Organisatiekunde en Coördinatie
37 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat zijn de twee belangrijkste structurele kenmerken van een organisatie?

  • Beloning en uitbesteden
  • Regels en normen (correct)
  • Hiërarchie en specialisatie (correct)
  • Integratie en samenwerking
  • Welke fase in de ontwikkeling van het organisatiedenken richt zich voornamelijk op empirisch onderzoek?

  • 1980 -- Heden
  • 1900 -- 1950
  • Tot 1900
  • 1950 -- 1980 (correct)
  • Wat wordt vooral benadrukt in de hedendaagse organisatiekunde?

  • Structuur en recht
  • Traditionele organisatievormen
  • Rationele principes
  • Procesmatige en grensoverschrijdende kenmerken (correct)
  • Welke procedure valt onder de structurele kenmerken van een organisatie?

    <p>Roosters</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de grensoverschrijdende kenmerken van een organisatie?

    <p>Samenwerking met externe partijen</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende is geen eigenschap van de moderne organisatieleer uit de periode 1900 -- 1950?

    <p>Organiseren op basis van traditie</p> Signup and view all the answers

    Welke component van Child richt zich vooral op interne organisatie?

    <p>Structureel</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt niet beschouwd als een onderdeel van de procesmatige kenmerken?

    <p>Hiërarchie</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met een psychologisch contract in de arbeidsrelatie?

    <p>De impliciete verwachtingen en verplichtingen tussen werkgever en werknemer.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de kenmerken van management zoals beschreven in de inhoud?

    <p>Het omvat activiteiten, instrumenten en een groep mensen met gespecialiseerde taken.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende vragen horen bij de universele vragen in organisatieontwerp?

    <p>Hoe verdelen we taken en wijzen we deze toe aan mensen?</p> Signup and view all the answers

    Wat is organisatiekunde?

    <p>De kennis over organiseren, organisatie en management.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een van de kenmerken van een organisatie?

    <p>Organisaties bestaan uit menselijke verbanden met gespecialiseerde taken.</p> Signup and view all the answers

    Wat is zelfmanagement in de context van organisaties?

    <p>Het proces waarbij werknemers alleen hun eigen werk managen.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende aspecten valt onder het thema van beloningen in organisaties?

    <p>Contracten en beloningssystemen voor werknemers.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met de term 'hiërarchie' in organisaties?

    <p>Afstemming door middel van arbeidsverhouding en taakvorming.</p> Signup and view all the answers

    Wat typeert de concepten van de 'zichtbare hand' en 'onzichtbare hand' in management?

    <p>De zichtbare hand van managers vervangt de onzichtbare hand van de markt.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met 'organisatiekundige kernthema's'?

    <p>De basisprincipes die de werking van organisaties aandrijven.</p> Signup and view all the answers

    Wat is verticale integratie?

    <p>Het omzetten van bedrijven in divisies met een hoofdkantoor erboven.</p> Signup and view all the answers

    Wat omvat het begrip 'communicatie' in het kader van organisaties?

    <p>De interactie en informatievoorziening binnen de organisatie.</p> Signup and view all the answers

    Welke rol speelt management voor niet-managers binnen een organisatie?

    <p>Managementtechnieken kunnen ook door reguliere werknemers worden toegepast.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de transactiekostentheorie?

    <p>De effectiviteit van hiërarchie in coördinatie vergeleken met de markt.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende vormen valt ook onder coördinatiemethoden naast markt en hiërarchie?

    <p>Netwerken.</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak over organiseren is correct?

    <p>Organiseren omvat taakverdeling, afstemming en motivatie.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende factoren heeft bijgedragen aan de zoektocht naar nieuwe organisatievormen?

    <p>Globalisering en nieuwe technologie</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van postmodern denken in de organisatiekunde?

    <p>Deconstrueren van de functie van organisaties</p> Signup and view all the answers

    Welke theorie kreeg toenemende belangstelling binnen de organisatiekunde?

    <p>Chaostheorie</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt gekenmerkt door een verschuiving naar processen van organiseren?

    <p>Toenemende aandacht voor samenwerking tussen organisaties</p> Signup and view all the answers

    In welke context kreeg de aansluiting tussen mens en organisatie hernieuwde aandacht?

    <p>Kenniseconomie</p> Signup and view all the answers

    Wat was de belangrijkste focus van Frederick Winslow Taylor in zijn benadering van organisatieleer?

    <p>Het standaardiseren van werkprocessen en procedures</p> Signup and view all the answers

    Welke rol speelde verticaal geïntegreerde bedrijven in de ontwikkeling van de organisatieleer rondom 1920?

    <p>Zij leidden tot de opkomst van grote ondernemingen met hoofdkantoren</p> Signup and view all the answers

    Wat typeert Max Weber's kijk op organiseren?

    <p>Hij zag rationele organisatievormen als superieur</p> Signup and view all the answers

    Wat was een belangrijke uitkomst van de interdisciplinaire wetenschappelijke benadering in de organisatiekunde tussen 1950 en 1980?

    <p>Organisaties vertonen grote variatie en hebben verschillende behoeften</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn belangrijke elementen van het Scientific Management volgens Taylor?

    <p>Opsplitsen van werk, standaardisatie en prestatiebeloning</p> Signup and view all the answers

    Hoe hangt het moderne organisatiegeloof samen met deskundigheid?

    <p>Het ondersteunt de noodzaak van deskundigheid voor organisatieontwerp</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de term 'rationele principes' in de context van organisatiekundig denken?

    <p>Principes die zich richten op logica en efficiency</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken is niet waar over de ontwikkeling van organisatieleer in de 20e eeuw?

    <p>Het moderne organisatiegeloof ontstond uit traditionele structuren</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Organisatiekunde

    • Organisatiekunde = de kennis over organiseren, organisatie en management.
    • Organisatie = het resultaat van organiseren.
    • Organisaties = menselijke verbanden waarin mensen gespecialiseerde taken uitvoeren en hun activiteiten op elkaar afstemmen om zo tot gemeenschappelijke resultaten te komen.
    • Organiseren = het proces waarin die taken worden verdeeld, op elkaar worden afgestemd en op het gemeenschappelijke doel worden gericht.
    • Management = iets wat na organiseren en organisatie komt; management is een toevoeging aan processen die al bestaan zonder expliciet management.

    Drie organisatiebegrippen

    • Institutionele organisatiebegrip: Een concreet systeem; een geheel van mensen en middelen.
    • Instrumenteel organisatiebegrip: Iets wat een systeem kan hebben.
    • Functionele organisatiebegrip: Wat er nodig is; structuur; organiseren.

    Coördinatie

    • Twee manieren van coördinatie:
      • Markt: Berust op ruil, gelijkwaardig onderhandelen, afstemming door middel van transacties.
      • Hiërarchie: Gebaseerd op arbeidsverhouding, afstemming door vorming van taken.

    De zichtbare vs. de onzichtbare hand

    • Adam Smith (1723-1790): De zichtbare hand van de managers ("the visable hand") vervangt de onzichtbare hand van de markt ("the invisable hand").
    • Chandler (1977): Met de opkomst van grote bedrijven in de twintigste eeuw is de hiërarchie steeds belangrijker geworden als manier van coördinatie. = Managerial revolution

    Verticale integratie

    • Oorspronkelijke bedrijven werden divisies, waarboven een hoofdkantoor werd geplaatst.
    • Resulteerde in een multidivisionele structuur.

    Transactiekostentheorie

    • Verklaart de ontwikkeling van verticale integratie: hiërarchie kan afstemming in dit geval kennelijk beter regelen dan de markt.

    Netwerken

    • Een manier om de bijdragen van verschillende mensen en groepen op elkaar af te stemmen met het oog op een gemeenschappelijk resultaat.

    Arbeidsverhouding

    • Verschillende vormen van arbeidsverhouding:
      • Tijdelijke arbeid
      • Inzet van zzp'ers

    Psychologisch contract

    • Gaat om de impliciete verwachtingen, verplichtingen en beloften die bestaan tussen werkgevers en werknemers (Rousseau, 2004).

    Management

    • Beheersen, beteugelen, in de hand houden van wat er in organisaties gebeurt.
    • Verschillende betekenissen:
      • Als activiteit: het bewust en rationeel tot stand brengen van de vereiste afstemming tussen mensen om een gemeenschappelijk resultaat te bereiken.
      • Als geheel van instrumenten (methoden en technieken) die daarbij worden gebruikt en de daaraan ten grondslag liggende kennis.
      • Als aanduiding voor een groep mensen die de gespecialiseerde taak hebben om de bovengenoemde activiteiten uit te voeren en de betreffende instrumenten te hanteren.

    Zelfmanagement

    • Mensen managen samen met anderen hun eigen werk, al dan niet gebruikmakend van managementmethoden en -technieken.

    Universele vragen voor elke organisatie

    • Hoe verdelen we taken?
    • Hoe wijzen we taken toe aan mensen en groepen?
    • Hoe belonen we mensen voor wat ze bijdragen?
    • Hoe voorzien we mensen van de benodigde informatie?

    Componenten van Child (2015)

    • Structureel: Basisstructuur en procedures.
      • Hiërarchie: niveaus, lagen, gezag, verantwoordelijkheid.
      • Specialisatie: rollen, groepen en eenheden.
      • Procedures: regels en normen, roosters, systemen.
    • Procesmatig: Manier waarop integratie bereikt wordt, beheersing tot stand komt en beloning plaatsvindt.
      • Integratie/coördinatie.
      • Beheersing en sturing (control).
      • Beloning.
    • Grensoverschrijdend: Verwevenheid van organiseren en organisatie met de buitenwereld.
      • Uitbesteden.
      • Virtuele organisatie.
      • Samenwerking.
      • Organiseren over grenzen.

    Ontwikkeling van het organisatiedenken

    Tijdvak Fase Kenmerken
    Tot 1900 Geen organisatieleer Organiseren op basis van traditie en recht.
    1900 -- 1950 Moderene organisatieleer Organisatie op basis van technisch ontwerp en rationele principes.
    1950 -- 1980 Interdisciplinaire academische organisatiekunde Empirisch onderzoek als basis voor inzicht; sterke inbreng gedragswetenschappen.
    1980 -- Heden Groei en differentiatie van de organisatiekunde Groei en verbreding academisch onderzoek; versterking rol van adviesbureaus in praktijkkennis; grote diversiteit in inzichten.

    Ontstaan van de moderne organisatieleer (1900 -- 1950)

    • Behoefte naar organisatieleer ontstond toen managers ontstonden: een beroepsgroep die als hoofdtaak kreeg om te organiseren en leiding te geven.

    • Standaardisatie van onderdelen en gereedschap maakte een nieuwe manier van organiseren mogelijk.

    • Ontstaan van Scientific Management:

      • Alles moest onder controle van het management worden gebracht.
      • Opsplitsen van werk, standaardisatie, scheiding van planning en uitvoering en prestatiebeloning waren belangrijke onderdelen van dit systeem.
      • Voorbeeld: fabrieken van Ford (1863 -- 1947)
    • Ontwikkeling van verticaal geïntegreerde bedrijven in de VS rond 1920 speelde een grote rol.

      • Samenvoeging van voorheen zelfstandige bedrijven leidde tot grote ondernemingen met hoofdkantoren en divisies.
    • Bureaucratische manier van organiseren in overheidsorganisaties.

      • Max Weber (1864 -- 1920): zag "rationele" vorm van organiseren als superieur ten opzichte van oude, op traditie en persoonlijk gezag gebaseerde vormen.
    • Ontstaan van een gedeeld beeld van organisaties, op basis van rationele principes.

      • "Modern" geloof in maakbaarheid onder leiding van deskundigen.
      • Kern: organisaties zijn rationeel te ontwerpen en zullen zich naar dat ontwerp gedragen.

    Interdisciplinaire wetenschappelijke organisatiekunde (1950 -- 1980)

    • Wetenschappelijk onderzoek wees uit dat er niet één beste manier was; organisaties verschillen.

    • Onderzoekers met gedragswetenschappelijke achtergrond.

    • Hoog tempo van verandering, complexe omgevingen en extreme concurrentie.

    • Zoektocht naar nieuwe organisatievormen: globalisering, nieuwe technologie, kenniseconomie, extreme concurrentie en toegenomen belang van sociale verantwoording.

    • Toenemende invloed van het economisch denken.

    • Marktgerichtheid en concurrentie, netwerken en keten, samenwerking tussen organisaties werden belangrijker.

    • Nadruk verschoof naar processen van organiseren.

    • Verandering en verander-management.

    • Interesse in chaostheorie en systeemtheorie.

    • Belangstelling voor het onvoorspelbare, ongeorganiseerde en gefragmenteerde, wat tot uiting kwam in de belangstelling voor postmodernistisch denken.

      • Postmodernisme zet af tegen het modernisme, de basis van management.
      • Nadruk op menselijk handelen en betekenis.
      • Taak: deconstrueren van de functie van organisaties.
    • Hernieuwde aandacht in deze periode voor de aansluiting tussen mens en organisatie, in het kader van de kenniseconomie.

      • Kenniswerkers hebben andere leiding nodig dan arbeiders.
    • Dominante rol van adviessector (Lean, Agile) in de productie van praktische organisatiekunde kennis.

      • Universiteiten zijn in deze meer kritisch-volgend geworden.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over organisatiekunde en de verschillende organisatiebegrippen. Dit quiz behandelt institutionele, instrumentele en functionele organisatieconcepten, evenals de methoden van coördinatie binnen organisaties. Geschikt voor studenten van management en organisatiekunde.

    More Like This

    Management Concepts and Theories Quiz
    3 questions
    Introduction to Management Concepts
    45 questions
    Introduction to Management Concepts
    41 questions

    Introduction to Management Concepts

    RecordSettingBambooFlute avatar
    RecordSettingBambooFlute
    Centralized Management Concepts
    13 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser