Podcast
Questions and Answers
Wat is een belangrijk doel van micro-economie in relatie tot overheidsbeleid?
Wat is een belangrijk doel van micro-economie in relatie tot overheidsbeleid?
Welke benadering wordt in het boek deels gebruikt om economische problemen te analyseren?
Welke benadering wordt in het boek deels gebruikt om economische problemen te analyseren?
Welke van de volgende onderwerpen valt onder de invloed van overheidsbeleid zoals genoemd in de content?
Welke van de volgende onderwerpen valt onder de invloed van overheidsbeleid zoals genoemd in de content?
Wat is een focus van de benadering van de auteur in het boek?
Wat is een focus van de benadering van de auteur in het boek?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende onderwerpen wordt niet genoemd als een terrein van beleid?
Welke van de volgende onderwerpen wordt niet genoemd als een terrein van beleid?
Signup and view all the answers
Wat is het belangrijkste analytische hulpmiddel dat wordt genoemd in het boek?
Wat is het belangrijkste analytische hulpmiddel dat wordt genoemd in het boek?
Signup and view all the answers
Wat wordt bedoeld met 'vergelijken van statica' binnen de context van vraag- en aanbodschokken?
Wat wordt bedoeld met 'vergelijken van statica' binnen de context van vraag- en aanbodschokken?
Signup and view all the answers
Wat is een voorbeeld van een niet-klassiek inzicht dat recentelijk aandacht heeft gekregen?
Wat is een voorbeeld van een niet-klassiek inzicht dat recentelijk aandacht heeft gekregen?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft de budgetbeperking?
Wat beschrijft de budgetbeperking?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er met de budgetlijn wanneer het inkomen van een consument toeneemt?
Wat gebeurt er met de budgetlijn wanneer het inkomen van een consument toeneemt?
Signup and view all the answers
Wat is het effect van een stijging van Px op de budgetlijn?
Wat is het effect van een stijging van Px op de budgetlijn?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er met de totale opbrengst bij een inelastische vraag als de prijs stijgt?
Wat gebeurt er met de totale opbrengst bij een inelastische vraag als de prijs stijgt?
Signup and view all the answers
Welke situatie beschrijft een problematische keuze G?
Welke situatie beschrijft een problematische keuze G?
Signup and view all the answers
Wat meet de kruiselings prijselasticiteit van de vraag?
Wat meet de kruiselings prijselasticiteit van de vraag?
Signup and view all the answers
Waarom is de prijselasticiteit voor individuele automerken vaak groter dan voor auto's in het algemeen?
Waarom is de prijselasticiteit voor individuele automerken vaak groter dan voor auto's in het algemeen?
Signup and view all the answers
Wat is het effect van een prijsdaling van Py op de budgetlijn?
Wat is het effect van een prijsdaling van Py op de budgetlijn?
Signup and view all the answers
Wat betekent een positieve waarde van de kruiselings prijselasticiteit?
Wat betekent een positieve waarde van de kruiselings prijselasticiteit?
Signup and view all the answers
Wat is een determinante van de prijselasticiteit van de vraag?
Wat is een determinante van de prijselasticiteit van de vraag?
Signup and view all the answers
Wat zijn de factoren die de prijselasticiteit van het aanbod bepalen?
Wat zijn de factoren die de prijselasticiteit van het aanbod bepalen?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er als zowel Px als Py stijgen met hetzelfde percentage?
Wat gebeurt er als zowel Px als Py stijgen met hetzelfde percentage?
Signup and view all the answers
Hoe wordt de prijselasticiteit van het aanbod berekend?
Hoe wordt de prijselasticiteit van het aanbod berekend?
Signup and view all the answers
Wat resulteert uit een verhoging van de prijs van 5 naar 6 bij een elastische vraag?
Wat resulteert uit een verhoging van de prijs van 5 naar 6 bij een elastische vraag?
Signup and view all the answers
Wat drukt de budgetlijn mathematisch uit?
Wat drukt de budgetlijn mathematisch uit?
Signup and view all the answers
Wat weergeeft de inkomenselasticiteit van de vraag?
Wat weergeeft de inkomenselasticiteit van de vraag?
Signup and view all the answers
Hoe beïnvloedt de definitie van de markt de prijselasticiteit van de vraag?
Hoe beïnvloedt de definitie van de markt de prijselasticiteit van de vraag?
Signup and view all the answers
Welke uitspraak over de budgetlijn is waar?
Welke uitspraak over de budgetlijn is waar?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er met de vraag naar een goed als de prijs van een complementair goed stijgt?
Wat gebeurt er met de vraag naar een goed als de prijs van een complementair goed stijgt?
Signup and view all the answers
Wat kan er worden afgeleid uit waarnemingen van prijzen en hoeveelheden?
Wat kan er worden afgeleid uit waarnemingen van prijzen en hoeveelheden?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende uitspraken over inelastische en elastische vraag is onjuist?
Welke van de volgende uitspraken over inelastische en elastische vraag is onjuist?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende beschrijvingen is waar voor een elastische vraag?
Welke van de volgende beschrijvingen is waar voor een elastische vraag?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er bij een prijsverhoging als de vraag zeer elastisch is?
Wat gebeurt er bij een prijsverhoging als de vraag zeer elastisch is?
Signup and view all the answers
Wat geeft de prijselasticiteit van de vraag aan?
Wat geeft de prijselasticiteit van de vraag aan?
Signup and view all the answers
Wat moet er gebeuren om de aanbodfunctie af te leiden?
Wat moet er gebeuren om de aanbodfunctie af te leiden?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er als de vraag in de tijd verandert terwijl het aanbod stabiel blijft?
Wat gebeurt er als de vraag in de tijd verandert terwijl het aanbod stabiel blijft?
Signup and view all the answers
Wat is kenmerkend voor inelastische vraag?
Wat is kenmerkend voor inelastische vraag?
Signup and view all the answers
Wat is de relatie tussen vraag- en aanbodschokken en marktevenwicht?
Wat is de relatie tussen vraag- en aanbodschokken en marktevenwicht?
Signup and view all the answers
Wat moet worden aangenomen voor het identificeren van de vraagcurve bij aanbodschommelingen?
Wat moet worden aangenomen voor het identificeren van de vraagcurve bij aanbodschommelingen?
Signup and view all the answers
Wat is de implicatie van een inkomensstijging op het marktevenwicht?
Wat is de implicatie van een inkomensstijging op het marktevenwicht?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er met de consumptie in periode 1 als het inkomen I1 hoger is dan de totale uitgaven P1C1?
Wat gebeurt er met de consumptie in periode 1 als het inkomen I1 hoger is dan de totale uitgaven P1C1?
Signup and view all the answers
Wat vertegenwoordigt F1 in de context van de budgetrestrictie?
Wat vertegenwoordigt F1 in de context van de budgetrestrictie?
Signup and view all the answers
Hoe beïnvloedt de rentevoet r het inkomen in periode 2?
Hoe beïnvloedt de rentevoet r het inkomen in periode 2?
Signup and view all the answers
Wat is de betekenis van de intertemporele budgetrestrictie?
Wat is de betekenis van de intertemporele budgetrestrictie?
Signup and view all the answers
Wat betekent F2 in de context van de budgetrestrictie?
Wat betekent F2 in de context van de budgetrestrictie?
Signup and view all the answers
Wat is de helling van de intertemporele budgetrestrictie?
Wat is de helling van de intertemporele budgetrestrictie?
Signup and view all the answers
Waarom is verdiscontering noodzakelijk in de intertemporele budgetrestrictie?
Waarom is verdiscontering noodzakelijk in de intertemporele budgetrestrictie?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er als het totale inkomen in periode 1 niet wordt verdisconteerd?
Wat gebeurt er als het totale inkomen in periode 1 niet wordt verdisconteerd?
Signup and view all the answers
Study Notes
Samenvatting van Micro-Economie (2022-2023)
- De samenvatting is gebaseerd op de zesde editie van het boek "Microeconomics", door David Besanko en Ronald Braeutigam.
- De samenvatting behandelt ook de concepten die worden besproken in het opleidingsonderdeel Micro-economie bij de faculteit TEW van de Universiteit Antwerpen.
- De samenvatting omvat samenvattingen, aantekeningen en oefenvragen van studenten.
- Het document is auteursrechtelijk beschermd.
Inleiding
- De voorkennis die nodig is voor het vak is Algemene Economie (1BA) en Wiskunde (1BA).
- Onderwijsvormen: hoorcolleges en werkcolleges.
- Het taalgebruik is Nederlands, maar het handboek en de slides zijn ook in het Engels.
- Blackboard bevat opnames van hoorcolleges, Powerpoints, aankondigingen en extra studiemateriaal.
- De samenvatting volgt de hoofdstukken uit het boek en behandelt ook extra topics die tijdens de lessen zijn besproken.
- Belangrijke topics zijn voorzien van een (*) om de extra uitleg te markeren.
- Het examen is schriftelijk met open vragen, zowel over theorie als oefeningen.
- Verdeling van theorie en oefeningen: 50/50 (elk 10 van de 20 punten).
- Actieve deelname in de werkcolleges is cruciaal voor succesvol examen.
Economische problemen analyseren
- Economie = wetenschap die de allocatie van schaarse middelen ter bevrediging van ongelimiteerde menselijke behoeften bestudeert.
- De economische agenten staan centraal in de microeconomie.
- Drie analytische hulpmiddelen: exogene variabelen, endogene variabelen en beperkte optimalisatie.
Vraag en aanbod analyse
- Vraagcurve en aanbodcurve laten toe om de markt evenwicht te analyseren.
- Factoren die de vraag beïnvloeden: inkomen, prijs van substituten en complementen, verwachtingen, preferenties/...
- Factoren die het aanbod beïnvloeden: inputprijzen, technologie, verwachtingen, preferenties/...
- Markt evenwicht: Qd = Qs bij gegeven prijzen.
Elasticiteit
- Prijselasticiteit van de vraag: meet de gevoeligheid van de gevraagde hoeveelheid t.o.v. een prijsverandering.
- Normale goederen (ε ≥ 0), Inferieure goederen (ε < 0) en luxe goederen (ε > 1)
- Prijselasticiteit van het aanbod (ε ≥ 0)
- Inkomenselasticiteit van de vraag: meet de gevoeligheid van de vraag t.o.v. een verandering in het inkomen.
- Kruiselingse prijselasticiteit van de vraag: meet veranderingen in de gevraagde hoeveelheid t.o.v. de prijs van andere goederen.
- Substituten (ε > 0) en complementen (ε < 0)
- Elasticiteit van prijs-aanbod: meet hoe gevoelig het aanbod is t.o.v. een verandering in prijs.
Kosten en kostenminimalisatie
- Expliciete kosten = kosten die gepaard gaan met een effectieve geldstroom.
- Impliciete kosten = kosten die geen verband houden met een effectieve geldstroom (bv. opportuniteitskosten).
- Opportuniteitskosten = de waarde van het beste alternatief dat men opgeeft bij de beslissing om iets wel of niet te doen.
- Het effect van inkomensverandering op de budgetrechte.
- Het effect van prijsverandering op de budgetrechte.
- Kostenminimalisatie problem = het vinden van de inputcombinatie die een bepaald outputniveau realiseert tegen de laagst mogelijke kost.
- Lange termijn: alle inputs zijn variabel.
- Korte termijn: ten minste één input is vast.
- Isokostenlijn: alle combinaties van inputs met gelijke kosten.
- Isokwant: alle combinaties van inputs die eenzelfde productie mogelijk maken.
- De marginale kosten (MC) = het tempo van de verandering van de totale kosten bij een verhoogd outputniveau.
- Gemiddelde kosten (AC).
- De kostencurve verschuift met veranderingen in de prijs van de inputs.
- Kostenminimaliserende combinaties, als het outputniveau verandert.
Schaalopbrengsten
- Schaalopbrengsten = het tempo van de outputvariatie t.o.v. een proportionele toename van alle inputs (v.b. 2x inputs, 2x output).
- Stijgende schaalopbrengsten (output stijgt met meer dan proportioneel input stijgt).
- Constante schaalopbrengsten (output stijgt met proportioneel input stijgt).
- Dalende schaalopbrengsten (output stijgt met minder dan proportioneel input stijgt).
Markten
- Perfecte concurrentie = Veel aanbieders, identieke producten, perfecte informatie en vrije toegang tot de markt.
- Prijsnemer = geen invloed op prijs.
- Marktevenwicht bij perfecte concurrentie: MR = P = MC
- Toetredingsdrempels = beperkingen die verhinderen dat nieuwe bedrijven toetreden (bv: hoge kosten voor een nieuw bedrijf om de markt toe te treden).
- Oligopolie = weinig aanbieders, met homogene of gedifferentieerde producten.
- Monopolie= één aanbieder, met vaak geen substituten.
- Monopsonie= één vragers, waardoor die vragers de enige plaats is waar werknemers kunnen werken.
- Prijsplafonds= een wettelijke maximale prijs.
- Prijsvloers= een wettelijk minimumprijs.
- Productiequotum = een maximum aantal producten dat geproduceerd kan worden.
Andere belangrijke concepten
- Substitutie-effect = verandering in consumptie door een prijsverandering van een goed, rekening houdend met de constante prijs van alle andere goederen.
- Inkomenseffect = verandering in consumptie als het reëel inkomen verandert.
- Consumentensurplus = verschil tussen maximaal bereidheid te betalen en de werkelijke prijs die betaald wordt.
- Producentensurplus = verschil tussen de werkelijke prijs en de gemiddelde variabele kosten.
- Welvaartsverlies = het verliezende verlies van welvaart.
- Deadweight loss = het efficiëntie verlies, met de verzonken (sunk) kosten.
- Inkomens- en substitutie effecten bij niet-normale goederen.
- Prijsdiscriminatie = consumenten verschillende prijzen laten betalen voor identieke producten.
- Koppelverkoop = producten worden gebundeld, zodat de consument geen van beide goederen afzonderlijk kan kopen.
- Reclame = kan de vraag naar producten verhogen, maar met een gelijke of zelfs hogere marginale kost.
- Markt segmentatie = bedrijven verschillende marktsegmenten erkennen om te differentiëren in hun prijzen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dit quiz onderzoekt de relatie tussen micro-economie en overheidsbeleid. Je zult belangrijke begrippen en analytische hulpmiddelen tegenkomen die worden gebruikt om economische vraagstukken te analyseren. Bereid je voor op vragen over budgetbeperkingen, vraag- en aanbodschokken, en beleidsinvloeden.