Podcast
Questions and Answers
In de context van de macro-economische kringloop, welke van de volgende beweringen over de relatie tussen sparen (S) en investeringen (I) in de financiële markt is het meest accuraat, rekening houdend met de rol van de overheid (G) en het buitenland (XM)?
In de context van de macro-economische kringloop, welke van de volgende beweringen over de relatie tussen sparen (S) en investeringen (I) in de financiële markt is het meest accuraat, rekening houdend met de rol van de overheid (G) en het buitenland (XM)?
- Omdat sparen een vorm van uitgestelde consumptie is, zal een hoger niveau van sparen, alle andere dingen gelijk, onvermijdelijk leiden tot een daling van de totale vraag en een recessie, tenzij de overheid de belastingen verhoogt om de extra besparingen te compenseren.
- Een situatie waarin S > I leidt noodzakelijkerwijs tot een overschot op de lopende rekening, waarbij de overheid gedwongen wordt haar uitgaven te verminderen om het macro-economisch evenwicht te herstellen.
- S = I impliceert altijd een evenwichtige handelsbalans (XM = 0) en een begroting in evenwicht (G = T), ongeacht het niveau van de private consumptie.
- Het verschil tussen S en I wordt gecompenseerd door het overheidssaldo (G - T) en de netto-export (XM), waardoor S - I = (G - T) + XM; dit vereist geen directe causale relatie tussen S, I, G, T en XM, maar hun saldi moeten in evenwicht zijn. (correct)
Stel dat een economisch model de volgende relatie specificeert: $Y = A \cdot K^{\alpha} \cdot L^{1-\alpha}$, waarbij $Y$ staat voor output, $A$ voor totale factorproductiviteit, $K$ voor kapitaal, $L$ voor arbeid en $\alpha$ voor het aandeel van kapitaal in de output. Indien de centrale bank plotseling besluit de geldhoeveelheid te vergroten, welke van de volgende effecten zou de klassieke econoom NIET verwachten op korte termijn?
Stel dat een economisch model de volgende relatie specificeert: $Y = A \cdot K^{\alpha} \cdot L^{1-\alpha}$, waarbij $Y$ staat voor output, $A$ voor totale factorproductiviteit, $K$ voor kapitaal, $L$ voor arbeid en $\alpha$ voor het aandeel van kapitaal in de output. Indien de centrale bank plotseling besluit de geldhoeveelheid te vergroten, welke van de volgende effecten zou de klassieke econoom NIET verwachten op korte termijn?
- Een tijdelijke toename in de totale factorproductiviteit ($A$) als gevolg van verbeterde coördinatie en efficiëntie in de markt. (correct)
- Een proportionele toename in het algemeen prijsniveau, waarbij reële variabelen zoals output en werkgelegenheid onveranderd blijven.
- Een daling van de reële rentevoet als gevolg van een toegenomen hoeveelheid beschikbaar kapitaal.
- Geen verandering in de verdeling van inkomen tussen kapitaal en arbeid, aangezien $\alpha$ en $(1-\alpha)$ constant blijven.
Welke van de volgende beweringen is het meest consistent met de Keynesiaanse visie op economisch beleid tijdens een recessie, rekening houdend met de 'stroperigheid' van prijzen?
Welke van de volgende beweringen is het meest consistent met de Keynesiaanse visie op economisch beleid tijdens een recessie, rekening houdend met de 'stroperigheid' van prijzen?
- De centrale bank moet de geldhoeveelheid verlagen om de rentevoeten te verhogen en zo investeringen te stimuleren.
- De overheid moet de belastingen verlagen en de overheidsuitgaven verhogen om de totale vraag te stimuleren en de output te verhogen, zelfs als dit leidt tot een begrotingstekort. (correct)
- De overheid moet zich richten op het verhogen van de productiecapaciteit van de economie door middel van structurele hervormingen, zoals deregulering en privatisering.
- De overheid moet zich onthouden van interventie en wachten tot de markten zichzelf corrigeren, aangezien overheidsingrijpen de situatie waarschijnlijk zal verergeren.
In de context van de lange termijn economische groei, welke van de volgende beleidsmaatregelen zou het meest waarschijnlijk leiden tot een duurzame verhoging van de totale factorproductiviteit (TFP) in een economie, ervan uitgaande dat de economie zich momenteel op haar productiecurve bevindt?
In de context van de lange termijn economische groei, welke van de volgende beleidsmaatregelen zou het meest waarschijnlijk leiden tot een duurzame verhoging van de totale factorproductiviteit (TFP) in een economie, ervan uitgaande dat de economie zich momenteel op haar productiecurve bevindt?
Beschouw een economie waarin de nominale wisselkoers (de prijs van de binnenlandse valuta uitgedrukt in termen van buitenlandse valuta) stijgt. Welke van de volgende combinatie van effecten is het meest waarschijnlijk op korte termijn, uitgaande van de J-curve en de Marshall-Lerner-voorwaarde?
Beschouw een economie waarin de nominale wisselkoers (de prijs van de binnenlandse valuta uitgedrukt in termen van buitenlandse valuta) stijgt. Welke van de volgende combinatie van effecten is het meest waarschijnlijk op korte termijn, uitgaande van de J-curve en de Marshall-Lerner-voorwaarde?
Een land ervaart een plotselinge en onverwachte toename van de wereldwijde vraag naar zijn exportproducten. Welk van de volgende combinaties van monetair en fiscaal beleid zou de overheid idealiter moeten implementeren om zowel inflatie te beheersen als de economische groei te stabiliseren, rekening houdend met mogelijke tijdsvertragingen en effecten op lange termijn?
Een land ervaart een plotselinge en onverwachte toename van de wereldwijde vraag naar zijn exportproducten. Welk van de volgende combinaties van monetair en fiscaal beleid zou de overheid idealiter moeten implementeren om zowel inflatie te beheersen als de economische groei te stabiliseren, rekening houdend met mogelijke tijdsvertragingen en effecten op lange termijn?
In de context van de moderne macro-economische theorie, welke van de volgende beweringen over de effectiviteit van forward guidance door centrale banken is het meest waarschijnlijk correct, rekening houdend met de rationele verwachtingen theorie en de mogelijke problemen van geloofwaardigheid?
In de context van de moderne macro-economische theorie, welke van de volgende beweringen over de effectiviteit van forward guidance door centrale banken is het meest waarschijnlijk correct, rekening houdend met de rationele verwachtingen theorie en de mogelijke problemen van geloofwaardigheid?
Stel dat een economie zich in een liquiditeitsval bevindt, waarbij de nominale rentevoeten al op de nul ondergrens liggen. Welke van de volgende beleidsmaatregelen zou het meest effectief zijn om de economie te stimuleren?
Stel dat een economie zich in een liquiditeitsval bevindt, waarbij de nominale rentevoeten al op de nul ondergrens liggen. Welke van de volgende beleidsmaatregelen zou het meest effectief zijn om de economie te stimuleren?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest accuraat de lange termijn effecten van een permanente verhoging van de overheidsuitgaven op een economie, uitgaande van een neoklassiek groeimodel met exogene technologische vooruitgang?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest accuraat de lange termijn effecten van een permanente verhoging van de overheidsuitgaven op een economie, uitgaande van een neoklassiek groeimodel met exogene technologische vooruitgang?
Beschouw een economie die een periode van deflatie ervaart. Welke van de volgende beleidsmaatregelen is het meest geschikt om deflatie te bestrijden en de economie te stimuleren, rekening houdend met de zero lower bound en de effectiviteit van verschillende beleidsinstrumenten?
Beschouw een economie die een periode van deflatie ervaart. Welke van de volgende beleidsmaatregelen is het meest geschikt om deflatie te bestrijden en de economie te stimuleren, rekening houdend met de zero lower bound en de effectiviteit van verschillende beleidsinstrumenten?
Flashcards
Wat is de economische kringloop?
Wat is de economische kringloop?
De grafische weergave van geld- en goederenstromen tussen economische subjecten.
Wat is de financiële markt?
Wat is de financiële markt?
De markt waar vraag en aanbod van kapitaal samenkomen, bemiddeld door financiële instellingen.
Wat is een economisch model?
Wat is een economisch model?
Een vereenvoudigde representatie van de werkelijkheid om economische fenomenen te analyseren.
Wat is tijdshorizon?
Wat is tijdshorizon?
Signup and view all the flashcards
Wat is een endogene variabele?
Wat is een endogene variabele?
Signup and view all the flashcards
Wat is een exogene variabele?
Wat is een exogene variabele?
Signup and view all the flashcards
Wat is consumptie?
Wat is consumptie?
Signup and view all the flashcards
Waarvan is netto-export een functie?
Waarvan is netto-export een functie?
Signup and view all the flashcards
Wat betekent output?
Wat betekent output?
Signup and view all the flashcards
Wat is prijsflexibiliteit?
Wat is prijsflexibiliteit?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Macro-economie: Basisconcepten
- Het doel is de basisinstrumenten van de macro-economie beheersen en denken als een macro-econoom.
Macro-economie als wetenschap
- De financiële markt moet worden gezien als een hoeveelheid financiële spelers, zoals banken.
Hoe economisten denken
- Er wordt gekozen voor modellen met een simpele structuur.
- De keuze van een model hangt onder andere af van de tijdshorizon (kort, middellang, lang) en het type fenomeen (vraag, aanbod, arbeidsmarkt).
- Doel is de relatie tussen twee variabelen uit te drukken: Y = f(X;Z).
- Y is de endogene variabele, terwijl X en Z de exogene variabelen zijn.
- Consumptie is een functie van inkomen.
- Investeringen zijn een functie van de interestvoet.
- Netto-export is een functie van de nominale wisselkoers, het binnenlands- en buitenlands prijsniveau.
Tijdshorizonten in macro-economie
- Economische gebeurtenissen en beleidsmaatregelen hebben verschillende effecten, afhankelijk van de tijdshorizon.
Lange termijn
- Prijzen zijn flexibel en passen zich aan veranderingen in vraag en aanbod aan.
- Klassieke economische theorie: de output van een economie hangt af van het aanbod van goederen en diensten, wat afhankelijk is van de beschikbaarheid van kapitaal, arbeid en productietechnologie.
Korte termijn
- Veel prijzen zijn "stroperig" ("sticky").
- De economie gedraagt zich anders als prijzen "stroperig" zijn.
- De output hangt af van de vraag naar goederen en diensten, welke afhankelijk is van consumentenvertrouwen, de perceptie van bedrijven over winstgevendheid van nieuwe investeringen en het monetaire/fiscale beleid.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze les behandelt de basisconcepten van de macro-economie en hoe economen denken over de financiële markt. Er wordt uitgelegd hoe modellen met een simpele structuur worden gekozen, afhankelijk van tijdshorizon en type fenomeen. Het doel is de relatie tussen variabelen uit te drukken, zoals consumptie als functie van inkomen.