Neuroanatomie en Celbiologie Quiz

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende beweringen over Schwann-cellen is onjuist?

  • Schwann-cellen kunnen één axon omgeven zonder myelineschede.
  • Schwann-cellen zorgen voor de vorming van de knopen van Ranvier. (correct)
  • Schwann-cellen bevinden zich in het perifere zenuwstelsel.
  • Schwann-cellen kunnen meerdere axonen omgeven met een myelineschede.

Wat is de belangrijkste functie van de myelineschede?

  • Het faciliteren van de vorming van synapsen tussen neuronen.
  • Het versnellen van de prikkeloverdracht. (correct)
  • Het beschermen van de axonen tegen beschadigingen.
  • Het zorgen voor de aanvoer van voedingsstoffen naar de axonen.

Welke type neurogliacellen is niet afkomstig van het ectoderm?

  • Microgliacellen (correct)
  • Ependymcellen
  • Oligodendrocyten
  • Astrocyten

Welke bewering over astrocyten is juist?

<p>Astrocyten zorgen voor de vorming van de bloed-hersenbarrière. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de hoofdfunctie van microgliacellen?

<p>Het opruimen van afvalstoffen in het zenuwstelsel. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over de meninges is onjuist?

<p>De arachnoidea is gevuld met cerebrospinaal vocht. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de prikkeloverdracht is juist?

<p>Elektrische prikkeloverdracht is sneller dan chemische prikkeloverdracht. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de receptoren in het postsynaptisch membraan?

<p>Het binden van neurotransmitters en het veroorzaken van een depolarisatie of hyperpolarisatie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de signaalpeptidase?

<p>Het knipt het signaalpeptide af van een eiwit. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over het signal recognition particle (SRP) is onjuist?

<p>SRP is verantwoordelijk voor de afbraak van eiwitten in het ER. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke type transmembraaneiwit heeft een signaalpeptide aan het N-uiteinde dat afgeknipt wordt en zijn C-uiteinde in het cytosol?

<p>Type I (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van GPI-ankers?

<p>GPI-ankers bepalen de locatie van eiwitten in het plasmamembraan. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke posttranslationele modificatie vindt uitsluitend plaats in het ER?

<p>Vorming van disulfidebruggen (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over chaperone-eiwitten in het ER is juist?

<p>Chaperone-eiwitten helpen bij het correct opvouwen van eiwitten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van tunicamycine?

<p>Tunicamycine inhibeert de synthese van GlcNAc-P-P-dolichol. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over het SER is onjuist?

<p>Het SER is de belangrijkste plaats voor eiwitsynthese in de cel. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft de scramblase?

<p>De scramblase katalyseert de flipping van fosfolipiden zonder specifiek te zijn voor het type lipide. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over vesikulair transport van het ER naar het Golgi is onjuist?

<p>Vesikels worden geproduceerd in het Golgi-apparaat. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over het Golgi-apparaat is juist?

<p>Het Golgi-apparaat sorteert en verwerkt eiwitten. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over eiwitglycosylatie is onjuist?

<p>Glycosylatie vindt alleen plaats aan de cytosolzijde van het ER. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over de rol van het trans-Golgi-netwerk (TGN) is juist?

<p>Het TGN sorteert eiwitten naar hun uiteindelijke bestemming. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over lysosomen is onjuist?

<p>Lysosomen hebben een pH van ongeveer 7. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke weg naar het lysosoom is betrokken bij de afbraak van macromoleculen uit de eigen cel?

<p>Autofagocytose (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk verschil tussen plantencellen en dierencellen?

<p>Plantencellen hebben een celwand, terwijl dierencellen dat niet hebben. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de secundaire celwand in plantencellen?

<p>Ondersteuning en bescherming bieden. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stoffen maakt geen deel uit van de plasmamembraan?

<p>Cellulose. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de celwand tijdens het rijpen van vruchten?

<p>De chemische samenstelling verandert. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van meristematische cellen in planten?

<p>Ze zijn betrokken bij de groei van nieuwe organen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat verstaat men onder celexpansie in plantencellen?

<p>De verlenging van cellen door wateropname. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke component van de celwand is verantwoordelijk voor de flexibiliteit?

<p>Pectine. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft de cuticula in planten?

<p>Het beschermen tegen waterverlies. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van clathrine-coat in het vesikeltransport?

<p>Het vormt een coating aan het celmembraan en trans-Golgi. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen leidt tot de vorming van secretievesikels?

<p>Fagocytose met een clathrine coat. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met v-SNARE na de afsnoering van het vesikel?

<p>Het komt vrij op het oppervlak. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke eiwitten zijn verantwoordelijk voor de regulatie van vesikelvorming?

<p>GTP-bindende eiwitten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van COPII-coat in vesikeltransport?

<p>Het maakt prograad transport van RER naar Golgi mogelijk. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe vindt docking van vesikels plaats?

<p>Door associatie van GTP-rab met Rab-effectoren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van synapsin in synapsvesikels?

<p>Het koppelt synaptische vesikels aan het cytoskelet. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van de eiwitaccumulatie in secretievesikels?

<p>Het proces omvat gesulfateerde polysacchariden en metaalcomplexen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de Na+/K+-pomp?

<p>Het pompt natrium uit de cel en kalium naar binnen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat typeert het RER in vergelijking met het SER?

<p>Het is gekarakteriseerd door afgeplatte zakvormen met ribosomen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de Golgi-lichamen in de cel?

<p>Het fungeert als vervoerder voor eiwitten naar hun eindbestemming. (A)</p> Signup and view all the answers

Welk type eiwittransport vindt cotranslationeel plaats?

<p>Eiwitten voor lysosomen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met eiwitten zonder signaalsequentie?

<p>Ze blijven in het cytoplasma. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft de SER in spiercellen?

<p>Opslaan van calciumionen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke methode wordt gebruikt voor celfractionatie?

<p>Centrifugatie. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van lipide rafts in de cel?

<p>Signalisatie en endocytose. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke organellen zijn betrokken bij de energieproductie in de cel?

<p>Chloroplasten en mitochondria. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het principe van eiwitsortering?

<p>Eiwitten gebruiken specifieke signaalsequenties voor doelgericht transport. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende is geen methode voor onderzoek naar intracellulaire transporten?

<p>Rapportageanalyse. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een antiporter?

<p>Transport van natrium binnen en calcium buiten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens de afsplitsing van het signaalpeptide?

<p>Het signaalpeptide wordt verwijderd door signaalpeptidase. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van peroxisomen in de cel?

<p>Oxidatieve reacties faciliteren. (D)</p> Signup and view all the answers

Waar in het mitochondrium vindt de oxidatieve fosforylatie plaats?

<p>Zowel in de matrix als in het binnenste mitochondriaal membraan (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van catalase in peroxisomen?

<p>Catalase breekt waterstofperoxide af tot water en zuurstof (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over mitochondriën is fout?

<p>Mitochondriën produceren ATP door fotosynthese (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de mitochondriale targetsequentie?

<p>De mitochondriale targetsequentie dient als importsignaal voor eiwitten die naar de mitochondriale matrix moeten (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe worden peroxisomen vermeerderd?

<p>Peroxisomen worden nieuw gevormd door splitsing en aangroei via postsynthese-import (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe werken TOM en TIM samen in de import van eiwitten in mitochondriën?

<p>TOM en TIM werken samen om eiwitten door beide membranen van het mitochondrium te transporteren (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van de mitochondriale DNA?

<p>Mitochondriaal DNA is circulair en sterk gelijkaardig aan bacterieel DNA. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is geen rol van peroxisomen in de cel?

<p>De productie van ATP via oxidatieve fosforylatie (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Prokaryotische cel

Een cel zonder kern en met een celwand. Voorbeelden zijn bacteriën en planten.

Eukaryotische cel

Een cel met een kern en andere organellen. Voorbeelden zijn dierlijke en plantaardige cellen.

Meristematische cel

Een cel die zich snel deelt en verantwoordelijk is voor de groei van een plant.

Gedifferentieerde cel

Een gespecialiseerde cel met een specifieke functie.

Signup and view all the flashcards

Celwand

De buitenste laag van een plantencel die stevigheid en bescherming biedt.

Signup and view all the flashcards

Primaire celwand

De primaire celwand is de eerste celwand die wordt gevormd door een jonge cel. Deze is dun en flexibel.

Signup and view all the flashcards

Secundaire celwand

De secundaire celwand wordt gevormd na de primaire celwand. Deze is dikker en sterker, en bestaat uit lignine.

Signup and view all the flashcards

Cuticula

Een laag vet en was die de celwand bedekt, en helpt waterverlies te voorkomen.

Signup and view all the flashcards

Elektrische prikkeloverdracht

Snelle prikkeloverdracht via gap junctions. Komt minder vaak voor dan chemische prikkeloverdracht, vooral in de hersenen.

Signup and view all the flashcards

Chemische prikkeloverdracht

Langzame prikkeloverdracht via neurotransmitters. Komt het meest voor in het zenuwstelsel.

Signup and view all the flashcards

Presynaptisch blaasje

Een blaasje in het presynaptisch neuron dat neurotransmitters bevat. Deze worden vrijgegeven in de synaptische spleet.

Signup and view all the flashcards

Synaptische spleet

De ruimte tussen twee neuronen waar neurotransmitters worden vrijgegeven.

Signup and view all the flashcards

Postsynaptisch membraan

Het celmembraan van het ontvangende neuron. Bevat receptoren die aan neurotransmitters binden.

Signup and view all the flashcards

Neuroglia

Een cel in het zenuwstelsel die niet betrokken is bij signaaloverdracht, maar ondersteunende functies heeft.

Signup and view all the flashcards

Schwann-cel

Een neuroglia-cel die myeline vormt rond axonen in het perifere zenuwstelsel.

Signup and view all the flashcards

Myelineschede

Een vettige laag rond axonen, gevormd door Schwann-cellen en oligodendrocyten, die de prikkeloverdracht versnelt.

Signup and view all the flashcards

Exocytose

Het proces waarbij een cel stoffen afscheidt naar de buitenkant van de cel.

Signup and view all the flashcards

Constitutieve exocytose

Een type exocytose dat onafhankelijk is van een signaal en continu plaatsvindt.

Signup and view all the flashcards

Gereguleerde exocytose

Een type exocytose dat wordt gestimuleerd door een signaal, zoals een hormoon of een zenuwimpuls.

Signup and view all the flashcards

Mantel-eiwitten

Eiwitten die een rol spelen bij het vormen van een laag (mantel) omheen vesikels.

Signup and view all the flashcards

Clathrine-mantel

Een type mantel-eiwit dat belangrijk is bij transport van het celmembraan naar het endosoom en van het trans-Golgi-netwerk naar het endosoom.

Signup and view all the flashcards

COPI-mantel

Een type mantel-eiwit dat belangrijk is bij transport van het Golgi-apparaat naar het ER.

Signup and view all the flashcards

COPII-mantel

Een type mantel-eiwit dat belangrijk is bij transport van het ER naar het Golgi-apparaat.

Signup and view all the flashcards

Vesikel-fusie

Het proces waarbij vesikels met een doelmembraan versmelten.

Signup and view all the flashcards

Mitochondriën: Energiefabriek van de cel

Mitochondriën zijn organellen die de energie produceren die de cel nodig heeft om te functioneren. Ze produceren ATP via oxidatieve fosforylatie, waarbij pyruvaat wordt geoxideerd tot CO2 en H2O.

Signup and view all the flashcards

Vermeerdering en import in mitochondriën

Mitochondriën vermeerderen door binaire fissie, waarbij ze zich splitsen. Ze kunnen eiwitten importeren uit het cytosol en membranen produceren.

Signup and view all the flashcards

Mitochondriaal genoom

Mitochondriën hebben hun eigen genoom, dat Circulair DNA bevat. Dit genoom is erg vergelijkbaar met bacterieel DNA.

Signup and view all the flashcards

Eiwitten importeren in mitochondriën

Eiwitten worden geïmporteerd in mitochondriën via TOM (Translocator Outer Membrane), TIM (Translocator Inner Membrane) en OXA.

Signup and view all the flashcards

Peroxisomen: Gifstof-verwerkers

Peroxisomen (of microbodies) zijn organellen die giftige stoffen afbreken.

Signup and view all the flashcards

Vermeerdering van peroxisomen

Peroxisomen vermeerderen door splitsing, waarbij ze groeien en nieuwe peroxisomen maken.

Signup and view all the flashcards

Eiwitten importeren in peroxisomen

Eiwitten worden geïmporteerd in peroxisomen met behulp van Pex-eiwitten.

Signup and view all the flashcards

Belang van peroxisomen

Peroxisomen zijn belangrijk voor de cel. Een tekort aan Pex-eiwitten kan leiden tot ernstige ziekten.

Signup and view all the flashcards

Wat is de rol van SRP?

De signal recognition particle (SRP) is een eiwitcomplex dat bindt aan het signaalpeptide van een eiwit dat naar het ER moet.

Signup and view all the flashcards

Wat is een signaalpeptide?

Het signaalpeptide is een korte aminozuursequentie aan het begin van een eiwit die zorgt voor import in het ER.

Signup and view all the flashcards

Wat doet signaalpeptidase?

Signaalpeptidase is een enzym in het ER-lumen dat het signaalpeptide afsplitst van een eiwit.

Signup and view all the flashcards

Wat is cotranslationele import?

Cotranslationele import is het proces waarbij een eiwit in het ER wordt geïmporteerd tijdens de eiwitsynthese.

Signup and view all the flashcards

Wat is een translocon?

Het translocon is een kanaal in het ER-membraan waardoor een eiwit wordt getransporteerd.

Signup and view all the flashcards

Wat is een stop-transfer signaal?

Een stop-transfer signaal is een aminozuursequentie in een eiwit die de translocatie door het translocon blokkeert.

Signup and view all the flashcards

Wat is een type I transmembraan eiwit?

Een type I transmembraan eiwit heeft de N-terminus in het ER-lumen en de C-terminus in het cytosol.

Signup and view all the flashcards

Wat is een type II transmembraan eiwit?

Een type II transmembraan eiwit heeft de N-terminus in het cytosol en de C-terminus in het ER-lumen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een type III transmembraan eiwit?

Een type III transmembraan eiwit heeft de C-terminus in het cytosol en de N-terminus in het ER-lumen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een type IV transmembraan eiwit?

Een type IV transmembraan eiwit heeft meerdere transmembraan domeinen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een GPI-anker?

GPI-anker is een glycolipide dat aan het C-uiteinde van sommige eiwitten wordt toegevoegd en zorgt voor ankering in het membraan.,

Signup and view all the flashcards

Waarom zijn disulfidebruggen belangrijk?

Disulfidebruggen tussen cysteïnere resten stabiliseren de vouwing van eiwitten in het ER.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn chaperone-eiwitten?

Chaperone-eiwitten helpen bij de juiste vouwing van eiwitten in het ER.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn glycosylaties?

Glycosylaties zijn toevoegingen van suikergroepen aan eiwitten, die kunnen plaatsvinden in het ER en het Golgi.

Signup and view all the flashcards

Wat is het Golgi-apparaat?

Het Golgi-apparaat is een organel in de cel dat eiwitten verwerkt en sorteert voor transport naar andere organellen of secretie.

Signup and view all the flashcards

Na+/K+-pomp

Een pomp die gebruikmaakt van ATP om natriumionen (Na+) uit de cel te pompen en kaliumionen (K+) de cel in te pompen, tegen hun concentratiegradiënt in.

Signup and view all the flashcards

K+-kanaal

Een eiwitkanaal dat specifiek kaliumionen (K+) doorlaat, waardoor deze ionen de cel in of uit kunnen bewegen, langs hun concentratiegradiënt.

Signup and view all the flashcards

Ionengradiënt en actiepotentiaal

De verschillen in concentratie van ionen tussen de buitenkant en binnenkant van de cel, zorgen voor een elektrische potentiaal. Deze potentiaalverandering vormt de basis van het actiepotentiaal, een signaal dat door de cel kan worden doorgegeven.

Signup and view all the flashcards

Actief transport

Een type membraaneiwit dat energie gebruikt om stoffen tegen hun concentratiegradiënt in te transporteren. Meestal wordt ATP gebruikt als energiebron.

Signup and view all the flashcards

Passief transport

Een type membraaneiwit dat een stof langs zijn concentratiegradiënt in of uit de cel vervoert. Deze vorm van transport vereist geen extra energie.

Signup and view all the flashcards

Uniporter

Een type membraaneiwit dat één type stof langs zijn concentratiegradiënt in of uit de cel vervoert.

Signup and view all the flashcards

Symporter

Een type membraaneiwit dat twee of meer verschillende stoffen in dezelfde richting over het membraan transporteert. De beweging van de ene stof wordt gebruikt om de beweging van de andere stof te drijven.

Signup and view all the flashcards

Antiporter

Een type membraaneiwit dat twee of meer verschillende stoffen in tegengestelde richtingen over het membraan transporteert. De beweging van de ene stof wordt gebruikt om de beweging van de andere stof te drijven.

Signup and view all the flashcards

Lipid rafts

Een geconcentreerd gebied in het celmembraan waar bepaalde eiwitten en lipiden samenkomen om functies uit te voeren, zoals signalering en endocytose.

Signup and view all the flashcards

Nucleus

Het centrum van de cel waar de erfelijke informatie van de cel (DNA) wordt opgeslagen en gerepliceerd.

Signup and view all the flashcards

Nucleolus

Een organel dat verantwoordelijk is voor de productie van ribosomen, de eiwitfabriekjes van de cel. Het produceert ribosomale RNA (rRNA).

Signup and view all the flashcards

Golgi-apparaat

Het 'postkantoor' van de cel. Het verwerkt eiwitten en lipiden die door het ER zijn geproduceerd en stuurt ze naar de juiste bestemming.

Signup and view all the flashcards

Lysosoom

Een organel dat verantwoordelijk is voor de afbraak van afvalstoffen en beschadigde cellen. Het bevat enzymen die diverse stoffen kunnen afbreken.

Signup and view all the flashcards

Vesikels

Kleine blaasjes in de cel die betrokken zijn bij het transport van stoffen, zoals eiwitten en lipiden, binnen de cel.

Signup and view all the flashcards

Mitochondria

Organellen die verantwoordelijk zijn voor de energievoorziening van de cel. Ze genereren energie door oxidatieve fosforylering.

Signup and view all the flashcards

Chloroplast

Een organel dat verantwoordelijk is voor de fotosynthese in planten. Het maakt glucose aan met behulp van zonlicht.

Signup and view all the flashcards

Peroxisoom

Een klein organel dat een reeks enzymen bevat die betrokken zijn bij oxidatieve reacties. Deze reacties helpen bij het ontgiften van schadelijke stoffen in de cel.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Algemene Celbiologie

  • Celcultures: technieken voor het kweken van cellen.
    • Cultuurcondities: factoren die de celgroei beïnvloeden.
    • Groeisubstraten en procedures: media en technieken voor het kweken van cellen.
    • Voordelen en nadelen van celcultuur: positieve en negatieve aspecten.
    • Celbronnen en celtypen: verschillende bronnen van cellen en hun soorten.
    • Abnormaliteiten en opmerkingen: mogelijke problemen of afwijkingen die voorkomen bij het kweken van cellen.
  • Microscopische en cytologische technieken: methoden voor het bekijken van cellen op microscopisch niveau.
    • Lichtmicroscopie: methode voor het bekijken van cellen met licht.
    • Elektronenmicroscopie: methode voor het bekijken van cellen met elektronen.
    • Histo- en cytologische technieken: methoden voor de studie van weefsel en celtypes.
    • Inleidende embryologie en histologie van dieren: basisprincipes van dierlijke embryologie en histologie.
  • Histologie: studie van weefsels, onder andere:
    • Epitheelweefsel: informatie over de type weefsels en hun lagen.
    • Dekweefsel: details over dekweefsel.
    • Klierweefsel: details over klierweefsel.
    • Bindweefsel: de inleinding in de verschillende soorten bindweefsels.
    • Spierweefsel: details over spiervezel.
    • Zenuwweefsel: details over neuronen.
  • Embryologie: studie van de ontwikkeling van een organisme.
    • Deling van de zygote, stadia van ontwikkeling (morula, blastocyst).
    • Vorming van de placenta (dag 7-11).
  • Algemene celbiologie van dieren: basisprincipes van celbiologie.
    • Celmembranen: componenten, functies, en transport van de membranen.
    • Organellen (inclusief ultrastructuur en intracellulair transport).
    • Intercellulaire adhesie en celcommunicatie: hoe cellen met elkaar communiceren
  • Celbronnen en celsoorten: bronnen van cellen en hun typen.
    • Abnormaliteiten en opmerkingen: diverse problemen, zoals tumorcellen
  • Celcultures: technieken voor het kweken van cellen
    • Condities van celcultuur: de belangrijkste factoren die cellen beïnvloeden.
    • Groeisubstraten en -procedures: substraten en procedures verbonden aan het onderhouden van cellen in een kweek.
    • Voor- en nadelen van celcultuur: voordelen en nadelen van het kweken van cellen.
    • Celbronnen en -typen: verschillende bronnen en typen cellen van gebruik.
    • Abnormaliteiten en opmerkingen: problemen verbonden aan celkweken
  • Celbronnen: bronnen van cellen en celsoorten met verschillende subtypes.
    • Stamcellen, hun mogelijkheden en methoden om ze te isoleren en te gebruiken.
    • Embryonale stamcellen, methoden om ze te verkrijgen en kweken
  • Celbiologie van planten: inhoud, structuur en processen in plantene cellen.
    • Plastiden: de verschillende soorten organellen en hun taken.
    • Celwand: verschillende lagen, structuur en functies van de celwand en de ontwikkeling van de celwand.
    • Transport via plasmodesmata.

Pluripotente stamcellen en organoïden

  • Beschrijving van pluripotente stamcellen en organoïden, incluis hun ontwikkeling en toepassingen.

Gentherapie en huidziekte

  • Beschrijving van een gentherapiemethode voor de behandeling van een huidziekte.

Microscopische en cytologische technieken

  • Lichtmicroscopie: details over deze methode en hoe deze gebruikt wordt.
  • Elektronenmicroscopie: details over deze methode en hoe deze gebruikt wordt.
  • Immunocytochemie methoden.
  • Autoradiografie en in situ hybridisatie technieken
  • Karyotypering

Inleidende embryologie en histologie van dieren

  • Inleiding in histologie en embryologie
  • Anatomie- en histologie-definities
  • Type weefsels (Epitheelweefsel, Bindweefsel, Spierweefsel, Zenuwweefsel)
  • Embryologie-inleiding.
  • Embryologie-voortzetting.

Algemene celbiologie van dieren (Celmembranen, Organellen, etc.)

  • Celmembranen (Functies en algemene eigenschappen, Membranen lipiden, Membranen eiwitten, transport)
  • Organellen: overzicht, functie van verschillende organellen.
  • Celcommunicatie.
  • Intracellulair transport
  • Inter cellulaire adhesie

Plantencelbiologie (Plastiden, Celwand)

  • Functies van verschillende soorten plastiden.
  • Celwand: primaire en secundaire celwand, componenten, structuur en synthese.
  • Vorming en turn-over van de celwand.
  • Veranderingen in celwand-architectuur.
  • Cuticula, waslagen, callose en sporopollenine: details over deze onderdelen van de celwand.

Plasmamembraan, eiwitten, ionkanalen etc.

  • Details over alle soorten carriers (transporters), PM receptoren en functies.
  • Beschrijving van de rol van plasmamembraan eiwitten in interacties met de celwand.

Plasmodesmata

  • Beschrijving van de structuur en de functie van plasmodesmata.
  • Symplastische transport: hoe deze plaatsvindt.
  • Vorming.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Algemene Celbiologie PDF

More Like This

Neuroglia Quiz
72 questions

Neuroglia Quiz

HandsomeSloth avatar
HandsomeSloth
Neuroglia and Nervous System Function
32 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser