Untitled Quiz

Snel stukje geheugen, vergelijkbaar met RAM, dat de meest gelezen en geschreven data bijhoudt om toegangstijden te verkorten.

Een hardware-algoritme in de cache die bepaalt welke data er in de cache komt, gebaseerd op het principe van lokaliteit (data in de buurt van elkaar wordt vaak gebruikt).

De CPU gebruikt meestal data die fysiek dicht bij elkaar staat op de harde schijf. Dit maakt het voorspelbaar welke data op korte termijn nodig zal zijn.

Redundant Array of Independent Disks. Een techniek om meerdere harde schijven samen te gebruiken om de snelheid en betrouwbaarheid te verbeteren.

Striping: Data wordt in kleine stukken verdeeld en op verschillende schijven geschreven. Dit verhoogt de lees- en schrijf snelheid, maar biedt geen foutcorrectie.

Disk mirroring: Elke datablok wordt op elke schijf geschreven. Dit zorgt voor een kopie van de data en zorgt voor snelle lees-bewerkingen. Er is redundantie, maar schrijven is niet sneller.

Data wordt verdeeld in blokken, en van alle blokken wordt een pariteitsblok berekend (XOR). Dit pariteitsblok wordt op andere schijven geschreven en gebruikt voor foutcorrectie wanneer een schijf kapot gaat.

Een blok data dat berekend wordt op basis van alle andere data blokken in RAID 5. Dit blok zorgt voor de foutcorrectie in geval van een defect.

Een magnetische opslagmethode die data opslaat op een magnetische schijf.

De IBM 350 uit 1956, met een capaciteit van 3,75 MB.

HDD's zijn steeds kleiner geworden, maar de basiscomponenten zijn niet veel veranderd.

De hoeveelheid data die een HDD kan opslaan. Toenemende capaciteit over de tijd, momenteel tot 120+TB.

Aluminium en Glas zijn materialen gebruikt voor de schijven, beide met een magnetische laag.

Een filter dat stofdeeltjes opvangt, voor een langere levensduur van de hardeschijf.

Beweegt de lees/schrijfkoppen over de magnetische schijven.

Houdt de bewegende arm op positie, 2 per schijf.

Zorgt ervoor de schijven ronddraaien.

Rijen van bits op de magnetische schijf.

Gedeelte van een schijf, begrensd door stralen.

Alle sporen onder elkaar binnen een HDD.

De vaste opstelling van een sector, incluis data, Gap, sync en ECC.

Identificaie van een sector, vroeger CHS, nu LBA.

Logisch nummeringssysteem voor sectoren op een HDD, chronologisch.

Vroeger gebruikte methode om sectoren te adresseren.

Het aantal bytes dat daadwerkelijk beschikbaar is voor gegevens op een schijf, na aftrek van ruimte voor hoofdingen en controles.

De totale capaciteit van een schijf, inclusief de ruimte die wordt gebruikt voor hoofdingen, controlebits en gaps.

Een manier om schijfcapaciteit optimaal te gebruiken door meer sectoren toe te kennen aan buitenliggende sporen.

Een standaard voor de adresering van sectoren op een schijf, ongeacht hun fysieke locatie.

De hardwarecomponent die de communicatie tussen de schijf en de rest van het systeem regelt.

Het bewegen van de schijfrem naar de juiste positie over het oppervlak, zodat de kop magnetische data kan lezen of schrijven.

Het vinden van de juiste sector (en dus de specifieke data) op het geselecteerde spoor of track.

Redundante bits die gebruikt worden voor foutdetectie en eventueel foutcorrectie bij lezen en schrijven van data.

Een techniek om schrijfverzoeken op een efficiëntere manier te ordenen zodat de wachttijden tot minimaal beperkt zijn.

Een veelgebruikte standaard voor schijfcontrollers (gevolgd door IDE en EIDE)

Een duurder maar betere standaard voor schijfcontrollers, populair in servers.

Een serieel data-overdrachtstechniek voor schijven

De moderne, compacte standaard voor schijven met zeer hoge snelheden.

Een snel geheugen dat de meest recente data bijhoudt voor snellere toegangstijden