Chapter 4 cms

Lichte Werkwoorden (Light Verbs)

• 'v' is verantwoordelijk voor het toekennen van de externe θ-rol aan het externe argument.
• Lexicale gegevens:
  • v: VP, DP of
  • GIVE: V, DP, DP/PP
• Werkwoorden bewegen omhoog, dit wordt raising genoemd; V beweegt naar v.
• Bewegingen laten een trace achter op de originele positie, aangeduid met een index (bijv. ti).
• Het externe argument wordt geïntroduceerd in de specificator van vP en beweegt naar de specificator van TP.
• Aanwijzing voor argument uit SpecvP dat zich verplaatst naar SpecTP:
  • Losse kwantoren in het Engels

Kwantoren

• Voorbeeld: "All the children have tasted the chocolate" versus "The children have all tasted the chocolate."
• De kwantor 'all' kan losgekoppeld worden van 'the children'.
• Structuur van een gekwantificeerde nominale constituent:
  • QP → Q DP
• Externe argumenten worden geïntroduceerd door 'v', interne argumenten door 'V'.

Argumentstructuur Alternaties

• Ditransitieve constructies en argumentstructuur alternaties worden onderzocht.

Datiefverschuiving (Dative Shift)

• Sommige triadic werkwoorden in het Engels kunnen datiefverschuiving ondergaan.
  • "Mary gave a book to John" (obliek datief)
  • "Mary gave John a book" (dubbel object constructie)
• Niet alle werkwoorden kunnen dit ondergaan.
  • "Mary explained the answer to John" (obliek datief)
  • "*Mary explained John the answer" (dubbel object constructie niet mogelijk)
• Germaanse werkwoorden kunnen hier vaker aan deelnemen dan Latijnse.
  • Er zijn echter uitzonderingen, zoals 'offer'.
  • Monosyllabische en disyllabische werkwoorden met de klemtoon op de eerste lettergreep kunnen deelnemen aan datiefverschuiving.
  • Disyllabische werkwoorden met de klemtoon op de tweede lettergreep kunnen dit niet.
• Aangenomen wordt dat bij datiefverschuiving de twee argumenten in VP in beide volgordes kunnen worden samengevoegd.

Spray-Load Alternaties

• Voorbeelden:
  • "Susan sprayed paint on the wall"
  • "Susan sprayed the wall with paint"
• Dit vervaagt het onderscheid tussen argument en adjunct.
• Twee VP-interne constituenten; één verschijnt als het directe object en de andere als een PP.
• Een van de constituenten is een plaats, de ander een substantie.

Benefactieve Alternaties

• Voorbeelden:
  • "John made a quiche for Gyumin"
  • "Younghui peeled a banana for Marg"
• Benefactieve 'for'-constituenten worden normaal gezien als adjuncten.
  • Ze zijn optioneel en niet nodig om het theta-grid van de werkwoorden te verzadigen.
• Alternatieve versies met de benefactieve constituant in de positie van het directe object:
  • "John made Gyumin a quiche"
  • "Younghui peeled Marg a banana"
• Dit suggereert dat het Engels optionele benefactieven toestaat in de argumentstructuur.

Lichte Werkwoorden in Andere Talen

• Lichte werkwoorden komen voor in veel talen en hebben weinig betekenis.
• Mandarijn:
  • 'dˇa' is een licht werkwoord dat vaak "slaan" betekent, maar in sommige constructies geen betekenis heeft en alleen dient om een extern argument te introduceren.
    • dˇa p¯entì ‘niezen’
    • dˇa h¯aqian ‘gapen’
    • dˇa di¯anhúa ‘bellen’
    • dˇa zˇi ‘typen’
• Urdu:
  • Een kleine set lichte werkwoorden met een semantisch afgezwakte betekenis.
  • Het belangrijkste werkwoord draagt de kernbetekenis.
  • De lichte werkwoorden passen de betekenis aan.
• Koreaans:
  • 'hata' (하다) is het meest voorkomende lichte werkwoord.
  • Andere lichte werkwoorden zijn 'doyta' (되다) en 'sulepta' (스럽다).
  • De betekenis wordt gedragen door lexicale wortels, het lichte werkwoord draagt de inflectionele morfologie.
    • sayngkak-hata 생각하다 'denken'
    • chengso-hata 청소하다 'schoonmaken'
    • kongpwu-hata 공부하다 'studeren'

Sleutelbegrippen

• Triadisch werkwoord: Een werkwoord dat twee interne argumenten aanneemt.
• Larsoniaanse shell: Een dubbele VP-projectie die ruimte biedt voor twee interne argumenten.
• Tijd фраза (TP): Een zin wordt geleid door een tijdshoofd (T) dat het onderwerp relateert aan het predicaat en dat de locus is van overeenstemming. Een T-hoofd projecteert naar een TP.
• Complementeerder: Een complementeerder introduceert een ondergeschikte zin in een zin. Complementeerders geven vaak de illocutiekracht van een zin aan.
• Illocutiekracht: De illocutiekracht van een zin geeft aan of het een bewering (declaratief), een vraag (interrogatief) of een bevel (imperatief) is. Andere soorten illocutiekracht zijn hortatief, jussief, promissief en optatief.
• Licht werkwoord: Een functioneel hoofd, v, dat het externe argument introduceert.
• Dubbel Object Constructie (DOC): Een constructie met twee DP-argumenten. Bv., Ik gaf Peter een cadeau is een dubbele objectconstructie. Het alternatief Ik gaf een cadeau aan Peter is dat niet.
• Benefactieve afwisseling: Een type DOC waarin het niet-PP-argument een ontvanger is in plaats van een voordeel. Bv., Ik bakte John een taart (cf. Ik bakte een taart voor John.)