Podcast
Questions and Answers
Wat is de belangrijkste karakteristiek van sarcastische uitingen in vergelijking met ironie?
Wat is de belangrijkste karakteristiek van sarcastische uitingen in vergelijking met ironie?
- Ironie wordt nooit als kwetsend ervaren.
- Sarcasme gaat altijd over logica.
- Sarcasme heeft een scherper toon en kritischere houding. (correct)
- Sarcasme is altijd positief.
Welke uitspraak geeft het beste voorbeeld van zwarte humor?
Welke uitspraak geeft het beste voorbeeld van zwarte humor?
- Waarom zou ik stemmen, het zijn allemaal zakkenvullers.
- Dit is een euvel dat iedereen ooit heeft ervaren.
- Het goede nieuws is dat er een ziekte naar u genoemd zal worden. (correct)
- Je bent klaar om deel te nemen aan een talentenjacht.
Wat toont een opsommend verband in een tekst aan?
Wat toont een opsommend verband in een tekst aan?
- Dat twee ideeën met elkaar vergeleken worden.
- Dat er tegengestelde meningen zijn.
- Dat er een oorzaak en gevolg aanwezig is.
- Dat er verschillende relevante punten worden weergegeven. (correct)
Welke techniek wordt gebruikt om een serieus onderwerp spottend na te bootsen?
Welke techniek wordt gebruikt om een serieus onderwerp spottend na te bootsen?
Wat is de functie van een mindmap?
Wat is de functie van een mindmap?
Wat geeft een vergelijkend verband aan in een tekst?
Wat geeft een vergelijkend verband aan in een tekst?
Wat is het kenmerk van cynisme in vergelijking met andere humorvormen?
Wat is het kenmerk van cynisme in vergelijking met andere humorvormen?
Welke optie beschrijft het best de aard van absurde humor?
Welke optie beschrijft het best de aard van absurde humor?
Wat is het belangrijkste kenmerk van een parodie?
Wat is het belangrijkste kenmerk van een parodie?
Welke van de volgende elementen behoort niet tot een goede recensie?
Welke van de volgende elementen behoort niet tot een goede recensie?
Wat is de rol van de antagonist in een verhaal?
Wat is de rol van de antagonist in een verhaal?
Wat kan een gevolg zijn van in- of uitsluiting door taal?
Wat kan een gevolg zijn van in- of uitsluiting door taal?
Wat beschrijft 'cynisme' in de context van communicatie?
Wat beschrijft 'cynisme' in de context van communicatie?
Welke techniek kan helpen bij het structureren van gedachten en ideeën?
Welke techniek kan helpen bij het structureren van gedachten en ideeën?
Welke van de volgende opties beschrijft 'absurde humor' het best?
Welke van de volgende opties beschrijft 'absurde humor' het best?
Wat is een veelvoorkomend gevolg van het gebruik van een dialect in een groep?
Wat is een veelvoorkomend gevolg van het gebruik van een dialect in een groep?
Wat is sarcasme?
Wat is sarcasme?
Wat is een kenmerk van absurde humor?
Wat is een kenmerk van absurde humor?
Wat kan een voorbeeld van cynisme zijn?
Wat kan een voorbeeld van cynisme zijn?
Welke categorie valt niet onder een soort humor?
Welke categorie valt niet onder een soort humor?
Waarom is bronvermelding belangrijk?
Waarom is bronvermelding belangrijk?
Wat betekent het om thema's in een verhaal te benoemen?
Wat betekent het om thema's in een verhaal te benoemen?
Wat is een gevolg van het niet vermelden van geraadpleegde bronnen?
Wat is een gevolg van het niet vermelden van geraadpleegde bronnen?
Wat is de functie van signaalwoorden in een tekst?
Wat is de functie van signaalwoorden in een tekst?
Flashcards
Thema van een verhaal
Thema van een verhaal
De kernboodschap, in een of enkele woorden, over waar het verhaal gaat
Plagiaat
Plagiaat
Teksten kopiëren of licht aanpassen zonder bronvermelding
Bronvermelding
Bronvermelding
Het correct verwijzen naar de bronnen die je gebruikt in een werkstuk
Bibliografie
Bibliografie
Signup and view all the flashcards
Situatiehumor
Situatiehumor
Signup and view all the flashcards
Taalhumor
Taalhumor
Signup and view all the flashcards
Ironie
Ironie
Signup and view all the flashcards
Sarcasme
Sarcasme
Signup and view all the flashcards
Absurde humor
Absurde humor
Signup and view all the flashcards
Cynisme
Cynisme
Signup and view all the flashcards
Zwarte humor
Zwarte humor
Signup and view all the flashcards
Opsommend verband
Opsommend verband
Signup and view all the flashcards
Vergelijkend verband
Vergelijkend verband
Signup and view all the flashcards
In- of uitsluiting door taal
In- of uitsluiting door taal
Signup and view all the flashcards
Recensie
Recensie
Signup and view all the flashcards
Recensent
Recensent
Signup and view all the flashcards
Protagonist
Protagonist
Signup and view all the flashcards
Antagonist
Antagonist
Signup and view all the flashcards
Nevenfiguren
Nevenfiguren
Signup and view all the flashcards
Crisis in een verhaal
Crisis in een verhaal
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Literaire Genres
- Verschillende literaire genres bestaan, zoals psychologische romans en thrillers.
- Psychologische romans focussen op gedachten en gevoelens van personages, die vaak een ontwikkeling ondergaan. Ze hebben vaak een traag tempo.
- Thrillers zijn spannende verhalen met veel actie en gevaar. Ze hebben een snelle tempo en opdrijvende spanning. Helden trotseer vaak gevaar. Onderdelen zijn actiethrillers, spionagethrillers, politiethrillers en detectiveverhalen.
- Sciencefiction (wetenschappelijke fictie) speelt zich af in fictieve toekomstige werelden, met nieuwe technologieën.
- Fantasy heeft onbestaande wezens, elementen en verzonnen werelden. Magie en bovennatuurlijke elementen komen veel voor.
- Historische romans zijn gebaseerd op historische feiten, personen of events. Gewoonlijk wordt dit verrijkt met fictieve zaken.
- Een oorlogsroman is een specifiek soort historische roman, waarbij een oorlog de achtergrond vormt.
Tutorials (Prescriptieve Teksten)
- Instructies in prescriptieve teksten geven aan hoe iets moet worden uitgevoerd.
- Helderheid is essentieel en een goede instructie heeft verschillende kenmerken, zoals het duidelijk beschrijven van volgorde, volledigheid, chronologische volgorde, signaalwoorden (ten eerste, ten tweede, etc.) en korte, duidelijke zinnen.
- Illustraties kunnen deze instructies verduidelijken.
- Benodigdheden staan vaak ook in de prescriptieve teksten vermeld.
Taalvariatie
- Mensen gebruiken verschillende taalvarianten in verschillende situaties.
- Standaardnederlands is de standaardvariant.
- Tussentaal is een mengvorm van Standaardnederlands en dialect.
- Dialect is een lokale taalvariant.
Taaldiscriminatie
- Vooroordelen en stereotypen over iemand of een groep gebaseerd op taal, dialect of accent.
- Een vooroordeel is een oordeel zonder kennis.
- Een stereotype is een overdreven, vereenvoudiging van een groep mensen.
- Taaldiscriminatie is het verschillend behandelen van iemand gebaseerd op taal.
Sociolecten
- Een sociolect is een taalvariant specifiek voor een sociale groep.
- Groepstalen zijn varianten gebaseerd op bijvoorbeeld leeftijd, sekse, of andere gemeenschappelijke factoren.
- Vaktaal is de terminologie binnen een bepaald vakgebied.
Recensies
- Recensies zijn kritische besprekingen van boeken, films, en dergelijke.
- In een goede recensie staan de inleiding, inhoudsbeschrijving, de onderwerpen, informatie over de auteur of maker, een oordeel aan het eind van de recensie of in het slot.
Verhalenbouwstenen/Personages
- Verhalen hebben vaak rolverdelingen, zoals protagonist en antagonist.
- Protagonisten zijn de belangrijkste figuren die proberen om een probleem op te lossen.
- Antagonisten stellen de protagonist tegen in haar doel.
- Andere personages (nevenfiguren) ondersteunen of tegenwerken de protagonist.
- Figuranten zijn minder belangrijke personages die kleur geven aan achtergrond.
- Vertelperspectief (vertelstandpunt) is de manier waarop een verhaal wordt verteld.
- Er zijn verschillende vertelperspectieven, zoals ik-vertellers (belevende of vertellende) en alwetende vertellers.
Tijd en Ruimte
- Kalendertijd is de tijdsperiode waarin een verhaal speelt.
- Vertelde tijd is de tijd die nodig is om het verhaal te vertellen.
- Verteltempo is de relatie tussen beide tijden, versneld of vertraagd verhaal.
- Ruimte is de plaats waar gebeurtenissen zich afspelen.
- Geografische ruimte is de echte/gecreëerde plaats.
- Sfeerscheppende ruimte is de symbolische of emotionele setting die de ruimte geeft.
Spelling van persoonsvormen (verleden tijd en voltooid deelwoord)
- Onvoltooid tegenwoordige tijd: -t wordt soms toegevoegd aan de stam.
- Onvoltooid verleden tijd: regelmatige werkwoorden krijgen -te/de(n) aan hun stam toegevoegd.
- Voltooid deelwoord: gebruikt vaak hulpwerkwoorden (hebben, zijn, worden) met het deelwoord van het werkwoord.
Assertiviteit
- Assertiviteit is het opkomen voor jezelf en rekening houden met anderen.
- Communicatie (lichaamstaal, woordgebruik) is belangrijk bij assertiviteit.
- Non-verbale communicatie zoals lichaamstaal, mimiek en oogcontact.
Thema en Motief
- Motieven zijn elementen of aspecten die terugkeren in een verhaal en de betekenis kunnen versterken of veranderen.
- Thema is de kernboodschap of belangrijkste idee van een verhaal.
- Beide zijn belangrijk voor de interpretatie van een werk.
Humor
- Situatiehumor is gebaseerd op een bepaalde situatie.
- Taalhumor is gebaseerd op woordspeling.
- Ironie is het tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt.
Mindmaps
- Mindmaps zijn visuele representaties die onderwerpen en ideeën verbinden.
- Verbondenheden en signalwoorden leggen verbanden in de tekst.
Theater
- Tragedie is een toneelstuk met een droevig einde en vaak een moraal.
- Komedie is een toneelstuk dat bedoeld is om het publiek te laten lachen met een happy end.
- Theatermedewerkers omvatten acteurs, regisseurs, dramaturgen, scenografen, choreografen, grimeteams en theatertechnici.
Theater Etiquette
- Theatergebruik in algemene voorwaarden.
Voornamenwoorden
- Aanwijzend voornaamwoorden: wijzen op een specifieke persoon of ding (dichtbij/veraf).
- Onbepaalde voornaamwoorden: verwijzing naar onbekende personen/dingen.
- Betrekking voornaamwoord: verwijzing naar iets van de zin die aan het antecedent voorafgaat.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.