Licht en Kleuren

Licht en Kleuren

• Het elektromagnetisch spectrum omvat alle elektromagnetische straling, waaronder zichtbaar licht. Zichtbaar licht is een klein deel van dit spectrum, met violet/paars als de kortste golflengte en rood als de langste golflengte.
• Golflengte is de afstand tussen twee opeenvolgende pieken van een golf. Voor zichtbaar licht varieert de golflengte van ongeveer 380 nm (violet) tot 750 nm (rood).
• Frequentie is het aantal golven dat een punt in één seconde passeert. De frequentie van zichtbaar licht is extreem hoog, tot wel 400 miljoen miljoen keer per seconde.
• Mensen zien kleuren door licht dat op objecten valt en weerkaatst. Een object lijkt bijvoorbeeld geel omdat het geel licht weerkaatst en andere kleuren absorbeert.
• Fotoreceptoren in het netvlies van het oog, genaamd kegeltjes, zijn verantwoordelijk voor het waarnemen van kleuren. Er zijn drie soorten kegeltjes die gevoelig zijn voor verschillende golflengten van licht.
• Contrastgevoeligheid is het vermogen van het oog om verschillen in helderheid en kleur te onderscheiden. Mensen zijn gevoeliger voor bepaalde kleuren, zoals groen en rood, terwijl ze minder gevoelig zijn voor andere kleuren zoals blauw.
• Additieve kleurenmenging gebeurt wanneer lichtkleuren worden gemengd. Bijvoorbeeld, rood en groen licht samen creëren geel.
• Substractieve kleurenmenging gebeurt met pigmenten/stoffen. Bijvoorbeeld, als je blauw en geel mengt, krijg je groen.
• Absorptie is wanneer een object licht van bepaalde golflengten absorbeert, waardoor die energie wordt omgezet in warmte. Bijvoorbeeld, een zwart object absorbeert alle kleuren en lijkt zwart.
• Reflectie is het proces waarbij licht terugkaatst van een oppervlak. Een geel potlood reflecteert bijvoorbeeld voornamelijk geel licht.

Van Analoog naar Digitaal

• Analoog is een continu/vloeiend signaal dat alle tussenliggende waarden vertegenwoordigt, zoals een geluidsgolf of een film op een rol.
• Digitaal is data dat wordt omgezet in discrete waarden (bits), waardoor het makkelijker te bewerken, opslaan en verzenden is.
• Sampling is het omzetten van een continu signaal in discrete samples. Hoe vaker je sampelt, hoe gedetailleerder de weergave. De eenheid is Hertz (Hz) voor audio en fps (frames per seconde) voor video.
• Quantizing (Kwantiseren) is het omzetten van de amplitude van een sample naar een discrete waarde, afhankelijk van de bitdepth. De bitdepth bepaalt hoeveel verschillende waarden een sample kan aannemen en beïnvloedt de resolutie van audio, video of afbeeldingen.
  • Voorbeeld: bij 8-bit audio kunnen er 256 verschillende amplitudes worden weergegeven.
  • Bijvoorbeeld: bij 8-bit video kan de helderheid in 256 stappen worden verdeeld, terwijl bij 10-bit video (1024 stappen) meer details en zachtere overgangen in donkere of lichte gebieden zichtbaar zijn.
  • Eenheid: bits
• Bitrate is de hoeveelheid data per seconde die door een medium of netwerk wordt verstuurd, wat de kwaliteit beïnvloedt.
• De eenheid is kbps (kilobits per seconde) of Mbps (megabits per seconde).
  • Audio: 128 kbps (radio) tot 320 kbps (MP3-kwaliteit)
  • Video: Variërend van 5 Mbps (720p video) tot 25 Mbps of meer (4K video)
• Resolutie verwijst naar het aantal pixels of samples per eenheid, wat de scherpte van beelden en video's bepaalt.
• Voorbeeld: 300 dpi voor drukwerk, 72 dpi voor webgebruik (afbeeldingen).
• Eenheid: pixels, dpi of ppi voor afbeeldingen.
  • Resolutie in pixels voor video (bijvoorbeeld 1920 x 1080 (Full HD) of 3840 x 2160 (4K)).
• Aliasing: Een storend effect dat ontstaat wanneer het samplepatroon niet overeenkomt met de details van het analoge signaal. Voorbeeld: Moiré-effecten in afbeeldingen met fijne patronen.
• Oplossing: Anti-aliasing technieken, hogere resolutie, of een filter om deze effecten te verminderen.

ICT Begrijpen

• Moederbord: Het "hart" van de computer waar alle onderdelen samenkomen.

• CPU (Central Processing Unit): De processor die alle berekeningen uitvoert. Belangrijk voor algemene snelheid en multitasking.

• GPU (Graphics Processing Unit): Verwerkt beelden, essentieel voor grafisch ontwerp en gaming.

• Geïntegreerde GPU: Ingebouwd in de CPU, minder krachtig maar energiezuinig.

• Discrete GPU: Apart van de CPU, veel krachtiger, goed voor grafische toepassingen.

• RAM (Random Access Memory): Tijdelijk geheugen waar gegevens worden opgeslagen voor snelle toegang. Belangrijk voor soepel multitasken.

• Opslag (Harde schijf of SSD): Permanente opslagruimte voor programma's en bestanden. SSD's zijn sneller dan harde schijven.

• I/O (Input/Output): Alles wat te maken heeft met invoer en uitvoer van gegevens (bijv. toetsenbord, muis, beeldscherm).

• Werkgeheugen (RAM): Tijdelijke opslag die snel gegevens laadt voor actieve taken. Hoe meer RAM, hoe beter de computer taken tegelijk aankan.

• Opslag (HDD of SSD): Hier worden gegevens permanent bewaard, zoals documenten, video's en software. SSD's zijn veel sneller dan HDD's.

• Grafisch ontwerp: Krachtige CPU, veel RAM (minimaal 16 GB), een goede GPU en SSD-opslag.

• Foto- en videobewerking: Hoge resolutie GPU, minimaal 16 GB RAM en een snelle processor.

• Programmeren: Snelle CPU, 8-16 GB RAM en SSD-opslag.

• Gamen: Krachtige GPU, 16 GB RAM, snelle CPU en SSD-opslag voor snelle laadtijden.

• Netwerken: Computers kunnen verbinding maken via bedrade (Ethernet) of draadloze netwerken (WiFi).

• IP-adres: Elk apparaat krijgt een uniek adres (IP) voor communicatie.

• Printers, scanners en andere apparaten: Computers kunnen deze apparaten direct verbinden of via het netwerk delen.

• Communicatieprotocollen: TCP/IP zorgt ervoor dat data correct wordt overgedragen.

  • TCP/IP: Verzekert dat data zonder fouten aankomt (voor bestanden en berichten).
  • UDP: Snel, maar minder betrouwbaar (voor streaming).

• WiFi: Een draadloos netwerk waarmee apparaten verbinding maken via een router. De snelheid hangt af van factoren zoals de afstand tot de router, obstakels en het aantal verbonden apparaten.

  • Veelvoorkomende problemen bij WiFi: Te veel gebruikers, storingen door obstakels, kanaalinterferentie.
  • Oplossingen: Plaats de router centraal, gebruik een WiFi-extender of verander van kanaal.

• 4G: Mobiele dataverbinding met voldoende snelheid voor normaal internetgebruik.

• 5G: Sneller en met minder vertraging dan 4G, geschikt voor streaming van hoge kwaliteit en snellere verbindingen met meer apparaten.

Leer over het elektromagnetisch spectrum en zichtbaar licht in deze quiz. Ontdek de golflengtes, frequenties en hoe wij kleuren waarnemen met onze ogen. Test je kennis over kegeltjes en contrastgevoeligheid in visuele waarneming.