Psychologie Quiz over Semantische Gelijkenis
44 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Waarom zijn de gegevens van gezonde proefpersonen als onbetrouwbaar beschouwd?

  • Omdat ze alleen betrekking hebben op oudere proefpersonen.
  • Omdat ze niet representatief zijn voor de populatie.
  • Omdat ze inconsistencies vertonen bij cognitieve studies. (correct)
  • Omdat ze altijd dezelfde resultaten opleveren.

Wat is een belangrijke conclusie over de taken voor semantische gelijkenis?

  • Er is geen defect in het semantisch opslag systeem.
  • Er is altijd een probleem met de toegang tot semantische informatie.
  • De problemen liggen alleen bij opslag in het semantische geheugen.
  • Er zijn verschillende processen die ook fout kunnen gaan. (correct)

Wat is het doel van de triadische vergelijkingstaak?

  • Om paren van woorden te vergelijken op gelijkenis. (correct)
  • Om de meest gebruikte woorden in een categorie te vinden.
  • Om te bepalen hoe vaak woorden op volgorde worden gezet.
  • Om de gemiddelde afstand tussen woorden te berekenen.

Welke van de volgende taken gebruikt kaartjes om gelijkenissen te groeperen?

<p>Board sorting task. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende factoren kan de verzameling van gelijkenissen beïnvloeden?

<p>Opslag tekortkomingen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de SOA in de context van priming?

<p>Het tijdsinterval tussen twee stimuli (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende voorbeelden illustreert semantische priming?

<p>Bloed – Rood (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van affectieve priming?

<p>Het effect verdwijnt bij lange SOA (B)</p> Signup and view all the answers

Welke categorie van woorden zou niet significant profiteren van priming?

<p>Niet-geassocieerde categorieleden (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is priming sterker bij automatische verwerking?

<p>Door de kortere SOA (B)</p> Signup and view all the answers

Wat verstaan we onder netwerken in de context van semantische concepten?

<p>Een structuur waarin concepten met elkaar verbonden zijn (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen is waar over semantische priming?

<p>Het heeft een betrouwbaar effect bij automatische verwerking (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een lange SOA op affectieve priming?

<p>Het effect verdwijnt (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatie tussen context en reactietijd in het experiment met de woorden 'wimper', 'garen' en 'zaag'?

<p>Reactietijd is korter voor de dominante betekenis in de context. (A)</p> Signup and view all the answers

In welke zin is het laatste woord meerduidig volgens de voorbeelden?

<p>De antieke typemachine miste een leffer. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak is waar over de frequentie van betekenissen?

<p>Sommige woorden hebben één frequentere betekenis dan andere. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de verwerking van een woord als het een dominante betekenis heeft?

<p>Het is moeilijker om te bedenken dat er nog andere betekenissen zijn. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat werd voornamelijk getest in de cross-modale lexicale beslissingstaak?

<p>De reactietijd van woorden in specifieke contexten. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van context op de reactietijd bij het woord 'wimper'?

<p>De reactietijd wordt korter wanneer de context de dominante betekenis ondersteunt. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de uitkomst van de studie waar 'oog' als voorbeeld werd gebruikt?

<p>Er is meer dominant gebruik van één betekenis. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke methode werd gebruikt om de reactietijd te meten in de experimenten?

<p>Cross-modale lexicale beslissingstaak. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt de conclusie in dat MDS niet automatisch resulteert in een betekenisvol semantisch netwerk?

<p>MDS geeft geen betrouwbare resultaten. (B), MDS kan willekeurige gegevens opleveren. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom kan de stress bij patiënten hoger zijn dan bij de gezonde controle groep?

<p>Patiënten vertonen een willekeurige aanpak zonder consistentie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een reden zijn voor het slechte fit bij de patiënten in de studie?

<p>Onvoldoende kennis van semantische geheugenproblemen. (C), Gaandeweg veranderende geheugenstrategieën. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat impliceert een gebrek aan interindividuele consistentie in groepsstudies?

<p>Dat er sprake kan zijn van individuele semantische opslagtekorten. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factoren kunnen de foutovereenkomst bij patiënten verklaren?

<p>Onsystematische toegangproblemen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen is waar over de triadische vergelijkingsopdracht?

<p>Het omvatte zowel patiënten met DAT als gezonde controles. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de implicatie van het feit dat gemiddelde gegevens structuur kunnen verliezen?

<p>Er kan nog steeds consistentie zijn op individueel niveau. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke conclusie kan getrokken worden als stress bij controlepersonen ook hoog is?

<p>De gegevens zijn misschien niet representatief. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van typicaliteitsbeoordelingen?

<p>Beoordelen hoe goed voorbeelden passen binnen een categorie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met 'family resemblance scores'?

<p>Scores die berekenen hoe vaak een eigenschap voorkomt binnen een categorie. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke methode wordt gebruikt door Lans rip voor het bestuderen van categorieën?

<p>Multidimensionale schaalanalyse (MDS). (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als een voorbeeld meer eigenschappen gemeen heeft met andere voorbeelden in een categorie?

<p>Het voorbeeld wordt typischer. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende taken omvat het genereren van eigenschappen?

<p>Het toeschrijven van kenmerken aan verschillende voorbeelden. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk aspect van de toegepaste beoordelingsmethoden?

<p>Ze gebruiken scoren om eigenschappen van voorbeelden te analyseren. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met hoogtypische voorbeelden?

<p>Voorbeelden die overeenkomen met de meeste eigenschappen van de categorie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat maakt een eigenschap meer representatief voor een categorie?

<p>Als het door een groter aantal mensen is aangeduid. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke predictie wordt gemaakt door de twee-patroonhypothese?

<p>De Nederlandse benoeming van de tweetalige zal overeenkomen met de Nederlandse benoeming van de eentalige. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke hypothese wordt verworpen door de studie?

<p>De twee-patroonhypothese (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de conclusie van de studie over de categorieën van tweetaligen?

<p>De categorieën van tweetaligen komen gedeeltelijk overeen met de categorieën van eentaligen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen is juist?

<p>De correlatie tussen de Nederlandse benoeming van de tweetalige en de Franse benoeming van de tweetalige is altijd groter dan de correlatie tussen de Nederlandse benoeming van de eentalige en de Franse benoeming van de eentalige. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke conclusie kan getrokken worden uit het onderzoek?

<p>Tweetaligen zijn cognitief efficiënter dan eentaligen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van de correlatie matrixen in het onderzoek?

<p>De matrixen geven de correlatie weer tussen verschillende stimuli, zonder rekening te houden met taal. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak is juist over de resultaten van het onderzoek?

<p>De resultaten ondersteunen een zwakkere versie van de een-patroonhypothese. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Typicaliteit

De mate waarin een voorbeeld representatief is voor een categorie.

Hiërarchie (categorieën)

Een hiërarchische structuur met verschillende niveaus, waarbij elk niveau een meer specifieke categorie vertegenwoordigt. Bijvoorbeeld: Zoogdier > Hond > Dalmatiër.

Typicaliteitsbeoordeling

Een test waarbij deelnemers de mate beoordelen waarin verschillende voorbeelden representatief zijn voor een categorie. Bijvoorbeeld: Welke van de volgende voorbeelden zijn goede voorbeelden van "fruit"?

Generen van eigenschappen

Een test waarbij deelnemers eigenschappen of karakteristieken moeten genereren die met een categorie worden geassocieerd. Bijvoorbeeld: Welke eigenschappen hebben "fietsen" met elkaar gemeen?

Signup and view all the flashcards

Toepasbaarheidsbeoordeling

Een test waarbij deelnemers aangeven welke eigenschappen van toepassing zijn op verschillende voorbeelden van een categorie.

Signup and view all the flashcards

Family resemblance score

Een score die de gelijkenis tussen een mogelijk voorbeeld en andere voorbeelden van een categorie meet. Gebaseerd op het aantal gedeelde eigenschappen.

Signup and view all the flashcards

Multidimensionale schaalvorming (MDS)

Een techniek die wordt gebruikt om de relatieve posities van verschillende voorbeelden in een multidimensionale ruimte te visualiseren. Gebaseerd op de gelijkenissen tussen de voorbeelden.

Signup and view all the flashcards

Typicaliteit en Family resemblance score

Naarmate een mogelijk voorbeeld meer eigenschappen gemeen heeft met andere voorbeelden van de categorie, wordt dat typischer.

Signup and view all the flashcards

Tweetaligen versus eentaligen

Twee-talige sprekers worden in dit onderzoek vergeleken met eentalige sprekers. Dit onderzoek kijkt naar hoe beide groepen woorden benoemen en categoriseren.

Signup and view all the flashcards

Correlaties tussen stimuli

Er wordt gekeken naar hoe de benoeming van een eerste stimulus overeenkomt met de benoeming van een tweede stimulus.

Signup and view all the flashcards

Twee-patroonhypothese

De twee-patroonhypothese stelt dat tweetalige sprekers in beide talen onafhankelijk van elkaar categoriseren, net als eentaligen.

Signup and view all the flashcards

Een-patroonhypothese

De een-patroonhypothese stelt dat tweetalige sprekers in beide talen dezelfde categorieën gebruiken.

Signup and view all the flashcards

Resultaten van de studie

De studie toonde aan dat tweetaligen niet exact hetzelfde patroon volgen als eentaligen.

Signup and view all the flashcards

Categorieën van tweetaligen

De studie toonde aan dat de categorieën van tweetaligen in beide talen dichter bij elkaar liggen dan de categorieën van eentaligen.

Signup and view all the flashcards

Evidentie voor een-patroonhypothese

De studie vond bewijs voor een minder strikte versie van de een-patroonhypothese, wat suggereert dat tweetaligen wel enige gelijkenis in categorieën vertonen.

Signup and view all the flashcards

Cognitief voordeel

Het onderzoek suggereert dat tweetalige sprekers cognitieve voordelen hebben, zoals een grotere flexibiliteit in denken en taalgebruik.

Signup and view all the flashcards

Context-effect

De snelheid waarmee iemand een woord herkent, wordt beïnvloed door de context waarin het woord wordt gepresenteerd.

Signup and view all the flashcards

Dominante betekenis

Bij woorden met meerdere betekenissen, is de makkelijkste betekenis om te vinden de dominante betekenis.

Signup and view all the flashcards

Dominantie en context interactie

De snelheid waarmee je een woord herkent is sneller als de context overeenkomt met de dominante betekenis.

Signup and view all the flashcards

Woordfrequentie

De frequentie waarmee een woord in de taal voorkomt, kan invloed hebben op de snelheid waarmee we het herkennen.

Signup and view all the flashcards

Effect van frequentie

Als een woord meerdere betekenissen heeft, is de meest gebruikelijke betekenis makkelijker te activeren.

Signup and view all the flashcards

Cross-modale lexicale beslissingstaak

Een experimentele techniek om hoe mensen woorden herkennen te bestuderen.

Signup and view all the flashcards

Reactietijd (RT) en context

De sneller reactietijd (RT) bij het herkennen van een woord geeft aan dat de context de dominante betekenis activeert.

Signup and view all the flashcards

Lexicale ambiguïteit

De lexicale ambiguïteit van een woord kan leiden tot meerdere interpretaties.

Signup and view all the flashcards

Triadische vergelijkingstaak

Een methode om semantische gelijkenis te meten waarbij deelnemers aangeven welke twee van drie woorden het meest op elkaar lijken.

Signup and view all the flashcards

Board sorteringstaak

Een taak waarbij deelnemers kaartjes op een bord moeten sorteren op basis van gelijkenissen.

Signup and view all the flashcards

Category fluency taak

Een taak waarbij deelnemers zo snel mogelijk zoveel mogelijk woorden uit een bepaalde categorie moeten genereren.

Signup and view all the flashcards

Toegangsprobleem

De mogelijkheid om toegang te krijgen tot informatie in het semantisch geheugen.

Signup and view all the flashcards

Opslagdeficit

Problemen met de opslag van informatie in het semantisch geheugen.

Signup and view all the flashcards

Semantische priming

Een prime is een stimulus die de verwerking van een daaropvolgende stimulus beïnvloedt. Bij semantische priming wordt de verwerking van een woord sneller als het voorafgegaan wordt door een semantisch gerelateerd woord. Voorbeelden: 'bloed' - 'rood', 'hamer' - 'kloppen', 'auto' - 'wagen', 'goed' - 'slecht'.

Signup and view all the flashcards

Affectieve priming

Als twee prikkels tot dezelfde affectieve categorie behoren, bijvoorbeeld beide negatief, wordt de reactietijd op de tweede stimulus sneller. Zo zal een negatief woord sneller worden verwerkt als het voorafgegaan wordt door een ander negatief woord, dan bij een positief woord.

Signup and view all the flashcards

SOA (Stimulus Onset Asynchrony)

De tijd die verstrijkt tussen het presenteren van de prime (de eerste stimulus) en het presenteren van de target (de tweede stimulus).

Signup and view all the flashcards

Automatische verwerking

Als de SOA (Stimulus Onset Asynchrony) kleiner is dan 250 milliseconden, wordt de verwerking van de target stimulus automatisch en onbewust beïnvloed door de prime. Dit betekent dat de prime een directe invloed heeft op de verwerking, zonder bewuste inspanning.

Signup and view all the flashcards

Priming Sterker bij Automatische Verwerking

Priming effecten zijn sterker wanneer de verwerking automatisch plaatsvindt, met een korte SOA. Betekent dat de priming effecten sterker zijn wanneer de prime en target snel na elkaar worden gepresenteerd.

Signup and view all the flashcards

Priming Verdwijnt bij Lange SOA

Priming effecten zijn minder duidelijk wanneer de SOA lang is (meer dan 1000 milliseconden). Dit duidt erop dat bewustere processen een rol beginnen te spelen na een lange SOA.

Signup and view all the flashcards

Netwerkmodellen van Semantische Concepten

Modellen die ervan uitgaan dat de betekenis van woorden verbonden is aan een netwerk van andere woorden. Zo is het woord 'roos' verbonden met andere gerelateerde concepten zoals 'bloem', 'geur', 'rood'.

Signup and view all the flashcards

Modellen over Semantische Concepten

De meesten modellen over de representatie van semantische concepten gaan ervan uit dat betekenis verbonden is met netwerken. Deze netwerken bevatten verschillende concepten die met elkaar verbonden zijn.

Signup and view all the flashcards

Conclusies van de studie

De resultaten van de studie toonden aan dat MDS (Multidimensionale Schaalvorming) geen automatisch betekenisvol semantisch netwerk oplevert. De structuur van de gegevens van patiënten verschilde van die van gezonde controlepersonen, maar deze verschillen waren niet systematisch.

Signup and view all the flashcards

Oorzaken van slechte fit

De studie ontdekte dat de slechte fit in de gegevens van patiënten geen gevolg was van een gebrek aan semantische kennis, maar waarschijnlijk voortkwam uit problemen met aandacht, onsystematische toegang tot informatie of semantische degradatie.

Signup and view all the flashcards

Belang van interindividuele consistentie

De studie concludeerde dat groepsstudies alleen zinvol zijn als er consistente verschillen bestaan tussen groepen. Als er geen consistente verschillen zijn, is de mogelijkheid van idiosyncratische semantische opslagtekorten aanwezig als de gegevens consistent zijn binnen een individu.

Signup and view all the flashcards

Individuele vs. gemiddelde data

De studie vond dat, hoewel er misschien een individuele structuur in de gegevens van een patiënt te zien is, het nemen van een gemiddelde van meerdere individuen kan leiden tot het verlies van die structuur.

Signup and view all the flashcards

Cruciale vragen

De studie stelde vragen over de replicatie van eerdere studies, wat betekent dat ze wilden bevestigen of de resultaten van de studie overeenkwamen met bevindingen in ander onderzoek. De studie wenste ook te bepalen hoeveel stress de controlepersonen tijdens de testen zouden ervaren.

Signup and view all the flashcards

Alternatieve verklaringen voor slechte fit

In plaats van aanneming dat de slechte fit in de gegevens van patiënten te wijten is aan semantische problemen, is het belangrijk te overwegen dat deze fit ook kan worden verklaard door fouten in de gegevensverwerking, zoals aandachttekorten, onsystematische toegang tot informatie of semantische degradatie.

Signup and view all the flashcards

Idiosyncratische semantische tekorten

Individuele semantische stoornissen kunnen aanwezig zijn, zelfs als groepsstudies deze niet altijd aantonen. Dit komt omdat groepsstudies alleen effectief zijn bij consistente verschillen tussen groepen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Functie: taal

  • Drie geheugensystemen: zintuigelijk, korte termijn en lange termijn
  • Zintuigelijk geheugen: ontvangt informatie via de zintuigen
  • Korte termijn geheugen: tijdelijke opslag van informatie
  • Lange termijn geheugen: permanente opslag van informatie
  • Impliciet geheugen (procedureel): onbewuste herinneringen
  • Expliciet geheugen (declaratief): bewuste herinneringen, bestaat uit episodisch en semantisch geheugen
  • Episodisch geheugen: persoonlijke gebeurtenissen
  • Semantisch geheugen: feitenkennis en betekenis van woorden
  • Semantische concepten: concepten zijn essentieel voor psychologische functies
  • Functies semantische concepten: categorisatie, opdelen van wereld in groepen en maakt wereld minder chaotisch
  • Inductie: door concepten in hokjes te steken, weet je veel meer over voorwerpen
  • Concepten kunnen veranderen

Wat is de interne structuur?

  • Klassieke visie, volgens Aristoteles: concept wordt bepaald door definiërende eigenschappen
  • Noodzakelijke voorwaarden: eigenschappen die een concept moet hebben
  • Voldoende voorwaarden: eigenschappen die aanwezig zijn in een concept
  • Voorbeelden: stoel, heeft een bepaalde vorm, stoel met 4 poten en rugleuning
  • Problemen met alledaagse concepten: de wereld is niet altijd precies te definiëren

Wat is de prototypevisie?

  • Family resemblance: objecten zijn typisch naarmate ze eigenschappen delen met andere voorbeelden binnen een categorie - objecten in prototype zijn meer typisch
  • Prototype: soort gemiddelde exemplaar, de ideale vorm van een ding, bv een gemiddelde stoel
  • Categorie en typicaliteit: gebaseerd op gelijkenis naar prototype
  • Prototypevisie: concept wordt gepresenteerd via abstracte samenvattende representaties
  • Subprototypes of superexemplaren: niveaus van abstractie tussenvorm
  • Categorisatie: objecten passen in een categorie gebaseerd op overeenkomsten met een prototype-item

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Deze quiz behandelt belangrijke concepten uit de psychologie met betrekking tot semantische gelijkenis en de betrouwbaarheid van gegevens van gezonde proefpersonen. Beantwoord vragen over triadische vergelijkingstaken en de factoren die de perceptie van gelijkenis beïnvloeden. Test je kennis en leer meer over dit fascinerende onderwerp!

More Like This

Latent Semantic Analysis (LSA) Quiz
6 questions
RDF Knowledge Graphs Similarity Search
36 questions
Psychology Semantic Rules Flashcards
12 questions
Psychology Semantic Differential Quiz
101 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser