Liberalisme en Nationalisme in de 19e Eeuw

Een politieke stroming die streeft naar vrijheden, vooral van het individu. Liberalen willen beperkte staatsinterventie en democratische rechtstaten.

Het herstel van de oude politieke orde na een periode van revolutie of verandering.

Denkers die ideeën ontwikkelden over vrijheid, rede en mensenrechten tijdens de Verlichting

Het centrale idee van het liberalisme: het individu heeft fundamentele vrijheden.

Liberale ideeën over de rol van de staat in de politiek; sterke focus op individuele rechten en beperkte overheidsmacht.

Een land gebaseerd op volkssoevereiniteit, grondwet, en scheiding der machten.

De macht berust bij het volk.

Een document dat fundamentele rechten en vrijheden en de staatsstructuur beschrijft.

Fundamentele rechten van burgers, beschermd door de grondwet.

Verdeling van de overheidsmacht in verschillende takken (wetgevende, uitvoerende, rechterlijke).

Kiesrecht gebaseerd op bezit of inkomen.

Liberale ideeën over de economie: minimale overheidsinterventie.

Ideologie die zich richt op een gezamenlijke identiteit en zelfbestuur voor een volk.

Staten met meerdere volkeren of nationaliteiten.

Internationaal congres die de Napoleontische periode afsloot en probeerde de oude orde te herstellen.

Plotselinge en grote verandering, vaak door opstanden.

Amerikaanse buitenlandse politiek om Europese kolonialisatie in Latijns-Amerika tegen te houden.

Buitenlandse politiek die zich afzijdig houdt van conflicten in andere delen van de wereld.

Opstand gericht op liberale hervormingen in Spanje.

Nationalistische beweging gericht op een verenigd Italië.

Succesvolle opstand van Griekenland tegen de Ottomaanse macht.

Serie van revoluties in Europa die de stabiliteit van het Congres van Wenen ondermijnden.