Podcast
Questions and Answers
Wat behandelt het materieel vermogensrecht voornamelijk?
Wat behandelt het materieel vermogensrecht voornamelijk?
- Rechten op goederen en hoe deze overgedragen kunnen worden. (correct)
- Alle regels over contracten.
- Alle rechtsgebieden in het Nederlandse recht.
- De ontwikkeling van het familierecht.
Welke van de volgende onderwerpen valt niet onder het materieel vermogensrecht?
Welke van de volgende onderwerpen valt niet onder het materieel vermogensrecht?
- Eigendom.
- Bezit.
- Verplichtingen. (correct)
- Zekerheidsrechten.
Welke boek geeft een overzicht van personen- en familierecht?
Welke boek geeft een overzicht van personen- en familierecht?
- Boek 2.
- Boek 4.
- Boek 3.
- Boek 1. (correct)
Wat is de belangrijkste functie van het Burgerlijk Wetboek?
Wat is de belangrijkste functie van het Burgerlijk Wetboek?
Wat betekent een gelaagde structuur in het Burgerlijk Wetboek?
Wat betekent een gelaagde structuur in het Burgerlijk Wetboek?
Welke van onderstaande uitspraken is fout over het Burgerlijk Wetboek?
Welke van onderstaande uitspraken is fout over het Burgerlijk Wetboek?
Wat behandelt Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek?
Wat behandelt Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek?
Welke jurisprudentie is het oudste volgens de genoemde uitspraken?
Welke jurisprudentie is het oudste volgens de genoemde uitspraken?
Wat is een kenmerk van het eigendomsrecht?
Wat is een kenmerk van het eigendomsrecht?
Wat wordt bedoeld met een 'zaak' volgens het BW?
Wat wordt bedoeld met een 'zaak' volgens het BW?
Wat is een voorbeeld van een bestanddeel volgens het BW?
Wat is een voorbeeld van een bestanddeel volgens het BW?
Wat houdt het genotsrecht in?
Wat houdt het genotsrecht in?
Welke van de volgende opties is geen genotsrecht?
Welke van de volgende opties is geen genotsrecht?
Wat wordt bedoeld met 'misbruik van bevoegdheid'?
Wat wordt bedoeld met 'misbruik van bevoegdheid'?
Wat is een beperking van het eigendomsrecht door ongeschreven recht?
Wat is een beperking van het eigendomsrecht door ongeschreven recht?
Bei welke van de volgende opties is er sprake van hinder?
Bei welke van de volgende opties is er sprake van hinder?
Wat is een zekerheidsrecht?
Wat is een zekerheidsrecht?
Welk van de volgende rechten is geen beperkt recht?
Welk van de volgende rechten is geen beperkt recht?
Wat omvat het begrip 'goederen' volgens het BW?
Wat omvat het begrip 'goederen' volgens het BW?
Wat is de rol van de verkeersopvatting bij bestanddelen?
Wat is de rol van de verkeersopvatting bij bestanddelen?
Wat houdt het recht van vruchtgebruik in?
Wat houdt het recht van vruchtgebruik in?
Wat zijn absolute vermogensrechten?
Wat zijn absolute vermogensrechten?
Wat is een voorbeeld van een beperkte recht?
Wat is een voorbeeld van een beperkte recht?
Wat verstaan we onder een vorderingsrecht?
Wat verstaan we onder een vorderingsrecht?
Wat is een natuurlijke verbintenis?
Wat is een natuurlijke verbintenis?
Hoe kunnen verbintenissen voortvloeien?
Hoe kunnen verbintenissen voortvloeien?
Wat gebeurt er meestal met een verbintenis?
Wat gebeurt er meestal met een verbintenis?
Wat is een voorbeeld van een relatieve vermogensrecht?
Wat is een voorbeeld van een relatieve vermogensrecht?
Wat is het belangrijkste kenmerk van volledige rechten?
Wat is het belangrijkste kenmerk van volledige rechten?
Wat is een voorbeeld van een verbintenis uit de wet?
Wat is een voorbeeld van een verbintenis uit de wet?
Wat kan een bijzondere manier van tenietgaan van verbintenissen zijn?
Wat kan een bijzondere manier van tenietgaan van verbintenissen zijn?
Wat beschrijft het vermogensrecht?
Wat beschrijft het vermogensrecht?
Wat is een essentieel kenmerk van eigendom?
Wat is een essentieel kenmerk van eigendom?
Wat is een kenmerken van een overeenkomst?
Wat is een kenmerken van een overeenkomst?
Hoe wordt de persoon genoemd die iets te vorderen heeft uit een verbintenis?
Hoe wordt de persoon genoemd die iets te vorderen heeft uit een verbintenis?
Wat is het doel van een gelaagde structuur in wetboeken?
Wat is het doel van een gelaagde structuur in wetboeken?
Welke van de volgende opties beschrijft een schakelbepaling?
Welke van de volgende opties beschrijft een schakelbepaling?
Wat moet een rechter doen bij een normconflict tussen wetsbepalingen?
Wat moet een rechter doen bij een normconflict tussen wetsbepalingen?
Wat impliceert de term 'lex specialis'?
Wat impliceert de term 'lex specialis'?
Hoe kunnen vuistregels als normconflicten helpen bij de toepassing van wetsbepalingen?
Hoe kunnen vuistregels als normconflicten helpen bij de toepassing van wetsbepalingen?
Welke uitspraak over algemene en specifieke regels in wetboeken is juist?
Welke uitspraak over algemene en specifieke regels in wetboeken is juist?
Wat betekent de posterior-regel?
Wat betekent de posterior-regel?
Wat is een kenmerk van een normconflict?
Wat is een kenmerk van een normconflict?
Wat houdt vruchtgebruik in?
Wat houdt vruchtgebruik in?
Wat is een erfdienstbaarheid?
Wat is een erfdienstbaarheid?
Wat geeft de term 'onverminderd' aan in wetgeving?
Wat geeft de term 'onverminderd' aan in wetgeving?
Hoe kan een erfdienstbaarheid ontstaan?
Hoe kan een erfdienstbaarheid ontstaan?
Wat is het primaire kenmerk van erfpacht?
Wat is het primaire kenmerk van erfpacht?
Wat houdt opstalrecht in?
Wat houdt opstalrecht in?
Wat is de rol van de eigenaar van het dienende erf in een erfdienstbaarheid?
Wat is de rol van de eigenaar van het dienende erf in een erfdienstbaarheid?
Welke uitspraak luidt correct over de duur van vruchtgebruik?
Welke uitspraak luidt correct over de duur van vruchtgebruik?
Wat gebeurt er met de eigendom van het gebouw als het op de grond van iemand anders staat?
Wat gebeurt er met de eigendom van het gebouw als het op de grond van iemand anders staat?
Wat is een kenmerk van appartementsrechten?
Wat is een kenmerk van appartementsrechten?
Wat zijn pand en hypotheek?
Wat zijn pand en hypotheek?
Welke van deze beweringen over erfdienstbaarheid is waar?
Welke van deze beweringen over erfdienstbaarheid is waar?
Wanneer kan het recht van erfpacht worden opgezegd?
Wanneer kan het recht van erfpacht worden opgezegd?
Wat staat er in artikel 5:101 BW over opstalrecht?
Wat staat er in artikel 5:101 BW over opstalrecht?
Wat gebeurt er met de opbrengst van de verkoop van het huis van Klaas als hij failliet gaat en er is een hypotheekrecht gevestigd?
Wat gebeurt er met de opbrengst van de verkoop van het huis van Klaas als hij failliet gaat en er is een hypotheekrecht gevestigd?
Wat is een belangrijke functie van zowel het pandrecht als het hypotheekrecht?
Wat is een belangrijke functie van zowel het pandrecht als het hypotheekrecht?
Wat houdt het recht van parate executie in voor pand- en hypotheekhouders?
Wat houdt het recht van parate executie in voor pand- en hypotheekhouders?
In welke situatie zou Willem iets ontvangen als Klaas failliet gaat?
In welke situatie zou Willem iets ontvangen als Klaas failliet gaat?
Wat is een kenmerk van een hypotheekrecht?
Wat is een kenmerk van een hypotheekrecht?
Welke van de volgende stellingen is waar met betrekking tot pand- en hypotheekrechten?
Welke van de volgende stellingen is waar met betrekking tot pand- en hypotheekrechten?
Wat is de rol van de Rabobank in het voorbeeld van Klaas?
Wat is de rol van de Rabobank in het voorbeeld van Klaas?
Wat is een pandrecht?
Wat is een pandrecht?
Wat zou er gebeuren als Klaas €500.000 zou lenen voor een huis van €400.000 zonder een hypotheekrecht?
Wat zou er gebeuren als Klaas €500.000 zou lenen voor een huis van €400.000 zonder een hypotheekrecht?
Welke regel betreft paritas creditorum?
Welke regel betreft paritas creditorum?
Wat betekent het dat zekerheidsrechten ondeelbaar zijn?
Wat betekent het dat zekerheidsrechten ondeelbaar zijn?
Wie kan als hypotheekhouder worden beschouwd?
Wie kan als hypotheekhouder worden beschouwd?
Wat gebeurt er met een zekerheidsrecht als de achterliggende schuld wordt afbetaald?
Wat gebeurt er met een zekerheidsrecht als de achterliggende schuld wordt afbetaald?
Wat is een kenmerk van een vuistpand?
Wat is een kenmerk van een vuistpand?
Wat is een vereiste voor het vestigen van stil pandrecht?
Wat is een vereiste voor het vestigen van stil pandrecht?
Wat is een voordeel van stil pandrecht voor bedrijven?
Wat is een voordeel van stil pandrecht voor bedrijven?
Wat gebeurt er met het recht van parate executie bij faillissement?
Wat gebeurt er met het recht van parate executie bij faillissement?
Wat houdt parate executie in?
Wat houdt parate executie in?
Waar moet de verkoop van een goed bij executie aan voldoen?
Waar moet de verkoop van een goed bij executie aan voldoen?
Wanneer eindigt een pandrecht?
Wanneer eindigt een pandrecht?
Wat is een belangrijk verschil tussen pandrecht en hypotheekrecht?
Wat is een belangrijk verschil tussen pandrecht en hypotheekrecht?
Waarom kiezen partijen soms voor hypotheekrecht boven pandrecht?
Waarom kiezen partijen soms voor hypotheekrecht boven pandrecht?
Wat is een bijkomend voordeel voor een pandhouder bij een vuistpand?
Wat is een bijkomend voordeel voor een pandhouder bij een vuistpand?
Wie kan bevrijdend betalen voor de schuld waarvoor het pandrecht is gevestigd?
Wie kan bevrijdend betalen voor de schuld waarvoor het pandrecht is gevestigd?
Wat is een voorwaarde voor de authentieke akte bij het vestigen van hypotheekrecht?
Wat is een voorwaarde voor de authentieke akte bij het vestigen van hypotheekrecht?
Wat betekent 'huur- of gebruiksrecht' in de context van hypotheek?
Wat betekent 'huur- of gebruiksrecht' in de context van hypotheek?
Wat is een belangrijkste functie van het openbare register in de hypotheekwetgeving?
Wat is een belangrijkste functie van het openbare register in de hypotheekwetgeving?
Wat betekent het recht van parate executie voor de hypotheekhouder?
Wat betekent het recht van parate executie voor de hypotheekhouder?
Welke van de volgende overeenkomsten is meestal een eenzijdige overeenkomst?
Welke van de volgende overeenkomsten is meestal een eenzijdige overeenkomst?
Wat is een kenmerk van benoemde overeenkomsten?
Wat is een kenmerk van benoemde overeenkomsten?
Waarop kan de nietigheid van een overeenkomst gebaseerd zijn?
Waarop kan de nietigheid van een overeenkomst gebaseerd zijn?
Wat is een voorbeeld van een doen of nalaten in strijd met wettelijke plicht?
Wat is een voorbeeld van een doen of nalaten in strijd met wettelijke plicht?
Wat is een voorbeeld van gevaarzetting volgens de zorgvuldigheidsnormen?
Wat is een voorbeeld van gevaarzetting volgens de zorgvuldigheidsnormen?
Welke factor wordt niet beschouwd in het 'Kelderluik'-arrest voor gevaarzetting?
Welke factor wordt niet beschouwd in het 'Kelderluik'-arrest voor gevaarzetting?
Welk van de volgende is geen criterium voor onrechtmatigheid?
Welk van de volgende is geen criterium voor onrechtmatigheid?
Wat gebeurt er met de hypotheek als de gehele vordering is voldaan?
Wat gebeurt er met de hypotheek als de gehele vordering is voldaan?
Wat is een voorwaarde voor de rechtsgeldige totstandkoming van een formele overeenkomst?
Wat is een voorwaarde voor de rechtsgeldige totstandkoming van een formele overeenkomst?
Welke van de volgende voorwaarden is niet nodig om een overeenkomst rechtsgeldig te maken?
Welke van de volgende voorwaarden is niet nodig om een overeenkomst rechtsgeldig te maken?
Wat kan leiden tot aansprakelijkheid op grond van een onrechtmatige daad?
Wat kan leiden tot aansprakelijkheid op grond van een onrechtmatige daad?
Wat kan niet leiden tot het eindigen van het recht van hypotheek?
Wat kan niet leiden tot het eindigen van het recht van hypotheek?
Wanneer ontstaat aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad?
Wanneer ontstaat aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad?
Wat is een voorbeeld van onrechtmatige daad door oneerlijke concurrentie?
Wat is een voorbeeld van onrechtmatige daad door oneerlijke concurrentie?
Wat duidt op misbruik van bevoegdheid?
Wat duidt op misbruik van bevoegdheid?
Waarvoor kan schadevergoeding worden gevorderd?
Waarvoor kan schadevergoeding worden gevorderd?
Welke situatie staat gelijk aan onverschuldigde betaling?
Welke situatie staat gelijk aan onverschuldigde betaling?
Wat is het doel van een declaratoir vonnis?
Wat is het doel van een declaratoir vonnis?
Wat moet er gebeuren voor de toerekening van een onrechtmatige daad aan de dader?
Wat moet er gebeuren voor de toerekening van een onrechtmatige daad aan de dader?
Hoe wordt de vrijheid van handelen van een rechtmatige dader beoordeeld?
Hoe wordt de vrijheid van handelen van een rechtmatige dader beoordeeld?
Wat is een karakteristiek van zaakwaarneming?
Wat is een karakteristiek van zaakwaarneming?
Welke van de volgende beweringen is correct over immateriële schade?
Welke van de volgende beweringen is correct over immateriële schade?
Wat is een situatie waarin de rechter volgens marginaal toetsing kan oordelen?
Wat is een situatie waarin de rechter volgens marginaal toetsing kan oordelen?
Welke van de volgende voorbeelden valt NIET onder een vorm van onrechtmatige daad?
Welke van de volgende voorbeelden valt NIET onder een vorm van onrechtmatige daad?
Wat typeert de misbruik van bevoegdheid volgens het BW?
Wat typeert de misbruik van bevoegdheid volgens het BW?
Welke van de volgende situaties vertegenwoordigt onrechtmatige daad het best?
Welke van de volgende situaties vertegenwoordigt onrechtmatige daad het best?
Wat zijn de vier elementen waaraan moet worden voldaan om te spreken van ongerechtvaardigde verrijking?
Wat zijn de vier elementen waaraan moet worden voldaan om te spreken van ongerechtvaardigde verrijking?
Wat is de belangrijkste verplichting bij onverschuldigde betaling?
Wat is de belangrijkste verplichting bij onverschuldigde betaling?
Wat wordt er bedoeld met de term 'zaakwaarneming' in verband met onverschuldigde betaling?
Wat wordt er bedoeld met de term 'zaakwaarneming' in verband met onverschuldigde betaling?
Welk artikel regelt de ongerechtvaardigde verrijking in het Burgerlijk Wetboek?
Welk artikel regelt de ongerechtvaardigde verrijking in het Burgerlijk Wetboek?
Bij welke situatie is er sprake van 'ten koste van' bij de ongerechtvaardigde verrijking?
Bij welke situatie is er sprake van 'ten koste van' bij de ongerechtvaardigde verrijking?
Wat is een belangrijk kenmerk van een gewone wet in formele zin?
Wat is een belangrijk kenmerk van een gewone wet in formele zin?
Welke structuur kenmerkt vaak de inhoud van een wet?
Welke structuur kenmerkt vaak de inhoud van een wet?
Wat wordt aangeduid met de lex posterior-regel?
Wat wordt aangeduid met de lex posterior-regel?
Wie is verantwoordelijk voor het ondertekenen van een wet in formele zin?
Wie is verantwoordelijk voor het ondertekenen van een wet in formele zin?
Welke functie hebben overgangs- en slotbepalingen in een wet?
Welke functie hebben overgangs- en slotbepalingen in een wet?
Wat moet een wet bevatten volgens de opbouw van wetten en wetboeken?
Wat moet een wet bevatten volgens de opbouw van wetten en wetboeken?
Wat betreft de verhouding tussen losse wetten en wetboeken, wat is juist?
Wat betreft de verhouding tussen losse wetten en wetboeken, wat is juist?
Wat is de rol van de minister in de redactie van een wet?
Wat is de rol van de minister in de redactie van een wet?
Hoe moet een wet vaak beginnen?
Hoe moet een wet vaak beginnen?
Flashcards
Materieel vermogensrecht
Materieel vermogensrecht
Het materieel vermogensrecht regelt wie eigendomsrechten heeft op goederen en hoe deze rechten kunnen worden overgedragen, gewijzigd of beschermd.
Burgerlijk Wetboek (BW)
Burgerlijk Wetboek (BW)
Het Burgerlijk Wetboek (BW) is een verzameling wetten die het privaatrecht in Nederland regelen.
Gelaagde structuur van het BW
Gelaagde structuur van het BW
Het Burgerlijk Wetboek heeft een gelaagde structuur, wat betekent dat het van algemeen naar bijzonder gaat.
Boek 5 BW: Zakelijke rechten
Boek 5 BW: Zakelijke rechten
Signup and view all the flashcards
Bezit
Bezit
Signup and view all the flashcards
Overdracht
Overdracht
Signup and view all the flashcards
Zekerheidsrechten
Zekerheidsrechten
Signup and view all the flashcards
Eigendom
Eigendom
Signup and view all the flashcards
Goederenrecht
Goederenrecht
Signup and view all the flashcards
Verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht
Signup and view all the flashcards
Vermogen
Vermogen
Signup and view all the flashcards
Subjectief recht
Subjectief recht
Signup and view all the flashcards
Absolute vermogensrechten
Absolute vermogensrechten
Signup and view all the flashcards
Eigendomsrecht
Eigendomsrecht
Signup and view all the flashcards
Beperkte rechten
Beperkte rechten
Signup and view all the flashcards
Relatieve vermogensrechten
Relatieve vermogensrechten
Signup and view all the flashcards
Vorderingsrecht
Vorderingsrecht
Signup and view all the flashcards
Verbintenis
Verbintenis
Signup and view all the flashcards
Schuldeiser (crediteur)
Schuldeiser (crediteur)
Signup and view all the flashcards
Schuldenaar (debiteur)
Schuldenaar (debiteur)
Signup and view all the flashcards
Overeenkomst
Overeenkomst
Signup and view all the flashcards
Natuurlijke verbintenis
Natuurlijke verbintenis
Signup and view all the flashcards
Wat is de kern van het eigendomsrecht?
Wat is de kern van het eigendomsrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat is de definitie van een 'zaak' in het Burgerlijk Wetboek?
Wat is de definitie van een 'zaak' in het Burgerlijk Wetboek?
Signup and view all the flashcards
Wat is een belangrijk onderdeel van het genotsrecht?
Wat is een belangrijk onderdeel van het genotsrecht?
Signup and view all the flashcards
Waarop geeft het beschikkingsrecht de eigenaar de bevoegdheid?
Waarop geeft het beschikkingsrecht de eigenaar de bevoegdheid?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn de grenzen van het gebruiksrecht?
Wat zijn de grenzen van het gebruiksrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat is 'hinder' in het eigendomsrecht?
Wat is 'hinder' in het eigendomsrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat is 'misbruik van bevoegdheid' in het eigendomsrecht?
Wat is 'misbruik van bevoegdheid' in het eigendomsrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat is een 'beperkt recht'?
Wat is een 'beperkt recht'?
Signup and view all the flashcards
Welke soorten beperkte rechten zijn toepasbaar op zaken én vermogensrechten?
Welke soorten beperkte rechten zijn toepasbaar op zaken én vermogensrechten?
Signup and view all the flashcards
Welke soorten beperkte rechten zijn alleen toepasbaar op zaken?
Welke soorten beperkte rechten zijn alleen toepasbaar op zaken?
Signup and view all the flashcards
Wat is de overeenkomst tussen vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en appartementsrecht?
Wat is de overeenkomst tussen vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en appartementsrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat is de overeenkomst tussen pand en hypotheek?
Wat is de overeenkomst tussen pand en hypotheek?
Signup and view all the flashcards
Hoe werkt het systeem van het goederenrecht?
Hoe werkt het systeem van het goederenrecht?
Signup and view all the flashcards
Waarover gaat het goederenrecht?
Waarover gaat het goederenrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat is het verschil tussen goederenrecht en verbintenissenrecht?
Wat is het verschil tussen goederenrecht en verbintenissenrecht?
Signup and view all the flashcards
Pandrecht
Pandrecht
Signup and view all the flashcards
Hypotheekrecht
Hypotheekrecht
Signup and view all the flashcards
Paritas creditorum
Paritas creditorum
Signup and view all the flashcards
Verhaal op alle goederen
Verhaal op alle goederen
Signup and view all the flashcards
Debiteur/Schuldenaar
Debiteur/Schuldenaar
Signup and view all the flashcards
Crediteur/Schuldeiser
Crediteur/Schuldeiser
Signup and view all the flashcards
Pandhouder
Pandhouder
Signup and view all the flashcards
Pandgever
Pandgever
Signup and view all the flashcards
Hypotheekgever
Hypotheekgever
Signup and view all the flashcards
Hypotheekhouder
Hypotheekhouder
Signup and view all the flashcards
Recht van parate executie
Recht van parate executie
Signup and view all the flashcards
Separatist
Separatist
Signup and view all the flashcards
Voorrangpositie
Voorrangpositie
Signup and view all the flashcards
Faillissement
Faillissement
Signup and view all the flashcards
Wat is vruchtgebruik?
Wat is vruchtgebruik?
Signup and view all the flashcards
Wat is een erfdienstbaarheid?
Wat is een erfdienstbaarheid?
Signup and view all the flashcards
Wat is een recht van weg?
Wat is een recht van weg?
Signup and view all the flashcards
Hoe wordt erfdienstbaarheid gevestigd?
Hoe wordt erfdienstbaarheid gevestigd?
Signup and view all the flashcards
Hoe kan erfdienstbaarheid ontstaan door verjaring?
Hoe kan erfdienstbaarheid ontstaan door verjaring?
Signup and view all the flashcards
Wat is erfpacht?
Wat is erfpacht?
Signup and view all the flashcards
Wat is een canon bij erfpacht?
Wat is een canon bij erfpacht?
Signup and view all the flashcards
Waarom is het moeilijk om erfpacht te stopzetten?
Waarom is het moeilijk om erfpacht te stopzetten?
Signup and view all the flashcards
Wat is opstalrecht?
Wat is opstalrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat is een appartementsrecht?
Wat is een appartementsrecht?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn pand en hypotheek?
Wat zijn pand en hypotheek?
Signup and view all the flashcards
Wat is hypotheek?
Wat is hypotheek?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er als de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt?
Wat gebeurt er als de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van zekerheidsrechten?
Wat is de functie van zekerheidsrechten?
Signup and view all the flashcards
Wederkerige overeenkomst
Wederkerige overeenkomst
Signup and view all the flashcards
Eenzijdige overeenkomst
Eenzijdige overeenkomst
Signup and view all the flashcards
Benoemde overeenkomst
Benoemde overeenkomst
Signup and view all the flashcards
Onbenoemde overeenkomst
Onbenoemde overeenkomst
Signup and view all the flashcards
Consensuele overeenkomst
Consensuele overeenkomst
Signup and view all the flashcards
Formele overeenkomst
Formele overeenkomst
Signup and view all the flashcards
Nietige overeenkomst
Nietige overeenkomst
Signup and view all the flashcards
Tenietgaan van recht van hypotheek
Tenietgaan van recht van hypotheek
Signup and view all the flashcards
Zorgvuldigheidsnorm
Zorgvuldigheidsnorm
Signup and view all the flashcards
Gevaarzetting
Gevaarzetting
Signup and view all the flashcards
Onrechtmatige daad
Onrechtmatige daad
Signup and view all the flashcards
Absoluut recht
Absoluut recht
Signup and view all the flashcards
Relatief recht
Relatief recht
Signup and view all the flashcards
Gelaagde structuur van wetboeken
Gelaagde structuur van wetboeken
Signup and view all the flashcards
Schakelbepalingen
Schakelbepalingen
Signup and view all the flashcards
Samenloop van wetsbepalingen
Samenloop van wetsbepalingen
Signup and view all the flashcards
Normconflict
Normconflict
Signup and view all the flashcards
Specialis-regel
Specialis-regel
Signup and view all the flashcards
Posterior-regel
Posterior-regel
Signup and view all the flashcards
Superior-regel
Superior-regel
Signup and view all the flashcards
Wetgevende intentie
Wetgevende intentie
Signup and view all the flashcards
Onverminderd/In afwijking van
Onverminderd/In afwijking van
Signup and view all the flashcards
Lex specialis
Lex specialis
Signup and view all the flashcards
Wat is een 'vuistpand'?
Wat is een 'vuistpand'?
Signup and view all the flashcards
Wat is een 'stil pandrecht'?
Wat is een 'stil pandrecht'?
Signup and view all the flashcards
Wat is het recht van 'parate executie'?
Wat is het recht van 'parate executie'?
Signup and view all the flashcards
Mag de pandhouder bij een openbare verkoop mee bieden op het verpande goed?
Mag de pandhouder bij een openbare verkoop mee bieden op het verpande goed?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gaat een pandrecht teniet?
Wanneer gaat een pandrecht teniet?
Signup and view all the flashcards
Op wat wordt een 'hypotheekrecht' gevestigd?
Op wat wordt een 'hypotheekrecht' gevestigd?
Signup and view all the flashcards
Hoe wordt een hypotheekrecht gevestigd?
Hoe wordt een hypotheekrecht gevestigd?
Signup and view all the flashcards
Kan de hypotheekhouder nagaan of er al een hypotheek op een registergoed is?
Kan de hypotheekhouder nagaan of er al een hypotheek op een registergoed is?
Signup and view all the flashcards
Waarom is een hypotheekrecht vaak aantrekkelijker dan pandrecht?
Waarom is een hypotheekrecht vaak aantrekkelijker dan pandrecht?
Signup and view all the flashcards
Wie gebruikt het verhypothekeerde goed?
Wie gebruikt het verhypothekeerde goed?
Signup and view all the flashcards
Wie heeft de feitelijke macht bij een 'vuistpand'?
Wie heeft de feitelijke macht bij een 'vuistpand'?
Signup and view all the flashcards
Wat is de extra zekerheid van de pandhouder bij een 'vuistpand'?
Wat is de extra zekerheid van de pandhouder bij een 'vuistpand'?
Signup and view all the flashcards
Op wat kan een 'vuistpand' worden gevestigd?
Op wat kan een 'vuistpand' worden gevestigd?
Signup and view all the flashcards
Wat moet de pandhouder doen bij faillissement bij een 'stil pandrecht'?
Wat moet de pandhouder doen bij faillissement bij een 'stil pandrecht'?
Signup and view all the flashcards
Wat houdt het recht van 'parate executie' in?
Wat houdt het recht van 'parate executie' in?
Signup and view all the flashcards
Aansprakelijkheid onrechtmatige daad
Aansprakelijkheid onrechtmatige daad
Signup and view all the flashcards
Afweging van belangen
Afweging van belangen
Signup and view all the flashcards
Oneerlijke concurrentie
Oneerlijke concurrentie
Signup and view all the flashcards
Misbruik van bevoegdheid
Misbruik van bevoegdheid
Signup and view all the flashcards
Toerekening aan de dader
Toerekening aan de dader
Signup and view all the flashcards
Schade
Schade
Signup and view all the flashcards
Vermogensschade
Vermogensschade
Signup and view all the flashcards
Ander nadeel
Ander nadeel
Signup and view all the flashcards
Verbintenis uit de wet
Verbintenis uit de wet
Signup and view all the flashcards
Zaakwaarneming
Zaakwaarneming
Signup and view all the flashcards
Onverschuldigde betaling
Onverschuldigde betaling
Signup and view all the flashcards
Ongerechtvaardigde verrijking
Ongerechtvaardigde verrijking
Signup and view all the flashcards
Schadevergoeding
Schadevergoeding
Signup and view all the flashcards
Declaratoir vonnis
Declaratoir vonnis
Signup and view all the flashcards
Schade vergoeden bij ongerechtvaardigde verrijking
Schade vergoeden bij ongerechtvaardigde verrijking
Signup and view all the flashcards
Quint/Te Poel
Quint/Te Poel
Signup and view all the flashcards
Vereisten ongerechtvaardigde verrijking
Vereisten ongerechtvaardigde verrijking
Signup and view all the flashcards
Wet in formele zin
Wet in formele zin
Signup and view all the flashcards
Wetboeken
Wetboeken
Signup and view all the flashcards
Burgerlijk Wetboek
Burgerlijk Wetboek
Signup and view all the flashcards
Wetboek van Strafrecht
Wetboek van Strafrecht
Signup and view all the flashcards
Wetten in formele zin (geen wetboek)
Wetten in formele zin (geen wetboek)
Signup and view all the flashcards
Verhouding wetboeken en 'losse' wetten
Verhouding wetboeken en 'losse' wetten
Signup and view all the flashcards
Redactie van een wet
Redactie van een wet
Signup and view all the flashcards
Geconsolideerde wetten
Geconsolideerde wetten
Signup and view all the flashcards
Begripsbepalingen
Begripsbepalingen
Signup and view all the flashcards
Gedragsvoorschriften
Gedragsvoorschriften
Signup and view all the flashcards
Overgangs- en slotbepalingen
Overgangs- en slotbepalingen
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Materieel Vermogensrecht - Week 12
- Doel: Deze week bestudeert het materieel vermogensrecht, specifiek welke rechten op welke goederen bestaan en hoe deze rechten worden overgedragen, gewijzigd of beschermd.
Literatuur & Jurisprudentie
- Literatuur: Inleiding in het Nederlandse Recht, hoofdstukken 6 (par. 1, 4), 7 (par. 1, 1.1, 1.3, 2), 8 (par. 1, 2.4), en 9 (par. 1, 2.2, 2.3, 3, 5, 7) en Opbouw van wetten en wetboeken, paragraaf 4.
- Jurisprudentie: HR-arresten (Hoge Raad) uit 1926, 1965, 2004, 1996, 1972, 1936, en 1905. (Arresten hebben specifieke namen, zoals Geoudse Bouwmeester, Kelderluik, Jetblast etc.)
Kernbegrippen
-
Burgerlijk Wetboek (BW): Het BW dateert uit de 19e eeuw en is in de loop van de tijd aangepast. Het heeft een gelaagde structuur, die van algemeen naar bijzonder gaat.
-
Boeken van het Burgerlijk Wetboek relevant voor materieel vermogensrecht: Boek 1 (Personen- en familierecht), Boek 2 (Rechtspersonen), Boek 3 (Vermogensrecht algemeen), Boek 4 (Erfrecht), Boek 5 (Zakelijke rechten), Boek 6 (Algemeen gedeelte verbintenissenrecht), Boek 7 (Bijzondere overeenkomsten).
-
Vermogensrecht categorieën: Het vermogensrecht is opgesplitst in:
- Goederenrecht: Verhouding tussen persoon en goed (Boeken 3, 4 en 5).
- Verbintenissenrecht: Verhouding tussen personen (schuldeiser en schuldenaar) (Boeken 6, 7, 7a etc.).
-
Absolute vermogensrechten: Gelden jegens iedereen.
- Volledig recht: Eigendomsrecht, rechten op voortbrengselen van de menselijke geest.
- Beperkte rechten: Afgeleid van eigendomsrecht. Rusten op zaken of op rechten. (Voorbeelden: erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal).
-
Relatieve vermogensrechten: Gelden alleen tegenover specifieke personen (vorderingsrechten).
-
Bronnen van verbintenissen:
- Rechtshandeling: Vooral overeenkomsten.
- Wet: Onrechtmatige daad/rechtmatige daad/wanprestatie.
-
Natuurlijke verbintenis: Niet afdwingbaar, maar nakoming heeft dezelfde gevolgen als bij een gewone verbintenis (bv. verjaarde schuld).
Goederenrecht
-
Eigendom (art. 5:1 BW): Het meest omvattende recht op een zaak. Kenmerken: meest omvattend en alleen ten aanzien van een zaak. Zaken zijn roerend of onroerend.
-
Eigenaar en bestanddelen (art. 3:4 BW): Eigenaar van de zaak is ook eigenaar van de bestanddelen (zoals onderdelen). Dit geldt ook als het gaat om verkeersopvattingen of niet te scheiden zonder schade aan beide zaken.
-
Eigenaarsbevoegdheden (art. 5:1 lid 2, 3 BW):
- Genotsrecht: Feitelijk gebruik, vruchten, en overdraagbaar.
- Beschikkingsrecht: Rechtshandelingen verrichten, bv. eigendom overdragen.
-
Beperkingen eigendomsrecht: Wettelijke voorschriften en ongeschreven recht (hinder, misbruik).
-
Beperkte rechten: Afgeleid van eigendomsrecht.
- Op een goed: Vruchtgebruik, pand, hypotheek.
- Alleen op een zaak: Erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal, appartementsrecht.
-
Genotsrechten: Vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal, appartementsrecht (het recht feitelijk te gebruiken).
-
Zekerheidsrechten: Pand, hypotheek (beperken het beschikkingsrecht om zekerheid te geven aan een derde).
Overeenkomstenrecht
-
Obligatoire overeenkomsten: Veroorzaken verbintenissen tussen partijen.
-
Wederkerige en eenzijdige overeenkomsten: Geven respectievelijk verbintenissen voor beide of enkel één partij.
-
Benoemde en onbenoemde overeenkomsten: In- of nader geregeld in wet.
-
Consensuele en formele overeenkomsten: Consensus is meestal genoeg; sommige moeten formeel vastgelegd zijn.
-
Grenzen van de overeenkomst: De overeenkomst moet niet in strijd zijn met de wet, goede zeden of openbare orde.
Verbintenissen uit de wet
-
Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW): Drie criteria: inbreuk op een recht, handelen in strijd met wettelijke plicht of het in strijd zijn met ongeschreven recht.
-
Gevaarzetting: Onnodig gevaar voor anderen creëren. (Kelderluik arrest criteria)
-
Afweging van belangen: Oneerlijke concurrentie, misbruik van bevoegdheid.
-
Toerekening onrechtmatige daad: Schuld van de dader of oorzaak voor rekening van de dader.
-
Schade: Dader is aansprakelijk als er schade ontstaat (vermogensschade of ander nadeel).
-
Rechtshandelingen uit de wet/ rechtmatige daden:
- Zaakwaarneming
- Onverschuldigde betaling
- Ongerechtvaardigde verrijking.
Opbouw van wetten & wetboeken
- Wetten en wetboeken: Bevatten algemene regels voor een categorie en specifieke voor subcategorieën.
- Samenloop van wetsbepalingen:Â Is mogelijk. Als er conflicten zijn, gelden de specialis-, posterior- of superior-regel.
- Wetgevende intentie: Formulering van de wet kan duiden of het een algemene of specifieke regel is.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.