Politieke Systemen en Ideologieën Quiz

De Katholieken in België streefden in 1831 naar godsdienstvrijheid en onderwijsvrijheid als onderdeel van de nieuwe grondwet.

De Liberalen in België streefden in 1831 naar vrijheid voor politieke verenigingen, eigen pers en vrijmetselaarsloges als onderdeel van de nieuwe grondwet.

Het censitaire kiesrecht hield in dat alleen burgers met een bepaalde stand of inkomen stemrecht hadden. Dit beperkte de politieke deelname in de 19e eeuw.

De scheiding der machten betekent dat de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht onafhankelijk van elkaar functioneren om een evenwichtig systeem te creëren.

Een constitutionele parlementaire monarchie combineert een constitutionele monarchie met een parlementaire democratie. De koning heeft een symbolische rol, maar de macht ligt bij het parlement.

De systematische vervolging van Joden door het Nazi-regime, gekenmerkt door intimidatie, geweld, confiscatie van eigendommen, verbod op arbeid, internering en gedwongen emigratie.

Een reeks wetten die in 1935 werden uitgevaardigd door het Nazi-regime om Joden te ontnemen van hun burgerrechten en hun status als tweede-rangs burgers te bevestigen.

Een pogrom tegen Joden in Duitsland op 9 en 10 november 1938, gekenmerkt door verbranding van synagogen, plundering van winkels en bedrijven en geweld tegen Joden.

Een afgesloten gebied waar Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog werden geconfineerd door het Nazi-regime, in afwachting van deportatie naar concentratiekampen.

De systematische genocide van Joden door Nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog, die resulteerde in de moord op miljoenen mensen.

De landen die tijdens de Tweede Wereldoorlog samenwerkten met Nazi-Duitsland: Duitsland, Italië en Japan.

De landen die tijdens de Tweede Wereldoorlog samenwerkten tegen de Asmogendheden, waaronder Groot-Brittannië, Frankrijk, Sovjet-Unie en de Verenigde Staten.

De aanval van Japan op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op 7 december 1941, wat leidde tot de toetreding van de Verenigde Staten tot de oorlog.

De Tweede Wereldoorlog wordt gekenmerkt door belangrijke gebeurtenissen zoals de Slag om Engeland, de Slag om Stalingrad, de invasie in Normandië (D-day) en de Slag om de Ardennen, die de loop van de oorlog beïnvloedden.

De Tweede Wereldoorlog kenmerkte zich door technologische vooruitgang, zoals het gebruik van V-wapens, en door de intensieve betrokkenheid van de burgerbevolking in de oorlog.

De Tweede Wereldoorlog had verwoestende gevolgen, met enorme aantallen slachtoffers, materiële schade, politieke herstructurering en het begin van de Koude Oorlog.

Een conferentie in 1945 waar de leiders van de VS, VK en SU samenkwamen om de naoorlogse wereldorde te bespreken.

Een conferentie in 1945 waar de leiders van de VS, VK en SU samenkwamen om de toekomst van Duitsland na de oorlog te bespreken, inclusief de verdeling van het land in bezettingszones.

Een land waar de macht verdeeld is tussen een nationale regering en deelregeringen, die elk hun eigen bevoegdheden hebben.

De federale overheid heeft bevoegdheden op gebieden zoals financiën, sociale zekerheid, defensie, justitie en buitenlandse zaken.

Gewesten hebben bevoegdheden op gebieden die direct met hun grondgebied te maken hebben, zoals economie, leefmilieu, ruimtelijke ordening, vervoer en landbouw.

Gemeenschappen hebben bevoegdheden die met taal en persoon te maken hebben, zoals onderwijs, cultuur, gezondheid en sociale hulp.

Provincies en gemeenten hebben bevoegdheden op het gebied van onderwijs, sociale en culturele infrastructuur, preventieve gezondheidszorg en sociaal beleid.

De leider van de federale regering, verantwoordelijk voor de algemene leiding van het land.

De leider van de Vlaamse regering, verantwoordelijk voor de besturing van Vlaanderen.

De federale staat in België heeft zich doorheen de tijd ontwikkeld, met steeds meer bevoegdheden voor de gewesten en gemeenschappen.

De kolonisator profiteert van macht en aanzien, een bestemming voor bevolkingsgroei, stimulatie van de eigen economie via goedkope grondstoffen en een grote afzetmarkt, verspreiding van eigen cultuur en taal, en stimulans voor wetenschap, technologie en geneeskunde.

De kolonisator moet grote investeringen doen, aanzienlijke militaire inspanningen leveren, en er is een risico op politieke spanningen en conflicten.

Gekoloniseerde gebieden kunnen profiteren van bescherming tegen slavernij en familiedictatuur, betere gezondheidszorg, politieke stabiliteit, introductie van westerse wetenschap en techniek, en infrastructuur zoals wegen, sporen en bruggen.

Gekoloniseerde gebieden ervaren bijna geen politieke inspraak, economische uitbuiting, uitbuiting van de inheemse bevolking, en het verdwijnen van de traditionele manier van leven.

Leopold II verwerft Congo als privé-eigendom onder het mom van humanitaire hulp, maar zijn beleid leidt tot de dood van miljoenen Congolezen door moord, honger en uitputting.

De moord op de Oostenrijkse aartshertog in Sarajevo leidt tot een ultimatum van Oostenrijk-Hongarije aan Servië. Servië weigert het ultimatum en Oostenrijk-Hongarije verklaart de oorlog, waardoor het alliantiesysteem in werking treedt.

De Eerste Wereldoorlog wordt veroorzaakt door verschillende factoren: de Frans-Pruisische oorlog, de Boerenoorlog, de Balkanoorlogen, economische rivaliteit, en de drang van Duitsland naar economische expansie.

De Eerste Wereldoorlog wordt gekenmerkt door loopgraven oorlogsvoering, waarin legers vastzitten in loopgraven en elkaar beschieten, wat tot immense verliezen leidt.

De Eerste Wereldoorlog zag het eerste gebruik van chemische wapens, zoals chloorgas en mosterdgas, wat tot afschuwelijke slachtoffers leidde.

Het Verdrag van Versailles legt een zware last op Duitsland, inclusief herstelbetalingen, territoriale verliezen, ontwapening en verbod op onderzeeërs en luchtmacht.

De Volkenbond wordt opgericht om conflicten vreedzaam op te lossen en oorlog te voorkomen, maar slaagt er niet in om agressieve machten te stoppen.

De economische crisis van de jaren '30 veroorzaakt door overproductie, armoede, werkloosheid, instabiele banken en het instorten van voedselprijzen.

De New Deal Act, onder leiding van Franklin Delano Roosevelt, streeft naar het herstel van de economie na de grote depressie.

Fascisme en nazisme verwerpen vrijheid, gelijkheid en individualisme, streven naar nationale eenheid, gebruiken propaganda, zijn hiërarchisch georganiseerd, omarmen geweld en oorlog, en verheerlijken de leider.

Fascisme staat in contrast met het democratische rechtsstaatmodel, met verschillen in burgerlijke gelijkheid, rol van het parlement, vrijheid van meningsuiting, kiesrecht, media en de eerlijkheid van de staat.

Het succes van fascisme in Italië en nazisme in Duitsland is te verklaren door economische moeilijkheden, angst voor communisme, teleurstelling door de naoorlogse situatie en een verlangen naar een sterke, autoritaire leider.

Een door de nazi's opgerichte raad in Joodse getto's, die bedoeld was om Joden te 'besturen', maar in werkelijkheid gedwongen werd de nazi-wensen uit te voeren.

Een stervormig symbool dat door de nazi's werd gebruikt om Joden te identificeren en te stigmatiseren.

Het proces waarbij nazi's bij aankomst in vernietigingskampen besloten wie zou worden vermoord en wie zou worden ingezet voor dwangarbeid.

Een internationale organisatie die in 1919 werd opgericht om internationale vrede en veiligheid te bevorderen na de Eerste Wereldoorlog.

De Verenigde Naties, een internationale organisatie die in 1945 werd opgericht om internationale vrede en veiligheid te bevorderen.

De doelstellingen van de Verenigde Naties zijn onder andere: internationale vrede en veiligheid handhaven, vriendschappelijke betrekkingen tussen staten tot stand brengen, landen helpen tot oplossingen te komen en landen stimuleren om meer aandacht te geven aan mensenrechten en fundamentele vrijheden.

Een belangrijk VN-orgaan waar alle lidstaten vertegenwoordigd zijn en waar zaken worden besproken, voorstellen worden ingediend en besluiten worden genomen.

Een belangrijk VN-orgaan met 15 leden dat verantwoordelijk is voor het handhaven van internationale vrede en veiligheid. Het kan sancties opleggen of vredesmissies inzetten.

De administratieve tak van de Verenigde Naties, die verantwoordelijk is voor het organiseren van het werk van de VN, het beheren van de begroting en het communiceren met de wereld.

Het gerechtshof van de Verenigde Naties, dat geschillen tussen staten beslist. Alle landen kunnen zaken voor het hof brengen.

Een VN-orgaan dat zich bezighoudt met economische en sociale zaken, zoals armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en mensenrechten.

Het recht van een land om een besluit van de Veiligheidsraad (VN) te blokkeren, ongeacht de meerderheid van de stemmen.

Een set van 17 doelstellingen die de VN in 2015 hebben vastgesteld om de wereld te verbeteren voor 2030, zoals het bestrijden van armoede, honger en klimaatverandering.

Een wereldorde met twee tegengestelde ideologieën die de macht verdelen.

De symbolische grens tussen het communistische Oost-Europa en het kapitalistische West-Europa.

De Amerikaanse belofte om landen die door het communisme worden bedreigd te helpen.

De Sovjet-reactie op de Trumandoctrine, die socialistische landen verdedigde tegen terugkeer naar kapitalisme.

Een militaire alliantie van communistische landen in Oost-Europa, als tegenhanger van de NAVO.

De Sovjet-Unie sloot West-Berlijn af om de stad te isoleren en de geallieerden te dwingen te vertrekken.

Een fysieke barrière gebouwd in 1961 door Oost-Duitsland om te voorkomen dat mensen naar het Westen vluchtten.

Gorbatsjov's hervormingsbeleid om meer openheid en transparantie in de Sovjet-Unie te brengen.

Gorbatsjov's hervormingsbeleid om de Sovjet-economie te hervormen en meer marktwerking te introduceren.

Een periode in de jaren '60 en '70 waarin seksuele normen en attitudes veranderden.

De strijd voor gelijke behandeling van vrouwen in alle aspecten van het leven.

Mensen die kritisch zijn over de negatieve effecten van globalisering.

Een denkwijze die twijfelt aan traditionele waarden en zekerheden.