Management en Organisatie Week 1

AmenableNumber1305 avatar
AmenableNumber1305
·
·
Download

Start Quiz

41 Questions

Wat is de visie van de Contingentietheorie op de beste organisatievorm?

De beste organisatievorm hangt af van de omgeving waarin de organisatie opereert

De Institutionele theorie bestudeert wat de beste manier is voor organisaties om zich aan te passen aan de omgeving.

False

Wat is de term voor wanneer organisaties steeds meer op elkaar gaan lijken als gevolg van normen en regels binnen bepaalde groepen organisaties? Dit fenomeen wordt ______ genoemd.

isomorfisme

Wat is een kenmerk van een lijn-staforganisatie?

Adviserende functies toegevoegd aan lijnorganisaties

Een projectorganisatie is bedoeld voor dagelijkse activiteiten binnen een organisatie.

False

Wat is het belangrijkste kenmerk van een projectstructuur?

samenwerken op basis van gelijkwaardigheid

Een netwerkorganisatie heeft geen duidelijke ____________ en werkt met wisselende samenstellingen.

gezagsverhoudingen

Match de cultuurtypering met de beschrijving:

Machtscultuur = De baas beslist over alles en weinig regels en procedures Rolcultuur = Samenwerking via procedures en formele verhoudingen, veel overleg en bureaucratie Taakcultuur = Doel en resultaat staat centraal, samenwerkingsgraad hoog Persoonscultuur = Individu staat centraal, mensen hebben veel zeggenschap over hun werk

Welke theorie verklaart de keuze voor minder goede software volgens het onderzoek onder Italiaanse onderwijsambtenaren?

Dwingend isomorfisme

Wat is het doel van Scientific management volgens de tekst?

Het verhogen van de winst van organisaties door de productie efficiënt te organiseren.

De Human Relations-benadering negeert de culturele aspecten van organiseren.

True

Wat is een van de belangrijkste verschillen tussen Fayol en Taylor? Fayol had meer oog voor de __________ kant van organisaties.

menselijke

Wat zijn de belangrijkste functioneringseisen van een organisatie?

Effectiviteit

Een gezin kan worden beschouwd als een organisatie.

True

Hoe wordt de organisatiestructuur omschreven?

Als de manier waarop de taken in een organisatie zijn verdeeld en de wijze waarop het verrichten van die taken wordt gecoördineerd.

Een __________ bestaat uit specialisten die ondersteunend en adviserend zijn aan de lijnorganisatie.

staf

Koppel de afdelingsvormen aan hun grondslagen voor de verdeling van taken over de afdelingen:

Per product of dienst = Doelbeginsel Per geografisch gebied = Geografisch beginsel Per functie of werkproces = Procesbeginsel Per doelgroep of markt = Clientèlebeginsel Combinatie van verdelingen = Verschillende afdelingen op hetzelfde niveau

Wat waren enkele ontdekkingen van de Human Relations onderzoekers?

Aandacht voor informele groepsprocessen en onderlinge verhoudingen

Intrinsieke motivatie is gebaseerd op externe beloningen.

False

Welke conclusie(s) werden getrokken uit de Hawthorne studies?

Motivatie is meer dan geld en werkomstandigheden; werken is een groepsactiviteit; erkenning, veiligheid en 'erbij horen' zijn belangrijker dan fysieke werkomstandigheden; informele normen en straffen hebben een grotere invloed; bazen moeten rekening houden met deze factoren.

Mensen worden niet alleen gemotiveerd via financiële prikkels zoals salarissen en bonussen, maar ook door ____.

erkenning, veiligheid en 'erbij horen'

Match de managementbenadering met de juiste belangrijke auteur:

Scientific Management en Administrative Management = Frederik Taylor, Henri Fayol Human Relations School en het revisionisme = Elton Mayo, Douglas McGregor

Wat is verkokering binnen een organisatie?

De focus op de belangen van slechts één afdeling of organisatie

Wat is de rol van interne verzelfstandiging binnen het Concernmodel?

Leidinggevenden van een gemeentelijk dienst of afdeling krijgen vrijheden in de uitvoering, terwijl de politiek de kaders vaststelt.

Het Eén-loketmodel brengt gemeentelijke dienstverlening samen in meerdere loketten.

False

Wat is leiderschap?

Leiderschap is het proces om mensen te beïnvloeden om iets te denken of te doen wat ze anders niet of minder hadden gedaan.

Wat is het verschil tussen management en leiderschap volgens Kotter?

Management richt zich op sturingsactiviteiten, terwijl leiderschap draait om visie en motiveren van medewerkers.

Wat is een voorbeeld van een vorm van stakeholdersmanagement? Betrekken, Samenwerken, Monitoren informeren, en (invullen).

Informeren

Een organisatieverandering die van bovenaf wordt opgelegd, heeft meestal een hogere slagingskans dan een bottom-up benadering.

False

Match de volgende typen publiek leiderschap met hun beschrijvingen:

Politiek leiderschap = Constructie van een gezamenlijke identiteit Bestuurlijk leiderschap = Balanceren tussen dienen aan politieke gezagsdragers en leiden van een organisatie Maatschappelijk leiderschap = Controleren en evalueren van publieke gezagsdragers en organisaties

Wat houdt de principaal-agenttheorie in?

De principaal-agenttheorie analyseert gedrag waarbij één partij een andere partij vraagt om acties uit te voeren, met mogelijke informatie-asymmetrie en moral hazard problemen.

Wat is een kenmerk van Theorie Y?

Als manager kun je vertrouwen op de intrinsieke motivatie.

Bij de analyse van belanghebbenden kun je een stakeholdermap gebruiken. Wat brengt een stakeholdermap in beeld?

Hoeveel macht en hoeveel belang een stakeholder heeft bij het behalen van de doelen van de organisatie.

Wat is integriteit?

Handelen in overeenstemming met de geldende morele waarden en normen en de daarmee samenhangende regels.

Wat is een integriteitsschending?

Handelingen en gedragingen van individuele medewerkers, groepen medewerkers of de organisatie als geheel die in strijd zijn met legitieme en maatschappelijke morele normen en waarden.

Hoe worden ethische dilemma's gedefinieerd?

Een ethisch dilemma is een botsing tussen verschillende morele waarden waarbij het kiezen voor de ene waarde ten koste gaat van de andere waarde.

Wat wordt bedoeld met 'Isolement' in teams en organisaties?

Een gescheiden organisatieonderdeel met beperkte toezicht- en correctiemechanismen.

Wat is de rol van de Gemeenteraad in de gemeentelijke organisatie?

De Gemeenteraad is de volksvertegenwoordiging en het hoogste orgaan van de gemeente. Zij benoemen de Wethouders en vormen samen met het College van Burgemeester & Wethouders het bestuur van de gemeente.

Dualisme houdt in dat er een duidelijke scheiding is tussen kabinet en parlement.

True

Wat betekent 'Volkssoevereiniteit' en 'Vertrouwensbeginsel'? Volkssoevereiniteit is het principe dat de hoogste macht bij het ___________ ligt, en het vertrouwensbeginsel vereist dat een burger moet kunnen vertrouwen dat toezeggingen van bestuursorganen worden nagekomen.

volk

Koppel de volgende begrippen met hun betekenis in de Nederlandse overheidsorganisatie:

Constitutionele monarchie = Aan het hoofd staat een monarch die de Grondwet moet respecteren. Parlementaire democratie = Een parlement met rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigers die invloed hebben op het regeringsbeleid. Machtenscheiding (trias politica) = Verdeling van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Ministeriële verantwoordelijkheid = Ministers leggen verantwoording af aan het parlement voor hun beleid.

Study Notes

Inleiding Management en Organisatie

  • Het resultaat van politieke besluiten hangt af van de feitelijke realisatie door een publieke uitvoeringsorganisatie
  • Er worden eisen gesteld aan publieke organisaties, zoals effectiviteit (doelgerichtheid) en efficiëntie (doelmatigheid)

Definitie Organisatie

  • Een organisatie is een verzameling mensen die in een sociale structuur op basis van coördinatie van activiteiten trachten gestelde doelstellingen te bereiken
  • Een organisatie heeft een gelaagde machtsverhouding (hiërarchische structuur), geschoold personeel (mensen) en een sociale structuur

Organisatiestructuur

  • Een organisatiestructuur is de manier waarop de taken in een organisatie zijn verdeeld en de wijze waarop het verrichten van die taken wordt gecoördineerd
  • Er zijn verschillende manieren om taken te verdelen, zoals naar product of dienst, geografisch gebied, functie of werkproces, doelgroep of markt

Soorten Organisaties

  • Lijnstructuur: eenvoudig, simpel, alle communicatie en coördinatie verloopt via de hiërarchische lijnen
  • Lijn-stafstructuur: lijnorganisatie met stafondersteuning (adviserend en ondersteunend aan de lijnorganisatie)
  • Projectorganisatie: tijdelijk en flexibel, voor een bepaalde, vaak 'nieuwe' en eenmalige activiteit binnen de bestaande organisatie
  • Matrixorganisatie: ingewikkeld, medewerkers hebben twee 'bazen', namelijk een projectleider en een afdelingschef
  • Netwerkorganisatie: niet-hiërarchische organisatie, teams en mensen van een wisselende samenstelling werken aan één doelstelling

Informele Organisatie: Cultuur

  • Organisatiecultuur is de manier waarop mensen in een organisatie met elkaar omgaan, of het geheel van waarden en normen van een organisatie
  • Een organisatiecultuur bestaat uit symbolen (gebouwen, kleding, logo's), helden (belangrijke personen), rituelen (gewoonten en gedragspatronen) en waarden en normen (loyaliteit, zuinigheid, rechtvaardigheid, integriteit)
  • Er zijn vier cultuurtyperingen: machtscultuur, rolcultuur, taakcultuur en personencultuurHere are the study notes for the text:
  • Rolcultuur*
  • In een rolcultuur wordt samengewerkt via procedures, afspraken en formele onderlinge verhoudingen
  • De macht is weinig gespreid en er wordt veel samengewerkt, net als bij machtscultuur
  • Rolcultuur komt vaak voor bij overheden due to bureaucratie (ambtenaren)
  • Taakcultuur*
  • Het omgekeerde van een rolcultuur: het doel en resultaat centraal staan
  • Kan vooral bij kleine teams, veel vrijheid (decentralisatie) en middelen zijn
  • Er zijn geen overheidsorganisaties die als geheel zo werken
  • Persoonscultuur*
  • Het individu staat centraal (bijvoorbeeld: advocaten, artiesten, ontwerpers en architecten)
  • De persoonlijke behoeften van de mensen staan voorop
  • Samenwerkingsgraad is heel laag, iedereen bepaalt voor zichzelf wat er moet gebeuren
  • Contingentietheorie*
  • Stelt dat de beste organisatievorm afhankelijk is van de omgeving waarin de organisatie opereert
  • Contingentietheorie stelt dat er niet één juiste organisatievorm is, maar dat deze afhangt van de omgevingskenmerken
  • Institutionele theorie*
  • Analyseert de wisselwerking tussen omgeving en organisatie
  • De beste organisatievorm is de vorm die kan rekenen op de meeste steun vanuit de omgeving
  • Isomorfisme*
  • Institutionele theorie laat zien dat organisaties in de loop van de tijd meer en meer op elkaar gaan lijken
  • Ontstaat vooral door de logic of appropriateness; de normen en formele regels die gelden voor bepaalde groepen organisaties zijn gelijk
  • Bureaucratie*
  • Kenmerken:
    • Alle officiële functies met bijbehorende verantwoordelijkheden zijn vastgesteld
    • De gezagsverhoudingen, arbeidsverdeling en sancties liggen vast zodat ze onafhankelijk zijn van de persoon
    • Het werken met schriftelijke regels of procedures is gewoon
    • De functies zijn in een hiërarchie geplaatst en de hiërarchie kent meerdere bestuurslagen
    • Het personeel wordt aangenomen en bevorderd op grond van deskundigheid
  • Voordelen van bureaucratie*
  • Uitbannen van vriendjespolitiek
  • Geen willekeur
  • Eerlijk en voorspelbaar### Inleiding
  • Medewerkers kunnen gestimuleerd worden met financiële prikkels, maar menselijke behoeften als autonomie en verbondenheid zijn ook belangrijk.
  • Het gebrek aan autonomie en verbondenheid zorgde voor lage tevredenheid van medewerkers en kon resulteren in lage productiviteit.

Wetenschappelijke Beheersing (Taylor)

  • Standaardisatie van onderdelen en gereedschap
  • Scheiding van planning en uitvoering
  • Meer bazenstelsel (functioneel leiderschap)
  • 'Wetenschappelijke' personeelssectie
  • Het achtbazenstelsel: een manager voor elke deeltaak (bijv. inspector, gang boss, speed boss, etc.)

Administrative Management (Fayol)

  • 14 principes van management, waaronder specialisatie, autoriteit en verantwoordelijkheid, discipline, enz.
  • POSDCORB: plannen, organiseren, staffing, directing, coördineren, rapporteren en budgetteren
  • Kritiek: managers doen feitelijk niet wat de principes van Administrative Management voorschrijven.

Human Relations-benadering

  • Focus op sociale en psychologische aspecten van werknemers en organisaties
  • Aandacht voor informele groepsprocessen en sociale relaties
  • Uitkomsten van de Hawthorne-onderzoeken: productie steeg ongeacht de lichtsterkte of pauzes
  • Conclusies: motivatie is meer dan geld en werkomstandigheden, werken is een groepsactiviteit, en erkenning, veiligheid en 'erbij horen' zijn belangrijker dan fysieke werkomstandigheden.

Revisionisme

  • Theorie X: veronderstellingen over medewerkers dat ze lui, passief en weerstand tegen verandering zijn
  • Theorie Y: correcter mensbeeld, waarbij medewerkers graag werken, ambitie hebben en geïnteresseerd zijn in vernieuwing
  • Public Service Motivation: drang van mensen om zinvolle publieke diensten uit te voeren en bij te dragen aan de maatschappij.

Klassieke managementbenaderingen

  • Management via Technische Beheersing: Scientific Management en Administrative Management
  • Management via Sociale Beheersing: Human Relations School en revisionisme
  • Belangrijke auteurs: Taylor, Fayol, Mayo, McGregor
  • Beelden van medewerkers en organisaties, motivatie en leiderschap.

Dit is een quiz over management en organisatie voor week 1, besprekend publieke organisaties en functioneringseisen.

Make Your Own Quizzes and Flashcards

Convert your notes into interactive study material.

Get started for free

More Quizzes Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser