Onregelmatige Werkwoorden in het Nederlands
5 Questions
0 Views

Onregelmatige Werkwoorden in het Nederlands

Created by
@HeartwarmingLearning7992

Questions and Answers

Noem het voltooid deelwoord van het werkwoord 'buigen'.

gebogen

Wat is de verleden tijd van 'drijven'?

dreef

Noem twee werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord eindigt op '-en'.

geven en genezen

Wat is de infinitief van het werkwoord dat in de verleden tijd 'at' is?

<p>eten</p> Signup and view all the answers

Noem het verleden tijd van het werkwoord 'fluiten'.

<p>floot</p> Signup and view all the answers

Study Notes

Onregelmatige Werkwoorden in het Nederlands

  • Infinitief is de vorm van het werkwoord die niet conjugated is, zoals "breken" en "brengen".
  • Verleden tijd geeft aan wat er in het verleden is gebeurd; bijvoorbeeld, "brak" is de verleden tijd van "breken".
  • Voltooid deelwoord wordt vaak gebruikt in de voltooide tijden, zoals "gebroken" in de zin "Ik heb de schade gebroken".

Voorbeelden van Werkwoorden

  • Breken: verleden tijd is "brak", voltooid deelwoord is "gebroken".
  • Brengen: verleden tijd is "bracht", voltooid deelwoord is "gebracht".
  • Brouwen: verleden tijd is "brouwde", voltooid deelwoord is "gebrouwen" (meestal in de context van bier).
  • Buigen: verleden tijd is "boog", voltooid deelwoord is "gebogen".

Specifieke Werkwoorden en Hun Vormen

  • Denken: verleden tijd "dacht", voltooid deelwoord "gedacht".
  • Doen: verleden tijd "deed", voltooid deelwoord "gedaan".
  • Dragen: verleden tijd "droeg", voltooid deelwoord "gedragen".
  • Drijven: verleden tijd "dreef", voltooid deelwoord "gedreven".

Meer Onregelmatige Werkwoorden

  • Dringen: verleden tijd "drong", voltooid deelwoord "gedrongen".
  • Druipen: verleden tijd "droop", voltooid deelwoord "gedropen".
  • Duiken: verleden tijd "dook", voltooid deelwoord "gedoken".
  • Dwingen: verleden tijd "dwong", voltooid deelwoord "gedwongen".

Algemeen Gebruik

  • Eten: verleden tijd "at", voltooid deelwoord "gegeten".
  • Fluiten: verleden tijd "floot", voltooid deelwoord "gefloten".
  • Gaan: verleden tijd "ging", voltooid deelwoord "gegaan".
  • Gebieden: verleden tijd "gebood", voltooid deelwoord "geboden".
  • Gelden: verleden tijd "gold", voltooid deelwoord "gegolden".
  • Genezen: verleden tijd "genas", voltooid deelwoord "genezen".
  • Genieten: verleden tijd "genoot", voltooid deelwoord "genoten".
  • Geven: verleden tijd "gav", voltooid deelwoord "gegeven".

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Description

Test je kennis van onregelmatige werkwoorden in het Nederlands! Dit quiz onthult de verleden tijd en het voltooid deelwoord van verschillende onregelmatige werkwoorden. Leer meer over hun vormen en gebruik in context.

More Quizzes Like This

Irregular Verbs B1 Level Exam
3 questions

Irregular Verbs B1 Level Exam

BrainyHeliotrope9203 avatar
BrainyHeliotrope9203
Irregular Verbs in Future Tense
12 questions
Irregular Spanish Subjunctive Verbs
11 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser