Politiek en Media: Een Quiz

Een mediamodel waar de staat een dominante rol speelt. De overheid bezit en reguleert de media, gebruikt media als instrument en voorziet in financiering.

Satireprogramma's kunnen het publiek beter informeren over een onderwerp dan nieuwsberichten. Dit leidt tot een sterker gevoel van belang en meer discussie over het onderwerp.

Als mensen zich meer geïnformeerd voelen over een onderwerp na het zien van satire, zijn ze eerder geneigd actie te ondernemen.

Een mediamodel waar de staat weinig invloed heeft. De media is voornamelijk in private handen en wordt gekenmerkt door weinig regulering en sterke concurrentie.

De mate waarin een onderwerp aandacht krijgt in de media beïnvloedt de aandacht van het publiek voor dat onderwerp.

Een mediamodel waar de staat een belangrijke rol speelt als facilitator en ondersteuner van een diverse en pluriforme media.

Een model waar de staat geen actieve rol speelt, maar het mediaveld aan zijn lot overlaat.

Satireprogramma's kunnen de publieke agenda beïnvloeden door de aandacht te vestigen op bepaalde onderwerpen.

De relatie tussen satire en nieuwsmedia is vaak gespannen, omdat satiristen nieuwsmedia bekritiseren en soms spotten met hun werk.

Het proces van het verminderen van de invloed van de staat op de media.

Een samenleving verdeeld in verschillende, gescheiden groepen of sectoren die elk hun eigen media, instituten en standpunten hebben.

Satireprogramma's beïnvloeden de nieuwsagenda door de media te stimuleren om over bepaalde onderwerpen te berichten.

Satirici kunnen 'de waarheid van macht' blootleggen, wat invloed heeft op politici.

Een politiek systeem waarin samenwerking en consensus centraal staan.

Satireprogramma's kunnen een onderwerp op de politieke agenda plaatsen, vooral als er duidelijke politieke verantwoordelijkheid is en het onderwerp onbekend of negatief in het programma belicht wordt.

Een situatie waarin mediaorganisaties en hun inhoud nauw verbonden zijn met specifieke politieke partijen of belangengroepen.

Het doel van een amusementsprogramma is om het publiek te ontspannen. Dit betekent een lichtere toon, minder kritiek en meer ononderbroken verhalen.

Politici die aan amusementsprogramma's deelnemen moeten oppassen voor een aantal gevaren. Het kan lijken alsof ze zichzelf in de kijker willen zetten, waardoor ze juist bekritiseerd kunnen worden. Ook is het risico dat ze onprofessioneel of onsympathiek overkomen, als ze niet charmant genoeg zijn.

Een positief effect van amusementsprogramma's is dat politici bereid zijn om meer persoonlijke informatie te delen, wat een positieve indruk kan maken. Humor en zelfspot maken politici meer menselijk en toegankelijker.

De "exemplification theory" stelt dat mensen na het zien van een aantal leuk overkomende politici de indruk krijgen dat alle politici leuk zijn.

Nieuws moet verschillende visies tonen en kritische vragen stellen. Dit in tegenstelling tot amusementsprogramma's, die vaak een lichter beeld geven.

Een campagnetactiek waarbij een kandidaat de tegenstander aanvalt en negatief belicht. Dit kan door geruchten te verspreiden, beloftes te breken of te focussen op zwakke punten.

Negatieve campagnevoering kan effectief zijn in bepaalde situaties, zoals wanneer een kandidaat achterloopt in de peilingen. Het kan echter ook averechts werken en de reputatie van de kandidaat schaden.

Een toenemende trend in de media waarbij het streven naar winst en zendtijd belangrijker wordt dan het verstrekken van kwalitatief hoogstaand nieuws.

Journalisten die vasthouden aan traditionele manieren van nieuwsgaring en -presentatie, waardoor ze mogelijk belangrijke gebeurtenissen missen of onvoldoende aandacht besteden aan diverse perspectieven.

De media dient verschillende standpunten en perspectieven te presenteren, maar deze diversiteit wordt bedreigd wanneer politieke actoren te veel invloed hebben op de inhoud.

De invloed van politieke actoren op de media-inhoud kan leiden tot een gebrek aan onafhankelijkheid en objectiviteit in het nieuws.

De media heeft een belangrijke rol in het informeren en controleren van de macht. Deze rol wordt bedreigd wanneer de media vooral gericht is op amusementswaarde in plaats van kwalitatief hoogstaand nieuws.

Valli & Nai (2020) concluderen dat negatieve campagnevoering een wereldwijd verschijnsel is, waarbij oppositiepartijen, extreemrechtse partijen en rechtse kandidaten vaker negatieve tactieken toepassen. Verder is er een trend dat er minder negatieve campagnevoering is in landen met meer vrouwelijke parlementsleden.

Het aanpassen van buitenlands nieuws aan de interesses en verwachtingen van een binnenlands publiek, waarbij de focus verschuift naar de impact op het eigen land.

Het beeld van het buitenland in de media wordt beïnvloed door de nationaliteit van de correspondent. Correspondenten van bepaalde media (bv. staatsmedia) geven vaak een ander beeld dan onafhankelijke journalisten.

Een paradox die verwijst naar de tegenstelling tussen de toename van globalisering en de daling van het aandeel buitenlands nieuws in de media.

Correspondenten die in vaste dienst zijn bij een medium hebben vaak andere werkomstandigheden dan freelancers. Dit kan invloed hebben op hun rapportage en de mate waarin ze bepaalde gebeurtenissen kunnen belichten.

Journalistiek die zich richt op de onderlinge verbondenheid van mensen en gebeurtenissen in verschillende delen van de wereld, overstijgend nationale grenzen.

Buitenlands nieuws geeft vaak geen correct beeld van de realiteit. Dit komt door een aantal factoren, waaronder dominantie van elitebronnen en het gebruik van public diplomacy door regeringen.

Regeringen kunnen hun eigen media gebruiken om hun eigen beeld van de wereld te promoten en buitenlandse opinies te beïnvloeden. Dit wordt public diplomacy genoemd.

Het gebruik van selectieve criteria om een specifiek publiek te bereiken met nieuwsberichten.

Een fenomeen waar het publiek meer nationale trots en steun aan de regering toont, en critici stiller blijven, wanneer een land betrokken is bij een conflict. Dit kan de berichtgeving in de media beïnvloeden (bv. positievere belichting van de regering).

Nieuws dat zich richt op gebeurtenissen buiten het eigen land en die geen directe of indirecte impact hebben op het binnenland.

Nieuws dat zich richt op gebeurtenissen buiten het eigen land en die wel directe of indirecte impact hebben op het eigen land.

Nieuws dat zich richt op gebeurtenissen binnen het eigen land, maar die een connectie hebben met het buitenland.

Een verzameling factoren die de globalisering van de samenleving bevorderen, waaronder economische interdependentie, migratiestromen, technologie en een toenemende bewustwording van wereldwijde problemen.