Nederlandse Literatuurgeschiedenis 1914-1980
8 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende is geen kenmerk dat consistent in alle beschrijvingen van afbeeldingen met tekst voorkomt?

  • Overdekt
  • Publicatie
  • Boek (correct)
  • Papier
  • Welke van de volgende categorieën wordt het vaakst genoemd in de beschrijvingen van afbeeldingen met tekst?

  • Zelfhulpboek
  • Landvoertuig
  • Papierprodcut
  • Menselijk gezicht (correct)
  • Welke beschrijving suggereert dat de afbeelding waarschijnlijk deel uitmaakt van een leerboek?

  • Afbeelding met tekst, Publicatie, papier, Menselijk gezicht
  • Afbeelding met tekst, Publicatie, papier, Overdekt
  • Afbeelding met tekst, boek, Publicatie, papier (correct)
  • Afbeelding met tekst, boek, Publicatie, Landvoertuig
  • Welke beschrijving verwijst naar een afbeelding die waarschijnlijk een praktische handleiding bevat?

    <p>Afbeelding met tekst, Publicatie, papier, Zelfhulpboek (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen suggereert dat de afbeelding een grafische weergave van instructies kan bevatten?

    <p>Afbeelding met tekst, Publicatie, papier, Document (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke beschrijving suggereert dat de afbeelding waarschijnlijk een illustratie in een boek is?

    <p>Afbeelding met tekst, boek, Publicatie, papier (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke twee beschrijvingen beschrijven waarschijnlijk afbeeldingen met verschillende doeleinden?

    <p>Afbeelding met tekst, Publicatie, papier, Zelfhulpboek &amp; Afbeelding met tekst, Publicatie, papier, Document (B)</p> Signup and view all the answers

    Welk van de volgende kenmerken duidt niet noodzakelijkerwijs op een publicatie?

    <p>Menselijk gezicht (B)</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Nederlandse Literatuurgeschiedenis (1914-1980)

    • Bedreigde Stad (Paul van Ostaijen): Avant-garde gedicht over Eerste Wereldoorlog. Experimenteert met klanken en typografie om oorlogservaringen uit te drukken.
    • Modernisme: Nieuwe stroming in interbellum. Scepsis en twijfel over kennen van werkelijkheid en rol van taal na WO I. Nihilisme is een belangrijke filosofische stroming. Avant-garde kunstenaars zoals Van Ostaijen experimenteerden met nieuwe vormen.
    • Dada: Ideologische kunststroming die antikunst promoot door gebruik van bestaande voorwerpen. Een reactie op de oorlog en de bestaande maatschappij. Kortstondig maar invloedrijk, met name buiten Nederland.
    • Expressionisme: Poëzie richt zich op persoonlijke ervaringen van de werkelijkheid in plaats van de impressie van de werkelijkheid (impressionisme). Bombastische beeldspraak en synesthesie (zintuigelijke ervaringen) zijn kenmerkend. Expressionistisch levensgevoel wordt uitgedrukt in werk van Hendrik Marsman.
    • Vitalisme: Een levenswijze en poëtische stroming die het hoogste doel van de mens ziet als het maximale halen uit het leven en handelen. Het is een radicale reactie tegen de pessimisme en doemdenken. Inspiratie gevonden in het futurisme en fascisme.

    Nederlandse Literatuurgeschiedenis (1940-1960)

    • WO II:
      • Nederland wordt bezet door Duitse troepen.
      • Massale bombardementen op Rotterdam.
      • Antisemitische maatregelen.
      • Verzet en ondergronds leven bij kunstenaars en schrijvers.
      • Massale deportatie van Joden naar vernietigingskampen.
      • Veel slachtoffers (55 miljoen, helft burgers).
      • Einde van de oorlog op 7 mei 1945.
    • Form-of-Vent-discussie: Discussie in de literatuur over aandacht voor vorm versus aandacht voor de mens/expressie achter het werk. Van Ostaijen, Marsman en Nijhoff (vorm); Ter Braak en Du Perron (vent)
    • De Nieuwe Zakelijkheid: Literatuurstroming die reageert op het expressionisme, focust op functionele vormgeving, alledaagse taal en gebeurtenissen. Proza krijgt een reportagestijl.
    • Existentialisme: Na WO II ontstaan twijfel en frustratie, de mens is geworpen in de wereld en moet zelf de zin geven aan zijn bestaan (Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir). De mens is autonoom en vrij, maar ook verantwoordelijk voor het lot van anderen.
    • Postmodernisme: Nieuwe ideeën en stijlen volgen elkaar in hoog tempo op. Sommige auteurs geven een nihilistisch en pessimistisch beeld van de wereld en de mens.
    • Debutanten van na de oorlog: Belangrijke schrijvers uit deze tijd, zoals Simon Vestdijk, Gerard Reve, Willem Frederik Hermans en Harry Mulisch. Hun werk weerkaatst vaak persoonlijke en maatschappelijke ervaringen. Ook speelt het thema van doodsangst en optimisme/pessimisme een rol.

    Nederlandse Literatuurgeschiedenis (1960-2000)

    • Culturele Revolutie:
      • Jeugd cultiveert andere leefwijzen en visies; tegen de dominante gevestigde orde.
      • Nieuwe normen en media (radio, tv).
      • Veranderende maatschappelijke opvattingen over seksualiteit en media.
      • Literaire werken reflecteren deze veranderingen in de samenleving.
    • Realistiere romans/autobiografieën:
      • Auteurs gaan hun eigen weg en concentreren zich op persoonlijke ervaringen, zoals bij de roman "Ik, Jan Cremer" van Jan Cremer..
      • De realisme focust op personages, niet op de verteller -Semiautobiografische verhalen van Remco Campert -Realistiere verhalen en romans van Jan Wolkers, zoals "Turks Fruit". De focus is op de personages en hun levenslust en doodsangst
    • Postmodernisme: Grote auteurs als Harry Mulisch en Cees Nooteboom zijn kenmerkend voor het literatuurlandschap.
    • Migrantenliteratuur:
      • Nieuwe laag literaire auteurs komen van buitenaf.
      • Debutanten uit andere culturen, zoals Kader Abdolah, Mustafa Stitou.
      • Het zoeken naar de eigen identiteit, het botsen van verschillende culturen.
    • Feministische romans:
      • Auteurs komen meer naar voren.
      • Meulenbelt staat bekend om haar feministische thema's in haar romans.
      • Het thema van het genderconflict komt naar voren in de literatuur.
    • Diverse genres/stromingen:
      • Provocerende en theoretische stromingen.
      • Verschillende auteurs hebben een verschillende stijl, zoals 'realistische' versus 'neoromantische' dichters
      • Experimenten met taal en vormen.

    Nederlandse Literatuurgeschiedenis (2000-heden)

    • Postmodernisme:

      • Literaire en populaire cultuur worden met elkaar verbonden.
      • Experimenten met genres en stijlen.
    • Nieuwe migrantenliteratuur:

      • Een tweede generatie migranten komt met literaire werken.
    • Commercie en media:

      • Schrijvers worden steeds meer verbonden met de media.
      • Verfilmingen, prijzen en onderscheidingen zijn belangrijk voor literaire erkenning.
    • Populaire genres:

      • Aandacht voor thriller en sciencefiction-genres; door toegenomen populariteit en vertalingen.
      • Historische romans verkrijgen meer succes.
    • Lijsten van beste werken: Canons worden samengesteld met de invloed van critici en lezers, maar leiden tot discussies over welke werken belangrijk zijn.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Podcast Maken

    Description

    Test je kennis over de Nederlandse literatuur tussen 1914 en 1980. Dit quiz behandelt belangrijke stromingen zoals modernisme, dadaïsme en expressionisme, en bespreekt werken van invloedrijke auteurs zoals Paul van Ostaijen. Ontdek hoe deze stromingen de reactie op de Eerste Wereldoorlog vormgaven.

    More Like This

    Max Havelaar by Multatuli
    12 questions

    Max Havelaar by Multatuli

    SelfSufficiencyConstructivism avatar
    SelfSufficiencyConstructivism
    Nederlandse Literatuur 1950-1980
    13 questions
    Literatuurdossier Samenvatting
    47 questions

    Literatuurdossier Samenvatting

    FlatteringTechnetium6539 avatar
    FlatteringTechnetium6539
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser