Psychologie Rouwverwerking en Beloning
51 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke fase van rouwverwerking omvat het verlangen naar verbetering voor een bepaalde beloning?

  • Aanvaarding
  • Verdriet en depressie
  • Woede
  • Onderhandeling (correct)
  • Wat is een kenmerk van de prefrontale cortex?

  • Spontane reactievorming
  • Emotionele regulatie
  • Planmatig denken (correct)
  • Basisinstincten beheersen
  • Welke fase laat zien dat iemand zich overgeeft aan de situatie?

  • Ontkenning
  • Woede
  • Aanvaarding
  • Verdriet en depressie (correct)
  • Wat kan het gevolg zijn van onvoldoende activiteit in de hersenen?

    <p>Overmatig denken (B)</p> Signup and view all the answers

    Tot welke leeftijd ontwikkelt de prefrontale cortex zich aanzienlijk?

    <p>25 jaar (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van mentale spanningen?

    <p>Psychosomatische symptomen (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke functie heeft de orbitofrontale cortex binnen het mesolimbisch systeem?

    <p>Reguleert emoties (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een aspect van sociale/emotionele intelligentie?

    <p>Signalen van anderen opvangen en interpreteren (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste functie van het ventrale tegmentale gebied (VTA)?

    <p>Het produceren van dopamine. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke structuur is voornamelijk betrokken bij gevoelens van genot en beloning?

    <p>Nucleus accumbens (B)</p> Signup and view all the answers

    Hoe beïnvloeden verslavende stoffen het beloningssysteem?

    <p>Ze zorgen voor een vermindering van receptoren. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het proces van apperceptie het beste?

    <p>Het vergelijken van nieuwe en oude informatie. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke factor is geen onderdeel van de verhoogde risico's op verslavingsgedrag?

    <p>Opleidingsniveau (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke hersenstructuur is vooral verantwoordelijk voor het opslaan van herinneringen die verband houden met beloning?

    <p>Hippocampus (B)</p> Signup and view all the answers

    Welk van de volgende gedragsdomeinen heeft betrekking op de sociale interactie?

    <p>Sociaal domein (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van het meosolimbische systeem?

    <p>Het omvat meerdere hersengebieden. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk doel van interventies gericht op leren uit fouten?

    <p>Het ontwikkelen van zelfreflectie (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen past het best bij hoogsensitiviteit?

    <p>Bovengemiddeld gevoelig zijn voor prikkels (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt internaliseren in?

    <p>Op zichzelf richten en gebeurtenissen verwerken (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van zelfbeheersing?

    <p>Het in toom houden van gevoelens (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het stress response system?

    <p>Snel reageren op gevaar door vechten of vluchten (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de vicieuze cirkel van burn-out het beste?

    <p>Een negatieve spiraal van mentale en lichamelijke disfuncties (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van realistische uitdagingen?

    <p>Ze moeten uitdagend en haalbaar zijn (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van externaliseren?

    <p>Het delen van emoties met vrienden (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke functie heeft het dopamine-systeem bij verslaving?

    <p>Reguleert de motivatie en beloning (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een effect van selectieve serotonineheropnameremmers bij depressie?

    <p>Stabielere en positievere stemming (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de cognitieve theorie in relatie tot emotionele prikkels?

    <p>Alle prikkels worden mentaal-cognitief geïnterpreteerd (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke parameter is géén onderdeel van het beoordelen van de normaliteit van emoties?

    <p>Duurzaamheid (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende emoties is géén van de zes universele basisemoties volgens Paul Ekman?

    <p>Jaloezie (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke uiting gaat samen met veranderingen in pupilwijdte?

    <p>Angst (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van rouwverwerking?

    <p>Het kan optreden bij verschillende soorten verliezen (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de pupil in fel licht?

    <p>De pupil vernauwt om de hoeveelheid licht die het netvlies bereikt te verminderen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welk aspect beïnvloedt niet de uiting van emotie via gezichtsmimiek?

    <p>Temperatuur van de omgeving (C)</p> Signup and view all the answers

    Hoe reageert de pupil in een donkere omgeving?

    <p>De pupil verwijdt om meer licht binnen te laten. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende factoren kan de pupilreacties beïnvloeden?

    <p>Emoties en medicatie. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het verschil tussen stemming en affect volgens de gegeven informatie?

    <p>Stemming is langdurig basisgevoel en affect is momentane gevoelens. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met 'angstneurose'?

    <p>Onrealistisch grote of onbegrijpelijke angst. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een stoornis in het gevoelsleven die kan leiden tot stemmingsstoornissen?

    <p>Een stoornis waarbij de stemming op een ziekelijke manier onderdrukt of verhoogd is. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de betekenis van 'pupilvernauwing'?

    <p>De pupil vernauwt om de hoeveelheid licht te verminderen die het netvlies bereikt. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de term 'pupilverwijding'?

    <p>De pupil verwijdt om meer licht binnen te laten. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de gevolgen van veranderingen in pupilreacties door emoties?

    <p>Veranderende grootte van de pupil zonder externe factoren. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de gevolgen van verhoogde stress en gebrek aan waardering op de lange termijn?

    <p>Depressie en psychosomatische stoornissen (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke neurotransmitters spelen een centrale rol in het hersenbeloningssysteem?

    <p>Dopamine en endorfines (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke factor is geen onderdeel van de erfelijkheidsindex die verslavingsgedrag beïnvloedt?

    <p>Voeding en dieet (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van de striatum in het brein?

    <p>Verkenning en zoeken naar prikkeling (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van het negatieve denkvermogen?

    <p>Voortdurend vergelijken met anderen (C)</p> Signup and view all the answers

    Hoe kan aangeleerde hulpeloosheid zich uiten?

    <p>Frustratie, passiviteit en psychische stoornissen (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van zwart-wit denken?

    <p>Extreme reacties en emoties (A)</p> Signup and view all the answers

    Welk aspect speelt geen rol bij de ontwikkeling van verslavingsgedrag?

    <p>Sociale isolatie (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt de erfelijkheidsindex in?

    <p>De verhouding van erfelijkheid in bepaald gedrag (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is niet een gevolg van controleverlies?

    <p>Verbeterd probleemoplossend vermogen (A)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Ventral tegmentale gebied (VTA)

    Een hersengebied dat dopamine produceert, een belangrijke neurotransmitter voor het beloningssysteem.

    Nucleus accumbens

    Een hersengebied dat dopamine ontvangt van de VTA en betrokken is bij gevoelens van genot en beloning.

    Amygdala

    Een hersengebied dat emoties verwerkt en koppelt aan ervaringen van beloning of straf.

    Hippocampus

    Een hersengebied dat herinneringen opslaat die verbonden zijn met beloning en motivatie.

    Signup and view all the flashcards

    Mesolimbisch systeem

    Een breder concept dat meerdere hersengebieden omvat, waaronder de VTA, nucleus accumbens, amygdala en hippocampus.

    Signup and view all the flashcards

    Apperceptie

    Het proces waarbij nieuwe informatie bewust gekoppeld wordt aan bestaande kennis om deze beter te begrijpen en te verwerken.

    Signup and view all the flashcards

    Perceptie

    Het vermogen om informatie waar te nemen, te verwerken en te begrijpen.

    Signup and view all the flashcards

    Motoriek

    Het vermogen om te bewegen en te handelen.

    Signup and view all the flashcards

    Pupilvernauwing

    De pupil van het oog vernauwt om de hoeveelheid licht die het netvlies bereikt te verminderen.

    Signup and view all the flashcards

    Pupilverwijding

    De pupil van het oog verwijdt om meer licht binnen te laten.

    Signup and view all the flashcards

    Kangoeroemethode

    Een techniek in de zorg, vaak toegepast bij pasgeboren baby's, vooral bij prematuren, waarbij een baby wordt geholpen bij het zelfstandig ademen.

    Signup and view all the flashcards

    Veranderingsblindheid

    Het onvermogen om veranderingen in een visuele scène op te merken, zelfs wanneer deze duidelijk zichtbaar zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Johari-venster

    Een model dat de relaties tussen wat iemand over zichzelf weet, wat anderen over hen weten en wat onbekend is, voorstelt.

    Signup and view all the flashcards

    Attributie

    De manier waarop mensen de oorzaken van gebeurtenissen verklaren, waardoor ze hun eigen gedrag en dat van anderen proberen te begrijpen.

    Signup and view all the flashcards

    Communicatieaxioma's

    Een reeks axioma's die de basisprincipes beschrijven die communicatie beïnvloeden. Deze axioma's belichten de complexiteit en nuances van de communicatie.

    Signup and view all the flashcards

    Circulariteit

    Een concept dat de wederzijdse beïnvloeding tussen verschillende elementen in een systeem beschrijft.

    Signup and view all the flashcards

    Impliciete regels

    Regels die niet met woorden worden uitgedrukt, maar die wel invloed hebben op gedrag.

    Signup and view all the flashcards

    Expliciete regels

    Regels die duidelijk worden geformuleerd en gecommuniceerd.

    Signup and view all the flashcards

    Dopaminerg systeem

    Een hersenstructuur die een belangrijke rol speelt in het regelen van het dopamine-systeem, dat betrokken is bij genot en beloning.

    Signup and view all the flashcards

    Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's)

    Een medicijn dat de heropname van serotonine in de hersenen blokkeert, waardoor de activiteit van serotonine langer duurt. Dit kan helpen bij het stabiliseren van de stemming en het verminderen van depressieve symptomen.

    Signup and view all the flashcards

    Ogen als spiegel van de ziel

    Ogen kunnen veel onthullen over iemands emotie, zelfs wanneer iemand probeert ze te verbergen.

    Signup and view all the flashcards

    Cognitieve evaluatie

    Het proces waarbij een prikkel wordt geëvalueerd en geïnterpreteerd, rekening houdend met de context en ervaringskennis.

    Signup and view all the flashcards

    Arousal

    Een toestand van verhoogde alertheid en waakzaamheid, die kan optreden tijdens emotionele opwinding.

    Signup and view all the flashcards

    Contextuele afstemming

    De mate waarin een emotie past bij de context, rekening houdend met sociale normen en de situatie.

    Signup and view all the flashcards

    Fasen van rouw

    De 5 fases die mensen doorlopen bij het verwerken van een verlies of moeilijke situatie: 1) Ontkenning: "Dit overkomt mij niet". 2) Onderhandeling: "Als ik... doe, dan zal het wel goed komen". 3) Woede: "Waarom ik?" 4) Verdriet en depressie: "Ik geef op". 5) Aanvaarding: "Ik ga verder met mijn leven".

    Signup and view all the flashcards

    Sociale/emotionele intelligentie

    Het vermogen om op een adequate manier sociale en emotionele signalen van anderen te interpreteren en hierop te reageren, en tegelijkertijd je eigen emoties en sociale relaties te beheersen.

    Signup and view all the flashcards

    Prefrontale cortex

    Een deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor planmatig denken, het onderdrukken van gedachten en handelingen, aandacht en coördinatie. Het verbindt ook ervaringen met elkaar.

    Signup and view all the flashcards

    Orbitofrontale cortex

    Het deel van de prefrontale cortex dat betrokken is bij het mesolimbisch systeem, een netwerk van hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor beloning en motivatie.

    Signup and view all the flashcards

    Leren

    Het vermogen om te leren en te ontwikkelen. Dit proces wordt beïnvloed door factoren zoals de prefrontale cortex.

    Signup and view all the flashcards

    Overmatig denken

    Een toestand waarbij je voortdurend nadenkt over negatieve gedachten, waardoor je spanningen opbouwt en depressieve symptomen kunt ervaren.

    Signup and view all the flashcards

    Psychosomatische symptomen

    Lichamelijke klachten die veroorzaakt worden door mentale stress.

    Signup and view all the flashcards

    Interventies voor verhoging van eigenwaarde

    Interventies die gericht zijn op het creëren van positieve ervaringen, zoals successen laten ervaren, realistische uitdagingen aangaan en leren van fouten.

    Signup and view all the flashcards

    Zelfbeheersing en -sturing

    Het vermogen om je eigen gevoelens te beheersen en te sturen, rekening houdend met je eigen sterke en zwakke kanten, interesses en ambities.

    Signup and view all the flashcards

    Hoogsensitiviteit

    Een intolerantie van het zenuwstelsel voor prikkels en signalen van buitenaf, waardoor je overgevoelig bent.

    Signup and view all the flashcards

    Internaliseren

    Het interne verwerken van gebeurtenissen, gedachten en gevoelens, waardoor je ze echt in je opneemt.

    Signup and view all the flashcards

    Externaliseren

    Het extern verwerken van gebeurtenissen, gedachten en gevoelens, waardoor je ze niet vasthoudt.

    Signup and view all the flashcards

    Stress respons systeem

    Een snelle reactie van het lichaam op gevaar, waarbij je moet vechten of vluchten.

    Signup and view all the flashcards

    Burn-out

    Een toestand van emotionele uitputting, waarbij je in een negatieve spiraal terechtkomt.

    Signup and view all the flashcards

    Depressie

    Een ernstige psychische aandoening die gepaard gaat met somberheid, verlies van interesse en energie.

    Signup and view all the flashcards

    Stress en gebrek aan waardering

    Stress en gebrek aan waardering kunnen op lange termijn leiden tot mentale en fysieke gezondheidsproblemen, zoals depressie en psychosomatische klachten.

    Signup and view all the flashcards

    Hersenbeloningssyteem

    Het beloningssysteem in je hersenen is verantwoordelijk voor je motivatie en behoeften. Het wordt gecontroleerd door neurotransmitters zoals dopamine en endorfine.

    Signup and view all the flashcards

    Prefrontale cortex en limbisch-hippocampaal circuit

    De prefrontale cortex is het deel van je hersenen dat je gedrag aanstuurt. Het werkt nauw samen met het limbisch-hippocampaal circuit, waardoor we acties, ervaringen en emoties via ons geheugen kunnen koppelen.

    Signup and view all the flashcards

    Verslavingsgedrag

    De kans om verslaafd te raken hangt af van verschillende factoren, waaronder je fysiologie, ontwikkeling, omgeving, persoonlijkheid en genetische aanleg.

    Signup and view all the flashcards

    Erfelijkheidsindex

    De erfelijkheidsindex geeft aan in welke mate een eigenschap beïnvloed wordt door genetica. Bij cocaïne en opium is deze index erg hoog, wat betekent dat genetica een belangrijke rol speelt in de kans om verslaafd te raken.

    Signup and view all the flashcards

    Striatum

    Het striatum is een hersengebied in de frontaalkwab dat verantwoordelijk is voor exploratie en het zoeken naar prikkeling.

    Signup and view all the flashcards

    Negatieve mentale processen

    Negatieve mentale processen kunnen leiden tot een verminderd zelfbeeld en gevoel van controle. Dit kan gepaard gaan met voortdurend vergelijken, zwart-wit denken en piekeren.

    Signup and view all the flashcards

    Aangeleerde hulpeloosheid

    Aangeleerde hulpeloosheid ontstaat wanneer je leert dat je geen controle hebt over je omgeving of de effecten van je eigen gedrag. Dit kan leiden tot frustratie, passiviteit en psychische problemen.

    Signup and view all the flashcards

    Experiment van Martin Seligman

    Martin Seligman heeft aangetoond dat dieren die geen invloed hebben op negatieve prikkels, zoals elektrische schokken, geleerd worden om hulpeloos te zijn en stoppen met pogingen te doen.

    Signup and view all the flashcards

    Positief zelfbeeld en controle

    Negatieve mentale processen kunnen leiden tot een verminderd zelfbeeld. Het is belangrijk om jezelf op een positieve manier te motiveren, het gevoel te hebben dat je invloed hebt en de effecten van je gedrag kunt controleren.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Menselijk gedrag - Samenvatting

    • Menselijk gedrag is een samenvatting, bedoeld om andere documenten te bekijken, niet om op zichzelf te bestuderen.

    Gedrag in gezondheid en welzijn - Thema 1

    • Gedrag omvat uiterlijk en innerlijk gedrag, bewust en onbewust.
    • Gedrag kan doelbewust of automatisch zijn in reactie op een prikkel en beïnvloedt de gezondheid.
    • Gedrag beïnvloeden vergt observatie en passende werkwijzen, met aandacht voor eigen gedrag.

    Frontaalsyndroom

    • Frontaalsyndroom is een vorm van hersenletsel, vaak veroorzaakt door een harde klap op de frontale kwabben.
    • Beschadigingen aan de frontale kwabben resulteren in gedragsveranderingen en veranderingen in karakter.

    Hippocampus

    • De hippocampus is betrokken bij geheugenprocessen, vooral episodische (ervaringen) en semantische (betekenis, symbolen).

    Amygdala

    • De amygdala is betrokken bij emoties en behoeften.

    Hysterie/conversie

    • Hysterie/conversie is een psychische stoornis waarbij onderdrukte emoties of trauma's, vaak seksueel van aard, onbewust uiting vinden via lichamelijke symptomen.

    Angststoornissen

    • Dwangneurose (OCD) omvat obsessies en dwanggedachten.
    • Een voorbeeld van een dwang is handen vaak wassen, om te voorkomen dat je ziek wordt.

    Cortex van de hersenen

    • Buitenste laag van de hersenen.
    • Functioneert bij zintuigelijke waarneming, motoriek, geheugen en probleemoplossend vermogen.

    Corticale hersenzones

    • Frontale kwab: plannen, beslissen, problemen oplossen, vrijwillige motoriek, persoonlijkheid en emoties.
    • Pariëtale kwab: zintuigelijke waarneming.
    • Temporale kwab: gehoor, taalbegrip en geheugen.
    • Occipitale kwab: visuele verwerking.

    Limbische systeem

    • Het limbisch systeem is een groep structuren diep in de hersenen die betrokken zijn bij emoties, motivatie, genot en geheugen.
    • Het speelt een centrale rol in emotioneel gedrag en het verwerken van herinneringen.
    • Onderdelen: Amygdala (emoties, vooral angst en agressie), Hippocampus (lange termijnherinneringen), Hypothalamus (basisbehoeften), Cingulate Gyrus (emotionele verwerking en gedrag) en Fornix (verbindingen binnen het limbisch systeem).

    Mesolimbische systeem

    • Het mesolimbische systeem is betrokken bij het beloningssysteem en emoties en speelt een belangrijke rol in motivatie, genot, beloning en verslavingen.
    • Bevat belangrijke structuren: Ventral tegmentale gebied (VTA) produceert dopamine, Nucleus accumbens (bevat ontvangt dopamine van de VTA en betrokken bij gevoelens van genot en beloning), en Amygdala (verwerkt emoties).

    Hersenbeloningssysteem

    • Het hersenbeloningssysteem is een complex systeem dat bestaat uit meerdere hersengebieden en receptoren.
    • Verslavende stoffen kunnen dit systeem overspoelen, waardoor meer stoffen nodig zijn voor hetzelfde effect.

    Gedragsdomeinen

    • Soort functioneren: verband met lichaamsdelen (zintuigen, ledematen, bewegingsapparaat).
    • Cognitief en intellectueel functioneren: leren en herinneren (geheugen).
    • Emotioneel functioneren.
    • Motivatie: drijfveren en verlangens die gedrag sturen.
    • Sociaal functioneren: Sociale relaties met anderen, inclusief hoe we ons gedragen in groepen.
    • Persoonlijkheid: karakteristiek gedrag, gevoelens en overtuigingen.

    Saillantie en gedrag

    • Saillantie: mate waarin een prikkel overeind valt.
    • Overt gedrag: observeerbaar gedrag
    • Covert gedrag: niet observeerbaar gedrag.

    Observatie en interpretatie

    • Observatie: Objectief waarnemen en beschrijven van gedrag.
    • Interpretatie: Toekennen van betekenis en oorzaken, betrokken bij eigen voorkeuren en ervaringen.
    • Oriëntatiereactie: fight-or-flight systeem.

    Habituatie en desensibilisatie

    • Habituatie or gewenning: gedrag reageert minder sterk op herhalingen.
    • Desensitisatie: geleidelijke blootstelling aan stressvolle prikkels, gebruikt in therapieën om negatieve reacties te verminderen.

    Stress en distress

    • Stress: Lichamelijke en psychische reactie op uitdagingen.
    • Distress: Negatieve stress, ernstige stress die negatief effect heeft.

    Biofeedback

    • Techniek waarbij men bewust kan worden van lichaamsfuncties zoals hartslag en bloeddruk om deze te reguleren.

    Evolutionaire psychologie

    • Studie van menselijk gedrag en cognitieve processen gebaseerd op evolutie - overlevingsstrategieën en voortplanting.

    Sensoren en perceptie

    • Streelneuronen: verwerken van tastprikkels, fysieke aanraking.
    • Feromonen: stoffen (zoals bijv. geur) die invloed hebben op gedrag en interacties.
    • Synesthesie: speciale hersenactiviteit dat zintuigen in een ongewone manier verbindt
    • Druk, trilling, temperatuur

    Waardering

    • Positief, negatief gedrag, sociale interacties.
    • Communicatie niveau.

    Behaviorisme

    • Psychologische stroming die zich richt op het bestuderen van waarneembaar gedrag.
    • Aangeleerd door interacties met de omgeving, waarbij belonen en straffen belangrijk zijn.

    Klassieke conditionering

    • leren door associatie

    • voorbeelden, Pavlov's hond ###Operante conditionering

    • leren door gevolgen

    • voorbeelden

    Psychoanalyse

    • Freud: onderzoek en exploratie van het onbewuste, technieken zoals droomanalyse, vrije associatie.
    • Onderwerp is hoe onbewuste gedrag beïnvloedt.

    Psychodynamische modellen

    • Innerlijke drijfveren en vroegere ervaringen
    • Freud: Id, ego, superego
    • Beïnvloeding van persoonlijkheid in verschillende stadia. (orale, anale, fallische fase, latentie, genitale)

    Driften

    • Eros (levensdrift): gericht op genot, seksuele verlangens, voortplanting en zelfdestructie.
    • Thanatos (doodsdrift): gericht op vernietiging, pijn, controle.

    Gedragsmodellen

    • Gebaseerd op principes van psychologie, sociologie en andere disciplines.
    • Helpen bij het begrijpen van complexiteit van menselijk gedrag.

    Waarnemingspsychologie

    • Hoe mensen signalen interpreteren, aandacht, ervaring, context.

    Aandachtregulatie

    • Regelen hoe waarnemingen worden ervaren en verwerkt.
    • Proces van opmerken, focussen, concentreren of juist afzwakken.

    Arousal en waakzaamheid

    • Basisvoorwaarde voor aandacht.
    • Subliminale prikkeling: prikkels onder waarnemingsdrempel; kunnen nog steeds invloed hebben

    Hersensystemen

    • Net voor de REM-fase: volledig ontspannen, behalve oogspieren.
    • REM-slaap (Rapid Eye Movement): dromen, snelle bewegingen van de ogen.
    • Somnambulisme (slaapwandelen): slaapstoornis, rondlopen tijdens de diepe slaap.
    • Deep brain stimulation: behandelingsmethode voor ernstige psychiatrische problemen door bepaalde hersenzones te stimuleren

    Dual-task interferentie

    • Prestaties nemen af wanneer men twee taken tegelijkertijd uitvoert.

    Posttraumatische stressstoornis

    • Angststoornis na een traumatische gebeurtenis
    • Kennmerken: flashbacks, nachtmerries, prikkelbaarheid.

    Automatische gedrag

    • Ongeïnteresseerd gedrag: de houding, reactie, die niet geassocieerd is met de stimulus

    Reactietijd

    • De tijd tussen een prikkel en de reactie
    • Factoren die dit beïnvloeden: type prikkel, complexiteit, aandacht, context.

    Coma

    • Diep bewustzijnsverlies
    • Veroorzaakt door letsel, ziekte of stoornis
    • Meestal niet reagerend op stimuli

    Pupilreactie

    • Automatisch aanpassen aan hoeveelheid licht.
    • Miosis: vernauwen van de pupil
    • Mydriasis: verwijden van de pupil

    Suggestie, hypnose, autosuggestie

    • Introductie en betekenis van suggesties voor gedachten/gedrag.
    • Hypnose: toestand van diepe ontspanning.
    • Autosuggestie: Bewuste suggestie(s) die gebruikt worden om positieve gedachten/gevoelens aan te moedigen.

    Self-fulfilling prophecy en Rosenthal-effect

    • Self-fulfilling prophecy: verwachtingen beïnvloeden gedrag zodanig dat de verwachting uitkomt.
    • Rosenthal-effect: verwachtingen van anderen beïnvloeden iemands prestaties positief/negatief.
    • Pygmalion-effect: verwachtingen van leraren beïnvloeden prestaties van studenten.

    Attributie

    • Attributie : toewijzen van oorzaken aan gedrag/gebeurtenissen.
    • Interne attributie: oorzaken in persoonlijkheid/karakter.
    • Externe attributie: oorzaken in omgevingsfactoren.

    Communicatie axioma's

    • Axioma's van communicatie: belangrijke principes van communicatie die altijd van toepassing zijn. Het is onmogelijk om niet te communiceren. Communicatie heeft een inhoud en relatie niveau. Personen ordenen communicatie op verschillende manieren. Communicatie kan symmetrisch of complementair zijn.

    Circulariteit

    • Communicatie is een dynamisch proces, waarbij elke reactie invloed heeft op de volgende.
    • Belangrijk om patronen in communicatie te herkennen.

    Impliciete en expliciete rules

    • Expliciete regels zijn duidelijke, vastgelegde regels.
    • Impliciete regels zijn niet expliciet geformuleerd, ontstaan vaak via sociale interacties.

    Verbaal en non-verbaal gedrag

    • Non-verbaal gedrag: lichaamstaal, intonatie, gebaren.

    Betrekkingsbalansen

    • Symmetrische balans: gelijkwaardigheid en wederzijds respect.
    • Complementaire balans: verschillende rollen, waarbij de ene leidinggevend is en de ander volgzaam.

    Selectieve waarneming, Aanvaarding, Cognitieve dissonantie

    • Selectieve waarneming: informatie filteren op basis vd voorkeuren en ervaring.
    • Aanvaarding: nieuwe informatie integreren in bestaande overtuigingen.
    • Cognitieve dissonantie: geestelijke spanning van conflicterende gedachten, meningen.

    Context-, Halo- en horn-effect

    • Context-effect: invloed van context op waarnemingsbeslissingen.
    • Halo-effect: Positieve indruk van een persoon of situatie beïnvloedt andere aspecten van de beoordeling.
    • Horn-effect: negatieve 1e impressie/inschatting beïnvloedt verdere beoordeling

    Locus of control

    • Intern: geloven dat je eigen inspanningen het resultaat bepalen.
    • Extern: geloven dat externe factoren (geluk, toeval) het resultaat bepalen.

    Emotionele stabiliteit, psychische stoornissen

    • Emotionele stabiliteit: de inconsistenties of wisselingen in emoties opmerken en erkennen.
    • Psychische stoornissen: een uitgebreide groep van mentale problemen met verschillende kenmerken en symptomen.

    Drie categorieën cognitieve dissonantie

    • Cognitief conservatisme: neiging om bestaande cognitieve categorieën in te standhouden.
    • Cognitieve exploratie: zoeken naar en verwerken van nieuwe kennis, vaak bij interesse in nieuwigheid.
    • Minimale cognitieve achteruitgang: een verzameling symptomen die gerelateerd zijn aan verminderde werking van het geheugen en/of mentale vaardigheden zonder grote gevolgen vr dagelijkse activiteiten

    Delier en dementie

    • Delier: acute verwardheid.
    • Dementie: langdurig, progressief verlies van cognitieve functies, zelfredzaamheid en sociale vaardigheden.

    Behoeftenpiramide van Maslow

    • Hiërarchie van behoeften
    • Fysiologisch (basis), veiligheid, liefde, waardering, zelfactualisatie.

    Hersenbeloningssyteem

    • Reguleert behoeftes en motivatie.
    • Rol voor NT's (neurotransmitters).
    • Invloed op verslavingen.

    Erfelijkheidsindex

    • Meerdere factoren die kunnen bijdragen aan verslavingsgedrag.

    Negatieve mentale proces

    • Voorbeeld: denken aan trauma's, controleverlies/hulpeloosheid, piekeren aan de negatieve kant van een situatie, zwart-wit denken in extremen.

    Hoogsensitieve individuen

    • Hoog gevoelig voor prikkels
    • Meer opmerkzaamheid voor de omgeving.
    • Meer gevoelig voor zowel positieve als negatieve invloeden.

    Zelfdeterminatietheorie

    • Intrinsieke motivatie (uit interesse, plezier)
    • Extrinsieke motivatie (door beloning, erkenning)
    • Factoren die persoonlijkheid, doelen en vaardigheden beïnvloeden

    Deep brain stimulation

    • Chirurgische interventie die bepaalde hersenzones tijdelijk stimuleert.
    • Voorbeelden: behandelen voor psychische problemen, waaronder depressie.

    Sociale en emotionele intelligentie

    • Sociaal bewustzijn en/of empathie
    • Emoties herkennen en verwerken
    • Sociale situaties en interacties op een manier die bijdraagt aan positieve relaties

    Intelligentiequotiënt (IQ)

    • Numerieke meting van intellegentie, IQ geeft scores op basis van vergelijking met leeftijdsgenoten.
    • Hoogbegaafd: IQ boven een bepaalde grens
    • Verstandelijke beperking: IQ onder een bepaalde grens

    Divergent denken, lateral denken, out-of-the-box denken

    • Capaciteit om vragen op verschillende manieren te interpreteren
    • Kreative manier om probleem op te lossen

    Raven intelligentietest

    • Test waarmee mentale vaardigheden meet, met name vermogen om verbanden te leggen tussen symbolen/patronen.

    Geheugenstoornissen

    • Retrograde amnesie: geheugenverlies voor gebeurtenissen voor de aandoening.
    • Anterograde amnesie: verlies vermogen om nieuwe herinneringen te vormen.

    Rationaliseren

    • Vertekening waarbij mensen redenen voor hun gedrag/handelen zoeken om de inconsistentie te verminderen.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over de fases van rouwverwerking en de werking van de hersenen. Dit quiz gaat dieper in op de prefrontale cortex, sociale intelligentie en de rol van hersenstructuren in beloning en verslaving. Ontdek de verbanden tussen mentale gezondheid en neurologische functies.

    More Like This

    DABDA: Grief Coping Stages Quiz
    10 questions

    DABDA Grief Cycle Quiz & Flashcards

    SensationalChrysoprase468 avatar
    SensationalChrysoprase468
    Grief Stages in Terminal Illness
    51 questions
    Loss and Grief Concepts
    0 questions

    Loss and Grief Concepts

    VirtuousConflict avatar
    VirtuousConflict
    8 Stages of Grief Flashcards
    8 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser