Literatuur week 3

Online Politieke Participatie (OPP)

• Jongere burgers maken meer gebruik van online dan offline participatie, dit is de gebruikelijke bevinding van studies.
• Verschillende mediaplatformen lenen zich voor verschillende soorten gebruik, waardoor verschillende gebruikersgroepen worden aangetrokken met specifieke sociodemografische kenmerken.
• De functies van platforms stimuleren onderscheidend gedrag. Online ontstaan politieke gedragingen die geen direct offline equivalent hebben, zoals het versieren van profielfoto's of het taggen van vrienden in politieke berichten.
• Het debat over het concept van politieke participatie in een digitaal gemedieerde context draait vaak om de vraag welk niveau van activiteit vereist moet zijn om een ​​politieke daad als 'participatie' te beschouwen.
• Sommige vormen van echte online-participatie vereisen een minimum aan activiteit en worden daarom vaak afgedaan als ineffectief om politieke doelen te bereiken.
• De term 'slacktivisme' (of 'clicktivisme') verwijst naar 'feel-good vormen van politieke participatie' die voortkomen uit de wens om steun te signaleren voor een campagne, kandidaat of zaak, in plaats van uit genuïne politieke overtuigingen.
• Empirische studies suggereren dat meer passieve vormen van participatie burgers ertoe kunnen brengen om in de eerste plaats betrokken te raken bij de politiek.
• De meeste studies over OPP richten zich op sociale mediaplatforms, zoals sociale netwerksites, blogs, YouTube of microblogging.
• De meeste studies over OPP richten zich op sociale mediaplatforms, zoals sociale netwerksites, blogs, YouTube of microblogging.
• In de literatuur over OPP wordt meer dan de helft van de metingen niet rekening gehouden met passieve participatie.
• De meest bestudeerde vorm van participatie in de literatuur over OPP is het uitdrukken van meningen, gevolgd door het volgen van nieuws. Consumerisme en stemmen spelen een ondergeschikte rol in de operationalisering van OPP.
• Hoewel het debat over de legitimiteit van deze lage-drempel vormen van participatie voortduurt, laat het frequente gebruik van expressieve activiteiten in de operationalisering van OPP zien dat ze door het huidige onderzoek worden gezien als relevante, mogelijk zelfs dominante elementen van politieke betrokkenheid in de digitale sfeer.

Conclusie

• De constante uitbreiding van het begrip "politieke participatie" in het digitale tijdperk gaat gepaard met een heftig debat over de juiste definitie en afbakening ervan.
• De focus op expressieve politieke acties in de studie van OPP weerspiegelt potentiële voordelen, zoals het bevorderen van politieke betrokkenheid, maar ook een potentiële bedreiging, namelijk het verzwakken van traditionele en substantiële vormen van politieke participatie.

Soorten protesten en mediabelichting

• De locatie en het type protest hebben een significante invloed op de manier waarop media de protesten belichten.
• Studies tonen aan dat journalisten meer kritisch zijn over rechts georiënteerde protesten dan over links georiënteerde protesten.
• Protesten met betrekking tot oorlog worden vaker negatief belicht dan protesten met betrekking tot sociale of arbeidsgerelateerde kwesties.
• Protesten met betrekking tot raciale ongelijkheid worden vaker negatief belicht dan andere protesten.

Internationale mediabelichting van protesten

• Mediabelichting van protesten wordt beïnvloed door de locatie van het protest.
• Protesten die in lijn liggen met het buitenlands beleid van de regering ontvangen positievere mediabelichting.
• Negatieve mediabelichting wordt vaker gezien bij protesten waar de deelnemers als buitenstaanders worden gezien.
• Ideologische overeenkomsten tussen media en sociale bewegingen kunnen nationale grenzen overstijgen.
• Anti-regeringsprotesten in landen met weinig pluralisme ontvangen vaak negatieve mediabelichting.
• Protesten in het buitenland ontvangen meer legitimiteit dan binnenlandse protesten in westerse media.

Sociaal media en protestbelichting

• De studie analyseert 1438 nieuwsberichten over protesten die op sociale media werden gedeeld om te bepalen hoe de protestparadigma werkt in een internationale en sociale media context.
• Resultaat: het type protest, de locatie van het protest en het type media-outlet hebben allemaal een significante invloed op de mate waarin nieuwsberichten zich aan het protestparadigma houden.
• Het aantal shares op sociale media wordt beïnvloed door de regio van de media-outlet, de taal van het bericht (Engels of Spaans) en het type protest.
• De meeste online artikelen worden gepubliceerd op websites van mainstream nieuwsorganisaties, gevolgd door alternatieve outlets en online-native sites.
• De meeste protesten waarover werd geschreven betroffen mensenrechten/rechtvaardigheid/vrede, gevolgd door anti-regering/corruptie, sociaal-economische kwesties, conservatief/heropleving, milieu/dieren, en religie.
• De meeste verhalen betroffen protesten in de Verenigde Staten/Canada, gevolgd door Latijns-Amerika/Caribisch gebied, Europa, Azië/Pacific, het Midden-Oosten, meerdere regio's en Afrika.
• Bijna twee derde van de verhalen werden gepubliceerd in media-organisaties in dezelfde regio's waar de protesten plaatsvonden, terwijl 34,6% over protesten ging die plaatsvonden in andere regio's.
• De meest voorkomende frames die werden gebruikt in de verhalen waren de debat-frame, confrontatie-frame, spektakel-frame en opstand-frame.
• De verhalen die voornamelijk protestanten citeerden waren 34,6%, terwijl 22,3% voornamelijk ambtenaren citeerden, 9,4% zowel protestanten als ambtenaren in gelijke mate citeerden en 33,7% geen van beide citeerden.
• Meer artikelen noemden geweld (23,1%) dan vreedzaamheid (14,1%).

Selectie Bias in Nieuwsmedia

• De betrouwbaarheid van krantenartikelen als bron voor data over protesten is een punt van discussie.
• Studies over selectie bias in de media analyseerden de redenen achter het gebruik van politierapporten als data.
• In de tabel wordt informatie weergegeven over studies die zich richtten op de selectie van protesten, met behulp van politierapporten.
• Er werd gekeken naar protesten in zowel kleine steden als nationale hoofdsteden, in zowel Europa als de Verenigde Staten.

Bepaalde Factoren

• Factoren zoals grootte, verstorende activiteiten, sponsor, nieuwsruimte en onderwerp beïnvloeden media-aandacht.

Electronic News Archive (ENA) en Media Analyse

• De ENA bevat gegevens over beide grootste zenders in België (VRT en VTM) vanaf 2003.
• De ENA heeft geen standaard variabele om protesten te traceren. Omdat de ENA een database is, moest er, om informatie te vinden, een zoekopdracht worden uitgevoerd naar relevante woorden en synoniemen, zoals "protesten".
• 11,8% van alle nieuwsitems in de periode 2003-2010 ging over protestevenementen.
• Er werd een "needle in the haystack"-methode toegepast om de ENA-items te verbinden met de politiedatabase.

Analyse van Media Belichting

• Bepaalde variabelen werden toegepast om de mediabelichting van protesten te analyseren.
• Een eenvoudig dummy variabel weerspiegelt of een protest media-aandacht heeft gekregen.
• De prominentheid van media-aandacht (kopnieuws) en het volume van de berichtgeving (duur van het nieuwsbericht) werden ook geanalyseerd.

Dit quiz onderzoekt de rol van jongere burgers in politieke participatie via online platforms. Je leert over de verschillende mediaplatformen, hun impact op politieke gedragingen en het begrip 'slacktivisme'. Test je kennis over hoe digitale participatie zich verhoudt tot traditionele methoden.