselijk gedrag is een samenvatting, bedoeld om andere documenten te bekijken, niet om op zichzelf te bestuderen.

    Gedrag in gezondheid en welzijn - Thema 1

    • Gedrag omvat uiterlijk en innerlijk gedrag, bewust en onbewust.
    • Gedrag kan doelbewust of automatisch zijn in reactie op een prikkel en beïnvloedt de gezondheid.
    • Gedrag beïnvloeden vergt observatie en passende werkwijzen, met aandacht voor eigen gedrag.

    Frontaalsyndroom

    • Frontaalsyndroom is een vorm van hersenletsel, vaak veroorzaakt door een harde klap op de frontale kwabben.
    • Beschadigingen aan de frontale kwabben resulteren in gedragsveranderingen en veranderingen in karakter.

    Hippocampus

    • De hippocampus is betrokken bij geheugenprocessen, vooral episodische (ervaringen) en semantische (betekenis, symbolen).

    Amygdala

    • De amygdala is betrokken bij emoties en behoeften.

    Hysterie/conversie

    • Hysterie/conversie is een psychische stoornis waarbij onderdrukte emoties of trauma's, vaak seksueel van aard, onbewust uiting vinden via lichamelijke symptomen.

    Angststoornissen

    • Dwangneurose (OCD) omvat obsessies en dwanggedachten.
    • Een voorbeeld van een dwang is handen vaak wassen, om te voorkomen dat je ziek wordt.

    Cortex van de hersenen

    • Buitenste laag van de hersenen.
    • Functioneert bij zintuigelijke waarneming, motoriek, geheugen en probleemoplossend vermogen.

    Corticale hersenzones

    • Frontale kwab: plannen, beslissen, problemen oplossen, vrijwillige motoriek, persoonlijkheid en emoties.
    • Pariëtale kwab: zintuigelijke waarneming.
    • Temporale kwab: gehoor, taalbegrip en geheugen.
    • Occipitale kwab: visuele verwerking.

    Limbische systeem

    • Het limbisch systeem is een groep structuren diep in de hersenen die betrokken zijn bij emoties, motivatie, genot en geheugen.
    • Het speelt een centrale rol in emotioneel gedrag en het verwerken van herinneringen.
    • Onderdelen: Amygdala (emoties, vooral angst en agressie), Hippocampus (lange termijnherinneringen), Hypothalamus (basisbehoeften), Cingulate Gyrus (emotionele verwerking en gedrag) en Fornix (verbindingen binnen het limbisch systeem).

    Mesolimbische systeem

    • Het mesolimbische systeem is betrokken bij het beloningssysteem en emoties en speelt een belangrijke rol in motivatie, genot, beloning en verslavingen.
    • Bevat belangrijke structuren: Ventral tegmentale gebied (VTA) produceert dopamine, Nucleus accumbens (bevat ontvangt dopamine van de VTA en betrokken bij gevoelens van genot en beloning), en Amygdala (verwerkt emoties).

    Hersenbeloningssysteem

    • Het hersenbeloningssysteem is een complex systeem dat bestaat uit meerdere hersengebieden en receptoren.
    • Verslavende stoffen kunnen dit systeem overspoelen, waardoor meer stoffen nodig zijn voor hetzelfde effect.

    Gedragsdomeinen

    • Soort functioneren: verband met lichaamsdelen (zintuigen, ledematen, bewegingsapparaat).
    • Cognitief en intellectueel functioneren: leren en herinneren (geheugen).
    • Emotioneel functioneren.
    • Motivatie: drijfveren en verlangens die gedrag sturen.
    • Sociaal functioneren: Sociale relaties met anderen, inclusief hoe we ons gedragen in groepen.
    • Persoonlijkheid: karakteristiek gedrag, gevoelens en overtuigingen.

    Saillantie en gedrag

    • Saillantie: mate waarin een prikkel overeind valt.
    • Overt gedrag: observeerbaar gedrag
    • Covert gedrag: niet observeerbaar gedrag.

    Observatie en interpretatie

    • Observatie: Objectief waarnemen en beschrijven van gedrag.
    • Interpretatie: Toekennen van betekenis en oorzaken, betrokken bij eigen voorkeuren en ervaringen.
    • Oriëntatiereactie: fight-or-flight systeem.

    Habituatie en desensibilisatie

    • Habituatie or gewenning: gedrag reageert minder sterk op herhalingen.
    • Desensitisatie: geleidelijke blootstelling aan stressvolle prikkels, gebruikt in therapieën om negatieve reacties te verminderen.

    Stress en distress

    • Stress: Lichamelijke en psychische reactie op uitdagingen.
    • Distress: Negatieve stress, ernstige stress die negatief effect heeft.

    Biofeedback

    • Techniek waarbij men bewust kan worden van lichaamsfuncties zoals hartslag en bloeddruk om deze te reguleren.

    Evolutionaire psychologie

    • Studie van menselijk gedrag en cognitieve processen gebaseerd op evolutie - overlevingsstrategieën en voortplanting.

    Sensoren en perceptie

    • Streelneuronen: verwerken van tastprikkels, fysieke aanraking.
    • Feromonen: stoffen (zoals bijv. geur) die invloed hebben op gedrag en interacties.
    • Synesthesie: speciale hersenactiviteit dat zintuigen in een ongewone manier verbindt
    • Druk, trilling, temperatuur

    Waardering

    • Positief, negatief gedrag, sociale interacties.
    • Communicatie niveau.

    Behaviorisme

    • Psychologische stroming die zich richt op het bestuderen van waarneembaar gedrag.
    • Aangeleerd door interacties met de omgeving, waarbij belonen en straffen belangrijk zijn.

    Klassieke conditionering

    • leren door associatie

    • voorbeelden, Pavlov's hond ###Operante conditionering

    • leren door gevolgen

    • voorbeelden

    Psychoanalyse

    • Freud: onderzoek en exploratie van het onbewuste, technieken zoals droomanalyse, vrije associatie.
    • Onderwerp is hoe onbewuste gedrag beïnvloedt.

    Psychodynamische modellen

    • Innerlijke drijfveren en vroegere ervaringen
    • Freud: Id, ego, superego
    • Beïnvloeding van persoonlijkheid in verschillende stadia. (orale, anale, fallische fase, latentie, genitale)

    Driften

    • Eros (levensdrift): gericht op genot, seksuele verlangens, voortplanting en zelfdestructie.
    • Thanatos (doodsdrift): gericht op vernietiging, pijn, controle.

    Gedragsmodellen

    • Gebaseerd op principes van psychologie, sociologie en andere disciplines.
    • Helpen bij het begrijpen van complexiteit van menselijk gedrag.

    Waarnemingspsychologie

    • Hoe mensen signalen interpreteren, aandacht, ervaring, context.

    Aandachtregulatie

    • Regelen hoe waarnemingen worden ervaren en verwerkt.
    • Proces van opmerken, focussen, concentreren of juist afzwakken.

    Arousal en waakzaamheid

    • Basisvoorwaarde voor aandacht.
    • Subliminale prikkeling: prikkels onder waarnemingsdrempel; kunnen nog steeds invloed hebben

    Hersensystemen

    • Net voor de REM-fase: volledig ontspannen, behalve oogspieren.
    • REM-slaap (Rapid Eye Movement): dromen, snelle bewegingen van de ogen.
    • Somnambulisme (slaapwandelen): slaapstoornis, rondlopen tijdens de diepe slaap.
    • Deep brain stimulation: behandelingsmethode voor ernstige psychiatrische problemen door bepaalde hersenzones te stimuleren

    Dual-task interferentie

    • Prestaties nemen af wanneer men twee taken tegelijkertijd uitvoert.

    Posttraumatische stressstoornis

    • Angststoornis na een traumatische gebeurtenis
    • Kennmerken: flashbacks, nachtmerries, prikkelbaarheid.

    Automatische gedrag

    • Ongeïnteresseerd gedrag: de houding, reactie, die niet geassocieerd is met de stimulus

    Reactietijd

    • De tijd tussen een prikkel en de reactie
    • Factoren die dit beïnvloeden: type prikkel, complexiteit, aandacht, context.

    Coma

    • Diep bewustzijnsverlies
    • Veroorzaakt door letsel, ziekte of stoornis
    • Meestal niet reagerend op stimuli

    Pupilreactie

    • Automatisch aanpassen aan hoeveelheid licht.
    • Miosis: vernauwen van de pupil
    • Mydriasis: verwijden van de pupil

    Suggestie, hypnose, autosuggestie

    • Introductie en betekenis van suggesties voor gedachten/gedrag.
    • Hypnose: toestand van diepe ontspanning.
    • Autosuggestie: Bewuste suggestie(s) die gebruikt worden om positieve gedachten/gevoelens aan te moedigen.

    Self-fulfilling prophecy en Rosenthal-effect

    • Self-fulfilling prophecy: verwachtingen beïnvloeden gedrag zodanig dat de verwachting uitkomt.
    • Rosenthal-effect: verwachtingen van anderen beïnvloeden iemands prestaties positief/negatief.
    • Pygmalion-effect: verwachtingen van leraren beïnvloeden prestaties van studenten.

    Attributie

    • Attributie : toewijzen van oorzaken aan gedrag/gebeurtenissen.
    • Interne attributie: oorzaken in persoonlijkheid/karakter.
    • Externe attributie: oorzaken in omgevingsfactoren.

    Communicatie axioma's

    • Axioma's van communicatie: belangrijke principes van communicatie die altijd van toepassing zijn. Het is onmogelijk om niet te communiceren. Communicatie heeft een inhoud en relatie niveau. Personen ordenen communicatie op verschillende manieren. Communicatie kan symmetrisch of complementair zijn.

    Circulariteit

    • Communicatie is een dynamisch proces, waarbij elke reactie invloed heeft op de volgende.
    • Belangrijk om patronen in communicatie te herkennen.

    Impliciete en expliciete rules

    • Expliciete regels zijn duidelijke, vastgelegde regels.
    • Impliciete regels zijn niet expliciet geformuleerd, ontstaan vaak via sociale interacties.

    Verbaal en non-verbaal gedrag

    • Non-verbaal gedrag: lichaamstaal, intonatie, gebaren.

    Betrekkingsbalansen

    • Symmetrische balans: gelijkwaardigheid en wederzijds respect.
    • Complementaire balans: verschillende rollen, waarbij de ene leidinggevend is en de ander volgzaam.

    Selectieve waarneming, Aanvaarding, Cognitieve dissonantie

    • Selectieve waarneming: informatie filteren op basis vd voorkeuren en ervaring.
    • Aanvaarding: nieuwe informatie integreren in bestaande overtuigingen.
    • Cognitieve dissonantie: geestelijke spanning van conflicterende gedachten, meningen.

    Context-, Halo- en horn-effect

    • Context-effect: invloed van context op waarnemingsbeslissingen.
    • Halo-effect: Positieve indruk van een persoon of situatie beïnvloedt andere aspecten van de beoordeling.
    • Horn-effect: negatieve 1e impressie/inschatting beïnvloedt verdere beoordeling

    Locus of control

    • Intern: geloven dat je eigen inspanningen het resultaat bepalen.
    • Extern: geloven dat externe factoren (geluk, toeval) het resultaat bepalen.

    Emotionele stabiliteit, psychische stoornissen

    • Emotionele stabiliteit: de inconsistenties of wisselingen in emoties opmerken en erkennen.
    • Psychische stoornissen: een uitgebreide groep van mentale problemen met verschillende kenmerken en symptomen.

    Drie categorieën cognitieve dissonantie

    • Cognitief conservatisme: neiging om bestaande cognitieve categorieën in te standhouden.
    • Cognitieve exploratie: zoeken naar en verwerken van nieuwe kennis, vaak bij interesse in nieuwigheid.
    • Minimale cognitieve achteruitgang: een verzameling symptomen die gerelateerd zijn aan verminderde werking van het geheugen en/of mentale vaardigheden zonder grote gevolgen vr dagelijkse activiteiten

    Delier en dementie

    • Delier: acute verwardheid.
    • Dementie: langdurig, progressief verlies van cognitieve functies, zelfredzaamheid en sociale vaardigheden.

    Behoeftenpiramide van Maslow

    • Hiërarchie van behoeften
    • Fysiologisch (basis), veiligheid, liefde, waardering, zelfactualisatie.

    Hersenbeloningssyteem

    • Reguleert behoeftes en motivatie.
    • Rol voor NT's (neurotransmitters).
    • Invloed op verslavingen.

    Erfelijkheidsindex

    • Meerdere factoren die kunnen bijdragen aan verslavingsgedrag.

    Negatieve mentale proces

    • Voorbeeld: denken aan trauma's, controleverlies/hulpeloosheid, piekeren aan de negatieve kant van een situatie, zwart-wit denken in extremen.

    Hoogsensitieve individuen

    • Hoog gevoelig voor prikkels
    • Meer opmerkzaamheid voor de omgeving.
    • Meer gevoelig voor zowel positieve als negatieve invloeden.

    Zelfdeterminatietheorie

    • Intrinsieke motivatie (uit interesse, plezier)
    • Extrinsieke motivatie (door beloning, erkenning)
    • Factoren die persoonlijkheid, doelen en vaardigheden beïnvloeden

    Deep brain stimulation

    • Chirurgische interventie die bepaalde hersenzones tijdelijk stimuleert.
    • Voorbeelden: behandelen voor psychische problemen, waaronder depressie.

    Sociale en emotionele intelligentie

    • Sociaal bewustzijn en/of empathie
    • Emoties herkennen en verwerken
    • Sociale situaties en interacties op een manier die bijdraagt aan positieve relaties

    Intelligentiequotiënt (IQ)

    • Numerieke meting van intellegentie, IQ geeft scores op basis van vergelijking met leeftijdsgenoten.
    • Hoogbegaafd: IQ boven een bepaalde grens
    • Verstandelijke beperking: IQ onder een bepaalde grens

    Divergent denken, lateral denken, out-of-the-box denken

    • Capaciteit om vragen op verschillende manieren te interpreteren
    • Kreative manier om probleem op te lossen

    Raven intelligentietest

    • Test waarmee mentale vaardigheden meet, met name vermogen om verbanden te leggen tussen symbolen/patronen.

    Geheugenstoornissen

    • Retrograde amnesie: geheugenverlies voor gebeurtenissen voor de aandoening.
    • Anterograde amnesie: verlies vermogen om nieuwe herinneringen te vormen.

    Rationaliseren

    • Vertekening waarbij mensen redenen voor hun gedrag/handelen zoeken om de inconsistentie te verminderen.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over de fases van rouwverwerking en de werking van de hersenen. Dit quiz gaat dieper in op de prefrontale cortex, sociale intelligentie en de rol van hersenstructuren in beloning en verslaving. Ontdek de verbanden tussen mentale gezondheid en neurologische functies.

    More Like This

    DABDA: Grief Coping Stages Quiz
    10 questions

    DABDA Grief Cycle Quiz & Flashcards

    SensationalChrysoprase468 avatar
    SensationalChrysoprase468
    Loss and Grief Concepts
    0 questions

    Loss and Grief Concepts

    VirtuousConflict avatar
    VirtuousConflict
    8 Stages of Grief Flashcards
    8 questions
    Grief and Grieving Process
    20 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser