30 Questions
Wat is de functie van epitheelweefsel?
Bedekking van lichaamsoppervlak en inwendige holten; klierfunctie
Wat is de extracellulaire matrix van spierweefsel?
Geen
Welk type weefsel heeft als functie beweging?
Spierweefsel
Wat is de vorm van epitheelcellen?
Varieert van cilindrisch over kubisch tot plaveiselepitheel (plat)
Wat is kenmerkend voor epitheelweefsel in termen van contact met bindweefsel?
Direct contact met bindweefsel via verankeringsvezels (collageen)
Wat is de functie van zenuwweefsel?
Voortgeleiding van impulsen
Welk type klier heeft geen kanalen die leiden naar een ander orgaan of het lichaamsoppervlak?
Endocriene klieren
Welke klier produceert afscheiding door desintegratie van cellen tijdens terminale differentiatie?
Holocriene klieren
Welk type epitheel bevat veel trilharen en cellen met kernen op verschillende niveaus?
Gevleid pseudostratified epitheel
Welk type cel in de exocriene pancreas heeft secretiegranules aan de apicale uiteinden, RER en kernen aan de basale uiteinden?
Sereuze cellen
Welke translocatie vindt plaats van apicale naar basale regio's, zoals in de renale tubulus?
Transcellulaire transport
Welk type gland produceert producten door exocytose aan het apicale uiteinde van secretorische cellen?
Merocriene gland
Wat is de functie van microvilli in de darmdarm?
Vergroten van het celoppervlak voor absorptie
Wat vormt het netwerk in de borstelzoom?
Actin microfilamenten
Wat is de functie van cilia in tracheae en andere organen?
Transportbandfunctie
Wat is het verschil tussen cilia en flagella?
Aantal per cel
Welke structuur onderhoudt de elastische en harde structuur van de axoneme in cilia en flagella?
Nexinen
Waar ligt het basal body in cilia en flagella?
In het apicale cytoplasma
Welk type epitheel heeft altijd cellen die hoger zijn dan ze breed zijn, apicale cilia of microvilli hebben en gespecialiseerd zijn voor opname?
Eenvoudig cilindrisch epitheel
Welk type epitheel heeft dikke cellen met rijke cytoplasma voor hoge transportsnelheid en andere functies?
Eenvoudig kubisch epitheel
Welk type epitheel bestaat uit een eenvoudige laag van dunne cellen met zichtbare kernen en is gespecialiseerd in het bekleden van vaatbuizen en vacuolen?
Eenvoudig plaveisel epitheel
Welk type epitheel heeft een complexe structuur van dichte en hechtende juncties aan de apicale einden van de cellen?
Eenvoudig cilindrisch epitheel
Welk type epitheel wordt gevormd door endotheel, mesotheel of cilindrische epitheelcellen?
Eenvoudig plaveisel epitheel
Welk type meerlagig epitheel is gekeratiniseerd en komt voor bijvoorbeeld in de huid?
Meerlagig gekeratiniseerd plaveisel epitheel
Wat is de functie van een dichte junctie van zonula occludens?
Compartementalisatie
Wat is de functie van een hemidesmosoom?
Adhesie
Wat vormt hexameren met een hydrofiel kanaaltje voor uitwisseling van moleculen tussen aaneengesmeedde cellen?
Gap junction
Welke verbindingzone bevat transmembrane adhesiemoleculen?
Zonula adherens
Wat corrèleert met doorlaatbaarheid door de versmelting van membranen?
Dichte junctie van zonula occludens
Welke junctietype heeft weinig sterkte maar dient als intercellulaire kanalen voor molecuulstromen?
Gap junction
Study Notes
- Het epitheliale weefsel toont hemidesmosomen (H) aan de grens tussen epitheliale en kraakbeenweefsel. De aanhechtingstranden (pijlen) vertonen zich in de basale lamina (BL). De regelmatige afstand tussen deze fibrils onderscheidt ze van collagene fibrils. x54.000. (Courtesy of FM Guerra Rodrigo.)
- Het darmweefsel toont een typisch voorbeeld van een basismembraan, gevormd door een basale lamina en een reticulaire lamina. x80.000. Figuur 4–2. Twee typen basismembranen. A: De dikte van deze membrane komt door de fusie van twee basale laminae, geproduceerd door een epitheliale en een endotheliale cellaag, zoals in de nierglomerulus en de longalveoli. Het bestaat uit een dik centraal lamina densa met een lamina lucida (lamina rara) aan weerszijden. B: Het meer voorkomende type basismembrane dat epithelia van het kraakbeenweefsel bindt en scheidt, wordt gevormd door de associatie van de basale en reticulaire lamina. Opmerkelijk is de aanwezigheid van vezelige ankerfibrils gevormd door collageen type VII, die de basale lamina bindt aan het onderliggende collageen. Figuur 4–3. Niersectie toont de collagene type IV van de glomerulaire en tubulaire basismembranen (pijlen). In de glomeruli heeft de basismembrane een ondersteuningfunctie en een belangrijke rol als filter. Picrosiriushematoxylines (PSH) sintees. Gemiddelde vergroting. LB komt voor wanneer cellen in contact komen met BW > Spier > Vetcellen > Schwanncellen helpt bij de vorming van myeline LB komt in aanraking bij aaneengesmeedde epitheliale lagen > lang alveoli > renale glomerus LB wordt aangemaakt door respectievelijke cellen Functies van de LB: > structuur > barrière Invloed op celpolariteit Intercellulaire verbindingen (4-4) Prominent in epithelia (ook aanwezig in andere weefsels) Cohesie en communicatie Intercellulaire adhesie door transmembrane glycoproteïnen Laterale specialisaties: intercellulaire verbindingen => adhesie => afdichten (verhinderen van transport door de intercellulaire ruimte) => communicatie Figuur 4–4. Samenstelling van de verbindingen tussen epitheliale cellen. Drie lege epitheliale cellen tonen de vier hoofdtypen van juncties tussen de cellen. De dichte junctie (zonula occludens) en hechtingszone (zonula adherens) zijn erg dicht bij elkaar en vormen elk een continu band rondom de cel's apicale uiteinden. Meerdere ribben van de dichte junctie verhinderen passieve stroming van materiaal tussen de cellen, maar zijn niet erg sterk; de adhererende juncties direct onder hen dienen om deze cirkelvormige bands om de cellen heen te stabiliseren en sterk te maken, en helpen de lagen cellen bij elkaar te houden. Beide desmosomen en gap junctions worden als plakjes aangetroffen tussen twee cellen. Vezelige bindingsstructuren binnen de cellen zijn bound to desmosomes. Desmosomen vormen zeer sterk verbindingspunten die de rol van de zonulae adherens aanvullen en een grote rol spelen bij het onderhouden van epitheliale integriteit. Gap junctions, elk een vel grote connexonen in de aangrenzende celmembranen, hebben weinig sterkte maar dienen als intercellulaire kanalen voor molecuulstromen. Alle deze junctietypen zijn ook te vinden bij bepaalde andere celtypes dan epitheliale cellen.
- Van de apicale na de basale zijde van de cel (4-5)
- (1) dichte junctie van zonula occludens –sluitingsverbinding band rond de cel, sluiting van intercellulaire ruimte. De versmelting van de membranen is corréléerd met doorlaatbaarheid. Functie: compartementalisatie - verhinderen van passage
- (2) zonula adherens –verbindingzone. Een verbindingband rondom de cel, transmembrane adhesiemoleculen (cadherinen), insertie van AF in plaques, AF zijn deel van het terminale web. Functie: adhesie (1) en (2) vormen samen de kitelijst
- (3) gap junction (communicatie kanalen). Membranen van aaneengesmeedde cellen zijn heel dicht en bevatten connexonen: connexines vormen hexameren met een hydrofiel kanaaltje. Connexonen in aanliggende membranen zijn geäligneerd => hydrofiel kanaal. Dynamische structuren: ze kunnen gevormd worden in de afwezigheid van proteïnsynthese. Functie: uitwisseling van moleculen voor
- Een complexe schijfvormige structuur > gematched met een identische structuur in de aanliggende cel > rechte celmembranen, iets verder uiteen dan de normale 20 nm > aanhechtingsplaat (proteïne) > IF(cytokeratine) zijn aangehecht aan de plaat en aan het cytoskelet > desmogleïnen in de intercellulaire ruimte. Functie: adhesie
- (5) hemidesmosoom > connectie tussen EW en LB. De plaat bevat transmembrane proteïnen die verbonden zijn met extracellulair collageen van het BW.
Dit is een quiz over de structuur van de junctionele complexen en de cel apex, geïllustreerd met een elektronenmicrografie van epitheelcellen in de dikke darm. Test je kennis over de zonula occludens, zonula adherens, desmosomen en gap junctions.
Make Your Own Quizzes and Flashcards
Convert your notes into interactive study material.
Get started for free
