Microscopie en Celorganellen
37 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er tijdens een enzymatische reactie?

  • Het enzym wordt permanent veranderd.
  • Het substraat blijft hetzelfde.
  • Een enzym-substraatcomplex ontstaat. (correct)
  • Er worden geen producten gevormd.
  • Enzymen kunnen geen nieuwe reacties katalyseren nadat ze eenmaal een reactie hebben gestimuleerd.

    False

    Welke van de volgende microscopie typen heeft de hoogste resolutie?

  • Elektronenmicroscoop (correct)
  • Blote oog
  • Rasterelektronenmicroscoop
  • Lichtmicroscoop
  • Wat is een voorbeeld van een enzym dat een afbraakreactie in het spijsverteringsstelsel versnelt?

    <p>lipase</p> Signup and view all the answers

    Een enzym met de uitgang -ase is meestal genoemd naar het ______ waarop het inwerkt.

    <p>substraat</p> Signup and view all the answers

    De lichtmicroscoop kan objecten waarnemen die dichter bij elkaar staan dan 0,2 μm.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Match de volgende enzymen met hun functie:

    <p>lipase = Afbraak van vetten lactase = Afbraak van lactose glycogeensynthase = Opbouw van glycogeen amylase = Afbraak van zetmeel</p> Signup and view all the answers

    Noem twee celorganellen die bestudeerd zijn met de rasterelektronenmicroscoop.

    <p>Ribosomen en mitochondriën</p> Signup and view all the answers

    Als de afstand tussen twee punten groter dan of gelijk is aan 0,2 μm dan __________.

    <p>kunnen ze afzonderlijk waargenomen worden.</p> Signup and view all the answers

    Koppel de celorganellen aan hun functie:

    <p>Ribosomen = Eiwitsynthese Mitochondriën = Energieproductie Endoplasmatisch reticulum = Eiwit- en vettransport Celwand = Structuur en bescherming</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het oplossend vermogen?

    <p>De minimale afstand tussen twee punten die afzonderlijk waargenomen kunnen worden</p> Signup and view all the answers

    Cytoplasma is een dichte vloeistof binnen de cel.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van het celmembraan?

    <p>Het reguleert de in- en uitwisseling van stoffen.</p> Signup and view all the answers

    Welk type organisme is een voorbeeld van een eencellig organisme?

    <p>Bacterie</p> Signup and view all the answers

    Alle cellen in een meercellig organisme hebben dezelfde functie.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de basiseenheid van het leven?

    <p>De cel</p> Signup and view all the answers

    Zenuwcellen bezitten _____ om signalen op te vangen.

    <p>dendrieten</p> Signup and view all the answers

    Koppel de celtypen aan hun functie:

    <p>Zaadcel = Voortbeweging Zenuwcel = Signalen doorgeven Darmwandcel = Opname van voedingsstoffen Epitheelcel = Afsluiten van oppervlakken</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van bindweefsel?

    <p>Het ondersteunt andere weefsels</p> Signup and view all the answers

    Microvilli in darmwandcellen vergroten het oppervlakte voor optimale opname van voedingsstoffen.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Noem één type weefsel dat kraakbeen bevat.

    <p>Bindweefsel</p> Signup and view all the answers

    Hoe snel kan een bacteriepopulatie zich verdubbelen?

    <p>Elke 20 tot 40 minuten</p> Signup and view all the answers

    Prokaryoten hebben een celkern.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Noem een verschil tussen de DNA-structuur van prokaryoten en eukaryoten.

    <p>Prokaryoten hebben een cirkelvormige DNA-streng, terwijl eukaryoten hun DNA in chromosomen hebben.</p> Signup and view all the answers

    Prokaryoten hebben ________ in hun cel die eukaryoten niet hebben.

    <p>plasmiden</p> Signup and view all the answers

    Koppel de kenmerken aan de juiste celtype:

    <p>Prokaryoten = Snel, eenvoudige celdeling Eukaryoten = Complexe membraanstructuren zoals mitochondriën</p> Signup and view all the answers

    Welke van deze beweringen over ribosomen is waar?

    <p>Prokaryoten hebben kleinere ribosomen dan eukaryoten.</p> Signup and view all the answers

    Eukaryoten zijn altijd groter dan prokaryoten.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat is het vermoedelijke tijdsframe van het ontstaan van de eukaryote cel?

    <p>Ongeveer 1 miljard jaar geleden.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de hypothese die suggereert dat mitochondriën en chloroplasten ooit als symbiotische prokaryoten beschouwd kunnen worden?

    <p>De endosymbiosetheorie</p> Signup and view all the answers

    Mitochondriën hebben geen dubbelmembraan.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat biedt de aërobe bacterie aan de cel in ruil voor bescherming en voedingsstoffen?

    <p>energie</p> Signup and view all the answers

    In een eukaryote cel komen organellen voor zoals mitochondriën en __________.

    <p>chloroplasten</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende organellen aan hun functie:

    <p>Mitochondriën = Energieproductie Chloroplasten = Fotosynthese Lysosomen = Afbraak van afvalstoffen Ribosomen = Eiwitsynthese</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van een plantaardige cel dat niet voorkomt in een dierlijke cel?

    <p>Vacuole</p> Signup and view all the answers

    Een populatie bestaat uit verschillende soorten organismen die samenleven op een bepaalde plaats.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Noem twee ecosystemen.

    <p>Ecosysteem bos en ecosysteem vijver</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Microscopie

    • Het blote oog, de lichtmicroscoop en de elektronenmicroscoop hebben verschillende oplossende vermogens, ook wel resolutie genoemd.
    • De lichtmicroscoop heeft een resolutie van 0,2 μm.
    • Twee punten die dichter bij elkaar liggen dan 0,2 μm kunnen met de lichtmicroscoop niet als twee afzonderlijke punten gezien worden.
    • Twee punten die 0,2 μm of meer van elkaar verwijderd zijn, kunnen met de lichtmicroscoop als twee afzonderlijke punten gezien worden.

    Celorganellen

    • Celorganellen zoals ribosomen, mitochondriën en het endoplasmatisch reticulum zijn bestudeerd met de rasterelektronenmicroscoop.

    Prokaryoten en Eukaryoten

    • Prokaryoten en eukaryoten hebben dezelfde genetische code.
    • Beide hebben ze een celmembraan en soms een celwand.
    • Beide hebben ze ribosomen.
    • Prokaryoten hebben geen echte celkern, terwijl eukaryoten wel een celkern hebben omgeven door een kernmembraan.
    • Prokaryoten hebben minder DNA dan eukaryoten.
    • Prokaryoten hebben naakt DNA, terwijl eukaryoten DNA hebben geassocieerd met eiwitten.
    • Prokaryoten kunnen plasmiden hebben, terwijl eukaryoten geen plasmiden hebben.
    • Prokaryoten hebben geen membraanstructuren in de cel, terwijl eukaryoten veel membraanstructuren hebben, zoals mitochondriën en het Golgi-apparaat.

    Ontstaan van de Eukaryote Cel

    • De prokaryote cel wordt beschouwd als de eerste vorm van leven.
    • De eukaryote cel is veel later ontstaan en is slechts 1 miljard jaar oud.
    • De kern en het endoplasmatisch reticulum zijn waarschijnlijk ontstaan door instulpingen van het celmembraan.
    • Organellen met een dubbelmembraan, zoals mitochondriën, worden gesuggereerd dat ze ooit als symbiotische prokaryoten werden opgenomen in andere cellen.
    • De endosymbiosetheorie stelt dat mitochondria aërobe bacteriën zijn die in een prokaryote cel zijn geslopen, terwijl chloroplasten fotosynthetiserende bacteriën zijn in symbiose met een andere prokaryote cel.
    • Argumenten die de endosymbiosetheorie ondersteunen zijn:
      • Mitochondriën en chloroplasten bezitten een dubbelmembraan: het eigen membraan en dat van het blaasje waarin ze werden opgesloten.
      • Ze hebben eigen DNA: naakt en cirkelvormig (zoals bij prokaryoten).
      • Ze bevatten ribosomen van het prokaryote type.

    Plantaardige en Dierlijke Cellen

    • Plantaardige cellen hebben een celwand, plastiden en een grote vacuole, terwijl dierlijke cellen dit niet hebben.
    • Plantaardige cellen hebben geen centriolen, terwijl dierlijke cellen dat wel hebben.

    Weefsels

    • Cellen in meercellige organismen zijn gespecialiseerd in specifieke functies en vertonen differentiatie.
    • Cellen gespecialiseerd in dezelfde of gelijkaardige taken vormen samen weefsels.
    • Voorbeelden van weefsels:
      • Epitheelweefsel: aansluitende cellen die de buitenkant afsluiten of organen en lichaamsholten bekleden.
      • Bindweefsel: verbindt en ondersteunt andere weefsels.
        • Voorbeelden van bindweefsel: kraakbeen, been, vet en bloed

    Enzymen

    • Enzymen katalyseren biochemische reacties.
    • Enzymen versnellen de reactiesnelheid zonder zelf verbruikt te worden.
    • Enzymen veranderen niet de evenwichtsconstante van de reactie.
    • Enzymen binden aan een substraat en vormen een enzym-substraatcomplex.
    • De naam van een enzym verwijst meestal naar het substraat waarop het inwerkt en heeft meestal de uitgang –ase.
    • De reactiesnelheid van enzymen wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de substraatconcentratie.
    • Bij een lage substraatconcentratie neemt de reactiesnelheid proportioneel toe met de verhoging van de substraatconcentratie.
    • Bij een hoge substraatconcentratie verloopt de reactiesnelheid niet meer sneller, omdat alle enzymen zijn verzadigd.

    Biologische Organisatieniveaus

    • De biosfeer is het deel van de aarde waar leven mogelijk is.
    • De biosfeer is opgebouwd uit verschillende ecosystemen (bijv. bos, vijver).
    • Elk ecosysteem bevat verschillende populaties van organismen (bijv. populatie reeën, populatie everzwijnen).
    • Een populatie is een groep organismen van dezelfde soort die op een welbepaalde plaats en op een welbepaald tijdstip samenleven en zich voortplanten.
    • Een organisme bestaat uit één of meerdere cellen.
    • De cel is de basiseenheid van het leven en kan autonoom haar levensfuncties vervullen.
    • Cellen verenigen zich tot grotere structuren, zoals weefsels.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Cursus Biologie 5de Jaar PDF

    Description

    Test je kennis over microscopie en celorganellen zoals ribosomen en mitochondriën. Dit quiz behandelt de verschillen tussen prokaryoten en eukaryoten, hun structuren en resolutie van verschillende microscopen. Perfect voor studenten in de biologie.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser