Podcast
Questions and Answers
Wat is de juiste definitie van prijselasticiteit van de vraag?
Wat is de juiste definitie van prijselasticiteit van de vraag?
- De mate waarin de vraag naar een product verandert als de prijs van dat product verandert. (correct)
- De mate waarin de vraag naar een product verandert als het inkomen van consumenten verandert.
- De mate waarin de vraag naar een product verandert als de prijs van een ander product verandert.
- De mate waarin de prijs van een product verandert als de vraag verandert.
Als de prijselasticiteit van de vraag voor een bepaald goed -0,5 is, betekent dit dat de vraag naar dit goed elastisch is.
Als de prijselasticiteit van de vraag voor een bepaald goed -0,5 is, betekent dit dat de vraag naar dit goed elastisch is.
False (B)
Verklaar in één zin wat het betekent als de prijselasticiteit van de vraag (Epv) voor een product gelijk is aan -2.
Verklaar in één zin wat het betekent als de prijselasticiteit van de vraag (Epv) voor een product gelijk is aan -2.
Voor elke procentuele stijging van de prijs, daalt de gevraagde hoeveelheid met 2 procent, en omgekeerd.
Goederen waarvoor de prijselasticiteit van de vraag tussen 0 en -1 ligt, worden beschouwd als ______ goederen.
Goederen waarvoor de prijselasticiteit van de vraag tussen 0 en -1 ligt, worden beschouwd als ______ goederen.
Welke van de volgende goederen is het meest waarschijnlijk een voorbeeld van een inelastisch goed?
Welke van de volgende goederen is het meest waarschijnlijk een voorbeeld van een inelastisch goed?
Luxegoederen kenmerken zich door een prijselasticiteit van de vraag die altijd tussen 0 en -1 ligt.
Luxegoederen kenmerken zich door een prijselasticiteit van de vraag die altijd tussen 0 en -1 ligt.
Geef een voorbeeld van een luxegoed en leg uit waarom de vraag ernaar waarschijnlijk elastisch is.
Geef een voorbeeld van een luxegoed en leg uit waarom de vraag ernaar waarschijnlijk elastisch is.
Een prijselasticiteit van de vraag kleiner dan -1 duidt op een ______ vraag.
Een prijselasticiteit van de vraag kleiner dan -1 duidt op een ______ vraag.
Welke uitspraak over kruislingse prijselasticiteit is correct?
Welke uitspraak over kruislingse prijselasticiteit is correct?
Substitutiegoederen hebben altijd een negatieve kruislingse prijselasticiteit.
Substitutiegoederen hebben altijd een negatieve kruislingse prijselasticiteit.
Geef een voorbeeld van twee complementaire goederen en leg uit waarom ze complementair zijn.
Geef een voorbeeld van twee complementaire goederen en leg uit waarom ze complementair zijn.
Als de kruislingse prijselasticiteit tussen product A en product B positief is, dan zijn product A en product B ______ goederen.
Als de kruislingse prijselasticiteit tussen product A en product B positief is, dan zijn product A en product B ______ goederen.
Wat is de definitie van inkomenselasticiteit?
Wat is de definitie van inkomenselasticiteit?
Inferieure goederen hebben een positieve inkomenselasticiteit.
Inferieure goederen hebben een positieve inkomenselasticiteit.
Geef een voorbeeld van een inferieur goed en leg uit waarom het als inferieur wordt beschouwd.
Geef een voorbeeld van een inferieur goed en leg uit waarom het als inferieur wordt beschouwd.
Een negatieve inkomenselasticiteit (Ey) is kenmerkend voor ______ goederen.
Een negatieve inkomenselasticiteit (Ey) is kenmerkend voor ______ goederen.
Match de volgende elasticiteiten met de bijbehorende beschrijving:
Match de volgende elasticiteiten met de bijbehorende beschrijving:
Stel dat de prijs van koffie met 10% stijgt en de vraag naar thee daardoor met 5% toeneemt. Wat is de kruislingse prijselasticiteit van thee ten opzichte van koffie, en welk type goederen zijn koffie en thee?
Stel dat de prijs van koffie met 10% stijgt en de vraag naar thee daardoor met 5% toeneemt. Wat is de kruislingse prijselasticiteit van thee ten opzichte van koffie, en welk type goederen zijn koffie en thee?
Primaire goederen, zoals basisvoedsel, hebben over het algemeen een inkomenselasticiteit die groter is dan die van luxegoederen.
Primaire goederen, zoals basisvoedsel, hebben over het algemeen een inkomenselasticiteit die groter is dan die van luxegoederen.
Leg uit waarom de vraag naar benzine op korte termijn inelastischer is dan op lange termijn.
Leg uit waarom de vraag naar benzine op korte termijn inelastischer is dan op lange termijn.
Flashcards
Prijselasticiteit van de vraag (Epv)
Prijselasticiteit van de vraag (Epv)
Geeft aan hoe de vraag naar een product reageert op een relatieve prijsverandering van dat product.
Inelastische vraag
Inelastische vraag
De vraag reageert weinig op prijsveranderingen (Epv tussen 0 en -1).
Elastische vraag
Elastische vraag
De vraag reageert sterk op prijsveranderingen (Epv kleiner dan -1).
Interpretatie Epv = -1,5
Interpretatie Epv = -1,5
Signup and view all the flashcards
Substitutiegoederen
Substitutiegoederen
Signup and view all the flashcards
Complementaire goederen
Complementaire goederen
Signup and view all the flashcards
Inferieur goed
Inferieur goed
Signup and view all the flashcards
Kruislingse prijselasticiteit
Kruislingse prijselasticiteit
Signup and view all the flashcards
Interpretatie Ek = -2,5
Interpretatie Ek = -2,5
Signup and view all the flashcards
Inkomenselasticiteit (Ey)
Inkomenselasticiteit (Ey)
Signup and view all the flashcards
Inferieur goed (grafiek)
Inferieur goed (grafiek)
Signup and view all the flashcards
Primair goed (grafiek)
Primair goed (grafiek)
Signup and view all the flashcards
Luxe goed (grafiek)
Luxe goed (grafiek)
Signup and view all the flashcards
Study Notes
- Prijselasticiteit is een factor die aangeeft hoe de vraag naar een product reageert op een relatieve prijsverandering.
Prijselasticiteit van de vraag (Epv)
- Bij een Epv tussen 0 en -1 is er sprake van een inelastische vraag, typisch voor primaire goederen.
- Bij een Epv kleiner dan -1 is er sprake van een elastische vraag, typisch voor luxe goederen.
- Bij een Epv van -1,5, stijgt of daalt de vraag met 1,5% voor elke procentuele verandering in de prijs.
Elasticiteit en soorten goederen
- Noodzakelijke goederen hebben een elasticiteit tussen -1 en 0.
- Luxegoederen hebben een elasticiteit kleiner dan -1.
- Inferieure goederen hebben een elasticiteit groter dan 0.
Soorten goederen
- Substitutiegoederen: Goederen die elkaar kunnen vervangen, zoals koffie en thee. De kruislingse prijselasticiteit is altijd positief.
- Complementaire goederen: Goederen die elkaar aanvullen, zoals een Nespresso apparaat en de cups. De kruislingse prijselasticiteit is altijd negatief.
- Inferieure goederen: Goederen waarvan de vraag daalt bij een hoger inkomen. De inkomenselasticiteit (Ey) is negatief.
Kruislingse prijselasticiteit
- Dit meet hoe de vraag naar een product reageert op een prijsverandering van een ander product.
- Bij een Ek van -2,5, daalt of stijgt de vraag naar product B met 2,5% voor elke procentuele verandering in de prijs van product A.
- Een positieve kruislingse prijselasticiteit duidt op substitutiegoederen.
- Een negatieve kruislingse prijselasticiteit duidt op complementaire goederen.
Inkomenselasticiteit
- Dit berekent hoe de vraag naar een product verandert door een verandering van het inkomen.
- Als het inkomen stijgt en de vraag naar producten ook stijgt, is de inkomenselasticiteit (Ey) positief.
- Een inferieur goed is een goed waarvan de consument minder koopt naarmate zijn inkomen stijgt (Ey is negatief), vaak vervangen door luxere producten.
- Voorbeelden hiervan zijn: autovakanties inruilen voor vliegvakanties of B-merken vervangen door A-merken.
Goederen in grafieken
- Inferieur goed: De gevraagde hoeveelheid daalt naarmate het inkomen stijgt, omdat de consument de voorkeur geeft aan een ander product.
- Primair goed: Naarmate het inkomen stijgt, neemt de vraag toe, maar er komt een punt van verzadiging (V).
- Luxe goed: Vanaf een bepaald drempelinkomen (D) ontstaat de behoefte aan dit type product.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.