Podcast
Questions and Answers
Waarom zijn de gegevens van gezonde proefpersonen als onbetrouwbaar beschouwd?
Waarom zijn de gegevens van gezonde proefpersonen als onbetrouwbaar beschouwd?
- Omdat ze alleen betrekking hebben op oudere proefpersonen.
- Omdat ze niet representatief zijn voor de populatie.
- Omdat ze inconsistencies vertonen bij cognitieve studies. (correct)
- Omdat ze altijd dezelfde resultaten opleveren.
Wat is een belangrijke conclusie over de taken voor semantische gelijkenis?
Wat is een belangrijke conclusie over de taken voor semantische gelijkenis?
- Er is geen defect in het semantisch opslag systeem.
- Er is altijd een probleem met de toegang tot semantische informatie.
- De problemen liggen alleen bij opslag in het semantische geheugen.
- Er zijn verschillende processen die ook fout kunnen gaan. (correct)
Wat is het doel van de triadische vergelijkingstaak?
Wat is het doel van de triadische vergelijkingstaak?
- Om paren van woorden te vergelijken op gelijkenis. (correct)
- Om de meest gebruikte woorden in een categorie te vinden.
- Om te bepalen hoe vaak woorden op volgorde worden gezet.
- Om de gemiddelde afstand tussen woorden te berekenen.
Welke van de volgende taken gebruikt kaartjes om gelijkenissen te groeperen?
Welke van de volgende taken gebruikt kaartjes om gelijkenissen te groeperen?
Welk van de volgende factoren kan de verzameling van gelijkenissen beïnvloeden?
Welk van de volgende factoren kan de verzameling van gelijkenissen beïnvloeden?
Wat is de SOA in de context van priming?
Wat is de SOA in de context van priming?
Welke van de volgende voorbeelden illustreert semantische priming?
Welke van de volgende voorbeelden illustreert semantische priming?
Wat is een kenmerk van affectieve priming?
Wat is een kenmerk van affectieve priming?
Welke categorie van woorden zou niet significant profiteren van priming?
Welke categorie van woorden zou niet significant profiteren van priming?
Waarom is priming sterker bij automatische verwerking?
Waarom is priming sterker bij automatische verwerking?
Wat verstaan we onder netwerken in de context van semantische concepten?
Wat verstaan we onder netwerken in de context van semantische concepten?
Welke van de volgende beweringen is waar over semantische priming?
Welke van de volgende beweringen is waar over semantische priming?
Wat is het effect van een lange SOA op affectieve priming?
Wat is het effect van een lange SOA op affectieve priming?
Wat is de relatie tussen context en reactietijd in het experiment met de woorden 'wimper', 'garen' en 'zaag'?
Wat is de relatie tussen context en reactietijd in het experiment met de woorden 'wimper', 'garen' en 'zaag'?
In welke zin is het laatste woord meerduidig volgens de voorbeelden?
In welke zin is het laatste woord meerduidig volgens de voorbeelden?
Welke uitspraak is waar over de frequentie van betekenissen?
Welke uitspraak is waar over de frequentie van betekenissen?
Wat gebeurt er met de verwerking van een woord als het een dominante betekenis heeft?
Wat gebeurt er met de verwerking van een woord als het een dominante betekenis heeft?
Wat werd voornamelijk getest in de cross-modale lexicale beslissingstaak?
Wat werd voornamelijk getest in de cross-modale lexicale beslissingstaak?
Wat is het effect van context op de reactietijd bij het woord 'wimper'?
Wat is het effect van context op de reactietijd bij het woord 'wimper'?
Wat is de uitkomst van de studie waar 'oog' als voorbeeld werd gebruikt?
Wat is de uitkomst van de studie waar 'oog' als voorbeeld werd gebruikt?
Welke methode werd gebruikt om de reactietijd te meten in de experimenten?
Welke methode werd gebruikt om de reactietijd te meten in de experimenten?
Wat houdt de conclusie in dat MDS niet automatisch resulteert in een betekenisvol semantisch netwerk?
Wat houdt de conclusie in dat MDS niet automatisch resulteert in een betekenisvol semantisch netwerk?
Waarom kan de stress bij patiënten hoger zijn dan bij de gezonde controle groep?
Waarom kan de stress bij patiënten hoger zijn dan bij de gezonde controle groep?
Wat kan een reden zijn voor het slechte fit bij de patiënten in de studie?
Wat kan een reden zijn voor het slechte fit bij de patiënten in de studie?
Wat impliceert een gebrek aan interindividuele consistentie in groepsstudies?
Wat impliceert een gebrek aan interindividuele consistentie in groepsstudies?
Welke factoren kunnen de foutovereenkomst bij patiënten verklaren?
Welke factoren kunnen de foutovereenkomst bij patiënten verklaren?
Welke van de volgende stellingen is waar over de triadische vergelijkingsopdracht?
Welke van de volgende stellingen is waar over de triadische vergelijkingsopdracht?
Wat is de implicatie van het feit dat gemiddelde gegevens structuur kunnen verliezen?
Wat is de implicatie van het feit dat gemiddelde gegevens structuur kunnen verliezen?
Welke conclusie kan getrokken worden als stress bij controlepersonen ook hoog is?
Welke conclusie kan getrokken worden als stress bij controlepersonen ook hoog is?
Wat is het doel van typicaliteitsbeoordelingen?
Wat is het doel van typicaliteitsbeoordelingen?
Wat wordt bedoeld met 'family resemblance scores'?
Wat wordt bedoeld met 'family resemblance scores'?
Welke methode wordt gebruikt door Lans rip voor het bestuderen van categorieën?
Welke methode wordt gebruikt door Lans rip voor het bestuderen van categorieën?
Wat gebeurt er als een voorbeeld meer eigenschappen gemeen heeft met andere voorbeelden in een categorie?
Wat gebeurt er als een voorbeeld meer eigenschappen gemeen heeft met andere voorbeelden in een categorie?
Welke van de volgende taken omvat het genereren van eigenschappen?
Welke van de volgende taken omvat het genereren van eigenschappen?
Wat is een belangrijk aspect van de toegepaste beoordelingsmethoden?
Wat is een belangrijk aspect van de toegepaste beoordelingsmethoden?
Wat wordt bedoeld met hoogtypische voorbeelden?
Wat wordt bedoeld met hoogtypische voorbeelden?
Wat maakt een eigenschap meer representatief voor een categorie?
Wat maakt een eigenschap meer representatief voor een categorie?
Welke predictie wordt gemaakt door de twee-patroonhypothese?
Welke predictie wordt gemaakt door de twee-patroonhypothese?
Welke hypothese wordt verworpen door de studie?
Welke hypothese wordt verworpen door de studie?
Wat is de conclusie van de studie over de categorieën van tweetaligen?
Wat is de conclusie van de studie over de categorieën van tweetaligen?
Welke van de volgende beweringen is juist?
Welke van de volgende beweringen is juist?
Welke conclusie kan getrokken worden uit het onderzoek?
Welke conclusie kan getrokken worden uit het onderzoek?
Wat is de betekenis van de correlatie matrixen in het onderzoek?
Wat is de betekenis van de correlatie matrixen in het onderzoek?
Welke uitspraak is juist over de resultaten van het onderzoek?
Welke uitspraak is juist over de resultaten van het onderzoek?
Flashcards
Typicaliteit
Typicaliteit
De mate waarin een voorbeeld representatief is voor een categorie.
Hiërarchie (categorieën)
Hiërarchie (categorieën)
Een hiërarchische structuur met verschillende niveaus, waarbij elk niveau een meer specifieke categorie vertegenwoordigt. Bijvoorbeeld: Zoogdier > Hond > Dalmatiër.
Typicaliteitsbeoordeling
Typicaliteitsbeoordeling
Een test waarbij deelnemers de mate beoordelen waarin verschillende voorbeelden representatief zijn voor een categorie. Bijvoorbeeld: Welke van de volgende voorbeelden zijn goede voorbeelden van "fruit"?
Generen van eigenschappen
Generen van eigenschappen
Signup and view all the flashcards
Toepasbaarheidsbeoordeling
Toepasbaarheidsbeoordeling
Signup and view all the flashcards
Family resemblance score
Family resemblance score
Signup and view all the flashcards
Multidimensionale schaalvorming (MDS)
Multidimensionale schaalvorming (MDS)
Signup and view all the flashcards
Typicaliteit en Family resemblance score
Typicaliteit en Family resemblance score
Signup and view all the flashcards
Tweetaligen versus eentaligen
Tweetaligen versus eentaligen
Signup and view all the flashcards
Correlaties tussen stimuli
Correlaties tussen stimuli
Signup and view all the flashcards
Twee-patroonhypothese
Twee-patroonhypothese
Signup and view all the flashcards
Een-patroonhypothese
Een-patroonhypothese
Signup and view all the flashcards
Resultaten van de studie
Resultaten van de studie
Signup and view all the flashcards
Categorieën van tweetaligen
Categorieën van tweetaligen
Signup and view all the flashcards
Evidentie voor een-patroonhypothese
Evidentie voor een-patroonhypothese
Signup and view all the flashcards
Cognitief voordeel
Cognitief voordeel
Signup and view all the flashcards
Context-effect
Context-effect
Signup and view all the flashcards
Dominante betekenis
Dominante betekenis
Signup and view all the flashcards
Dominantie en context interactie
Dominantie en context interactie
Signup and view all the flashcards
Woordfrequentie
Woordfrequentie
Signup and view all the flashcards
Effect van frequentie
Effect van frequentie
Signup and view all the flashcards
Cross-modale lexicale beslissingstaak
Cross-modale lexicale beslissingstaak
Signup and view all the flashcards
Reactietijd (RT) en context
Reactietijd (RT) en context
Signup and view all the flashcards
Lexicale ambiguïteit
Lexicale ambiguïteit
Signup and view all the flashcards
Triadische vergelijkingstaak
Triadische vergelijkingstaak
Signup and view all the flashcards
Board sorteringstaak
Board sorteringstaak
Signup and view all the flashcards
Category fluency taak
Category fluency taak
Signup and view all the flashcards
Toegangsprobleem
Toegangsprobleem
Signup and view all the flashcards
Opslagdeficit
Opslagdeficit
Signup and view all the flashcards
Semantische priming
Semantische priming
Signup and view all the flashcards
Affectieve priming
Affectieve priming
Signup and view all the flashcards
SOA (Stimulus Onset Asynchrony)
SOA (Stimulus Onset Asynchrony)
Signup and view all the flashcards
Automatische verwerking
Automatische verwerking
Signup and view all the flashcards
Priming Sterker bij Automatische Verwerking
Priming Sterker bij Automatische Verwerking
Signup and view all the flashcards
Priming Verdwijnt bij Lange SOA
Priming Verdwijnt bij Lange SOA
Signup and view all the flashcards
Netwerkmodellen van Semantische Concepten
Netwerkmodellen van Semantische Concepten
Signup and view all the flashcards
Modellen over Semantische Concepten
Modellen over Semantische Concepten
Signup and view all the flashcards
Conclusies van de studie
Conclusies van de studie
Signup and view all the flashcards
Oorzaken van slechte fit
Oorzaken van slechte fit
Signup and view all the flashcards
Belang van interindividuele consistentie
Belang van interindividuele consistentie
Signup and view all the flashcards
Individuele vs. gemiddelde data
Individuele vs. gemiddelde data
Signup and view all the flashcards
Cruciale vragen
Cruciale vragen
Signup and view all the flashcards
Alternatieve verklaringen voor slechte fit
Alternatieve verklaringen voor slechte fit
Signup and view all the flashcards
Idiosyncratische semantische tekorten
Idiosyncratische semantische tekorten
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Functie: taal
- Drie geheugensystemen: zintuigelijk, korte termijn en lange termijn
- Zintuigelijk geheugen: ontvangt informatie via de zintuigen
- Korte termijn geheugen: tijdelijke opslag van informatie
- Lange termijn geheugen: permanente opslag van informatie
- Impliciet geheugen (procedureel): onbewuste herinneringen
- Expliciet geheugen (declaratief): bewuste herinneringen, bestaat uit episodisch en semantisch geheugen
- Episodisch geheugen: persoonlijke gebeurtenissen
- Semantisch geheugen: feitenkennis en betekenis van woorden
- Semantische concepten: concepten zijn essentieel voor psychologische functies
- Functies semantische concepten: categorisatie, opdelen van wereld in groepen en maakt wereld minder chaotisch
- Inductie: door concepten in hokjes te steken, weet je veel meer over voorwerpen
- Concepten kunnen veranderen
Wat is de interne structuur?
- Klassieke visie, volgens Aristoteles: concept wordt bepaald door definiërende eigenschappen
- Noodzakelijke voorwaarden: eigenschappen die een concept moet hebben
- Voldoende voorwaarden: eigenschappen die aanwezig zijn in een concept
- Voorbeelden: stoel, heeft een bepaalde vorm, stoel met 4 poten en rugleuning
- Problemen met alledaagse concepten: de wereld is niet altijd precies te definiëren
Wat is de prototypevisie?
- Family resemblance: objecten zijn typisch naarmate ze eigenschappen delen met andere voorbeelden binnen een categorie - objecten in prototype zijn meer typisch
- Prototype: soort gemiddelde exemplaar, de ideale vorm van een ding, bv een gemiddelde stoel
- Categorie en typicaliteit: gebaseerd op gelijkenis naar prototype
- Prototypevisie: concept wordt gepresenteerd via abstracte samenvattende representaties
- Subprototypes of superexemplaren: niveaus van abstractie tussenvorm
- Categorisatie: objecten passen in een categorie gebaseerd op overeenkomsten met een prototype-item
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze quiz behandelt belangrijke concepten uit de psychologie met betrekking tot semantische gelijkenis en de betrouwbaarheid van gegevens van gezonde proefpersonen. Beantwoord vragen over triadische vergelijkingstaken en de factoren die de perceptie van gelijkenis beïnvloeden. Test je kennis en leer meer over dit fascinerende onderwerp!