Parlementaire Democratie en Politiek

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is de kern van een parlementaire democratie?

  • Een systeem waarin wetgeving gebaseerd is op religie.
  • Een staatsvorm waarbij alle macht in handen is van één persoon.
  • Het samenkomen van gekozen volksvertegenwoordigers in het parlement. (correct)
  • De directe invloed van de bevolking op alle politieke beslissingen.

In een autoritair regime is het onmogelijk om democratische kenmerken te vinden.

False (B)

Wat is de functie van een regeerakkoord in een coalitie?

Het vastleggen van plannen voor de komende jaren

In Nederland worden de leden van de Tweede Kamer gekozen via een stelsel van ______ vertegenwoordiging.

<p>evenredige</p> Signup and view all the answers

Match de volgende vormen van dictatuur met hun kenmerk:

<p>Ideologisch = Gebaseerd op een politieke overtuiging. Religieus = Gebaseerd op religieuze wetgeving. Militair = Macht ligt bij het leger.</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van een 'one-issuepartij'?

<p>Het centraal stellen van één specifiek aspect van de samenleving. (B)</p> Signup and view all the answers

Stemmen in Nederland is verplicht.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Welke term wordt gebruikt voor kiezers die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen?

<p>Zwevende kiezers</p> Signup and view all the answers

Het recht van ______ geeft de Tweede Kamer de mogelijkheid om een minister met spoed te laten komen.

<p>interpellatie</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een recht dat alleen geldt voor de Tweede Kamer?

<p>Het recht van amendement. (B)</p> Signup and view all the answers

In een gedecentraliseerde eenheidsstaat bepalen de lagere overheden de grote lijnen van het beleid.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Welke rol speelt de Commissaris van de Koning (CvK) bij de benoeming van een burgemeester?

<p>Selecteert sollicitanten</p> Signup and view all the answers

Wat is het voornaamste doel van waterschappen?

<p>Het zorgen voor droge voeten en schoon drinkwater. (B)</p> Signup and view all the answers

Een coalitie hoeft geen meerderheid in de Tweede Kamer te hebben om te kunnen regeren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van een informateur tijdens een kabinetsformatie?

<p>Het onderzoeken welke partijen samen een meerderheid hebben en willen samenwerken. (D)</p> Signup and view all the answers

De ______ macht, bestaande uit regering en politie, is verantwoordelijk voor de uitvoering van wetten.

<p>uitvoerende</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van het begrip 'demissionair kabinet'?

<p>Het oude kabinet blijft zitten tot er een nieuw kabinet gevormd is.</p> Signup and view all the answers

Wat houdt het recht van 'motie van wantrouwen' in?

<p>Het recht om het vertrouwen in een minister op te zeggen. (D)</p> Signup and view all the answers

Een minister zonder portefeuille heeft geen eigen beleidsterrein.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De trias politica is een beginsel dat machtsmisbruik voorkomt door de scheiding van de wetgevende, uitvoerende en ______ macht.

<p>rechtelijke</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is politiek?

Het maken van keuzes die bindend zijn voor alle burgers in een staat.

Wat is democratie?

Een bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed heeft op de politieke besluitvorming.

Wat is indirecte democratie?

Burgers kiezen volksvertegenwoordigers die de beslissingen nemen.

Wat is een autoritair regime/dictatuur?

Een staatsvorm waarbij alle macht in handen is van één persoon of een kleine groep mensen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een ideologische dictatuur?

Regime gebaseerd op een ideologie, zoals het communisme.

Signup and view all the flashcards

Wat is een religieuze dictatuur?

Regime waar wetgeving gebaseerd is op religie.

Signup and view all the flashcards

Wat is een militaire dictatuur?

Regime waarbij de macht bij het leger ligt.

Signup and view all the flashcards

Wat is een ideologie?

Een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.

Signup and view all the flashcards

Wat is liberalisme?

Belangrijke waarden: vrijheid en tolerantie.

Signup and view all the flashcards

Wat is socialisme?

Belangrijke waarden: gelijkwaardigheid en solidariteit.

Signup and view all the flashcards

Wat is confessionalisme?

Belangrijke waarden: christelijk geloof.

Signup and view all the flashcards

Wat is een politieke partij?

Groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een goede samenleving met als doel mee te besturen met het land.

Signup and view all the flashcards

Wat is een actiegroep?

Gericht op één doel.

Signup and view all the flashcards

Wat is een belangenorganisatie?

Behartigt belangen van één bepaalde groep.

Signup and view all the flashcards

Wat is een one-issuepartij?

Stellen één aspect van de samenleving centraal.

Signup and view all the flashcards

Wat is een populistische partij?

Komt op voor de belangen van 'gewone burgers' en zet zich af tegen de politieke elite.

Signup and view all the flashcards

Wat is een niet-democratische partij?

Wijzen een democratische staatsvorm af.

Signup and view all the flashcards

Wat is stemrecht?

Stemmen op wetsvoorstellen.

Signup and view all the flashcards

Wat is budgetrecht?

Recht om rijksbegrotingen goed of af te keuren.

Signup and view all the flashcards

Wat is recht van initiatief?

Recht om zelf een wetvoorstel in te dienen (alleen Tweede Kamer).

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Parlementaire Democratie en Politiek

  • Politiek omvat het maken van keuzes die bindend zijn voor alle burgers in een staat.
  • Politici nemen besluiten van algemeen belang die ons leven beïnvloeden.

Democratie

  • Democratie is een bestuursvorm waarbij de bevolking directe of indirecte invloed heeft op de politieke besluitvorming.
  • De term democratie komt van de Griekse woorden 'démos' (volk) en 'kratein' (regeren'.
  • Nederland heeft een indirecte democratie, ook wel een parlementaire democratie genoemd.
  • Volksvertegenwoordigers vormen samen het parlement.

Autoritaire Regimes en Dictaturen

  • Een autoritair regime of dictatuur is een staatsvorm waarbij de macht in handen is van één persoon of een kleine groep.
  • Sommige landen vertonen zowel autoritaire als democratische kenmerken, zoals Indonesië en Turkije.

Vormen van Dictatuur

  • Ideologisch: gebaseerd op een ideologie, bijvoorbeeld het communisme, zoals in Noord-Korea en China.
  • Religieus: gebaseerd op religie, zoals in Iran.
  • Militair: waarbij de macht bij het leger ligt, zoals in Myanmar (Birma).

Ideologie

  • Ideologie is een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste kunnen samenleven.
  • Een ideologie omvat standpunten over belangrijke waarden, normen en sociaaleconomische verhoudingen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen linkse en rechtse ideologieën.

Linkse en Rechtse Ideologieën

  • Links: een actieve overheid, eerlijke verdeling van inkomen, een uitgebreide verzorgingsstaat en gelijke kansen worden nagestreefd.
  • Rechts: een passieve overheid, lage belastingen, eigen verantwoordelijkheid van burgers en economische vrijheid staan centraal.

Liberalisme

  • Liberalisme: belangrijke waarden zijn vrijheid en tolerantie.
  • Economische vrijheid houdt in: minder regels, een vrije markteconomie en lagere belastingen.
  • Persoonlijke vrijheid betreft onder meer de vrijheid van geloofs- en levensovertuiging, euthanasie, homohuwelijk en genotsmiddelen.

Socialisme

  • Socialisme: belangrijke waarden zijn gelijkwaardigheid en solidariteit.
  • Het socialisme ontstond in de 19e eeuw als reactie op slechte werkomstandigheden, waarbij communisten revoluties probeerden te ontketenen.
  • Socialisten streven naar een eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht.
  • Sociaaldemocratie acht een vrije markteconomie wenselijk, in combinatie met een uitgebreide verzorgingsstaat.

Confessionalisme

  • Confessionalisme: christelijk geloof is een belangrijke waarde.
  • Tegenwoordig richt het confessionalisme zich op christendemocratie.
  • Kernwaarden zijn gespreide verantwoordelijkheid, naastenliefde, saamhorigheid, rentmeesterschap voor de aarde, een sterk maatschappelijk middenveld en het gezin als hoeksteen van de samenleving.
  • Staat vaak in het politieke midden.

Politieke Partijen, Actiegroepen en Belangenorganisaties

  • Een politieke partij is een groep mensen met dezelfde ideeën over een goede samenleving, die meedoen aan het bestuur van het land.
  • Een actiegroep is gericht op één specifiek doel, zoals Wakker Dier (dierenwelzijn) of Pro-life (anti-abortus).
  • Een belangenorganisatie behartigt de belangen van een bepaalde groep, zoals ANWB (weggebruikers) en vakbonden (werknemers).

One-Issuepartijen

  • One-issuepartijen richten zich op één specifiek aspect van de samenleving, zoals de Partij voor de Dieren of de BoerBurgerBeweging.

Populistische Partijen

  • Populistische partijen komen op voor de belangen van de 'gewone burgers' en zetten zich af tegen de politieke elite.
  • Hun opvattingen zijn niet per se links of rechts.
  • Ze hebben vaak nationalistische standpunten en zijn tegen immigratie en de EU.

Niet-Democratische Partijen

  • Niet-democratische partijen wijzen de democratische staatsvorm af.
  • Het zijn vaak fascistische of rechts-extremistische partijen.
  • Ze zijn sterk nationalistisch.
  • Ze doen in Nederland niet mee aan de verkiezingen.

Functies van Politieke Partijen

  • Politieke partijen bundelen ideeën over de samenleving in een verkiezingsprogramma.
  • Ze informeren kiezers over hun standpunten over maatschappelijke kwesties.
  • Leden kunnen deelnemen aan de partij en bijvoorbeeld meepraten over het verkiezingsprogramma.
  • Ze selecteren geschikte kandidaten voor politieke functies.

Verkiezingen in Nederland

  • In Nederland zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement, de Provinciale Staten, de waterschappen, de Tweede Kamer en de gemeenteraad.

Partijprogramma en Ideologische Indeling

  • Elke partij heeft een partijprogramma met haar standpunten en een lijsttrekker.
  • Partijen kunnen naast de indeling in liberaal en sociaal ook worden ingedeeld in progressief en conservatief.

Progressief vs. Conservatief

  • Progressief: vooruitstrevende politieke ideeën, vaak voorstander van veranderingen zoals homohuwelijk, abortus en klimaatdoelstellingen.
  • Conservatief: behoudende ideeën, benadrukken wat al bereikt is, bijvoorbeeld sceptisch over meer macht voor de EU of het beperken van homohuwelijken tot man en vrouw.

Zwevende Kiezers

  • Veel mensen zijn tegenwoordig zwevende kiezers, die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.
  • Partijen proberen deze kiezers te bereiken via de media, zoals tv-debatten, Twitter en Facebook.

Redenen om op een Partij te Stemmen

  • De standpunten komen overeen met de eigen ideeën.
  • De partij behartigt de belangen van de kiezer.
  • Er wordt strategisch gestemd om een partij in de regering te krijgen.
  • De persoon van de lijsttrekker spreekt de kiezer aan.

Stemmen in Nederland

  • In Nederland stem je op een persoon, niet op een partij.
  • De meeste kiezers stemmen op de lijsttrekker, sommigen kiezen bewust voor een andere kandidaat.
  • Door voorkeursstemmen kan een kandidaat die laag op de lijst staat toch in de Tweede Kamer komen.

Zetelverdeling

  • In Nederland worden verkiezingen gehouden volgens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging, waarbij alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels.
  • De kiesdeler is het aantal stemmen dat nodig is voor één zetel.
  • Een voorbeeld: bij 9.500.000 stemmen en 150 zetels is de kiesdeler 60.000 stemmen.

Districtenstelsel

  • Het districten- of meerderheidsstelsel is een ander kiessysteem dat onder andere in de VS en het Verenigd Koninkrijk wordt gebruikt.
  • Het land is verdeeld in kiesdistricten.
  • Per district wordt één afgevaardigde naar het parlement gestuurd.
  • Dat is de kandidaat die de meeste stemmen haalt ('The Winner takes all').

Kabinetsformatie

  • Partijen die de regering willen vormen, moeten het eens zijn over het toekomstige beleid en idealiter de steun hebben van de meerderheid (minimaal 76 zetels) in de Tweede Kamer.
  • In de informatie fase kiest de Tweede Kamer een informateur die onderzoekt welke partijen samen een meerderheid hebben en een coalitie willen vormen.
  • Een coalitie is een samenwerkingsverband van twee of meer partijen.

Regeerakkoord en Coalitie

  • De coalitiepartijen stellen een regeerakkoord op met de plannen voor de komende jaren.
  • De oppositiefractie bestaat uit de partijen die niet in het kabinet zitten.
  • De formateur (meestal de toekomstige minister-president) zoekt naar geschikte ministers en staatssecretarissen.
  • Het aantal zetels van een regeringspartij in de Tweede Kamer bepaalt vaak het aantal kabinetsleden dat de partij mag leveren.
  • Na de formatie wordt de regering door de koning(in) benoemd, waarna de bordesfoto volgt.

Kabinetscrisis

  • Een kabinetscrisis kan ontstaan als kabinetsleden het structureel onderling niet eens zijn of als de Tweede Kamer haar steun opzegt, wat kan leiden tot vervroegde verkiezingen.
  • Een demissionair kabinet blijft zitten tot er een nieuw kabinet is gevormd en heeft geen eigen missie meer.

Regering en Parlement

  • De regering bestaat uit de koning en de ministers.
  • Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer (75 zetels) en de Tweede Kamer (150 zetels) en wordt ook wel Staten-Generaal genoemd.
  • Regeringsfracties zijn de fracties van de partijen die in de regering zitten.
  • Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen.
  • Een minister heeft een eigen beleidsterrein en meestal een eigen ministerie.
  • Een staatssecretaris neemt een deel van het beleidsterrein van de minister op zich.
  • Een fractie is een groep volksvertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan.
  • Een minister zonder portefeuille heeft geen eigen ministerie.

Parlementaire Democratie in Nederland

  • Nederland is een parlementaire democratie, waarbij de bevolking de volksvertegenwoordigers kiest.
  • Burgers hebben politieke grondrechten en de rechten van minderheden worden gerespecteerd.
  • Er is individuele vrijheid.
  • Burgers kunnen niet met z'n allen het land besturen, daarom kiezen we volksvertegenwoordigers.
  • Er is sprake van machtenscheiding, ook wel trias politica genoemd.
  • De regering en het parlement maken samen wetten, waarbij het parlement wetten bij meerderheid aanneemt.
  • Verkiezingen zijn eerlijk, vrij en geheim en er is persvrijheid.

Trias Politica

  • Trias politica voorkomt machtsmisbruik en dictatuur.
  • De uitvoerende macht is in handen van de regering en politie.
  • De wetgevende macht is in handen van de regering en het parlement.
  • De rechtelijke macht is in handen van de rechters.

Taken van het Parlement

  • Wetgevende taak:
    • Stemrecht: stemmen op wetsvoorstellen.
    • Budgetrecht: recht om rijksbegrotingen goed- of af te keuren.
    • Recht van initiatief: het recht om zelf een wetvoorstel in te dienen (alleen voor de Tweede Kamer).
    • Recht van amendement: het recht om wetsvoorstellen te wijzigen (alleen voor de Tweede Kamer).
  • Controlerende taak:
    • Recht om vragen te stellen: schriftelijk of mondeling vragen stellen aan het kabinet.
    • Recht van interpellatie: een minister met spoed naar de Tweede Kamer laten komen.
    • Recht van onderzoek (enquête): een onderzoek starten naar een onderdeel van het regeringsbeleid.
    • Motie recht: de kamer verzoekt de minister om haar beleid te veranderen.
    • Recht op motie van wantrouwen: de kamer zegt het vertrouwen in de minister op.

Decentralisatie

  • Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat: 1 rijk, 12 provincies en 352 gemeenten.
  • Decentralisatie: de rijksoverheid stelt de grote lijnen vast, maar de precieze invulling gebeurt door lagere overheden (provincie en gemeenten).
  • Voordelen: lagere overheden zijn beter op de hoogte van de situatie in hun omgeving en burgers zijn meer betrokken.

Gemeente

  • Een gemeente bestaat uit het college van burgemeester en wethouders (B&W) en de gemeenteraad (gekozen gemeenteraadsleden).

Provincie

  • De provincie heeft taken zoals Ruimtelijke ordening, Financieel toezicht en Natuur en milieu

Burgemeester

  • De burgemeester is Voorzitter van de gemeenteraad en het College van B&W.
  • De burgemeester is Verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid.
  • De burgemeester wordt benoemd voor zes jaar.
  • De burgemeester Staat boven de partijen en wordt vaak gezien als een probleemoplosser in een gemeente.

Waterschappen

  • De verkiezingen voor de waterschappen zijn tegelijk met de provinciale verkiezingen.
  • Waterschappen zorgen ervoor dat we droge voeten houden door: Dijkbeheer; tegengaan van overstromingen; zorg voor schoon drinkwater.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Political Parties in Parliamentary Systems Quiz
6 questions
VWO 3 Parlementaire democratie 3.1 Quiz
16 questions
Understanding Government Systems
30 questions
Parliamentary Government Overview
82 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser