Lees- en woordraadstrategieën
18 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de bedoeling van een tekst die de schrijver schrijft om jou te vermaken?

  • Je aan te zetten tot actie.
  • Je mening over te nemen.
  • Je iets te leren.
  • Je te amuseer. (correct)
  • Wat moet je vooral doen als je een hoofdgedachte wilt vinden?

  • De tekst oppervlakkig lezen.
  • Zoeken naar belangrijke termen binnenin de tekst.
  • Altijd de eerste zin van de tekst onthouden.
  • Bij het begin of einde kijken naar de formulering. (correct)
  • Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord voor 'vet' in de lange vorm?

  • Vetter
  • Vetachtig
  • Vette (correct)
  • Vettere
  • Welke van de volgende zinnen bevat een fout in het gebruik van de hoofdletter?

    <p>Hij woont op de straat de Vries.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de correcte manier om het meervoud te maken van 'fiets'?

    <p>Fietsen</p> Signup and view all the answers

    Welk voorbeeld past bij het tekstdoel 'activeren'?

    <p>Een reclameadvertentie.</p> Signup and view all the answers

    Welke regel geldt voor het maken van een verkleinwoord van 'auto'?

    <p>Autotje</p> Signup and view all the answers

    Wat moet je doen om het meervoud van 'ring' te maken?

    <p>Ringen</p> Signup and view all the answers

    Welke optie illustreert correct het gebruik van leestekens?

    <p>Wat een mooie dag!</p> Signup and view all the answers

    Wat is de correcte lange vorm van het bijvoeglijk naamwoord 'goed'?

    <p>Goede</p> Signup and view all the answers

    Wat is het doel van de oriënterende leesstrategie?

    <p>Het onderwerp weten</p> Signup and view all the answers

    Welke aanpak is specifiek voor de globale leesstrategie?

    <p>Lees de eerste en laatste zinnen van de alinea’s</p> Signup and view all the answers

    Wat is een synoniem?

    <p>Een ander woord met dezelfde betekenis</p> Signup and view all the answers

    Wat doe je bij de zoekende leesstrategie?

    <p>Kijk naar tussenkoppen en dikgedrukte woorden</p> Signup and view all the answers

    Welke woordraadstrategie houdt in dat je gebruik maakt van een omschrijving?

    <p>Omschrijving</p> Signup and view all the answers

    De strategie 'tegenstelling' kan herkend worden aan welke woorden?

    <p>Maar, toch en echter</p> Signup and view all the answers

    Wat bedoelen we met 'bekend woorddeel' in woordraadstrategieën?

    <p>Een samenstelling of afleiding met een inleiding</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de term 'onderwerp' in een tekst?

    <p>Wat de tekst over gaat</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Leesstrategieën

    • Oriënterend: Bekijk titel, illustraties, tussenkoppen, vet/cursief/gekleurde woorden en eerste alinea. Doel: onderwerp identificeren.
    • Globaal: Lees eerste en laatste zinnen van elke alinea. Doel: vaststellen welke aspecten worden behandeld.
    • Precies: Lees de hele tekst van begin tot einde. Doel: volledig begrip.
    • Zoekend: Let op tussenkoppen, gedrukte woorden en opvallende tekens (*). Doel: bruikbare informatie vinden.

    Woordraadstrategieën

    • Synoniem: Een ander woord met dezelfde betekenis.
    • Omschrijving: Letterlijke uitleg van de betekenis.
    • Definitie: Nauwkeurige omschrijving van een woord.
    • Voorbeeld: Herkenbaar aan woorden als 'zoals', 'zo', 'bijvoorbeeld', etc. - Een voorbeeldzin geeft een concreet voorbeeld.
    • Tegenstelling: Herkenbaar aan woorden als 'maar', 'echter'. Alternatieve woorden zijn: weigeren, accepteren, of gebruik van voorvoegsels (bv. a-, on-, in-)
    • Bekend woorddeel: Meestal in samenstellingen of afleidingen. Bijvoorbeeld: zonnenstelsel of geluidloos (zonder geluid).
    • Illustratie: Raadpleeg afbeeldingen.

    Onderwerp en Hoofdgedachte

    • Onderwerp: Wat de tekst over gaat. Kan met één of een paar woorden worden beschreven.
    • Onderwerp vinden: Lees oriënterend. Geef kort antwoord op de vraag: "Waarover gaat deze tekst?".
    • Hoofdgedachte: Het belangrijkste punt over het onderwerp.
    • Hoofdgedachte vinden: Lees de tekst precies. Kijk naar begin/einde of de letterlijke tekst. Als het daar niet staat, stel de vraag: "Wat is het belangrijkste punt over dit onderwerp?".

    Tekstdoelen en soorten

    • Amuseren: De schrijver wil je vermaken. Voorbeelden: mop, verhaal.
    • Informeren: De schrijver wil je iets leren. Voorbeelden: studiemateriaal, verslag.
    • Instrueren: De schrijver wil je iets leren doen. Voorbeeld: spelregels.
    • Overtuigen: De schrijver wil dat je zijn mening overneemt. Voorbeeld: betoog.
    • Activeren: De schrijver wil je aanzetten tot actie. Voorbeeld: advertentie, flyer.

    Zelf aan de slag

    • Amuseren: Beschrijf personages en situaties, gebruik sfeervolle woorden.
    • Informeren: Geef feiten, uitleg en voorbeelden.
    • Instrueren: Geef stap voor stap uitleg, gebruik woorden als "meng daarna" of "schil eerst".
    • Overtuigen: Geef je mening en leg deze uit.
    • Activeren: Gebruik woorden als "profiteer nu!" of "nooit kopen!".

    Hoofdletters en leestekens

    • Hoofdletter: Aan het begin van een zin, bij namen (Merlin Uiterwaal). Tussenvoegsels (de, van, van de) zonder hoofdletter. Als voornaam ontbreekt, hoofdletter voor het eerste tussenvoegsel.
    • Leestekens: Punt, vraagteken, uitroepteken aan het eind van zinnen.
    • Komma: Tussen twee persoonsvormen. Voor voegwoorden (doordat, als, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra).

    Bijvoeglijk naamwoord

    • Lange vorm: Voeg “e” toe aan het bijvoeglijk naamwoord (dwars → dwarse).
      • Alternatieven: Haal "a/e/o/u" weg en voeg "e" toe. Verdubbel laatste letter en voeg "e" toe. Ander medeklinker (f→v/s→z) en voeg "e" toe. Combinatie van de vorige methoden.

    Meervoud

    • Meervoud op ën/s/’s: Algemeen: voeg 's' achter de woord toe. Voor afkortingen: voeg 's' toe (pc→pc's). 's aan een woord dat eindigt op een klank die 1 klank is, niet 's (geen Lama's of een ie/ee). let op klemtoon bij ie: klemtoon op de ie: ën; geen klemtoon: s of n.

    • Meervoud op en/dubbele letters: Vervang spreekletter, dubbele letters, of vervang een s/f met een z/v (Fiets-fietsen, klank dubbel).

    Verkleinwoorden

    • Verkleinwoorden: Worden gemaakt door "kje", "pje", "tje" of "etje" toe te voegen aan het zelfstandig naamwoord.
    • Verdubbelen: Soms worden medeklinkers verdubbeld. "G" → "k" in woorden op "ng". Sommige woorden verdubbelen a/e/o/u
    • I → ie: woorden op "i" → "ie" ("ski" → "skietje").
    • Y en klinker: Woorden met "y", (voeg "tje", "pje" of "etje" toe. als klinker vóór Y staat, dan anders). Afkortingen voegen een apostrof toe. Korte klinkers kunnen lang worden.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    Ontdek diverse leesstrategieën zoals oriënterend, globaal en precies lezen. Leer ook hoe je woorden kunt begrijpen door synoniemen, omschrijvingen en voorbeelden te gebruiken. Dit quiz helpt je vaardigheden in zowel lezen als woordbegrip te ontwikkelen voor betere leesprestaties.

    More Like This

    Importance of Reading in English
    10 questions
    Vocabulary Development Strategies
    8 questions
    Vocabulary Development Techniques
    13 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser